121210 quantumfysica

88
Quantumfysica Marcel Vonk Masterclass Quantum Universe 10 december 2012

description

Lezing over quantumfysica voor de masterclass Quantum Universe 2013

Transcript of 121210 quantumfysica

Page 1: 121210   quantumfysica

Quantumfysica

Marcel VonkMasterclass Quantum Universe

10 december 2012

Page 2: 121210   quantumfysica

2/87

Inhoud

1. Het foto-elektrisch effect2. Golffuncties3. Verschillen met de klassieke

natuurkunde4. Quantumvelden en het

standaardmodel

Page 3: 121210   quantumfysica

1. Het foto-elektrisch effect

Page 4: 121210   quantumfysica

4/87

Het foto-elektrisch effect

Heinrich Hertz (1887): licht kan elektronen uit metalen losmaken.

Page 5: 121210   quantumfysica

5/87

Het foto-elektrisch effect

“Klassieke” verwachting: het elektron neemt energie op tot het voldoende energie heeft om te ontsnappen.

Page 6: 121210   quantumfysica

6/87

Het foto-elektrisch effect

We verwachten een afhankelijkheid van de intensiteit, maar niet van bijvoorbeeld de frequentie.

Page 7: 121210   quantumfysica

7/87

Het foto-elektrisch effect

In de praktijk is die afhankelijkheid er wel: bij te lage frequentie gebeurt er niets!

Page 8: 121210   quantumfysica

8/87

Het foto-elektrisch effect

Conclusie: licht gedraagt zich niet als een continue golf van energie, maar lijkt verdeeld in pakketjes!

Page 9: 121210   quantumfysica

9/87

Het foto-elektrisch effect

Conclusie: licht gedraagt zich niet als een continue golf van energie, maar lijkt verdeeld in pakketjes!

“quanta”

Page 10: 121210   quantumfysica

10/87

Het foto-elektrisch effect

Max Planck liet in 1900 zien hoeveel energie er in één lichtquantum zit.

E = h ν

Page 11: 121210   quantumfysica

11/87

Het foto-elektrisch effect

De constante h heet dan ook de constante van Planck:

E = h ν

h = 1,0546 x 10-34 J s

Page 12: 121210   quantumfysica

12/87

Het foto-elektrisch effect

Constante van Planck:

h = 1,0546 x 10-34 J s

Zichtbaar licht:

ν ≈ 1014 s-1

Dus E ≈ 10-20 J. Quantumeffecten zijn in het dagelijks leven onzichtbaar!

E = h ν

Page 13: 121210   quantumfysica

13/87

Het foto-elektrisch effect

Licht lijkt dus geen golf, maar een deeltje (“foton”).

Maar licht vertoont ook interferentie!

Page 14: 121210   quantumfysica

14/87

Het foto-elektrisch effect

De Broglie (1924), Davisson-Germer (1927): elektronen vertonen hetzelfde gedrag

Page 15: 121210   quantumfysica

15/87

Het foto-elektrisch effect

Golflengte zichtbaar licht:

λ ≈ 5 x 10-7 m

Golflengte elektron:

λ = 2,426 x 10-12 m

Het golfgedrag van een elektron is veel moeilijker te meten!

Page 16: 121210   quantumfysica

16/87

Het foto-elektrisch effect

Zijn licht en elektronen nu golven of deeltjes?

Page 17: 121210   quantumfysica

17/87

Het foto-elektrisch effect

Zijn licht en elektronen nu golven of deeltjes?

…of allebei?

Page 18: 121210   quantumfysica

2. Golffuncties

Page 19: 121210   quantumfysica

19/87

Golffuncties

Max Born (1924): de golven moeten worden gezien als kansverdelingen, die zeggen hoe groot de kans is om een deeltje ergens te vinden.kleine kans grote kans

Page 20: 121210   quantumfysica

20/87

Golffuncties

De kleine lettertjes (1): de kans-verdeling is eigenlijk het kwadraat van de golf.

golf kansverdeling

Page 21: 121210   quantumfysica

21/87

Golffuncties

De kleine lettertjes (2): de waarde van de golf is eigenlijk een complex getal.

(…maar het “kwadraat” maakt van de kans een gewoon positief getal)

Page 22: 121210   quantumfysica

22/87

Golffuncties

Deze quantummechanische golven die (als je ze kwadrateert) de kans weergeven, heten golffuncties.

Een deeltje (of een groter systeem) heeft dus een golf als kansverdeling.

Page 23: 121210   quantumfysica

23/87

Golffuncties

Filosofische opmerking: meestal zeggen kansverdelingen iets over onze onwetendheid.

Voor quantummechanische golven is dat niet het geval!

Page 24: 121210   quantumfysica

24/87

Golffuncties

Dit blijkt bijvoorbeeld uit het tweespletenexperiment.

Page 25: 121210   quantumfysica

25/87

Golffuncties

Zolang we niet meten is het deeltje dus echt “een beetje hier, en een beetje daar”.

Pas bij een meting “dwingen we” het deeltje een plaats te kiezen.

Page 26: 121210   quantumfysica

26/87

Golffuncties

De wetenschapsfilosofen zijn nog lang niet uitgepraat over wanneer iets precies een “meting” is en wanneer/hoe/of de golffunctie “instort”.

Page 27: 121210   quantumfysica

27/87

Golffuncties

Als je berekeningen en voorspellingen wilt doen, maakt het antwoord op die vragen gelukkig niet uit!

Page 28: 121210   quantumfysica

28/87

Golffuncties

In de klassieke mechanica is de standaardvraag: hoe verandert een bepaalde grootheid in de tijd?

• Plaats: x(t)• Snelheid: v(t)• Impuls: p(t)• Impulsmoment: L(t)

}Getallen

Page 29: 121210   quantumfysica

29/87

Golffuncties

In de quantummechanica wordt die vraag: hoe verandert een golffunctie in de tijd?

• Plaats: φ(x,t) • Impuls: ψ(p,t) • … }Functies

Page 30: 121210   quantumfysica

30/87

Golffuncties

Erwin Schrödinger vond in 1925 het antwoord: de Schrödingervergelijking.

Page 31: 121210   quantumfysica

31/87

Golffuncties

Erwin Schrödinger vond in 1925 het antwoord: de Schrödingervergelijking.

Operator, afhankelijk van het probleem

Page 32: 121210   quantumfysica

3. Verschillen met de klassieke natuurkunde

Page 33: 121210   quantumfysica

33/87

Verschillen

1. Onzekerheidsprincipe

2. Entanglement (“verstrengeling”)

3. Tunnelen

Page 34: 121210   quantumfysica

34/87

Het onzekerheidsprincipeWerner Heisenberg ontdekte in 1927 een belangrijke eigenschap van golffuncties.

Page 35: 121210   quantumfysica

35/87

Het onzekerheidsprincipeDe Schrödingervergelijking zegt hoe een golffunctie in de tijd verandert.

Page 36: 121210   quantumfysica

36/87

Het onzekerheidsprincipeUit de golffunctie voor de positie volgt dus informatie over de snelheid en de impuls!

Sterker nog: als we de positie-golffunctie weten, kunnen we de impuls-golffunctie exact uitrekenen!

Page 37: 121210   quantumfysica

37/87

Het onzekerheidsprincipeDit gebeurt met een zogenaamde “Fourier-transformatie”.

positie (x) impuls (p)

Page 38: 121210   quantumfysica

38/87

Het onzekerheidsprincipeDe “breedte” van de golffunctie geeft de onzekerheid in de meting weer:

Page 39: 121210   quantumfysica

39/87

Het onzekerheidsprincipe(Voor de masterclassdeelnemers: volgende week zullen we zien hoe we deze onzekerheid Δx precies kunnen uitrekenen.)

Page 40: 121210   quantumfysica

40/87

Het onzekerheidsprincipeHeisenberg liet zien dat er een verband is tussen de onzekerheden Δx en Δp.

positie (x) impuls (p)

Δx Δp

Page 41: 121210   quantumfysica

41/87

Het onzekerheidsprincipeOnzekerheidsprincipe:

positie (x) impuls (p)

Δx Δp

Δx Δp ≥ ћ/2

Page 42: 121210   quantumfysica

42/87

Het onzekerheidsprincipe

Merk op:

1) Hoe nauwkeuriger we de positie weten, hoe onnauwkeuriger de impuls (en omgekeerd)

2) Het getal aan de rechterkant is weer enorm klein! In het dagelijks leven merken we hier niets van.

Δx Δp ≥ ћ/2

Page 43: 121210   quantumfysica

43/87

Het onzekerheidsprincipeVoor fundamentele vragen speelt het onzekerheidsprincipe echter een belangrijke rol!

13:30+

17 januari

Page 44: 121210   quantumfysica

44/87

Entanglement

Laten we een deeltje bekijken dat maar in twee toestanden kan zijn:

“spin up” “spin down”

Page 45: 121210   quantumfysica

45/87

Entanglement

De “golffunctie” voor zo’n deeltje bestaat dus maar uit twee getallen:

30% 70%

Page 46: 121210   quantumfysica

46/87

Entanglement

De “golffunctie” voor zo’n deeltje bestaat dus maar uit twee getallen:

83% 17%

Page 47: 121210   quantumfysica

47/87

Entanglement

De “golffunctie” voor zo’n deeltje bestaat dus maar uit twee getallen:

50% 50%

Page 48: 121210   quantumfysica

48/87

Entanglement

Het geval “50/50” schrijven we symbolisch als

( )+-12

Page 49: 121210   quantumfysica

49/87

Entanglement

Nu bekijken we een paar van deze deeltjes. De “golffunctie” bestaat dan dus uit vier getallen:

13%

35% 28%

24%

Page 50: 121210   quantumfysica

50/87

Entanglement

Als de deeltjes samen ontstaan, kan de totale spin alleen nul zijn:

0%

27% 0%

73%

Page 51: 121210   quantumfysica

51/87

Entanglement

Als de deeltjes samen ontstaan, kan de totale spin alleen nul zijn:

0%

27% 0%

73%

Page 52: 121210   quantumfysica

52/87

Entanglement

Als de deeltjes samen ontstaan, kan de totale spin alleen nul zijn:

0%

50% 0%

50%

Page 53: 121210   quantumfysica

53/87

Entanglement

Het geval 50/50 schrijven we weer als volgt:

( )+-12

Page 54: 121210   quantumfysica

54/87

Entanglement

Stel dat we nu de spin van het eerste deeltje meten, en “spin up” vinden.

( )+-12

Page 55: 121210   quantumfysica

55/87

Entanglement

Dan moet het tweede deeltje dus in de toestand “spin down” zijn!

( )+-12

Page 56: 121210   quantumfysica

56/87

Entanglement

Kortom: door een meting aan het eerste deeltje, veranderen we de kansverdeling van het tweede deeltje!

Zo’n situatie heet entanglement.

Page 57: 121210   quantumfysica

57/87

Entanglement

Einstein, Podolsky en Rosen vroegen zich af: hoe zit het als we het tweede deeltje eerst heel ver weg brengen?

Page 58: 121210   quantumfysica

58/87

Entanglement

Einstein, Podolsky en Rosen vroegen zich af: hoe zit het als we het tweede deeltje eerst heel ver weg brengen?

Page 59: 121210   quantumfysica

59/87

Entanglement

Einstein, Podolsky en Rosen vroegen zich af: hoe zit het als we het tweede deeltje eerst heel ver weg brengen?

EPR-paradox

Page 60: 121210   quantumfysica

60/87

Entanglement

We kunnen de uitkomst van de meting niet voorspellen, en dus geen informatie overbrengen.

Page 61: 121210   quantumfysica

61/87

Entanglement

We kunnen de uitkomst van de meting niet voorspellen, en dus geen informatie overbrengen.

Geen paradox.

Page 62: 121210   quantumfysica

62/87

Entanglement

Als we het tweede deeltje in een zwart gat laten vallen kunnen we ook allerlei interessante vragen stellen.

Daarover misschien later meer…

Page 63: 121210   quantumfysica

63/87

Tunnelen

“Klassiek” deeltje in een potentiaal:

Page 64: 121210   quantumfysica

64/87

Tunnelen

“Klassiek” deeltje in een potentiaal:

E = Ekin + Epot

Page 65: 121210   quantumfysica

65/87

Tunnelen

“Klassiek” deeltje in een potentiaal:

E = Ekin + Epot < Emax

Page 66: 121210   quantumfysica

66/87

Tunnelen

Quantumdeeltje in een potentiaal:

Tunnelen

Page 67: 121210   quantumfysica

67/87

Tunnelen

“Klassiek” deeltje in een potentiaal:

Page 68: 121210   quantumfysica

68/87

Tunnelen

Quantumdeeltje in een potentiaal:

Page 69: 121210   quantumfysica

69/87

Tunnelen

Toepassing: radioactief verval.

Page 70: 121210   quantumfysica

70/87

Tunnelen

Hoe hoger de potentiaal, hoe kleiner de kans op tunnelen.

Page 71: 121210   quantumfysica

4. Quantumvelden en het standaardmodel

Page 72: 121210   quantumfysica

72/87

Quantumvelden

Klassiek

Grootheid

Quantum

Golffunctie

Page 73: 121210   quantumfysica

73/87

Quantumvelden

Klassiek

Grootheid

x(t)

Quantum

Golffunctie

Φ(x,t)

Page 74: 121210   quantumfysica

74/87

Quantumvelden

Klassiek

Grootheid

x(t)

Quantum

Golffunctie

Φ(x,t)

Page 75: 121210   quantumfysica

75/87

Quantumvelden

Klassiek

Grootheid

x(t)

Getal

Quantum

Golffunctie

Φ(x,t)

Functie

Page 76: 121210   quantumfysica

76/87

Quantumvelden

Wat doen we als de klassieke grootheid al een functie is?

Bijvoorbeeld: elektrisch veld E(x).

Page 77: 121210   quantumfysica

77/87

Quantumvelden

We hebben dan een “golffunctie” nodig die aan elke veld-configuratie een kans geeft.

∞ ∞∞

Page 78: 121210   quantumfysica

78/87

Quantumvelden

De wiskunde (“padintegralen”) is erg ingewikkeld, maar Richard Feynman vond een manier om ermee te werken.

Page 79: 121210   quantumfysica

79/87

Quantumvelden

Feynmandiagrammen: in plaats van met configuraties van velden, werken we met deeltjesprocessen.

Page 80: 121210   quantumfysica

80/87

Quantumvelden

• Uit golven vinden we alweer deeltjes!• Het aantal deeltjes kan nu variëren (creatie en annihilatie)• Bonus: dit formalisme werkt erg goed samen met de speciale relativiteitstheorie.• Maar… niet met de algemene relativiteitstheorie!

Page 81: 121210   quantumfysica

81/87

Quantumvelden

Quantumzwaartekracht…

Page 82: 121210   quantumfysica

82/87

Het standaardmodel

In de jaren ’70 ontstond er een model van quantumvelden dat bijna alle deeltjes en krachten bevatte.

Deeltjes – bijvoorbeeld elektronen

Krachten – overgebracht door bijvoorbeeld fotonen.

Allebei velden!

Page 83: 121210   quantumfysica

83/87

Het standaardmodel

Dit standaardmodel kent twee soorten velden:

Bosonen – kunnen in dezelfde toestand zijn.

Fermionen – kunnen niet in dezelfde toestand zijn.

Page 84: 121210   quantumfysica

84/87

Het standaardmodel

Dit standaardmodel kent twee soorten velden:

Bosonen – “zacht”

Fermionen – “hard”

Page 85: 121210   quantumfysica

85/87

Het standaardmodel

Dit standaardmodel kent twee soorten velden:

Bosonen – “krachten”(bijvoorbeeld foton)

Fermionen – “deeltjes”(bijvoorbeeld elektron)

Page 86: 121210   quantumfysica

86/87

Het standaardmodel

Page 87: 121210   quantumfysica

87/87

Het standaardmodel

Het Higgsdeeltje is inmiddels gevonden – maar er zijn nog vele open vragen!

Page 88: 121210   quantumfysica

Vragen?