1048 Terminale Turkse En Marokkaanse Patiënten Gebruiken Nauwelijks Thuiszorg

1
thuiszorg 55 zorg & financiering > 7-2005 door dezelfde directeur. Vietsch vreest dat even- tuele winst via de BV in de zakken van de directie vloeit, terwijl financiële tegenvallers worden afgewenteld op de stichting. Zij wil dat Ross met de thuiszorginstellingen voorschriften opstelt om dit soort ongewenste praktijken te voorkomen. Bron: Nieuwsbrief Personeel en Zorg, 19 juli 2005< Bijna de helft van de huisartsen die een termina- le Turkse of Marokkaanse patiënt niet naar de thuiszorg heeft verwezen, heeft daar achteraf spijt van. De huisartsen denken dat thuiszorg de mantelzorgster ontlast zou hebben en dat de verzorging van de stervende beter zou zijn ver- lopen. Dat blijkt uit onderzoek van het Nivel naar ter- minale thuiszorg voor Turken en Marokkanen, gesubsidieerd door ZonMw, programma ‘Palliatieve Zorg in de Terminale Fase’. Turkse en Marokkaanse terminale patiënten krijgen maar zelden thuiszorg. Bijna altijd is de, soms maandenlange, zorg voor de stervende in handen van één vrouwelijk familielid. Die raakt daardoor vaak overbelast. Huisartsen en thuiszorgmedewerkers zien taal- en cultuurbarrières als oorzaak voor het karige thuiszorggebruik. Naasten van de stervenden geven aan dat hun voorkeur voor zorg door de eigen familie de belangrijkste barrière is. Nivel-onderzoeker De Graaf: ‘Huisartsen, trans- ferverpleegkundigen en indicatiestellers zouden niet direct van zorg af moeten zien als de Turkse en Marokkaanse mannen zeggen dat thuiszorg niet nodig is. Ze moeten eerst bekijken of de vrouw die de zorg gaat geven daarbij misschien ondersteuning nodig heeft om de patiënt waardig te verzorgen en te voorkomen dat zij zelf overbelast raakt.’ Wanneer er wel thuiszorg is, zijn bijna alle huisartsen, twee derde van de betrokken thuiszorgmedewerkers en driekwart van de thuiszorgcliënten tevreden over die zorg. Wel vindt zeventig procent van de huisartsen en bijna zestig procent van de thuiszorgmedewer- kers het moeilijk om met Turkse en Marok- kaanse patiënten en hun naasten afspraken te maken over de benodigde zorg in de terminale fase, omdat het in die families niet gebruikelijk is het naderende einde met de patiënt te bespre- ken. De helft van de thuiszorgmedewerkers en huisartsen vindt het daarbij moeilijk om in te spelen op de manier waarop in Turkse en Marokkaanse families de taken verdeeld zijn tussen mannen en vrouwen. Uit het onderzoek blijkt dat onderstaande facto- ren ervoor zorgen dat Turkse en Marokkaanse gezinnen geen thuiszorg vragen, geen thuiszorg aangeboden krijgen, of de geboden thuiszorg niet aannemen: gebrek aan inzicht in het ziektebeloop bij de naasten van de patiënt; de verwachting (zowel bij de familie als bij de huisarts) dat de familie alle zorg kan en wil leveren; gebrek aan kennis over wat je kunt verwach- ten van Nederlandse thuiszorgmedewerkers; beperkingen van thuiszorgorganisaties. Voor het onderzoek zijn diepte-interviews gehouden met de indicatiestellers, transfer- verpleegkundigen en de naasten van terminale Turkse en Marokkaanse patiënten. Daarnaast hebben huisartsen en thuiszorgmedewerkers met ervaring met terminale zorg voor deze doel- groep een schriftelijke vragenlijst ingevuld. Bron: bericht Nivel, 26 mei 2005< 1048 terminale turkse en marokkaanse patiënten gebruiken nauwelijks thuiszorg

Transcript of 1048 Terminale Turkse En Marokkaanse Patiënten Gebruiken Nauwelijks Thuiszorg

thuiszorg

55zorg & financiering > 7-2005

door dezelfde directeur. Vietsch vreest dat even-tuele winst via de BV in de zakken van de directievloeit, terwijl financiële tegenvallers wordenafgewenteld op de stichting. Zij wil dat Ross

met de thuiszorginstellingen voorschriftenopstelt om dit soort ongewenste praktijken tevoorkomen. Bron: Nieuwsbrief Personeel en Zorg, 19 juli 2005<

Bijna de helft van de huisartsen die een termina-le Turkse of Marokkaanse patiënt niet naar dethuiszorg heeft verwezen, heeft daar achterafspijt van. De huisartsen denken dat thuiszorgde mantelzorgster ontlast zou hebben en dat deverzorging van de stervende beter zou zijn ver-lopen.

Dat blijkt uit onderzoek van het Nivel naar ter-minale thuiszorg voor Turken en Marokkanen,gesubsidieerd door ZonMw, programma‘Palliatieve Zorg in de Terminale Fase’.Turkse en Marokkaanse terminale patiëntenkrijgen maar zelden thuiszorg. Bijna altijd is de,soms maandenlange, zorg voor de stervende inhanden van één vrouwelijk familielid. Die raaktdaardoor vaak overbelast. Huisartsen en thuiszorgmedewerkers zien taal-en cultuurbarrières als oorzaak voor het karigethuiszorggebruik. Naasten van de stervendengeven aan dat hun voorkeur voor zorg door deeigen familie de belangrijkste barrière is. Nivel-onderzoeker De Graaf: ‘Huisartsen, trans-ferverpleegkundigen en indicatiestellers zoudenniet direct van zorg af moeten zien als de Turkseen Marokkaanse mannen zeggen dat thuiszorgniet nodig is. Ze moeten eerst bekijken of devrouw die de zorg gaat geven daarbij misschienondersteuning nodig heeft om de patiëntwaardig te verzorgen en te voorkomen dat zijzelf overbelast raakt.’ Wanneer er wel thuiszorgis, zijn bijna alle huisartsen, twee derde van debetrokken thuiszorgmedewerkers en driekwartvan de thuiszorgcliënten tevreden over die zorg.Wel vindt zeventig procent van de huisartsen en

bijna zestig procent van de thuiszorgmedewer-kers het moeilijk om met Turkse en Marok-kaanse patiënten en hun naasten afspraken temaken over de benodigde zorg in de terminalefase, omdat het in die families niet gebruikelijkis het naderende einde met de patiënt te bespre-ken. De helft van de thuiszorgmedewerkers enhuisartsen vindt het daarbij moeilijk om in tespelen op de manier waarop in Turkse enMarokkaanse families de taken verdeeld zijntussen mannen en vrouwen.

Uit het onderzoek blijkt dat onderstaande facto-ren ervoor zorgen dat Turkse en Marokkaansegezinnen geen thuiszorg vragen, geen thuiszorgaangeboden krijgen, of de geboden thuiszorgniet aannemen:– gebrek aan inzicht in het ziektebeloop bij de

naasten van de patiënt;– de verwachting (zowel bij de familie als bij de

huisarts) dat de familie alle zorg kan en willeveren;

– gebrek aan kennis over wat je kunt verwach-ten van Nederlandse thuiszorgmedewerkers;

– beperkingen van thuiszorgorganisaties.

Voor het onderzoek zijn diepte-interviewsgehouden met de indicatiestellers, transfer-verpleegkundigen en de naasten van terminaleTurkse en Marokkaanse patiënten. Daarnaasthebben huisartsen en thuiszorgmedewerkersmet ervaring met terminale zorg voor deze doel-groep een schriftelijke vragenlijst ingevuld. Bron: bericht Nivel, 26 mei 2005<

1048 terminale turkse en marokkaanse patiënten gebruiken nauwelijks thuiszorg

ZenF0705.qxd 29-7-2005 14:58 Pagina 55