10g 2.2

47
2.2

Transcript of 10g 2.2

Page 1: 10g 2.2

2.2

Page 2: 10g 2.2

“Wat hebben we nu een leuk huis!” Zegt Grietje. “Ja de

bouwers hebben goed hun best gedaan zullen we binnen

gaan kijken?”

Page 3: 10g 2.2

“Kijk! We hebben een papegaai!” Snel pakt grietje de

papegaai uit zijn kooi. “Zullen we hem Lulu noemen?”

Robin knikt.

Page 4: 10g 2.2

“Ons huis is nu echt prachtig, je had gelijk Grietje!”

Grietje kikt, ze heeft net een hap in haar mond. “Maar

we moeten nu wel weer geld verdienen.” Grietje knikt.

Page 5: 10g 2.2
Page 6: 10g 2.2

Niet veel later komen er wat mensen bij het huis

aangelopen, Lotte past op Britt, Romy had college.

Page 7: 10g 2.2

“Wat is mam aan het doen?” Zegt Folkert. “Oh die maakt

taart voor ons allemaal, dat is toch lekker?” Iedereen

knikt. Robin moet lachen.

Page 8: 10g 2.2

“Mmm! Lekker taart mevrouw Magie.” Zegt Elisa.

“Bedankt, maar noem me maar gewoon Grietje, en als je

wil, wil ik heus wel een stukje taart aan je geven.” “Als

dat mag heel graag!”

Page 9: 10g 2.2

“Wat vinden jullie eigenlijk van het nieuwe huis?” “Erg

leuk mam, misschien een beetje klein, maar het duurt

nog wel fftjes voordat wij van uni hier komen wonen.”

Grietje knikt. “Daarom :P misschien kunnen we dan wel

weer verbouwen.”

Page 10: 10g 2.2

“Hallo Lola! Zal ik eens lekker met jou gaan spelen?”

Lola begint te piepen wanneer Britt Lola pakt. Britt moet

lachen.

Page 11: 10g 2.2

“Britt leg Lola maar weer terug in haar kooi, jij gaat naar

bed!” “Aah! Mag ik nog heel even opblijven?” “Nee dat zei

je 10 minuten geleden ook al.” “Goed mama ik ga al”

Page 12: 10g 2.2

Langzaam zodat Britt het kan bijhouden leest Lotte voor

uit het boek maar als ze opkijkt ziet ze dat Britt al ligt te

slapen.

Page 13: 10g 2.2

Natuurlijk moet er ook nog geleerd worden, dus is

iedereen daar weer mee bezig.

Page 14: 10g 2.2

Eindelijk had hij met haar een heel gesprek gevoerd en

vandaag zouden ze samen gaan shoppen. Snel eet

Adriaan zijn havermoutpap op en kleed zich aan, tijd om

te gaan!

Page 15: 10g 2.2

Wanneer Adriaan binnen komt ziet hij Avril zitten snel

loopt hij naar haar toe. “Hai!” “Oh Adriaan hooi!” Ze

omhelzen elkaar. “Zullen we dan maar beginnen?”

Adriaan knikt.

Page 16: 10g 2.2

Na een tijdje rondsnuffelen hebben ze allebij iets nieuws

gevoinden en gekocht.

Page 17: 10g 2.2

“Avril ik vond het erg leuk vandaag, het is jammer dat je

niet kan blijven.” Avril glimlacht. “Het is nog moeilijker

voor mij om afscheid te nemen.” Vragend kijkt Adriaan

naar Avril.

Page 18: 10g 2.2

Langzaam komt Avril naar voren. Adriaan kijkt nog

steeds raar. Maar wanneer hij Avril ’s lippen op de zijne

voelt, voelt hij weer alle liefde. Na die kus loopt Avril de

deur uit.

Page 19: 10g 2.2

Op dagen dat Avril bij Adriaan is genieten ze van elkaar

en besteden ze nergens aan andere dingen. Maar als ze

er niet is, is Adriaan een netjes zakenman. (politie)

Page 20: 10g 2.2

Adriaan had nu al een paar weken geen contact meer

met Avril, ze was ook niet op het werk.. Opeens gaat de

telefoon snel rent hij er naar toe en neemt op.

Page 21: 10g 2.2

“Met Adriaan.” “Met Avril, mag ik asjeblieft naar je toe

komen?” “Natuurlijk maar waarom..” “Dat leg ik dan wel

allemaal uit tot zo!” En Avril hangt op Adriaan zucht.

Page 22: 10g 2.2

“Zo jij bent dik geworden!” Zegt Adriaan glimlachend.

“Adriaan ik ben niet dik geworden, ik ben zwanger.. Van

jou” “Van mij!” Avril knikt. “Dus ik word vader?”

Page 23: 10g 2.2

“Begrijp het dan! Ik kan hier gaan wonen en en dan

krijgen we samen een kindje!” Op Adriaans gezicht

speelt een glimlachje. “Goed! Alleen omdat ik van je

hou!”

Page 24: 10g 2.2

Avril en Adriaan zoenen elkaar. Adriaan is alweer

vergeten wat hij had bedacht, dat hij nooit een vrouw

wou..

Page 25: 10g 2.2

“Dus nu zijn jullie echt samen?” “Ja maar we kunnen

niet lang blijven, Avril moet goed rusten heeft de dokter

gezegd.” “Oh jammer, anders komen wij wel een keer

naar jullie toe!” Zegt Grietje glimlachend. Snel nemen ze

afscheid van elkaar.

Page 26: 10g 2.2

“Zullen wij dan maar lekker gaan slapen, nu Adriaan en

Avril weg zijn?” “Goed hoor Robintje!” Rustig wandelen

Robin en Grietje naar boven en stappen in bed.

Page 27: 10g 2.2

Om 6 uur worden Grietje en Robin weer wakker. Meteen

gaan ze weer dingen voor hunzelf doen, maar eerst eten.

Page 28: 10g 2.2

Schokkend schrikt Romy wakker. Gelukkig is Elisa al

uit bed. Weer droomde ze over die ene jongen waar ze

mee gezoend had, ze wist niet of Folkert het heeft gezien

of niet, maar dan had hij er wel wat over gezegd… zin

om er nog over na te denken heeft Romy niet dus stapt

ze haar bed uit en kleed zich aan.

Page 29: 10g 2.2

Als Romy de keuken in komt ziet ze Elisa staan. Romy

glimlacht. “Lekker geslapen?” Roy knikt, ze wil niks

laten merken dat ze zich ongemakkelijk voelt. Maar

wanneer Elisa naar haar toe komt om haar een kus te

geven kan Romy het niet meer houden en rent ze

huilend het huis uit.

Page 30: 10g 2.2

Terwijl Romy weg rent laat ze een verwarde Elisa staan.

Bij Elisa vliegen allemaal gedachten door haar hoofd..

Was ze nog wel verliefd? Was ze ooit wel verliefd?

Page 31: 10g 2.2

Lotte komt langzaam de kamer in lopen. “Hee! Elisa weet je waar Romy is?” Elisa schut haar hoofd. Dan pas ziet Lotte de tranen over Elisa's wangen glijden. Snel omhelst ze haar.

Page 32: 10g 2.2

Nadat Elisa helemaal is uitgehuild vertelt ze wat er is

gebeurd. “Ze komt heus wel terug, serieus! Ik ken haar

goed. Ze gaat niet zomaar weg.” Weer moet Elisa huilen.

Page 33: 10g 2.2

“Hee! Niet weer gaan huilen! Ze komt terug, knoop dat

in je oren.” “Mama, kom je me helpen met kleren

uitzoeken.” Roept Britt vanuit haar kamer. “IK KOM

ERAAN! Ik moet nu gaan, en niet meer huilen. “ Dan

loopt Lotte weg.

Page 34: 10g 2.2

“Ze is nog steeds niet terug en nergens te vinden.” “ Wat!

Maar ze is al weken weg..” “Ik weet het Avril, ik wou dat

ze contact met me op nam, ik was haar broertje!”

Page 35: 10g 2.2

“Ik denk eigenlijk dat ze gewoon ergens op de uni haar

leven bij elkaar aan het rapen is, ze moet denk ik nog

vinden wie ze echt is.” “Dat kan, maar dan had ze dat

toch wel even tegen mij kunnen zeggen?”

Page 36: 10g 2.2

“Ik ben haar broertje, haar beste broertje!” “Natuurlijk

ben jij har beste broertje! Maar ze had ook maar 1

broertje!” “ Ik was er wel voor haar toen Folkert zomaar

weg ging naar de uni! Ik wil dat ze contact opneemt!”

Page 37: 10g 2.2

“Concentreer je nu maar op mij! Want de baby komt

AAaHH! Fuck Fuck” Adriaan zegt niks, hij weet hoe het

gaat hij ziet wel eens bevallingen op tv.

Page 38: 10g 2.2

“Adriaan we hebben een zoon! En we noemen hem

dus, Mark” “Ja prachtige naam” Glimlach Adriaan.

Page 39: 10g 2.2

Maar ne opdat moment gaat de telefoon en Adriaan

neemt op. “Hoi met Adriaan.” “…..” “ Wat! Waar?” “……”

“ Zal ik doen dag tot morgen!” “…” EN Adriaan hangt op.

Page 40: 10g 2.2

“Adriaan ie was dat?” “ Oh iemand die verkeerd verbonden was, een of ander iemand die karel heete, maar ik ga naar bed jij?” “ Ja ik leg Mark ook op bed en dan kom ik!”

Page 41: 10g 2.2

Als Adriaan de volgende morgen aankomt bij een huisje

hoopt hij dat dit het goeie huis is en belt hij aan.

Niemand mocht dit weten, waarom zal hij zo wel weten.

Page 42: 10g 2.2

Wanneer de deur open word gedaan, herkent hij de

dame niet, maar als hij meteen word omhelst weet hij

meteen wie het is.

Page 43: 10g 2.2

“Romy wat is er met jou gebeurt! Ben je in een pot verf

gevallen ofzo!” “Nee kom binnen dan vertel ik je het wel.”

Page 44: 10g 2.2

Wanneer Adriaan binnen komt ziet hij een man zitten,

wat raar is want Romy was samen met Elisa, dat weet

Adriaan nou net wel. Snel gaat hij aan de keuken tafel

zitten.

Page 45: 10g 2.2

“Nou kijk die dag dat ik weg liep liep ik naar Brian, niet

mijn vader maar hij op de bank. Ik ging bij hem wonen,

maar toen kwamen e erachter dat ik zwanger van hem

was en gingen we hier wonen, al die tijd was ik gewoon

verliefd op hem, en nu hebben we een dochter Maggie!”

Page 46: 10g 2.2

“Adriaan dit is Maggie” “Maar Romy, dit moet je gewoon

vertellen anders wil ik het wel zeggen?!?” “Nee, ik wil het

zelf doen!” “Goed maar het word al bijna donker ik moet

echt gaan, en ja ik houd mijn mond.” Dan verdwijnt

Adriaan in de deuropening.

Page 47: 10g 2.2