1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een...
Transcript of 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een...
� -
• ., li I " 1 1
-
11 • • lln' 1m E rv. t , g lil ril lt
I I I I
De linke�zaal staat in evenwicht met de �echte�zaal. op die manie� dat ze complementair zijn.
en de mogelijkheid creëren om 2 invalshoeken van mijn werk te tonen. De grootte van de zalen zijn zeer geschikt voor een juiste selectie, en ook om een evolutie te tonen van een periode van 6 jaar, zonder dat het te compact, onvolledig of te onhandelbaar wordt in ruimte. De architectuur leent zich uitstekend voor spanningsvelden nodig voor de installatie van mijn werken. Daarbij komt nog dat het gebouw een zekere rust uitstraalt door de horizontale architectuur. de omgeving en de lichtinval.
Koen van den Broek
Museum Dhondt-Dhaenens
Inleiding ules Dhondt (1889-1969) en Irma Dhaenens (1892-1973)
huwden in 1913. Jules Dhondt was een succes vol zaken
man en een trouw mecenas van de Vlaamse Beweging. Na
de Eerste Wereldoorlog verwierf hij belangrijke aandelen
in de Handelsbank, de eerste Vlaamse financiële instelling.
In die tijd kocht het gezin Dhondt-Dhaenens zijn eerste
kunstwerken.
Kort voor de Tweede Wereldoorlog verhuisde het naar de nieuwe
villa Zodenhof aan de oe ver van de Leie in Deurle. De kunstcollec
tie groeide aan, voornamelijk met Latemse kunstenaars, maar ook
met meer hedendaags werk. Stilaan rijpte het plan om de verzame
ling openbaar te maken. In 1967 legden Jules en Irma Dhondt
Dhaenens de eerste steen van hun mu-
seum, opgetrokken in de achten u in
van de villa. De opening vond plaats
in 1968.
Architect Erik Van Bier vliet tekende
een strak gebouw met asymmetrisch
links en rechts van de centrale hal de
tentoonstellingszalen: een grote ruim
te voor de vaste presentatie van de col
lectie van het echtpaar, een kleinere
voor wisselende tentoonstel lingen.
De ruime hal gaf uit op een moder
nistisch ingerichte zithoek. Versprin
gende muren met smalle raamspleten
zorgen voor een unieke lichtin val.
Vanaf het begin hebben Ju les en Irma
Dhondt-Dhaenens de deuren van hun
museum opengezet voor de toen vaak
verguisde actuele kunst. Toen het
S M AK in Gent nog moest beginnen,
boden ze al een plek waar kunstenaars
konden experimenteren. Die twee vul-
digheid maakt ook vandaag het wezen uit van M DD. Het is een
erkend museum én een hedendaags kunstencentrum, een inspire
rende vrijhaven aan de Leie die kunstenaars kunnen innemen. Inhoud
2 Jules en lrma Dhondt-Dhaenens
16 Museum met een missie
34 M D D revisited
40 Praktische informatie
ules en Irma D hondt-D haenens
Succesvol zakenman sticht een museum
ju/es Dhondt en lrma Dhaenens
2 Museum Dhondt-Dhaenens
ules Dhondt werd op 18 mei 1889 te Gent geboren. Doordat zijn vader
aan het begin van de twintigste eeuw naar Amerika zou zijn uitgewe
ken, werd hij opgevoed door zijn moeder. Zij had een groentewinkel
dicht bij de Heuvelpoort in Gent. Op 7 mei 1913 trouwde Jules Dhondt
met Irma Dhaenens uit Zwijnaarde. Ook zij was van zeer eenvoudige
afkomst. Samen met zijn broer startte Jules Dhondt een groothandel in
aardappelen op onder de firmanaam Dhondt Gebroeders. In het gezelschap van
zijn vrouw reisde hij naar Polen en de landen van Noord-Afrika om er
pootaardappelen te kopen. De handel scheen nogal winstge vend te zijn,
want na de eerste Wereldoorlog verwierf hij belangrijke aandelen in de
pas opgerichte Handelsbank. Dit was de eerste Vlaamse financiële in
stelling. Hij leerde zo progressieve Vlaamse intellectuelen kennen waar
door zijn Vlaams bewustzijn verhevigd werd en hij mee wou streven
naar een financieel en economisch vrij Vlaanderen. Door de financiële
crisis van 1930 ging echter die eerste Vlaamse bank failliet. Ook Jules
Dhondt verloor zijn belegd kapitaal. De juwelen van Irma Dhaenens
werden zelfs gebruikt als onderpand om met een nieuw kapitaal te kun
nen herstarten. Naast die financiële problemen overkwam hen nog een
veel grotere verdriet in 1931: hun enige zoon, Roger Dhondt, overleed
dan op veertienjarige leeftijd.
Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt
vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee ten onder waren gegaan in
de crisis van 1930. Dankzij een helder commercieel inzicht maakte hij binnen
• • •
Frits Van den Berghe,
Vissers aan de Leie,
1923, olieverf op doek,
80 x 62,5 cm
George Minne,
De kleine reliekdrager,
/89 7, brons, 66 x 15 x 26 cm
4 Museum Dhondt-Dhaenens
enkele jaren de overgenomen bedrijven weer rendabel. Kort voor W OII betrok
het echtpaar de nieuwe villa 'Zodenhof', gebouwd aan de oevers van de Leie
te Deurle. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Jules Dhondt, op verzoek
van de Secretaris- Generaal voor de Ravitaillering, voorzitter van de Aardappel
centrale. Na W O I I kon hij de bedrijven die hij beheerde naar een buitengewone
expansie voeren.
Op 18 januari 1964 werd de ' vzw Stichting Ju les Dhondt' opgericht. Deze had
tot doel "de middelen te verschaffen om actief bij te dragen tot de ontwikkeling
van het bewustzijn van de Vlamingen als volksgemeenschap én het verheffen
van het peil van hun kultuur." De toenmalige minister van Cultuur, Renaar Van
Elslande, die met belangstelling het mecenaat volgde, stelde aan de Koning voor
om Jules Dhondt te benoemen tot Commandeur in de Orde van Leopold 11. De
minister kwam persoonlijk naar villa Zodenhof om de eretekenen te overhandi
gen en langdurig met het echtpaar over hun toekomstprojecten te praten.
Het was namelijk in die tijd dat het idee ontstond om hun verzameling onder te
brengen in een daar voor gebouwd museum. De leuze van Jules Dhondt was dan
ook: "mijn welstand heb ik voor een deel te danken aan het volk van Vlaande
ren, een deel daar van moet naar dit volk terug!". Nog geen jaar na de opening
van hun museum, op 6 oktober 1969, overleed Ju les Dhondt. Vier jaar later, op
29 september 1973 overleed me vrouw Dhondt- Dhaenens te Deurle. Ze werd
bijgezet naast haar man in het familiegraf te Gentbrugge.
EEN MUSEUM VOOR VLAANDEREN
Bij de eerste steenlegging van het Museum Me vrouw Jules Dhondt-Dhaenens
op 19 september 1967, werd een loden buis ingemetseld met daarin de statuten
van het nieuw te bouwen museum. Die statuten bepaalden dat het museum tot
doel had om de verzameling kunstwerken, voortkomend uit de collectie van de
heer en mevrouw Jules Dhondt- Dhaenens, te herbergen en voor het publiek toe
gankelijk te maken. Het gebouw en de bijhorende gronden konden te vens die
nen voor het inrichten van allerhande manifestaties die de algemene cultuur en
het welzijn in Vlaanderen zouden bevorderen. De wil van het echtpaar bestond
erin om via die culturele weg het Vlaamse volk te ont voogden.
Jules Dhondt was al lang één van de trouwste mecenassen van de Vlaamse Be
weging zonder zich ooit expliciet politiek te profileren. Zo was hij één van de
stichters van de Handelsbank, de eerste Vlaamse bank. Ook financierde hij be
gin jaren zestig het eerste Festi val van Vlaanderen in Brussel, wat toen als een
provocerend statement van de Vlamingen in Brussel werd er varen. Met de wer
king van het museum hoopte Jules Dhondt het Vlaamse volk cultureel te verhef
fen. Om te zetelen in de Raad van Beheer nodigde Ju les Dhondt geëngageerde
mensen van diverse politieke strekkingen uit, die allen voor vechters waren van
de Vlaamse zaak. De inspanningen voor een cultureel en economisch onafhan
kelijk Vlaanderen moeten gezien worden in een juist tijdskader. Het gaat om een
streven naar vrijheid en een erkenning van de Vlaamse taal en het Vlaamse erf
goed. Het echtpaar zag het museum als cultuurgenerator voor de streek. Terwijl
de Vereniging van het M HK in Gent en het I C C in Antwerpen zich al in die tijd
toespitsten op de internationale actuele kunst, wou het Museum Dhondt-Dhae
nens een platform bieden aan lokale of Vlaamse kunstenaars.
Hoewel het echtpaar Dhondt-Dhaenens al geruime tijd kunst verzamelde, was
• • •
Kunstenaar jozef Mees werd
gevraagd de verzameling
mee te helpen vormgeven
lrma Dhaenens metselt de
hoeksteen van het museum,
18 september 1967
Salon in het museum
(ca. 1969) met aan de
muur het portret van lrma
Dhaenens door Leon
De Smet en het portret
van de overleden zoon
Roger Dhondt door Hubert
Ma/fait, op de voorgrond:
Geo Verbanck, Naar het
leven, 1929
Museum Dhondt-Dhaenens 5
"kom naar dit museum, alleen, overdag en het liefst bij zonneweer"
de kwaliteit van de verzameling eerder gering. Toen het idee groeide om de
verzameling openbaar te maken, werd kunstenaar en binnenhuisarchitect Jozef
Mees (1898-1987) gevraagd om de verzameling mee te helpen vormgeven. Enkel
de beste werken of de werken met een sentimentele waarde bleven behouden. De
andere werken werden verkocht en vervangen door meer representatieve kunst
werken. Jozef Mees was bijvoorbeeld een grote bewonderaar van Frits Van den
Berghe, waardoor vele werken van die kunstenaar in de collectie terechtkwa
men. Daarnaast mocht Jozef Mees werk aankopen van meer hedendaagse kun
stenaars zoals Anne Bonnet, Jan Burssens, Roger Dudant of Pol Mara. Ook
werk van Jozef Mees zelf werd in die tijd verworven door het museum. De
uiteindelijke collectie die geschonken werd aan de stichting bestond naast die
hedendaagse kunst voornamelijk uit werk van de 'Latemse' kunstenaars, zoals
George Minne, Valerius De Saedeleer, Gustave van de Woestijne, Constant Per
meke, Gust De Smet, Frits Van den Berghe, Hubert Malfait en Alben Saverys.
EEN PLEK VOOR ACTUELE KUNST
Dat er in de collectie verschillende Leiezichten zijn, is niet verwonderlijk. De
Leie kronkelt zich op nog geen honderd meter van het museum een baan door
het landschap. De villa van het echtpaar keek zelfs uit over de rivier. In de
Leielandschappen van Valerius DeSaedeleer en Alben Claeys wordt vooral de
vredige rust benadrukt, terwijl Edgard Tytgat net de levendige kunstenaars
ontmoetingen langs de Leie heeft willen vereeuwigen. Ook het museum zelf
zou een plek worden waar men in alle rust van kunst kon genieten of kunst
liefhebbers en kunstenaars kon ontmoeten op openingen, lezingen, concerten
en debatten.
Het was Jules Dhondt zelf die erop stond dat het museum als eerbetoon zou
genoemd worden naar zijn vrouw. Op 30 november 1968 had de plechtige
opening van het museum plaats. Walter Van Beselaere, toenmalig conserva
tor van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen, gaf in
een toespraak de volgende raad aan het talrijk opgekomen publiek voor de
opening: "Kom terug naar dit Museum, alleen, overdag en het liefst bij zon
neweer, want pas dan zult u elk schilderij in u kunnen opnemen, tot leven ge
wekt door de zegen van het onvervangbare daglicht, opgenomen in een blanke
omgeving en in een levend contact met het heerlijke Leielandschap dat U, van
uit de zaal, dank zij de verticale spleetramen, bestendig aanwezig ziet en kunt
bewonderen, tot de overkoepelende hemel toe, die als een zegen hoog boven
de heerlijke daad van deze schenking blijft gespannen."
Terwijl de grote ruimte met de centrale patio voorbehouden was voor de vas-
te presentatie van de collectie van het echtpaar, diende de tweede, kleinere,
ruimte voor wisselende tentoonstellingen. De ruime hal gaf uit op een mo
dernistisch ingerichte zithoek. Nog geen jaar na de opening werd door Karel
Geirlandt werk gepresenteerd in het museum van o.a. Bram Bogart, Paul Van
Hoeydonck en Valerio Adami. Dit bewijst dat de stichters, onder impuls van
Jozef Mees, vanaf het begin ook de deuren van hun museum open wilden hou- v
"ê �
kunstenaars hun werk presenteren en werden tentoonstellingen georganiseerd i· rond belangrijke vertegenwoordigers van de Vlaamse kunstgeschiedenis, zo- l:-
den voor de toen vaak verguisde actuele kunst. Daarnaast konden ook lokale
<' als Frits Van den Berghe, Alben Servaes, Alben Van Dijck of Gust De Smet. <i!!
6 Museum Dhondt-Dhaenens
• • •
Gustave De Smet,
De schietkraam, 1923,
gouache op papier,
52 x 59 cm
De grote ruimte met
de centrale patio was
voorbehouden voor de
vaste presentatie van
de collectie
De I' tentoonstelling
in MDD was gewijd aan
Frits Van den Berghe
MDD: vrijhaven aan de Leie
Museum Dhondt-Dhaenens 7
EDGARD TYTGAT
HERINNERING AAN EEN ZONDAG ( 1926)
Latem en Deurle waren ook in de jaren 1920 een ontmoetings
plek voor kunstenaars, kunstliefhebbers en schrijvers. Paui-Gus
tave Van Hecke, bezat aan de oevers van de Leie een buitenverblijf (villa Malpertuis) waar de bevriende kunstenaars welkom waren. Gust De Smet en Frits Van den Berghe woonden er trou
wens een hele tijd. Ook toen a l internationaal bekende kunstenaars zoals Marc Chagall en Ossip Zadkine kwamen er op bezoek.
Op feestdagen wapperde dan de zwart-witte vlag van Gent - de kleuren van de vrijbuiters - aan de luifel van het huis. Edgard T ytgat ( 1879- 19S7) stelde op zijn typisch speelse ncil'ef-ver
tellende manier één van de vele zondagen voor dat kunstenaars er elkaar terugvonden. Marc Chagall en zijn vrouw zitten achteraan
in de sloep die wordt bijgestuurd door Léon De Smet. Vooraan in de boot zitten Frits Van den Berghe en Oscar jespers, terwijl links op de oever Gustave De Smet zijn kunsten toont als boogschutter. Hippolyte Daeye - in smetteloos wit - helpt Norine Van
Hecke aan land, terwijl P.G. Van Hecke zijn genodigden opwacht met drank en muziek. Edgard T ytgat zelfheeft zich teruggetrokken
in de bovenkamer van het landhuis. Vanaf 1920 wordt Edgard Tytgat de schalkse verteller; prentenmaker en illustrator met een heel eigen inspiratiewereld: taferelen uit het dagelijkse leven, circus, kermis, folklore en volksverhalen.
Door de keuze van de thema's, de indruk van onbeholpenheid en het frisse, openhartig en humoristische karakter verdient zijn werk een heel bijzondere plaats in de Belgische kunstgeschiedenis.
Edgard Tytgat,
Herinnering aan een zondag,
/926, olieverf op doek,
88x l /6 cm
VALERlUS DE SAEDELEER- DE LEIE TE LA TEM ( 1903)
Het werk De Leie te Latem is een scharnierpunt in de evolutie van Valerius De Saedeleer ( 1867- 194 1): enerzijds herkennen we nog
het gematigde impressionisme van zijn leermeester Franz Courtens, maar tegelijk is er het duidelijke streven om bepaalde kleurvlakken op te lossen in effen, monochrome velden en zo te komen tot een vereenvoudigde, gesynthetiseerde compositie. Valerius De Saedeleer vond pas vrij laat zijn eigen vormentaal. Toen hij zich in 1898 vestigde in Sint-Martens-Latem, kon hij zich
herbronnen in een artistiek klimaat. Ook beeldhouwer George Minne, schilder Gustave Van de Woestyne en schrijver Karel Van de Woestyne kwamen er namelijk wonen. De ongerepte natuur,
de landschappelijke verscheidenheid en het goedkope, eenvoudige leven trokken hen aan. Op het moment dat het impressio
nisme haar laatste opflakkeringen kent, het fauvisme en kubisme in Frankrijk ontstaat en enkele kunstenaars in Duitsland het expres
sionisme als nieuwe stijl introduceren, kiest Valerius De Saedeleer voor klassieke landschappen met een heel doordachte composi
tie, een gladde textuur en een minutieuze voorstelling.
Valerius De Saedeleer, De Leie te Latem, 1903, olieverf op doek, 72 x 61 cm
Eugène Laermans,
De voddenrapers,
1914, olieverf op doek,
76 x 100 cm
EUGÈNE LAERMANS- DE VODDENRAPERS (1914)
Het werk van Eugène Laermans ( 1864 - 1940) heeft de am
bigue spanning tussen het plattelandsleven en de opkomende
industrialisatie rond Brussel als thema. De arme stakkers die
hij voorstelt lijken onmachtig om hun eigen lot in handen te nemen en ondergaan hun onmenselijke levensconditie. Kenmerkend voor het werk van Laermans is het vastleggen van beweging: zijn personages zijn meestal op stap. In dit werk gaat
het maar om vier personen, soms echter gaat het over een massale volksbeweging.
Laermans portretteert meestal figuren aan de rand: aan de rand tussen platteland en stad maar ook figuren aan de rand
van de samenleving. Hoewel de meest dominante kleur in al
zijn doeken het groen is, is de industrie en het arbeidersleven
bijna altijd present. In dit werk bijvoorbeeld onderscheiden we duidelijk op de achtergrond de fabrieksschouwen. Het werk van Eugène Laermans wordt vaak ten onterechte
als oubollig bestempeld. Dit komt doordat hij vooral bekend is
voor die voorstellingen van de rauwe levensomstandigheden van de arbeider. Bij nadere studie blijken zijn werken echter
bijzonder spannend te zijn door de forse vormentaal, het origineel perspectief en de bevreemdende sfeer.
Frits Van den Berghe,
De droom (De schepping),
19 2 7, olieverf op doek,
120 x /40 cm
FRITS VAN DEN BERGHE
DE DROOM (DE SCHEPPING} ( 1927)
Tot midden jaren twintig was Frits Van den Berghe ( 1883 -1939), net als Gust De Smet, voornamelijk geïnspireerd door
het landelijke leven in Sint-Martens-Latem. Vanaf 1925 echter gaat hij steeds meer vreemde motieven en filosofische elemen
ten opnemen in zijn oeuvre. Met dit werk tracht hij door te dringen tot de verborgen dieptes van de menselijke psyche.
Het doek De Droom illustreert deze overgang: de slapende figuur doet sterk denken aan het volumineuze boerentype die
we vaak terugvinden in zijn vroeger werk. De omgeving waarin hij ligt is echter abstract gehouden met donkere kosmischblauwe tonen. Drie merkwaardige figuurtjes in het rood, geel en paars dansen en zweven op het lichaam. Zij lijken uit een opening in de maagstreek op te stijgen. De figuurtjes willen zich enerzijds verschuilen achter hun windsels maar die tegelijk
ook afleggen om zo hun ware aard bloot te leggen zonder het mysterie evenwel volledig prijs te geven. Hiermee wijst Van den Berghe op de mogelijkheid om de droom als middel te gebruiken om het mechanisme en de inhoud van het onbewuste te leren kennen. Dit werk kan als aanloop gezien worden voor de vele schilderijen en tekeningen met een sterk surrealistische
inslag, waarbij groteske droomfiguren de overhand nemen.
JEAN-JACQUES GAILLIARD
PORTRET VAN EEN JONGE SCHILDER (1943)
Terwijl zijn eerste werken sterk beïnvloed waren door het con
structivisme uit de vroege jaren 1920, evolueerde de stijl van Jean-Jacques Gailliard ( 1890 - 1976) naar een hoogst persoonlijke interpretatie van werkelijkheid en droom. Ook symbolisti
sche elementen en figuren uit de klassieke mythologie komen voor in zijn werk. Zijn manier van schilderen lijkt.nerveus en impulsief, terwijl tekst een visuele rol toebedeeld krijgt. Doordat zowel de lijnen als de kleurvlakken op de verschillende plans op een zelfde manier gebruikt worden, ontstaat een voorstel
ling waarbij perspectief en verhoudingen hun betekenis verlie
zen ten·koste van een picturale ritmiek. Jean-Jacques Gailliard wordt vaak vergeten in de recente Belgische kunstgeschiedenis,
hoewel zijn werk tot op vandaag uiterst origineel blijkt te zijn.
Jean-Jacques Gailliard,
Portret van een jonge schilder,
1943, olieverf op doek,
76 x 60 cm
ALBERT SERVAES- HET PASSIEVERHAAL ( 1919)
Albert Servaes ( 1883- 1966) wordt beschouwd als een overgangsfiguur tussen de eerste (meer symbolistisch gerichte) Latemse groep en de tweede (meer expressionistisch gerichte) Latemse groep. Het M D D bezit een vrij grote verzameling
werken van Servaes, waaronder de zeven houtskooltekenin
gen voor het Lijdensverhaal ( 19 19). De emoties die gepaard gaan met angst, verraad, lijden, verdriet en extase worden zo
uitgebeeld dat de voorstelling elke anekdotiek overstijgt en een zeldzame intensiteit bereikt. De rauwe voorstelling van de gepijnigde Christus lokte echter veel negatieve reactie uit in
de katholieke Kerk. Het werd namelijk gezien als een radicale
breuk met de katholieke kunsttraditie waarbij de Christusfiguur wordt geïdealiseerd en pijn doorstaat op een nobele en serene manier.
Albert Servaes, De gekruisigde Christus, 1919, houtskool, 78 x 62 cm
se • •
met een missie
Een vrijplaats die kunstenaars kunnen 1nnemen
/6 Museum Dhondt-Dhaenens
Na het overlijden van Jules Dhondt volgde zijn weduwe hem op als voorzit
ter van de Raad van Beheer. Zij vervulde die taak tot aan haar overlijden in
1973. Antoon De Pesseroey, burgemeester van Deurle, had vanaf het prille
begin de plannen van het echtpaar Dhondt- Dhaenens mee gesteund en had
onder andere gezorgd voor het perceel waar het museum op werd gebouwd.
Na het overlijden van lrma Dhondt-Dhaenens nam hij haar functie over als
voorzitter van de Raad van Beheer en hield hij het museum financieel ge
zond. Antoon De Pesseroey stippelde ook grotendeels het tentoonstellings
beleid uit. Vooral lokale en eerder traditionele kunstenaars kregen de kans
om tentoon te stellen in het museum. Jozef Mees mocht echter ook jaar
lijks een aantal meer avant-gardistische kunstenaars uitnodigen om in het
museum hun werk te presenteren. Eén van de meest memorabele tentoon
stellingen uit die tijd was Deurle 1117/73. Dit erg vooruitstrevend artistiek
project werd door Fernand Spillemaeckers van galerie MTL georganiseerd
en bestond alleen uit een aantal ingezonden documenten van kunstenaars
zoals André Cadere, Marcel Broodthaers, Sol LeWitt, Hans Haacke en Law
rence Weiner. Het museum was duidelijk een vrijplaats buiten de artistieke
metropolen, waar desalniettemin dingen konden plaatsvinden die elders on
mogelijk zouden zijn.
Met het overlijden van Antoon de Pesseroey in 1979 moest gezocht worden
naar nieuwe bestuursraadleden en naar nieuwe financieringsbronnen. In die
jaren tachtig werden voornamelijk solotentoonstellingen georganiseerd met
kunstenaars die zelf vroegen om de tentoonstellingsruimte te mogen gebrui-
• • •
'Catalogus' en uitnodiging
(recto en verso)
van de tentoonstelling
Deurle 1117173
DEURLE 11/7/73
IIN TlfiiTOONITILU.O VIM _,_IC�N IN OOCUUf"'f IN lol!j YI"&AHO Mf T "'' t otOH(IAf:S l(ll.li 8I"UPPL ·tn oP'IMIIIIO 11 JULI!t'l'� 11111
tM I.X"""TIOH D'OIU\Ittll IT OI DO('UMlNTATION AV.U.T T'IAJf AU CONGIIEJ ot: BAUXILVI ttn ()I.NPITUIIIIIIMLLI!TIIntlll
.ANIXHietfiON � '«<I'KSANO OO(;I.NINTATJONAf/LATfO TO THI '"T" GAUSW"L$' COHMu.'' ONNifiM 11 JUL Y 1173 1 t •
EtNI ...U.TILLUNCI VOH oUIHITEH UH0 OOKlAtEN Tl'-' tU tUSAWEHUANG lollt Mlll 91"UIMLfA IU)NCJ"(M' 1173 �,MJNO 11 JOU ,.,-, 'I Utw
n r n u • u OELI'tll
WUilOM 0 HOHOT OH.UNI"'
MA.AH()AO 01NID40 O!ILOTE.H
FE""' LES L\MOI t:T IMADI CLOIIO WOHOA'f TUlSOA V ltoiCIJwTAGOIENSTAQJ GUeHLOI:JEN
ken. Eén van de nieuwe krachten achter het museum was Frank Benijts.
Hij werd in 1986 voorzitter van de Raad van Beheer en stippelde vanaf
dan tot in 200 1 grotendeels het museumbeleid uit. Hoewel de klassiekers
vertegenwoordigd in de collectie hun plaats behielden, wou men van het
museum meer maken dan een praalgraf voor de kunstenaars van de streek.
Het intense tentoonstellingsbeleid werd voortgezet maar met meer aandacht
voor jonge actuele kunst uit binnen- en buitenland. Scharnierpunt voor
dit nieuwe beleid was de tentoonstelling Europese Raaklijnen (1989) met
werk van kunstenaars uit de twaalf lidstaten van de toenmalige Europese
Gemeenschap, zoals A.R. Penck, Per Kirkeby, Michelangelo Pistoletto en
Juliäo Sarmento. Door de confrontatie met het werk van
enkele Vlaamse kunstenaars werd de aandacht gevestigd
op de culturele raaklijnen die over het hele Europese con
tinent lopen maar ook op de eigenheid van de Vlaamse ac
tuele kunst. De Vlaamse emancipatieproblematiek in een
Belgische context was duidelijk achter de rug dankzij de
federalisering van het land. Een nieuwe uitdaging naar de
toekomst toe werd de dynamische profilering van Vlaan
deren binnen Europa. Het bestaansrecht van het Museum
Dhondt-Dhaenens werd zo geactualiseerd en naar de toe
komst toe verzekerd. Voor de daaropvolgende tentoon
stellingen zoals Betekende Ruimte (1991) werden actuele
kunstenaars uitgenodigd met de vraag 'iets' te doen met de
eigenheid van de ruimtes en de omgeving van het museum.
Guy Rombouts en Monica Droste maakten bijvoorbeeld
een muurschildering op de gevel van het museum, gebruik
makende van hun azart-alfabeth. Ook Richard Venlet,
Gladstone Thompson, Pep Agut, Ann-Veronica Janssens en
vele anderen maakten werk geïntegreerd in de architectuur
van het museum. Regelmatig werden ook bekende Vlaamse
kunstenaars uitgenodigd die dan zelf konden kiezen met
wie ze wilden tentoonstellen. Het Museum Dhondt-Dhae
nens werd op die manier een plek waar kunstenaars in alle
vrijheid hun eigen tentoonstelling konden ontwikkelen.
Nationale en zelfs internationale aandacht voor het mu
seum kwam er naar aanleiding van de avant-première van
Documenta IX, met Jan Hoet als curator, in het Museum
Dhondt-Dhaenens ( 1992). Het werk van de delegatie Bel
gische kunstenaars werd getoond in confrontatie met de
verzameling van het museum. Voor het eerst in het bestaan van het mu
seum werd de verzameling hiervoor verhangen. Vanaf dan werd het mu
seum steeds meer een plaats van confrontatie, enerzijds tussen verschillende
actuele kunstenaars, anderzijds tussen de moderne en actuele kunst. In
toenemende mate werd de collectie via die tijdelijke tentoonstellingen met
hedendaagse kunst geconfronteerd. Naast de kunstenaars die zelf hun ten
toonstelling ontwikkelden, werd vanaf de jaren negentig ook in toenemende
mate beroep gedaan op gastcuratoren voor de concrete realisatie van de ten
toonstellingen.
18 Museum Dhondt-Dhaenens
• • •
Ann-Veronica janssens,
werk geii1tegreerd in de
architectuur van het mu
seum, tentoonstelling jonge
Europese kunstenaars, 1992
Guy Rombouts -
Monica Droste, Tussenin,
acrylverf. 300 x 1.100 cm
Muurschildering op de gevel
van het museum,
tentoonstelling Betekende
Ruimte, 1991
ACTEDE FOI DANS LA GRANDË1'0RCE QU'ELLE FUT REVELEE A NOUS ART!Sl DE L'ART D ONT NOUS TEMOIGNONS P
--
Curator JanHoet en de Belgische kunstenaars op de avant-première van Documenta IX in MDD, 1992
V.l.n.r. Ra au/ De Keyser, Bernd Lohous, Jan Ho et, Patriek Carillon, Luc Tuymans, Guil/aume Bey/,
Marcel Maeyer, Wim De/voye
Marcel Maeyer, La montagne de /'art I/, /990,
mixed media op hout, 235 x 347 cm
Museum Dhondt-Dhaenens /9
--
Angel Verara,
tentoonstelling Addenda,
1997
Ferrari onder de werken
uit de collectie,
tentoonstelling Swallow, 1994
Aglaia Konrad, zonder titel
Tentoonstelling
Groene Pasen, 1997
Voor de tentoonstelling Swallow (1994) werden de kantoren
binnenste buiten gekeerd en een Ferrari geparkeerd onder
de werken uit de collectie, voor Groene Pasen herbekeek
Bart Cassiman op een serene manier de betekenis van de
curator, voor de tentoonstelling Kritische Elegantie (1998)
verbleven de getatoeëerde varkens van Wim Delvoye in de
patio van het museum, ... Ook de collectie en de geschiede
nis van het museum waren enkele malen vertrekpunt voor
een artistiek project. Zowel Craigie Horsfield (voor de ten
toonstelling Deurle, 6 juli 1997) als Joëlle Tuerlinckx (voor
Nieuwe Projecten, nouveaux Projets D.D. in 1999) hebben
zich maanden verdiept in de sociale en historische context
waarin de collectie en het museum zijn ontstaan.
MUSEUM EN HEDENDAAGS KUNSTENCENTRUM
In de jaren negentig werd ook een aankoopbeleid opgestart.
De voorkeur ging uit naar kunstwerken die specifiek gepro
duceerd waren voor het museum. Het eerste aangekochte
werk was een muurschildering van David Tremlett. Dit was
mogelijk dankzij de verkoop van de editie die gemaakt was
door de kunstenaar. Ook een deel van de installatie die Joëlle
Tuerlinckx in 1999 maakte voor het M D D, werd twee jaar
later verworven. De grote tuin rond het museum werd even
eens regelmatig gebruikt om er werk te installeren. Kunst
werken van Kris Martin, Jeroen Doorenweerd, Isa Genzken
en Bernd Lohaus vonden er ondertussen een vaste plek. Het
werk Wahnsinn (2001) van de jonge Belgische kunstenaar
Kris Martin verschijnt telkens wanneer de 17000 geplante
narcissenbollen uitkomen in het voorjaar. Het woord Wahn
sinn verwijst naar Richard Wagner's Parsifal.
Sinds 1999 wordt het M D D erkend als museum terwijl het
ook wordt gesubsidieerd voor haar hedendaags tentoonstellingsbeleid. Door
die dubbele erkenning moest het museum haar structuur uitbreiden en aan
een aantal museale verplichtingen voldoen. Die professionalisering werd in
gezet door Frank Benijts en verder gezet door Peter Rodrigues, die in 2002
de nieuwe voorzitter werd van de Raad van Beheer. De benoeming van Edith
Doove in 1999 als intendant voor een periode van vijf jaar, was een eerste
grote stap en betekende een nieuwe artistieke impuls voor het M DD. Het
idee waaruit werd vertrokken was dat het echtpaar Dhondt- Dhaenens een
verzameling kunstwerken op een intuïtieve en subjectieve manier had ver
worven, dit met een grote belangstelling voor de kunst van 'hun tijd'. Met
de tijdelijke tentoonstellingen hedendaagse kunst wou Edith Doove, net als
wat het echtpaar Dhondt- Dhaenens in de jaren zestig had gedaan, een origi
nele dwarsdoorsnede geven van de actuele kunstsituaties. Hiervoor werden
zowel groeps- als solotentoonstellingen georganiseerd met heel diverse kun
stenaars. Voor de tentoonstelling 3ness (2000) werd bijvoorbeeld werk van
27 kunstenaars op een experimentele wijze gekozen door Edith Doove en
twee andere curatoren. Ook voor FEB.3.2002 (2002) werd werk uit erg ver-
• • •
Museum Dhondt-Dhaenens 2 /
22 Museum Dhondt-Dhaenens
schillende hedendaagse kunsttradities met elkaar geconfronteerd. Hiervoor
werd onder meer de Bloodsushibank (2000) van Alicia Framis geïnstalleerd
waarbij iedereen die op de opening aanwezig was sushi kreeg in ruil voor
het doneren van bloed.
Toch bleef ook het tentoonstellingsbeleid met betrekking tot de moderne
Vlaamse kunst een constante. De meest succesvolle tentoonstelling op dit
vlak was zonder twijfel Een Zeldzame Weelde (2001) met Piet Boyens als
curator. Terwijl het Museum voor Schone Kunsten van Gent het werk van de
eerste Latemse groep toonde en het Museum van Deinze en de Leiestreek de
nadruk legde op de impressionistische schilderijen uit de Leiestreek, toonde
het M D D het expressionistische oeuvre van Frits van den Berghe, Constant
Permeke, Gust. De Smet, e.a. De collectie moderne kunst werd echter ook
regelmatig gebruikt als essentieel onderdeel van een artistiek project. Zo
maakten ondermeer Richard Venlet en Gert Verhoeven heel eigenzinnige
presentaties met een deel van de collectie.
Meest verregaand voor het M D D en diens omgeving was zonder twijfel de
ingreep van de Spanjaard Santiago Sierra. Voor zijn tentoonstelling in 2004
liet hij alle vensters uit het museum verwijderen waardoor de natuur vrijspel
kreeg in het museum en het gebouw uiteindelijk herleid werd tot een tijdelij
ke ruïne. De interventie dwong het museum na te denken over vraagstukken
op het vlak van beveiliging en conservatie van de collectie, over de manier
waarop de kantoren zouden worden gebruikt, over de toegang tot een mu
seum dat plotseling dag en nacht open zou zijn.
• • •
Alicia Framis,
Bloodsushibank, 2000
op de tentoonstelling
FEB.3.2002
Richard Ven/et,
tentoonstelling
MDDGRID, 2004
Op de voorgrond:
George Minne,
De dokwerker, 1910
Tentoonstellingen met moderne
en actuele Vlaamse kunst
zijn een constante in het MDD
Een Zeldzame
Weelde
KUNST VAN LATEM EN OE LEIESTREEK 1900-1930 1710612001. 2310912001_ GENT • DEINZE· DEURLE
Exhlbltlon'
....... ----·
_.........._ ... __ ...... �-.... �t1AIIII ....... ......_.n.e.rr.-, --
11
Tentoonstelling Markus Lüpertz, 2005
MUSEUM MET EEN TOEKOMST
Met de tabu/a ras a van Santiago Sierra eindigde het vijfjarige beleid van Edith
Doove. De nieuwe directeur Joost Declercq maakt een duidelijke koerswijzi
ging door te vertrekken vanuit het idee van de kunstenaar als individu. An
ders kijken naar kunst, met aandacht voor de complexiteit van een oeuvre,
is een belangrijk aspect van het M D D - tentoonstellingsbeleid geworden.
Hiervoor wordt resoluut gekozen voor solopresentaties met de nadruk op
contextualisering en verdieping. Actuele kunstenaars en moderne kunste
naars vertegenwoordigd in de collectie kunnen zo op een gelijk(w)aardige
manier benaderd worden. Zowel echte stars aan het kunstfirmament als
kunsthistorisch belangrijke maar vaak vergeten kunstenaars worden gepre
senteerd. Door soms ook werk te tonen van kunstenaars die men vaag of
zelfs helemaal niet kent, stimuleert men de interesse of nieuwsgierigheid van
de bezoeker. In de zomer van 2005 was zo bijvoorbeeld de tentoonstelling
met werk van Hans Hartung een revelatie voor velen: iedereen kende wel de
naam Hartung, maar de internationale artistieke betekenis van zijn werk in
de twintigste eeuw werd miskend. Ook de betekenis van minder bekende
kunstenaars vertegenwoordigd in de collectie, zoals Louis T hévenet, Hip
polyte Daeye, Jean-Jacques Gailliard en Eugène Laermans, wordt echt dui
delijk dankzij kleinere solopresentaties van hun werk.
Sint- Manens-Latem en Deurle zijn al meer dan honderd jaar een plek waar
kunstenaars een vruchtbare voedingsbodem vonden. Het M D D wil een
plaats blijven waar kunst op een authentieke manier geproduceerd en be
leefd kan worden. Het wil ook een plek zijn waar op een serene manier een
dialoog en reflectie over kunst kan ontstaan. Deze houding lijkt ons veel
genereuzer en dichter bij de betekenis van het Latem van de eerste decennia
van de twintigste eeuw dan de residentiële verkaveling waar Latem vandaag
slachtoffer van is geworden.
•
24 Museum Dhondt-Dhaenens
·-Koen van den Broek, tentoonstelling Paintings from the USA and Japan, 2005
"Het MDD heeft bijna de ideale kwaliteiten die men aan een museumgebouw zou kunnen toeschrijven: helderheid , eenvoud, compactheid, overzichtelijkheid , goede geproportionee rde r uimten. gebo rgenheid, herkenbaarheid. Door zijn inplanting in een residentiële villawijk krijgt het museum een ongedwongen, eigentijdse vanzelfsprekendheid, iets 'huiselijks', z eker niet opdringerig. monotoon, protserig of dominant. Het zou evengoed een grote villa - museum - villa van een verzamelaar kunnen zijn. In dit karakter vol en intiem museum had ik het voorrecht twee keer te mogen tentoonstellen. In 1990 tijdens het Van Gogh-jaar. heb ik samen met een Poolse vriend Leszek Przyjemski (Museum of Hysterics). een 'Laatste hommage aan Vinc ent ' gebracht.
L'ART POOR L'ART
MORT POUR L' ART
L' OR POUR L'ART
Johan Van Geluwe,
tentoonstelling
Flanders Art Valley, 2000
Een hommage aan de
stichters van het museum
De tentoonstellingsruimte werd deels in de kleuren chromaatgeel (het hoge geel van Arles) en zwart (de dood) geverfd. In 2000 bracht ik mijn tentoonstelling Flanders Art Valley. een hommage aan de stichters I mecenassen van het museum: de heer en mevrouw Jules Dhondt-Dhaenens. Een herwerkte versie van het 'Kabinet van de Conservator' werd in het museum geïntegreerd. samen met rekwisieten en gerecycleerde elementen uit andere tentoonstellingen (Art Recycling Terminal). Op het 'Bureau van de Conservator' kregen iconen en memorabilia uit de kunstgeschiedenis een plaats. Tevens werd de mercantilisering. b analisering en verkitsching van kunst geparodieerd en ironisch vormgegeven, door o.a. een volle wand te behangen met de Financ i al Times met daarboven op toepasselijke ingelijste teksten. Een helrode loper verbond het bureau naar een cimaise met de portretten van de stichters en hun te jong gestorven zoontje. Een tekst werd b oven de museuminkom aangebracht:
CETERUM CENSEO HOC MUSEUM E S SE AMPLIF ICANDUM (overigens ben ik van mening dat dit museum uitgebreid moet worden)"
Johan Van Geluwe
LIVEABLE STRUCTURES Did men ever create liveable structures for women? Do women create liveable structures for women? Do women create liveable structures for men? Are we mak ing it b etter? Do women create liveable structures for themselves? For their children? Are artists creating liveable structures for thei r viewers? Are artists creating liveable structures for thei r assistants? Why was Santiago pissed off? Was it worth dying for the pyramids? Egon Schiele still cannot buy canvas. And he was a male white middle European hetero. Adolf H itler's father had a w ife 23 years younger then him. Where does evil start? 99 years after Hitler was rejected at the academy of Fine arts of Vienna I b ecame a professor there- Will anyone I rejected change the course of the world in the wrong direction? Does all the support I received at the MDD keep me from making the wrong decisions as a professor? Had the time that Gerry and Johan spend work ing on the brain scultpure b e b etter spend w ith their children, families, friends , lovers? What can Martin K i ppenb erger claim back from the collecting society? How much of the art world can we really stand w ithout getting drunk? If there was a rnaral judgment who would w i n? Joost? Leen? Patrick? Tracey? Beatrice? Santiago? Gerry? Karl? Jan/us? Sands? Tanguy? Thierry? V incent? Anouk? Johan? Me? . . . ? Who is the best person and who is the b est artist? There is the academy of Fine Arts in Vienna whose architecture I can enjoy only when I close the door behind me and still the fact of having been in there or maybe having to go back in there again makes me shudder like having a really uncomfortable appointment in front of me ... after all just think about who has walked on these steps 99years ago in hop e , sweat and finally anger . . . ! in comparison the hours spend in the MDD enjoying the grey daylight falling into the cube, the final sunlight ... glad that the w indows where in place (men do create unliveable structures . . . )? Where the graffities in the MDD during Santi ago's show created by people who create liveable structures for other people? Does the female graffity artist I accepted into the academy of Fine Arts in Vienna create a liveable structure for other people? The spraypaint .. . ? Was the .God is dead· I wrote as an art student after reading N iezsche on all the b oxes i n my cupboard a more liveable structure then the narnes of God in 1 6 languages carved out and handpainted by the staff of the MDD? Who is the artist and who is the staff? Wh at' s fair?
Thanks to Joost, Leen, Beatri ce, Gerry, Johan. Jan/us , Tanguy and Vincent for the d i alogue. Which is a liveable structure.
Elke Krystufek
Elke Krystufek,
tentoonstelling Proper Use,
2005
/ /
Tentoonstelling
jufiäo Sarmento, 2005
forget me
-/
"The first time I came to Deurle to visit the Museum Dhondt-Dhaenens I was quite surprised by the general environment. It is not aften one finds a Museum in such a prototypical residential area. At first the Museum looked just like another big family house. And in fact this is a feeling which kept lingering on. And it is a very good feeling indeed! A building which has the ability and generosity to receive almast any type or work by almast any type of artist. The light is amazing and it changes dramatically during the day. The space is human scale: generous but cozy at the same time. It can be rough or dainty according to any given preference. The rooms may almast disappear. .. It is right up my alley. And I enjoyed the experience immensely."
Juliäo Sarmento
"Telkens wanneer ik de omgeving van het MDD nader lieer ik onwillekeurig de omringende site aan een potentieel filmdecor. Zo ook kan de tentoonstellingsruimte van het museum eigenlijk in één oogopslag. als één geheel bevat en aangevoeld worden. En misschien heb ik juist met deze gegevens in het achterhoofd de presentatie van mijn tentoonstelling in 2000 in een zekere zin uitgesproken filmisch aangepakt. Ik zag de ophanging van de werken bij wijze van spreken als een doorlopende filmstrook, staccato naast elkaar, als een lint van elkaar opvolgende beelden dat de volledige ruimte als één installatie omspant. Wellicht werd ik hierin uitgenodigd. of sterker: uitgedaagd door de filmische evidentie van zowel de omgeving als de ruimte binnenin van het museum."
Dirk Braeekman
Dirk Braeckman,
tentoonstelling z.Z(t)., 1999
Wim Delvoye,
getatoeëerde varkens
in de patio van het museum,
tentoonstelling Kritische
Elegantie, 1998
"In het MDD heb ik voor de eerste keer m1Jn getatoeäerde varkens tentoongesteld
binnen een architecturale context. Het is die confrontatie. tussen varkens en de hen omringende klassieke werken. alsook met het atrium van het museum, die in retrospectie
ervoor gezorgd heeft dat de titel Kritische Elegantie perfect de lading van mijn werken
dekte. Het is een term die ik dan ook blijf hanteren als motief voor deze reeks werken."
Wim Delvoye
Pour le Musée Dhondt-Dhaenens à Deurle,
Une architecture dans la nature.
Je travaille à l'extérieur.
Par dessus la haie un cheval regarde
Voit-il les empreintes du pinceau nr.SO ?
Niele Toroni.
tentoonstelling
Niele Toroni, 2000
Santiago Sierra,
Verwijdering van de glazen
ramen van een museum,
2004
Project Museum Dhondt-Dhaenens
VERWIJDER ING VAN DE GL AZEN R AMEN VAN EEN MUSEUM
Santiago Sierra
'Een team van glazeniers zal door het museum ingehuurd worden om alle glazen ramen van de
tentoonstellingsruimte te verwijderen, zowel binnen als buiten. De rest van de ruimtes,
zoals de kantoren en opbergruimtes zullen hier niet onder vallen. Evenzogoed vinden we
het noodzakelijk en ook onderdeel van het project, dat de veiligheidsmaatregelen voldoende
versterkt worden in deze ruimtes. Het verwijderen van de glazen ramen zal organisch en
menselijk materiaal binnenbrengen dat niet verwijderd zal worden. De ruimte zal minstens
een week voor de opening al in deze onbeschermde condities gebracht worden. De glazen
delen zullen opgeborgen worden buiten het zicht van het publiek , evenals materiaal of
meubilair dat weggenomen zou kunnen worden of vernietigd.'
•
rev1s1te
Een kleine geschiedenis van de museumarchitectuur 1967-2006
34 Museum Dhondt-Dhaenens
Toen architect Erik Van Biervliet in1967 het Museum Dhondt-Dhaenens ont
wierp, golden er heel andere regels en verwachtingen omtrent een museum
gebouw dan vandaag. Centraal stond de idee om een privé-collectie een ac
commodatie te verlenen waar de werken in degelijke omstandigheden zouden
worden bewaard en tentoongesteld.
Meer dan dertig jaar later maakte architect Paul Robbrecht een aantal prelimi
naire schetsen voor de uitbreiding van het museum waarin nieuwe ruimtes en
faciliteiten opduiken: bibliotheek, cafetaria, educatieve ruimte ... Meteen is dui
delijk dat de richtlijnen van de Internationale raad van Musea ( I C OM) en de het
Vlaamse museumdecreet impact krijgen op het museum. De museuminfrastruc
tuur wordt afgestemd op een geïntegreerd pakket van taken zoals verzamelen,
bewaren, tentoonstellen en onderzoeken en dat alles met het oog op informatie
verstrekken ten behoeve van studie, opvoeding en vrijetijdsbesteding.
EEN THUIS VOOR EEN COLLECTIE,
EEN HUIS VOOR TENTOONSTELLINGEN
In 1967 concentreerde Erik van Biervliet zich in de eerste plaats op de archi
tectuur van de tentoonstellingsruimtes. In de nadagen van het Miesiaanse
modernisme tekende van Biervliet een strak baksteen gebouw. Asymmetrisch
bouwde hij, links en rechts van een centrale hal, de ruimte op met op zichzelf
betrokken museumzalen. De ene zaal, uitgekleed en zonder enige franje buiten
een reeks van plafondhoge ramen, levert ruimte, en vooral gave muren voor de
schilderijcollectie. De tweede zaal ontwikkelde Van Biervliet rond een kleine,
• • •
Tuinproject Maria Roosen,
... ooo . . . Spiegelbee/d . . . ooo . . . ,
2002-2003
· vo o r mij i s h e t MDD e e n u i t d a ge n d e p l e k , e e n h e e l e i g e n p l e k . E e n m u s eum i n e e n v i l l a wij k v l a k bij G e nt , w a a r s o m s bij z o n d e r p r e s e n t at i e s p l a a t s v i n d e n . I k d e n k a a n d e t e nt o o n s t e l l i n g F r a n c a H ö r n s c h e m ey e r , J e r o e n D o o r e nw e e r d , A n n Ve r o n i c a Ja n s s e n s e n A l a n M u r ray ' ( l 9 9 2 ) , w a a r b ij h e t w e r k v a n J e r o e n D o o r e nwe e r d e e n p e r m a n e n t e p l e k k r e e g . E n h e e l b ij z o n d e r , h i s t o r i s c h ! , de t e nt o o n s t e l l i n g Swa l l ow ( 1 9 9 4 ) w a a r H o n o r é d ' O , A e r n o u t M i k ( ge it a a n m o t o r b l o k e n w e l p e n ) e n M a n f r e d d u S chu m e e d e de n . Z e l f heb i k d e k a n s g e k r e g e n i n d e t u i n v a n het m u s e u m e e n m o o i b e e l d t e m a k e n o o o . . . s p i e g e l b e e l d . . . o o o . . . ( 20 0 2 -2 0 0 3 ) e n h e e f t h e t MDD mij g e s t e un d met m i j n D u ive n - p r o j e c t ( 2 0 0 5 ) . I k v i n d h e t e e n t y p i s c h B e l gi s c h mu s e u m met v a n o u d s h e r . B e l g i s c h e r e g i o n a l e k u n s t e n a a r s i n d e c o l l e c t i e d i e v e r b i n d i n g z o e kt m e t d e h e d e nd a a g s e e n i n t e r n a t i o n a l e k u n s t we r e l d . O n d a n k s d at h e t fi n a n c i e e l s o m s p r o b l e m a t i s c h l ij k t , k a n e r o o k h e e l v e e l ; i s h e t MDD ambit i e u s e n p r e c i e s . E n i k v o l g het a l t ij d wat e r geb e u r t want h e t k a n s o m s h e e l v e r a s s e n d u it d e h o e k k o me n . "
M a r i a R o e s e n
centr ale patio. Deze patio resoneert qu a sch aal in de voor het M D D typische
verspringende muurdelen die ge accentueerd worden door sm alle raamspleten.
Tegenover de lange g ave muren van de ene z aal, introduceerde Van Bier vliet hier
muren op sch aal van de woonk amer, wat ongetwijfeld een manier moet zijn
geweest om de oorsprong van de privé-col lectie gest alte te ge ven in de museum
architec ru u r.
Tegenover de op zichzelf beslotenheid van de twee grote tentoonstellingszalen,
st aat uiterst tr ansparante inkomh all die in één as lijn leidt n aar een derde, klei
nere fel uitgelichte achterz aaL L angs deze as, situeerde Van Bier vliet de dienst
lok alen, met enerzijds het onth aal en s anit air, en een bure auruimte anderzijds.
Archief- en bergruimtes zitten uiteindelijk tegen de achterge vel aangeschoven
terwij l op de verdieping een kleine conciërgewoning werd ingericht.
NIET MAKKELIJK TE VERBOUWEN
J arenl ang functioneerde het M D D met deze b asisinfr astructuur.
M aar gaandeweg muteerde de conciërgewoning wel tot educ atieve en
bure au - en extra archiefruimte.
Kleine vingeroefeningen in de ruimte, zo als de inter ventie met een
paar nieuwe w anden door architect Paul Robbrecht voor de tentoon
stelling met werk van Cr aigie Horsfield lieten in de j aren negentig
meteen aanvoelen dat het concept van Van Bier vliet op zijn minst aan
actu aliser ing en /of uitbreiding toe w as.
Zonder een al te precieze opg ave kreeg Robbrecht eind j aren negentig
de opdracht om een schetsontwerp te maken voor de uitbreiding van
het museum. De preliminaire schetsen l aten meteen een balk vormige
uitbreiding zien die zich vertic aal af firmeert ten aanzien van het Van
Bier vliet gebouw. A ls een poortgebouw n aar de noordrand van de
tuin, markeert het nog sterker het toeg angsgedeelte van het museum.
Kenmerkend aan dit ontwerp is d at er radic aal een eigenzinnige,
nieuwe wereld aan het M D D wordt toege voegd. De nieuwe vleugel
die Robbrecht schetst ent zich bovendien als een wat vreemde pro
these op het museumgebouw waardoor het niet denkbeeldig is dat het
parcours doorheen het museum w at ontwricht zou zijn ger aakt. Het
ontwerp van Robbrecht is nooit gere aliseerd, e venmin als de inzen
dingen van vier architectenbure aus voor de wedstrijd die het M D D in
2004 org aniseerde. Het gebouw van Erik van Bier vliet laat zich niet
zo m aar verbouwen of 'annexeren '.
EEN PAVILJOEN ALS DEUS EX MACHINA
Na de wedstrijdronde van 2004 diende zich voor het M D D
een nieuwe situatie aan.
In pl aats van het museum zwaar te verbouwen is ge
kozen om in de tuin een p avi ljoen van AVL, van de
Nederlandse kunsten aar Joep V an Lieshout, op te
stel len, w aarin meteen een pak van nieuwe, oblig ate
muse ale functies kunnen worden ondergebracht.
Dit paviljoen, d at in Rotterd am geruime tijd dienst deed
als werkpl aats en bar en c afet aria voor de 'rege lloze van Lieshout
36 Museum Dhondt-Dhaenens
• • •
Maquette Robbrecht-Daem
Architekten, 1999
\ �
---..--. .. / -:......--.....--�..:.:.:8i-.. x I
'
'
I
I
-- - - ,...
, ... - .... *
I
"" - -� \ i . - . I I . -v
: ', .... _ _ ;_, _ ,,., - �-
Visie op uitbreiding en
renovatie MDD, Stéphane
Beef Architecten bvba
� "
'll ï � z < m ;;o 0 m -o z 1"'\
ZOEKEN NAAR EEN TOEKOMST
In 2004 organiseert het MDD een besloten wedstrijd met een viertal ar
chitectenbureaus. Uit het programma blijkt snel dat het museumbestuur
opteerde voor een budgettair bescheiden transformatie van het gebouw. De
vraagstelling is bovendien weinig prozaïsch: uitbreiding bergruimte, aanpas
sing sanitair, integratie bookshop-bibliotheek-vestiaire, reorganisatie perse
neelsruimte en -vergaderzaal en archief, integratie educatieve ruimte, een
cafetaria en het optimaliseren van de ontsluiting van de verdieping.
In het ontwerpvoorstel van het multidisciplinaire team Macken/Vande Veldel
Ven/et duikt meteen het begrip respect voor de bestaande architectuur op.
/ets wat de architecten in samenspraak met beeldend kunstenaar Richard
Ven/et, strategisch oplossen door schoon schip te houden in de centrale
hall van het museum. Met slim behoud van de wand met de muurtekening
van David Tremlett, organiseren ze op een uiterst compacte wijze de biblio
theek-leeshoek en sanitair en cafetaria in een respectievelijk transparante
en gelakt glazen volume. Op een gelijkaardige manier worden de toegangs
faciliteiten (onthaal, bookshop, balie, werkruimte en vergaderruimte) in een
glazen, transparante box voor het inkomportaal geplaatst Een transparantie
die getemperd zou moeten worden door gebruik te maken van gordijnen. Op
zich een interessant concept, te meer, dat aan de zuidkant van het museum
de optie wordt genomen om in tweede fase nog een volume tegen het mu
seum te schuiven als uitbreiding.
Terwijl Macken/Vande Velde/Venlet met hun concept van transparante boxen
en 'satellieten' toch een consistent ruimtelijke concept presenteren, blijft het
ontwerp van Tom Van Biervliet - zoon van - steken in een wat vrijblijvende
geste. Een diagonaal wordt door de centrale hall getrokken waarlangs de
gevraagde functies van balie, vestiaire, crea/okaa/, cafetaria en bookshop
wordt gezoneerd.
Stéphane Beef architecten ontwikkelen daarentegen een bredere, zelfs ste
denbouwkundige visie op de museumsite. De ontsluiting en parking wordt
herbekeken, waardoor de zogenoemde approach van het museum, zowel
voor de bezoeker als het personeel, een nieuwe dimensie krijgt Beef pre
senteert een heldere langetermijnvisie omdat een driedelig stappenplan ver
scbillende uitbreidingsfases ordentelijk organiseert In eerste instantie wordt
aan de achterzijde van het museum een lange balk geschoven die niet al
leen een nieuw, continu parcours door het museum genereert, maar ook de
centrale hall complementeert met een openlucht bee/denpatio.
Als vierde voorstel Joncentreert ook Wim Goes het programma aan de ach
terzijde van het museum. In het plan van Van Biervliet radicaliseert Goes
een kruisvormige aswerking. Loodrecht op de herkenbare hoofdrichting van
de inkomhall zet hij vanuit die hall in lijn met de twee deuren van de grote
en kleine tentoonstellingsruimte, een nieuwe as uit, die meteen een opening
slaat in de langste muur van de kleine tentoonstellingsruimte. Deze deur
geeft uit op een balkon, een soort glazen belvedère op de noordkant van
de tuin.
Museum Dhondt-Dhaenens 3 7
KUNSTWERK VAN LIESHOUT 3 DIMENSIONEEL I" l
VOOR A7� � , /
�--�· ··"'
DOSSIER ONDER\NERP PLAN DATUM
r�- :::::L /i ....:_ . . . �····/ ��-- - -.. _ _ ____ ___ __ __._ __
P_LA_
N_
N_R
__ • ___ _
BA / MDD - AVL 1 1 /1 00 l bouwaanvraag MDD KUNST\NERK J KUNST\NERK VAN LIESHOUT J 24/0612004
:l Kad. Sectie: 2de afd. sectie A nrs 1 57 a & 1 6 1 b 1 2 a 49 . 50 ca ( 1 2.495m') -------1 7 1 6 :
_____ _ _ ____________ .. ___ __ _ .!
• H e t b ij z ond ere van het museum MDD is d e lo cat i e , het l igt niet in d e stad maar i n e e n d o r p. Omringd do o r luxe v i lla' s d i e in het dorp z ijn ne ergestreken vanwege d e rijke a rtistieke gesc h i e d enis van de streek. D e archite c t uu r van het museum do e t o ok d e nken aan die van een villa z oals d i e in d i e t ijd geb ouwd we rde n , m o d e r nistisc h , vlak . r u i m en l i cht met e e n g r o o t gaz on e r vo or. Het is e e n mo o i geb ouw dat door z ij n func t i e als museum niet is aangeta s t d o o r de veren uit- en b i j - bouwd r i f t van de do orsne e B elg. H e t is dus e e n monument . "
Joep van L ieshout
38 Museum Dhondt-Dhaenens
Ontwerp paviljoen
Atelier Van Lieshout voor
MDD-tuin, 2004
Simulatie in tuin MDD
installatiezicht Mei en Vins,
tentoonstelling
Albert Oehlen, 2006
stad -in -de -stad', is een interessante deus ex mach ina . N iet alleen omdat het een
omslacht ige en dure verbouw ingsklus countert, maar vooral omdat het als mo
b iel pav iljoen, als kunstwerk dus, de arch itectuur met souplesse en in snelhe id
neemt en daardoor een statement formuleert ten aanz ien van de context waar in
het M D D vandaag moet opereren. De taal d ie Van L ieshout hanteert in z ijn
construct ies is van een n iet m is te verstane d irecthe id. D irectheid qua construc
t ie, d irecthe id qua assoc iat ies, d irecthe id qua mater ial ite it.
Conta inerstaal, camouflagekleuren, br icollagehout, ... AVL spreekt de taal van
de verfoeide koter ijarch itectuur d ie Vlaanderen zo typ isc h maakt. Door prec ies
een dergelijk pav iljoen in de voortu in te plaatsen van een museum in een over i
gens meer en meer mondfunct ionele, res ident iële buurt, kr ijgt het museum door
haar arch itectuur de noodzakel ijke e igenz inn ige, en weerbarst ige ident iteit d ie
je van een museum van hedendaagse kunst mag verwachten.
Moo i is ook dat de h istor ische integr iteit van het Van B iervl iet museumgebouw,
een museum vr ij van de hedendaagse, alom tegenwoord ige shopp ingmental iteit
waar Rem Koolhaas in z ijn boek Guide to Shopping al op alludeerde, groten
deels gevr ijwaard bl ijft.
Om het pav iljoen van Joep Van L ieshout te verankeren met de s ite is gekozen
voor het plan van arch itect W im Goes. Op het voorple in in de l i jn met de inkom
plaatst h ij een z itbank waardoor alle elementen van oud gebouw en n ieuw pa
v iljoen evenw icht ig in elkaar haken. Goes maakt alleen nog in het museum de
centrale hall vr ij, organ iseert het san ita ir in het
de voormal ige keuken, en herwaardeert de wand
met de Dav id Tremlett wandteken ing.
VERANDEREN OM ZICHZELF TE BLIJVEN
Is d it het e inde van de museumarch itectuur ? Is d it
een zwaktebod om kunstenaars met pav iljoens
en pseudo-t ijdel ijke -constructies de rol van de
museumarch itectuur te laten over nemen ? Van
u it een algemene v is ie op museumarch itectuur is
d it natuurl ijk geen alles zal igmakend recept. Te
meer omdat de toch wel brutale taal van iemand
als AVL n iet altijd strookt met de versch illende
werelden en gevoel igheden d ie in de hedendaagse kunst worden ontw ikkeld.
In het geval van het M DD is ju ist de complementar iteit tussen Van B ierv iiets
serene museumarch itectuur en de u itbund ighe id van AVL, ju ist op z ijn plaats
omdat ze respect ievel ijk onderdak b ieden aan de kunstcollect ie en het enterta in
ment rond de kunst.
Bl ijft bovend ien de n iet onaantrekkel ijke karakter ist iek aan het AVL-pav il
joen, dat het quas i t ijdel ijk de ru imte inneemt, en daarmee de open ing laat voor
n ieuwe plannen, n ieuwe ideeën omtrent het museum in de samenlev ing, n ieuwe
concepten inzake collectie en beheer.
Derhalve demonstreert deze kle ine gesch ieden is van de museumarch itectuur,
dat w il het M D D hetzelfde bl ijven en het testament van m ijnheer en mevrouw
Dhondt-Dhaenens op een zelfde man ier behart igen, 'alles' moet verande
ren. Het z iet er dus naar u it dat M D D b innenkort verandert om z ichzelf te
bl ijven.
•
Museum Dhondt-Dhaenens 39
Praktisch
CONTACT MDD - Museum Dhondt-Dhaenens
Museumlaan 1 4
983 1 Deurle
tel. + 32-9-282 S I 23 fax + 32-9-28 1 08 53
http:l lwww.museumdd.be
AUTEURS • Koen Van Syngel (0 1 965)
is zelfstandig architect en publ iceert
regelmatig over hedendaagse architectuur.
• Joost Declercq (" 1 955)
is directeur I curator van het MDD Deurle.
• Tonguy Eeckhout (" 1 980)
is wetenschappelijk stafmedewerker
van het MDD Deurle.
• Peter Rodrigues
Voorzitter Raad van Beheer
40 Museum Dhondt-Dhaenens
OPEN Van dinsdag t.e.m. zondag van I I u tot 1 7u
G ESLOTEN Op maandag. tijdens opbouw tentoonstell ingen
en van 25 december t.e.m. 7 januari
EDUCATIEF AANBOD Het MDD heeft een ruim educatief aanbod,
voor volwassenen en kinderen.
• Rondleidingen door bekwame gidsen
op aanvraag en tijdens nocturnes
• Lezingen en ontmoetingen in het kader
van de tijdelijke tentoonstell ingen
• Een jaarlijkse cursus hedendaagse kunst
in oktober - november
Uitstappen met de vrienden van het MDD
• Een kinderatelier op woensdagnamiddag
voor kinderen van 6 tot 1 2 jaar
De Paddagen, een dagje in het museum
voor scholen, lagere en middelbare graad
• Vakantieprojecten: verschillende dagen creatief
in en rond het museum tijdens de schoolvakanties
voor kinderen van 6 tot I 2 jaar.
WORD LID VAN HET MDD Individueel l i d (50 euro per jaar)
Gezin ( I 00 euro per jaar)
• Uitnodigingen voor alle manifestaties
(openingen, lezingen, concerten, lessen reeks,
uitstappen) per post en/ of per e-mail.
• Gratis toegang tot het MDD
• Gratis tijdschrift Museum DoorDacht
• Een korting van I 0% op een catalogus
uitgave buiten reeks
• Korting op de toegang van het SMAK en MHKA
• I 0% korting bij boekhandel Copyright
Steunend lid (250 euro per Jaar)
I NFO LEDEN Voor meer informatie kan u uiteraard steeds terecht
op + 32-9-282 S I 23, [email protected]
of www.museumdd.be
Stort uw bijdrage op KBC 737-0080530-63 van
de Vrienden van het MDD met vermelding van
naam en adres. Na ontvangst van uw betaling
sturen wij u onze informatie, activiteitenagenda
én persoonlijke l idkaart!
De werking van het MDD is mogelijk dankzij:
STRUCTURELE SPONSOR: Léon Eeckman Verzekeringen n.v.
PARTNERS: Europabank - HOP Sociaal Secretariaat
MET DE STEUN VAN : Ministerie van d e Vlaamse Gemeenschap;
Vlaamse Minister van Cu�uur. Jeugd, Sport en Brussel
Provincie Oost-Vlaanderen
Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem
LEON EEC KMAN FINE ARTS INSURANCE
leuropabank I IJ ; r " f I r n R r " � p
� I Ministerie van de n Vlaamse Gemeenschap
�" Provincie
Oost-Vlaanderen -1_
SINT-MARTENS-lATEM