1230 Beleid NZA Ten Opzichte Van Huisartsendienstenstructuren Niet Onredelijk
Transcript of 1230 Beleid NZA Ten Opzichte Van Huisartsendienstenstructuren Niet Onredelijk
jurisprudentie
49zorg & financiering > 10-2007
Met de afgifte van het indicatiebesluit vervalt hetzorgtoewijzingsbesluit van de zorgverzekeraar.Het zorgtoewijzingsbesluit ziet alleen op zorg innatura. Er kan voor die periode geen PGB (per-soonsgebonden budget) worden toegekend.Indien het besluit van het CIZ niet kan wordenafgewacht, zijn er de rechtsmiddelen van deAwb (Algemene wet bestuursrecht) als het vra-
gen van een voorlopige voorziening of het in-stellen van bezwaar of beroep bij het uitblijvenvan een beslissing. In dit geval had het CIZ alsingangsdatum de datum van het oorspronke-lijke besluit moeten aanhouden. De verantwoor-delijkheidvoor het tijdig indienen van een aan-vraag ligt bij verzekerde.Bron: RZA 2007, 134<
1229 behandeling van dyslexie door regionaal instituut voor dys-lexie is geen awbz-zorg
De Centrale Raad van Beroep deed op 27 juni2007 uitspraak in een geschil tussen het CIZ(Centrum voor indicatiestelling zorg) en eenverzekerde over de weigering een AWBZ-indica-tie (Algemene wet bijzondere ziektekosten) teverlenen voor een behandeling door het Regio-naal Instituut voor Dyslexie (RID).
De zorg die het RID geeft, bestaat uit een speci-fieke lees- en spellingstraining. Deze trainingvalt naar aard en strekking niet onder de AWBZ-functies ondersteunende en activerende begelei-ding. Het gaat hierbij niet zozeer om een vormvan ondersteuning bij de participatie in de maat-schappij, maar veeleer om een specifieke thera-
pie, die erop gericht is de door de dyslexiebeperkte lees- en spellingsvaardigheden te ver-sterken. Dat deze therapie niet valt onder degenoemde AWBZ-functies wordt bevestigd ineen aantal brieven van de minister. De ministergaat ervan uit dat thans diagnostiek en behande-ling van dyslexie niet uit de publieke middelenkunnen worden bekostigd. Ook het feit dat ergeen toegelaten instellingen zijn die dyslexiebe-handelingen verlenen, biedt een aanknopings-punt voor het standpunt dat de door het RIDgegeven training niet valt onder de functiesondersteunende of activerende begeleiding.Bron: RZA 2007, 143<
1230 beleid nza ten opzichte van huisartsendienstenstructuren nietonredelijk
Het College van Beroep voor het Bedrijfslevendeed op 12 juli 2007, onder nummer AWB05/843 13755, uitspraak in een geschil tusseneen huisartsendienstenstructuur (HDS) en deNZa (Nederlandse Zorgautoriteit) over het doorde NZa vastgestelde tarief van die HDS, waarbijgeen extra modules werden toegekend.
Het college overwoog dat het beleidsuitgangs-punt dat de NZa bij de tariefvaststelling heeftgehanteerd niet op voorhand onredelijk is. Datbeleidsuitgangspunt houdt in dat met het oog
op kostenbeheersing en efficiency het behoud ofde vorming van kleine HDS’en niet gestimuleerdmoet worden. Integendeel, kleinere HDS’en die-nen volgens de NZa gestimuleerd te worden zichaan te sluiten bij de grotere HDS’en. Mede methet oog op dat uitgangspunt is in de beleidsre-gel voorzien in de mogelijkheid tot herallocatie.Niet was gebleken dat de in de beleidsregelvoorziene uitzondering voor de toepassing vande plattelandsmodule en de zorgconsumptie-module, indien per huisarts gemiddeld meerdan 450 uur werd besteed aan avond-, nacht- en
ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 49
stelsel
50 10-2007 > zorg & financiering
weekendzorg (ANW-zorg), in strijd is met hetverbod van willekeur, terwijl appellante nietheeft gemotiveerd waarom die uitzondering instrijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel.Appellante had niet aannemelijk gemaakt datzij door het grote aantal dagjesmensen dat haargebied jaarlijks bezoekt aan de in de beleids-
regel gestelde voorwaarden voor extreme vakan-tiedruk voldoet. Er waren geen bijzondereomstandigheden die ertoe zouden moeten lei-den dat op het uitgangspunt dat op de norm van450 ANW-uren per huisarts per jaar een uitzon-dering moest worden gemaakt.Bron: RZA 2007, 147<
1231 huisartsendienstenstructuur niet vergelijkbaar met klassiekewaarneming anw-zorg
Het College van Beroep voor het Bedrijfslevendeed eveneens op 12 juli 2007, onder nummerAWB 05/298 13755, uitspraak in een geschil tus-sen een andere huisartsendienstenstructuur(HDS) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)over het door de NZa vastgestelde maximumta-rieven voor huisartsenzorg.
Het college overwoog dat het enkele betoog vande huisartsen dat de tariefbeschikkingen voorhuisartsen onvoldoende recht doen aan de bij-zondere positie van reeds bestaande kleinerehuisartsendienstenstructuren en de daarin parti-ciperende huisartsen, geen inzicht geeft metwelke door verweerster, de NZa, gehanteerdeuitgangspunten en op welke gronden appellan-ten het niet eens zijn. Met betrekking tot het ver-schil in hoogte van tarieven voor avond-, nacht-en weekendzorg (ANW-zorg) verleend door
huisartsen die participeren in een huisartsen-dienstenstructuur enerzijds en huisartsen diedaar niet in participeren anderzijds – waarvoorook andere beleidsregels gelden – heeft de NZaer bovendien terecht op gewezen dat een klas-sieke waarneming niet is te vergelijken metANW-zorg die via een huisartsendienstenstruc-tuur wordt verleend. De NZa heeft onweerspro-ken gesteld dat een huisartsendienstenstructuureen aparte organisatie is met eigen infrastruc-tuur en daarbij behorende kosten, terwijl bijklassieke waarneming de huisarts geneeskundi-ge zorg verleent gedurende de avond, de nachten het weekend vanuit het eigen praktijkadresop een wijze die vergelijkbaar is met zorgverle-ning overdag. Het bezwaar was dan ook terechtals kennelijk ongegrond beoordeeld.Bron: RZA 2007, 148<
1232 zorgkantoor heeft inschrijving van instelling in aanbestedingsprocedure terecht buiten beschouwing gelaten
De rechtbank ’s-Gravenhage wees op 6 april2007, onder nummer KG 07/120, vonnis in kortgeding in een geschil tussen een thuiszorgin-stelling en een zorgkantoor over de wijze waar-op het zorgkantoor uitvoering gaf aan zijnzorginkooptaak. Het proces van contracterenmet de betrokken instelling werd door het zorg-kantoor afgebroken toen bleek dat de instellingniet aan de geschiktheidseisen voldeed. Met de
instelling konden geen afzonderlijke productie-afspraken worden gemaakt omdat de instellingonderdeel uitmaakte van een groter concernwaarvoor het systeem van stichtingsbudgette-ring gold.
De president overwoog dat in de gegevenomstandigheden de algemene beginselen vanaanbestedingsrecht eraan in de weg stonden dat
ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 50