1221 Vijftigers Meest Belast Met Mantelzorg
-
Upload
nguyenthien -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
Transcript of 1221 Vijftigers Meest Belast Met Mantelzorg
zorg
128 9-2006 > zorg & financiering
het gebied van gezondheidsbevordering en pre-ventie. Zo voeren ze preventieprogramma’s uitop het gebied van gezonde voeding, niet rokenen verschillende chronische ziekten. Nu gebeurtdit voornamelijk met gelden voor advies,instructie en voorlichting (AIV) en voor voe-dingsvoorlichting, in het kader van de Algemenewet bijzondere ziektekosten (AWBZ).
Echter, preventie past niet (langer) bij de AWBZ.Het daarvoor bestemde budget is naar de begro-ting van het ministerie van VWS overgeheveld.VWS financiert met de AIV- en voedingsvoor-lichtingsgelden het uitvoeringsprogrammaPreventie en Gezondheidsbevordering bijThuiszorginstellingen.Bron: bericht ZonMw, 18 augustus 2006<
Vanaf volgend jaar kunnen mantelzorgers inaanmerking komen voor een financiële bijdra-ge. Uit de begroting van het ministerie van VWSblijkt dat het om een bedrag van 65 miljoeneuro per jaar gaat.
Tot nu toe bestond er geen regeling voor definanciële ondersteuning van mantelzorgers.Maar de wens was al wel langer aanwezig. Eenvoorstel van de SGP dat de steun kreeg van deTweede Kamer beoogde financiële ondersteu-ning voor mantelzorgers. Ross lijkt nu met haarvoorstel gehoor te geven aan dit voorstel.Nederland telt ongeveer 2,5 miljoen mantelzor-gers die per week meer dan acht uur of langerdan drie maanden voor een ander zorgen. Tot nukwamen zij niet in aanmerking voor financiëlebijdragen. Ook is het tot nu toe lastig om een-voudig de mantelzorg gedurende enkele weken
over te dragen aan een andere hulpverlener,wanneer de vaste mantelzorger even toe is aaneen adempauze. De verwachting is dat dezezogenoemde respijtzorg nu ook makkelijker teregelen is.Het beroep op mantelzorg zal de komende jarenhoe dan ook flink moeten toenemen om aan degroeiende zorgvraag tegemoet te komen. DeRaad voor de Volksgezondheid en Zorg voor-spelde in een rapport nog grote tekorten op dearbeidsmarkt in de zorg (zie Z&F 2006/953,nr. 7/8, p. 18-19). Als die vrees bewaarheidwordt, zal veel meer zorg neerkomen op mantel-zorgers. Extra steun aan mantelzorgers is nodig:nu al voelen tweehonderdduizend mantelzor-gers zich overbelast. En veel mantelzorgers zijnnauwelijks in staat de zorgtaken te combinerenmet een betaalde baan.Bron: Stcrt. 2006, nr. 182<
> mantelzorg
1220 ross trekt per jaar 65 miljoen euro uit voor mantelzorg
In 2005 verleenden ruim 600 duizend personenvan 25-64 jaar mantelzorg. Het gaat meestal omzorg voor een ouder. Vijftigplussers verlenendeze zorg relatief vaak.
De ruim 600.000 mantelzorgers vormden bijnazeven procent van de bevolking (25-64 jaar).Onder hen waren bijna tweemaal zoveel vrou-
wen als mannen. Bijna zes op de tien mantel-zorgers zorgden voor een ernstig zieke of hulp-behoevende ouder, minder dan de helft ver-zorgde een of meer andere familieleden of vrien-den. Twee op de tien mantelzorgers, 130.000 intotaal, hadden naast de verzorging van een ern-stig zieke ook nog jonge kinderen thuis.
1221 vijftigers meest belast met mantelzorg
ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 128
mantelzorg/jeugdzorg
129zorg & financiering > 9-2006
50- tot 54-jarigen zorgen relatief vaak
Het aandeel mantelzorgers neemt toe met deleeftijd en was het hoogst (9%) in de leeftijds-groep 50-54 jaar. In alle leeftijdscategorieënwerd vooral voor een ouder gezorgd. Vanaf55 jaar was dit wat minder vaak het geval. Dereden hiervoor is dat de ouders dan vaker zijnoverleden of in een verzorgingshuis wonen.Mannen en vrouwen vanaf 55 jaar zorgden welrelatief vaak voor andere familieleden of vrien-den.
Minder werken, meer zorgtaken
Personen die niet participeerden op de arbeids-markt verleenden iets vaker mantelzorg dan per-sonen die wel actief waren op de arbeidsmarkt.Een mogelijke verklaring is dat mensen die geenbaan hebben of daar niet actief naar zoeken,meer vrije tijd hebben en daardoor in principemeer tijd kunnen besteden aan zorgtaken. Vanhen zorgde ongeveer een op de drie meer dantwaalf uur per week.Bron: CBS, 25 september 2006<
In de toekomst kunnen de prestaties van dejeugdzorg landelijk worden gemeten. Jeugd-zorgdeskundigen hebben prestatie-indicatorenvastgesteld die dit mogelijk maken.
Het advies is opgesteld door een werkgroepbestaande uit het Interprovinciaal Overleg (IPO),de MOgroep (brancheorganisatie van onderne-mers in de jeugdzorg) en de ministeries vanJustitie en van VWS.De algemene missie van de jeugdzorg is belem-meringen in de ontwikkeling van jongeren enhun opvoeding oplossen zodat zij gezond enevenwichtig uitgroeien tot volwassenen, zelf-standig of met steun van basisvoorzieningen.Van deze missie heeft de werkgroep vier kern-doelen afgeleid. Aan elk van de doelen zijnenkele prestatie-indicatoren gekoppeld.Een van de doelen is versterking van de autono-mie van cliënten. Dit kan gemeten worden doorte onderzoeken in welke mate de ernst van pro-blematiek is verminderd; in welke mate cliëntenherhaald beroep doen op (jeugd)zorg en demate waarin cliënten doorstromen naar lichtereof juist zwaardere vormen van hulp.
In 2009 zal het volledige systeem van missie,kerndoelen, indicatoren en meetinstrumentenin werking treden.De werkgroep die het advies heeft opgesteld,constateert dat de jeugdzorgorganisaties ‘veelwerk maken van de verdere professionaliseringvan de sector’. De werkgroep ziet een professio-nele jeugdzorg als een noodzakelijke conditieom tot de realisering van de kerndoelen van dejeugdzorg te komen. Er wordt in het advies danook gepleit voor voortzetting van enkele speci-fieke projecten. Een voorbeeld hiervan is datbinnen de sector jeugdzorg reeds instrumentenworden gehanteerd ten behoeve van zaken alsscreening, diagnostiek, indicatiestelling enzorgtoewijzing.De werkgroep acht het noodzakelijk dat debureaus jeugdzorg nog in 2006 met een voorstelkomen voor een set van te hanteren instrumen-ten.Bronnen: Stcrt. 2006, nr. 190 en persbericht ministerievan VWS, 26 september 2006<
> jeugdzorg
1222 criteria prestaties jeugdzorg
ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 129