123 Arts Berispt Na Overlijden Kraamvrouw

2
tuchtrecht en aansprakelijkheid 139 zorg & financiering > 1-2007 Met de door mij bepleite wetgeving is overigens de dreiging van de Wob niet weggenomen. Daarom zou de Wob in die zin moeten worden gewijzigd dat gegevens die afkomstig zijn uit kwaliteitsbewakende systemen in de zorg, niet aan derden worden verstrekt. Ook in het rapport van ZonMw wordt een dergelijke wijziging van de Wob bepleit. Helaas hebben de media nog maar weinig aandacht besteed aan de noodzaak van een dergelijke wetswijziging. Conclusie Het melden van incidenten c.q. complicaties door middel van een interne complicatiere- gistratie is risicovol. Dergelijke registraties kun- nen worden opgevraagd door de IGZ of het OM. Vervolgens kan eenieder dergelijke gegevens weer met een beroep op de Wob opvragen bij deze bestuursorganen. De kans dat gegevens uit de complicatie- of incidentenregistratie op die manier op straat terechtkomen, is weliswaar klein, maar bestaat wel. Bovendien kan infor- matie uit deze registraties vervolgens tegen een individuele hulpverlener worden gebruikt. Dat is ongewenst, omdat hulpverleners minder enthousiast aan een deugdelijke registratie zul- len meewerken indien zij zich daarbij niet veilig voelen. Het voornaamste doel van de registraties is immers niet het bestraffen van individuele zorgverleners, maar de verbetering van de kwa- liteit van de zorg. Voor het bestraffen van indivi- duele zorgverleners bestaan al voldoende andere juridische mogelijkheden. De veiligheid van de melders kan worden ge- waarborgd door alle registraties volledig te ano- nimiseren, waardoor deze niet meer herleidbaar zijn tot de individuele zorgverlener. Het is echter de vraag of de kwaliteit daarbij voldoende is gebaat. Een andere mogelijkheid zou zijn om de veiligheid van de melders te borgen door middel van wetgeving. Het gaat dan enerzijds om wet- geving waarmee de Staat verklaart geen gevolg te zullen geven aan de informatie die hij ontvangt via de registraties. Anderzijds moet de Wob wor- den dichtgetimmerd. Helaas staat de commis- sie-Legemaate deze optie niet voor, terwijl zij daar geen deugdelijke argumenten voor aan- voert. Dat is jammer omdat het registratiekind nu met het badwater weggegooid dreigt te wor- den. Natuurlijk zal het ontwikkelen van de door mij voorgestane wetgeving wel wat voeten in de aarde hebben. Maar als wetgeving op dit punt met dezelfde sneltreinvaart wordt ontwikkeld als bijvoorbeeld de Zorgverzekeringswet, dan zou die wetgeving al over negen maanden het licht kunnen zien en zouden de zo noodzakelijke registraties tot volle bloei kunnen komen. Auteur: mr. S.F. Tiems, Van Benthem & Keulen, op www.recht.nl< 123 arts berispt na overlijden kraamvrouw Het regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft een arts berispt na het overlijden van een 37-jarige vrouw die een tweeling had gebaard. De vrouw had eclampsie met daarbij een zich ontwikke- lend HELLP-syndroom (Hemolysis Elevated Liverenzymes and Low Plates). In plaats van actieve bemoeienis met de zorgver- lening heeft de arts zich te afwachtend en onvol- doende voortvarend opgesteld. Die houding wijst op een ernstige onderschatting van de ernst van de situatie. Tijdens de zitting is ook niet gebleken dat hij tot het inzicht is gekomen dat hij tekortgeschoten is. De arts wachtte na het laatste bezoek van de vrouw nog vijf dagen met een opname en dat was onverantwoord, vindt het college, omdat hij pre-eclampsie constateerde en het een meer- lingzwangerschap betrof, waarbij een verhoog- de kans op hypertensie bestaat die vaak ernstig van aard is. Na de spontane bevalling ging de gezondheids-

Transcript of 123 Arts Berispt Na Overlijden Kraamvrouw

Page 1: 123 Arts Berispt Na Overlijden Kraamvrouw

tuchtrecht en aansprakelijkheid

139zorg & financiering > 1-2007

Met de door mij bepleite wetgeving is overigensde dreiging van de Wob niet weggenomen.Daarom zou de Wob in die zin moeten wordengewijzigd dat gegevens die afkomstig zijn uitkwaliteitsbewakende systemen in de zorg, nietaan derden worden verstrekt. Ook in het rapportvan ZonMw wordt een dergelijke wijziging vande Wob bepleit. Helaas hebben de media nogmaar weinig aandacht besteed aan de noodzaakvan een dergelijke wetswijziging.

Conclusie

Het melden van incidenten c.q. complicatiesdoor middel van een interne complicatiere-gistratie is risicovol. Dergelijke registraties kun-nen worden opgevraagd door de IGZ of het OM.Vervolgens kan eenieder dergelijke gegevensweer met een beroep op de Wob opvragen bijdeze bestuursorganen. De kans dat gegevens uitde complicatie- of incidentenregistratie op diemanier op straat terechtkomen, is weliswaarklein, maar bestaat wel. Bovendien kan infor-matie uit deze registraties vervolgens tegen eenindividuele hulpverlener worden gebruikt. Dat isongewenst, omdat hulpverleners minderenthousiast aan een deugdelijke registratie zul-len meewerken indien zij zich daarbij niet veiligvoelen. Het voornaamste doel van de registratiesis immers niet het bestraffen van individuele

zorgverleners, maar de verbetering van de kwa-liteit van de zorg. Voor het bestraffen van indivi-duele zorgverleners bestaan al voldoende anderejuridische mogelijkheden.De veiligheid van de melders kan worden ge-waarborgd door alle registraties volledig te ano-nimiseren, waardoor deze niet meer herleidbaarzijn tot de individuele zorgverlener. Het is echterde vraag of de kwaliteit daarbij voldoende isgebaat. Een andere mogelijkheid zou zijn om deveiligheid van de melders te borgen door middelvan wetgeving. Het gaat dan enerzijds om wet-geving waarmee de Staat verklaart geen gevolg tezullen geven aan de informatie die hij ontvangtvia de registraties. Anderzijds moet de Wob wor-den dichtgetimmerd. Helaas staat de commis-sie-Legemaate deze optie niet voor, terwijl zijdaar geen deugdelijke argumenten voor aan-voert. Dat is jammer omdat het registratiekindnu met het badwater weggegooid dreigt te wor-den. Natuurlijk zal het ontwikkelen van de doormij voorgestane wetgeving wel wat voeten in deaarde hebben. Maar als wetgeving op dit puntmet dezelfde sneltreinvaart wordt ontwikkeld alsbijvoorbeeld de Zorgverzekeringswet, dan zoudie wetgeving al over negen maanden het lichtkunnen zien en zouden de zo noodzakelijkeregistraties tot volle bloei kunnen komen.Auteur: mr. S.F. Tiems, Van Benthem & Keulen, opwww.recht.nl<

123 arts berispt na overlijden kraamvrouw

Het regionaal Tuchtcollege in Zwolle heeft eenarts berispt na het overlijden van een 37-jarigevrouw die een tweeling had gebaard. De vrouwhad eclampsie met daarbij een zich ontwikke-lend HELLP-syndroom (Hemolysis ElevatedLiverenzymes and Low Plates).

In plaats van actieve bemoeienis met de zorgver-lening heeft de arts zich te afwachtend en onvol-doende voortvarend opgesteld. Die houdingwijst op een ernstige onderschatting van de

ernst van de situatie. Tijdens de zitting is ookniet gebleken dat hij tot het inzicht is gekomendat hij tekortgeschoten is.De arts wachtte na het laatste bezoek van devrouw nog vijf dagen met een opname en datwas onverantwoord, vindt het college, omdat hijpre-eclampsie constateerde en het een meer-lingzwangerschap betrof, waarbij een verhoog-de kans op hypertensie bestaat die vaak ernstigvan aard is.Na de spontane bevalling ging de gezondheids-

ZenF-0107 cyaan.qxd 10-1-2007 16:21 Pagina 139

Page 2: 123 Arts Berispt Na Overlijden Kraamvrouw

kwaliteitsbeleid

140 1-2007 > zorg & financiering

toestand van de vrouw hard achteruit. De artsgaf medicijnen om de hoge bloeddruk te latenzakken en liet haar overplaatsen naar de IC,maar bekommerde zich verder amper om depatiënte. Hij vroeg een internist om advies, maardrong niet aan op zijn komst en verliet na zijndienst het ziekenhuis. Het tuchtcollege vindt dathij een agressiever middel tegen de hoge bloed-druk had moeten voorschrijven, omdat het eer-ste niet voldoende hielp en dat hij bij de internisthad moeten aandringen op een visite.In plaats hiervan bagatelliseerde hij de kwestieen liet de verontruste familie aan het sterfbed

weten ‘dat alles goed zou komen’. Hij schatte indat ze binnen twaalf uur weer bij zou zijn.Het college neemt het de arts, die in het Röpcke-Zweers Ziekenhuis in Hardenberg werkt, ookzeer kwalijk dat hij de specialistentitel gynaeco-loog gebruikt, terwijl hij hiertoe niet bevoegd is.In het kader van de klachtenprocedure werdhem meerdere keren naar zijn BIG-registratiegevraagd, maar die kon hij niet tonen. Uiteinde-lijk gaf zijn raadsman te kennen dat de onvolle-dige registratie op een misverstand berust; datvindt het college onvoldoende.Bron: MedNet Magazine, 2006, nr. 22<

124 vereniging tegen de kwakzalverij in beroep tegen niet-vervolging jomanda c.s.

De Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) isbij het Amsterdamse Gerechtshof in beroepgegaan tegen de beslissing van het OpenbaarMinisterie (OM) om de alternatief werkendezorgverleners van Sylvia Millecam niet te vervol-gen. Zo’n beroep heet ‘Beklag tegen niet-vervol-ging’, waartoe artikel 12 van het Wetboek vanStrafvordering de mogelijkheid biedt. Geziende doelstellingen van de VtdK maakt zij eengoede kans in het beroep te worden ontvangen.Wordt het beroep gehonoreerd dan wordt hetOM door het hof gelast alsnog te vervolgen. Deinhoud van het beroep richt zich tegen de moti-vering van de sepotbeslissing en is dus vooraljuridisch van aard; het inhoudelijk handelen bijde zorgverlening komt (hopelijk) bij de daad-werkelijke vervolging aan bod.

Bij de sepotbeslissing in de zaak-Millecam heefthet OM een parallel getrokken met de zaak vande Amsterdamse macrobioot die in 2004/2005diende. Feitelijk betroffen dat twee zaken: eenwaarvoor hij veroordeeld is en een waarop hij isvrijgesproken. Het OM stelt deze laatste zaakgelijk aan de zaak-Millecam. In deze casusbetrof het een patiënt die gedurende de geheleziektegeschiedenis ten volle de aard van de ziek-

te heeft beseft (kanker) en er niettemin con-sistent en vastberaden voor koos zich niet regu-lier te laten behandelen. Zelfs in de eindfase vande ziekte heeft deze patiënt er geen blijk vangegeven de gemaakte keuze te betreuren. Derechter oordeelde dat de macrobioot geen ver-wijt is te maken. Kernpunt daarbij was dat depatiënt niet beïnvloedbaar was, zelfs al had demacrobioot gepoogd de patiënt het reguliere cir-cuit in te krijgen. In dat geval kan er geen sprakezijn van verwijtbare beïnvloeding, de gevolgenvan het niet ondergaan van de noodzakelijke(reguliere) behandeling zijn de macrobioot nietaan te rekenen (geen causaliteit, geen redelijketoerekening van toepassing). Vergelijken we dezaak-Millecam hiermee, dan blijken er grote ver-schillen waardoor de analogie mank gaat.

Besef

Sylvia Millecam heeft alleen in de eerste fase enin de laatste dagen van haar ziekte het besefgehad dat zij kanker had. Daartussen heeft bijhaar de overtuiging geheerst dat er geen sprakevan kanker was, hetgeen haar door de verdach-ten werd voorgehouden; dit geldt in het bijzon-der voor de artsen Broekhuijse en Koonen en de

ZenF-0107 cyaan.qxd 10-1-2007 16:21 Pagina 140