12 years [and] a slave

6
12 years [and] a slave Martine Wouters We mogen er als Nederlanders niet trots op zijn: de prominente rol in de die onze voorouders hebben gehad in de slavenhandel. Maar zijn we ons er wel van be- wust dat slavernij (in de moderne volksmond: mensenhandel) nog steeds voor- komt? En niet alleen in verre landen, maar ook in ons eigen land? En met ons ei- gen volk? De centrale overheid neemt gelukkig steeds meer stappen om mensenhandel op grote schaal tegen te gaan. Het aantal veroordelingen groeit, maar daarmee ook het aantal slachtoffers. Hoe is mensenhandel juridisch geregeld? Wie zijn de slachtoffers? Waarom komt er wel of geen veroordeling? Wat is een passende straf? In mijn titel refereer ik naar de film 12 years a slave, waarin de hoofdrolspe- ler slachtoffer wordt van mensenhandel buiten de seksindustrie. Omdat dit ge- bied heel vaag en nog niet voldoende onderzocht is, richt dit artikel zich uitslui- tend op mensenhandel binnen de seksindustrie.

description

151 Jaar na afschaffing van de slavernij: een updatend artikel over mensenhandel anno nu.

Transcript of 12 years [and] a slave

Page 1: 12 years [and] a slave

12 years [and] a slave!!Martine Wouters!!We mogen er als Nederlanders niet trots op zijn: de prominente rol in de die onze voorouders hebben gehad in de slavenhandel. Maar zijn we ons er wel van be-wust dat slavernij (in de moderne volksmond: mensenhandel) nog steeds voor-komt? En niet alleen in verre landen, maar ook in ons eigen land? En met ons ei-gen volk? !De centrale overheid neemt gelukkig steeds meer stappen om mensenhandel op grote schaal tegen te gaan. Het aantal veroordelingen groeit, maar daarmee ook het aantal slachtoffers. Hoe is mensenhandel juridisch geregeld? Wie zijn de slachtoffers? Waarom komt er wel of geen veroordeling? Wat is een passende straf? In mijn titel refereer ik naar de film 12 years a slave, waarin de hoofdrolspe-ler slachtoffer wordt van mensenhandel buiten de seksindustrie. Omdat dit ge-bied heel vaag en nog niet voldoende onderzocht is, richt dit artikel zich uitslui-tend op mensenhandel binnen de seksindustrie. !!!!

Page 2: 12 years [and] a slave

Belang van het onderzoek Het aantal slachtoffers en daders van mensenhandel, ook wel moderne slavernij genoemd, kan enkel worden geschat. Dit komt doordat veel mensenhandel buiten beeld blijft en nooit wordt geregistreerd. Maar de cijfers die wel worden geregistreerd zijn schokkend: 93% van de slacht-offers in Nederland is geboren in Nederland. De grootste uitbuiting is te vinden in de seksindu-strie. Zoals eerder vermeld, mensenhandel buiten de seksindustrie wordt in dit artikel buiten toepassing gelaten. Hierover is nog te weinig bekend bij de ministeries. De rijksoverheid dient hier eerst meer onderzoek naar te doen voordat een betrouwbaar beeld van de situatie kan worden geschetst. Daarnaast dient te worden vermeld dat de cijfers die bekend zijn over de slachtoffers van mensenhandel in de seksindustrie geen beeld vormen over de daadwerkelijke omvang van mensenhandel. Er is een enorme stijging te zien in het aantal slachtoffers van men-senhandel. Dit is vermoedelijk niet te wijten aan de toename van de mensenhandel, maar aan de oplettendheid van instanties en de verhoging van het aantal meldingen. [1] Mensenhandel is een enorm probleem dat gelukkig volop in de schijnwerpers staat. Zowel op internationaal, Eu-ropees, nationaal op centraal en decentraal niveau wordt enorm gewerkt om de aanpak van mensenhandel te verbeteren. !Wie zijn de slachtoffers? Er is geen standaard beeld te vormen van slachtoffers die in de handen vallen van mensenhan-delaren. De groep slachtoffers is te groot en te divers. Daarbij komt dat er nog steeds geen vol-ledig beeld is van wie de slachtoffers zijn, omdat niet in alle gevallen slachtoffers of praktijken van mensenhandel aan het licht komen. Wel kunnen de reeds bekende slachtoffers in grove groepen worden ingedeeld. Zo zijn in bijna de helft van de gevallen de slachtoffers in Neder-land geronseld. [2] Dit kan mede de oorzaak zijn doordat voornamelijk Nederlandse slachtoffers aangifte doen. De gemiddelde leeftijd van slachtoffers is 25 jaar. Het aantal meerderjarige slachtoffers is aanzienlijk groter dan het aantal minderjarige, ook wanneer men de slachtoffers met een andere dan de Nederlandse nationaliteit meerekent. Van het aantal gemelde minderja-rige meisjes, heeft maar liefst 62% de Nederlandse nationaliteit. Hierna zijn de meest voorko-mende nationaliteiten de Guineese (8%) en Nigeriaanse (5%). Wanneer we kijken naar de natio-naliteiten van het geheel aantal slachtoffers staat de Bulgaarse op de tweede plek (na de Neder-landse), gevolgd door de Hongaarse, Roemeense en Nigeriaanse. Van deze laatste drie nationa-liteiten is het aantal slachtoffers enorm toegenomen. Dit kan worden verklaard door de toege-nomen oplettendheid van de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar) die dienst doet op de luchthavens. Zij trachten grotere oplettendheid en melden meer verdachte situaties. [3] De meeste meldingen van seksuele uitbuiting komen van de politie (55%) en van de KMar (25%). [4] !Daders Evenals bij slachtoffers, is ook bij daders of verdachten geen prototype aan te wijzen. Mede daarom is het zo lastig om daders op te sporen. Opvallend is dat 19% van de verdachten vrouw is, niet het prototype pooier dus. De gemiddelde leeftijd van verdachten ligt op 28 jaar. De meeste verdachten komen uit Nederland en het overgrote deel van binnen de EU. Een kwart van de verdachten heeft naast zijn rol in het proces ook legaal werk en 32% van de verdachten zonder legaal werk geniet een uitkering. In 45% van de gevallen hadden verdachten een crimi-neel verleden. [5] De rijksoverheid probeert via onderzoeken in beeld te brengen hoe daders handelen en welke rollen zij verrichten in het mensenhandelproces. In de meeste gevallen (70%) vervult de dader meerdere rollen binnen het proces. Daders kunnen worden ingedeeld in volgende categorieën: ronselaar, vervoerder van buitenland naar Nederland, snorder (illegale

Page 3: 12 years [and] a slave

taxichauffeur), voorziener van documenten, voorziener van woonruimte, pooier, bodyguard of als leiding van de onderneming. De rol van pooier, ronselaar of voorziener van woonruimte komt het vaakst voor. [6] Daders werken niet vaak vanuit een criminele organisatie. In grote mate gaat het om een crimi-neel samenwerkingsverband. Art. 140 Sr (deelname aan een criminele organisatie) wordt dan ook bijzonder weinig ten laste gelegd. Toch is dit jammer, indien art. 140 Sr wel ten laste wordt gelegd en bewezen, kan dit tot fors hogere straffen leiden. [7] !Aanpak en opsporing Op dit moment wordt de aanpak van mensenhandel voornamelijk bestreden door de rijksover-heid en de Europese Unie, dan wel door internationale organisaties. Maar de aanpak op decen-traal niveau is des te belangrijker. De Nationaal Rapporteur Mensenrechten (NRM) heeft aanbe-volen dit actiever aan te pakken. Hoe gaat het met de aanpak van mensenhandel op dit mo-ment?Omdat mensenhandel lastig is op te sporen, zijn verklaringen van slachtoffers bijna onmisbaar om een goed opsporingsonderzoek van start te laten gaan. Veel slachtoffers doen geen aangif-te, ook is er een daling te zien in het aantal aangiftes in de loop van de jaren 2008-2012. De meeste personen die wel aangifte doen, zijn slachtoffers die zijn opgevangen door de COSM (Coördinatiecentrum Mensenhandel). [8] Slachtoffers die inmiddels in een veilige omgeving zijn beland, doen dus vaker en sneller aangifte. Voor de opsporing van verdachten kan ik stellen dat het opsporen van slachtoffers en het bieden van een veilige situatie aan hen bij zal dragen aan het opsporen van verdachten. De reden dat slachtoffers geen aangifte willen doen is deels omdat buitenlandse slachtoffers weten dat ze in de prostitutie werkzaam zullen worden op het moment dat zij naar Nederland komen en alsnog meer verdienen dan in hun eigen land. Maar ook zijn slachtoffers bang voor represailles van de kant van de verdachte of zijn zij bang dat het nadelige gevolgen heeft als het thuisland hoort dat zij in de prostitutie hebben gezeten. [9] Dit belemmert in zekere zin de op-sporing en daarmee het stoppen van de mensenhandel. Een mogelijkheid om de opsporing minder afhankelijk te maken van de verklaring van het slachtoffer of de aangifte, is het doen van een Strafrechtelijk Financieel Onderzoek (SFO) art. 36e Sr). Wederrechtelijke ontneming in een kan bijdragen aan de bewijsgaring. [10] !Straffen Art. 273f Sr is een lang artikel, wat al duidelijk maakt dat het fenomeen mensenhandel zeer complex is. Toch omvat het artikel zo goed mogelijk alle vormen van mensenhandel die straf-baar kunnen zijn. Minderjarigen worden extra beschermd in lid 2 (er hoeven geen middelen aangewend te worden) en de handelingen dienen ruim te worden uitgelegd op basis van nati-onale jurisprudentie. [11] Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat een mogelijke instemming van het slachtoffer niet relevant is. [12] Het gaat er om of het slachtoffer in een vrijwillige situatie verkeert, inbegrepen de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Om-dat ook vrijwilligheid, soms zelfs door een tegensprekende verklaring van een verdachte, moei-lijk is aan te tonen, wordt ook dit ruim uitgelegd. Zo kan eerdere betrokkenheid bij prostitutie geen aanwijzing vormen inzake vrijwilligheid en hoeft de verdachte niet op de hoogte te zijn van alle omstandigheden die ervoor gezorgd hebben dat het slachtoffer in een afhankelijk-heidsrelatie verkeerde ten overstaande van verdachte. [13] Er hoeft dan ook geen sprake te zijn van doelbewust misbruik, voorwaardelijk opzet is voldoende. [14] Men kan hier uit concluderen dat er verschillende vormen van mensenhandel zijn en deze soms moeilijk te bewijzen zijn. De wetgever heeft ervoor gekozen meerdere delictsomschrijvingen te maken en de rechter heeft

Page 4: 12 years [and] a slave

deze ruim geïnterpreteerd. De overheid heeft een enorm veld gecreëerd waarbinnen mensen-handel strafbaar is en bewezen kan worden. Dit heeft ook te maken met de complexiteit van za-ken en het vaak ontbreken van voldoende bewijs. Toch is er een (lastiger) bestanddeel dat in lid 1 en 2 bewezen verklaard dient te worden. Voor het bestanddeel uitbuiting dient er een oogmerk aanwezig te zijn, aldus het wetsartikel. In de rechtspraak wordt het uitgangspunt genomen dat het oogmerk er moet zijn op het moment dat de middelen worden aangewend. Indien dit oogmerk niet bewezen kan worden, kan er wellicht sprake zijn van een ander delict, zoals mensensmokkel, maar kan mensenhandel niet worden bewezen. Wellicht kan dan ook lid 4 ten laste gelegd worden, in dit lid dient het slachtoffer zich beschikbaar te hebben gesteld, er hoeft nog geen uitvoering te hebben plaatsgevonden, ook het oogmerk op uitbuiting mag missen voor een bewezenverklaring. In lid 3 van het artikel (grensoverschrijdende mensenhandel) is het oogmerk op uitbuiting achterwege gelaten en hoeft dit niet bewezen te worden met een van de middelen zoals misleiding of dwang. [15] De verschillende leden en subleden kunnen tegelijkertijd ten laste worden gelegd, zowel cumu-latief als subsidiair. !De Nationaal Rapporteur Mensenhandel wijst er onder andere op dat ondanks de herhaaldelijk verhoogde strafbedreiging van het delict geen hogere straffen worden opgelegd, en sterker, het aantal vrijspraken in mensenhandelzaken relatief hoog is en zelfs stijgt. [16] !In niet veel gevallen wordt er wederrechtelijke voordeel ontnomen, dit is opvallend, nu het vaak voor daders juist het financiële gewin is om deze vorm van mensenhandel te voeren. [17] Een verklaring hiervoor is te vinden in het feit dat bij seksuele uitbuiting slachtoffers en daders in de meeste gevallen onderdeel zijn van een onderneming. Uit de jurisprudentie en het onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel valt niet concreet af te leiden waarom niet in alle gevallen voordeel wordt ontnomen of een schadevergoedingsmaatregel wordt toegekend. Aansluiting kan worden gezocht bij de complexiteit van mensenhandelzaken. De schadever-goeding voor het slachtoffer krijgt wel voorrang boven het ontnemen van wederrechtelijke ver-kregen voordeel. [18] Maar uit de jurisprudentie valt te betreuren in welke mate schade wordt toegekend aan de slachtoffers. [19] !Grensoverschrijdend Mensenhandel valt onder de reikwijdte van art. 4 EVRM: prohibition of slavery and forced la-bour. Zelfs in tijden van oorlog of noodtoestand zijn er geen beperkingen van dit recht toege-staan. Daarbij geeft het EHRM aan hoe absoluut dit recht is en hoe ernstig mensenhandel dient te worden belicht. Dit volgt uit de uitspraak Rantsev tegen Cyprus en Rusland, waarbij een 20-jarige vrouw overleed na een val van de vijfde verdieping in Cyprus. Eerder was zij van Rusland naar Cyprus gekomen, waar zij werd opgepikt door mensenhandelaren. Een tweede aspect van de uitspraak Rantsev tegen Cyprus en Rusland dat nieuw en van groot belang is, is dat het hof een aantal positieve verplichtingen van de lidstaten van de Raad van Europa formuleert met be-trekking tot de aanpak van mensenhandel, waarbij het niet alleen gaat om strafbaarstelling, op-sporing en vervolging, maar ook om preventie, bescherming van slachtoffers en internationale samenwerking. [20] Uit de uitspraak M. e.a. vs. Italië en Bulgarije volgt dat mensenhandel niet alleen in het kader van art. 4 EVRM moet worden bekeken, maar ook wordt gezien als een on-menselijke en vernederende behandeling in de zin van art. 3 EVRM. Een (positieve) onder-zoeksplicht naar mensenhandel vloeit voort uit beide artikelen. [21] !!

Page 5: 12 years [and] a slave

Slavernij vs. mensenhandel In de inleiding spreek ik van slavernij, maar gaat deze vergelijking wel op? Er zijn overeenkom-sten, zoals uitbuiting, gebrek aan respect voor de menselijke waardigheid en massaliteit. Maar er zijn ook belangrijke verschillen tussen de slavernij en mensenhandel: het racistische gedeelte ontbreekt bij mensenhandel. Daar waar de slavernij volledig gebaseerd was op onderdanige volkeren, lijkt het tegenwoordig niet uit te maken waar men vandaan komt om als slachtoffer te worden ’uitgekozen’. Dat bepaalde bevolkingsgroepen vaker als slachtoffers zijn terug te vinden heeft met andere factoren te maken: zoals de erbarmelijke omstandigheden in eigen land, waardoor slachtoffers makkelijker ten prooi vallen aan mensenhandelaren. Daarnaast is de men-senhandel niet gebaseerd op eigendom, maar op andere gronden zoals contracten, schulden en/of dreigementen. Voorts is de betrokkenheid van de staat een geheel andere geworden: “Van rechtstreeks belanghebbende en uitvoerder in vroegere tijden tot medeverantwoordelijke voor de bestrijding van diverse vormen van mensenhandel door particulieren heden ten dage.” [22] !Brabants succes ”Heel Oost-Brabant werkt samen om mensenhandel te bestrijden”, - het Wodan-project is opge-richt door Geert Klomp in 2010. Geert Klomp is werkzaam voor de KMar in Eindhoven en krijgt dagelijks te maken met risicovluchten. Sinds 2011 zijn door zijn project al 35 criminele samen-werkingsverbanden aan het licht gebracht. Dit wordt voornamelijk gerealiseerd door goede samenwerkingen binnen de verschillende opsporingsteams. Zo kunnen verdachtheden meteen aan het licht worden gebracht, bijvoorbeeld wanneer een slachtoffer verschillende verklaringen heeft afgegeven over wat zij komt doen in Nederland. Hierbij is de hulp van de gemeente van groot belang. Sytske Klarenbeek is beleidsverantwoordelijk voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit bij de gemeente Eindhoven: ”De awareness onder collega’s vergroten is een van onze speerpunten. Als een man aan de balie in korte tijd drie keer een andere vrouw op het-zelfde adres inschrijft, en steeds de paspoorten van de dames bij zich draagt, is dat een signaal. De baliemedewerkers kunnen die informatie registeren zodat signalen verder komen dan de koffiekamer.” Maar ook de medewerkers van het stadstoezicht en bewoners zijn van belang. Zij hebben open ogen en oren binnen de gemeente en pikken ook signalen op. Daarnaast kan de gemeente hulp verlenen bij het bieden van opvang aan slachtoffers. [23] Een groot voorbeeld van het succes uit Eindhoven is de zaak Buidelwolf. [24] !Conclusie Op dit moment lijken de meeste slachtoffers van Nederlandse bodem te komen, toch is dit wel-licht niet een helemaal eerlijk beeld nu enkel de geregistreerde slachtoffers in het onderzoek zijn meegenomen. Buitenlandse slachtoffers zijn vaak moeilijker te achterhalen omdat zij zich in de illegaliteit bevinden. Maar mede dankzij de oplettendheid van de KMar komt er een steeds realistischer beeld over de mensenhandel die van over de grens ons land binnen wordt ge-voerd. !!!!!!

Page 6: 12 years [and] a slave

1. Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Mensenhandel in en uit beeld II. Cijfermatige rapportage 2008-2012. Den Haag: Nationaal Rapporteur 2014, p. 29. Hierna: Natio-naal Rapporteur Mensenhandel (2014). 2. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 132. 3. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 31-33. 4. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 47-48. 5. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 164-166. 6. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 168. 7. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 177. 8. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 54. 9. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel 237f Sr’, DD 2010/60. 10. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 132 en 139. 11. Als middelen kunnen worden beschouwd dwang, geweld of andere feitelijkheden of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen; A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog op seksuele uit-buiting; de interpretatie van artikel 237f Sr’, DD 2010/60. 12. Kamerstukken II, 2003/04, 29 291, nr. 3, p. 19. 13. Kamerstukken II, 1988/89, 21 207, nr. 3, p. 3 en HR 5 februari 2002, LJN AD2535. 14. HR 27 november 2009, LJN BI7099. 15. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel 273f Sr’, DD 2010/60. 16. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 39-40, 44 e.v., 73, 172. 17. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p. 142. 18. Wet van 26 juni 2013, Stb. 2013, 287. 19. Zie bijvoorbeeld Rb. Gelderland, 10 juni 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2640 en Rb. Noord-Holland, 24 december 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 20. EHRM 7 januari 2010, Rantsev vs. Cyprus en Rusland. 21. EHRM 12 juli 2012, M. e.a. vs. Italië en Bulgarije, EHRC 2012/221, m.nt. Boot-Matthijssen. 22. P. van Sasse van Ysselt, ’Slavernij en slavenhandel: afgeschaft, verboden, maar niet voorbij’, NJB 2013/1542. 23. M. Willebrands, ’Risicovluchten en mensenhandel, uitbuiters gezamenlijk aanpakken’, Opportuun 2, april 2014, p. 10- 13. 24. Meer over deze zaak lees je in: T. van der Geest, ’Mensenhandel als moderne slavernij, aanpak van een criminele organisatie’, Opportuun 2, april 2014, p. 6-9. !