1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een...

38
- ., li I " 1 1 - 11 n ' 1m E t , g lt I I I I De linke�zaal staat in evenwicht met de �echte�zaal. op die manie� dat ze complementair zijn. en de mogelijkheid creëren om 2 invalshoeken van mijn werk te tonen. De grootte van de zalen zijn zeer geschikt voor een juiste selectie, en ook om een evolutie te tonen van een periode van 6 jaar, zonder dat het te compact, onvolledig of te onhandelbaar wordt in ruimte. De architectuur leent zich uitstekend voor spanningsvelden nodig voor de installatie van mijn werken. Daarbij komt nog dat het gebouw een zekere rust uitstraalt door de horizontale architectuur. de omgeving en de lichtinval. Koen van den Broek

Transcript of 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een...

Page 1: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

� -

• ., li I " 1 1

-

11 • • lln' 1m E rv. t , g lil ril lt

I I I I

De linke�zaal staat in evenwicht met de �echte�zaal. op die manie� dat ze complementair zijn.

en de mogelijkheid creëren om 2 invalshoeken van mijn werk te tonen. De grootte van de zalen zijn zeer geschikt voor een juiste selectie, en ook om een evolutie te tonen van een periode van 6 jaar, zonder dat het te compact, onvolledig of te onhandelbaar wordt in ruimte. De architectuur leent zich uitstekend voor spanningsvelden nodig voor de installatie van mijn werken. Daarbij komt nog dat het gebouw een zekere rust uitstraalt door de horizontale architectuur. de omgeving en de lichtinval.

Koen van den Broek

Page 2: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Museum Dhondt-Dhaenens

Inleiding ules Dhondt (1889-1969) en Irma Dhaenens (1892-1973)

huwden in 1913. Jules Dhondt was een succes vol zaken­

man en een trouw mecenas van de Vlaamse Beweging. Na

de Eerste Wereldoorlog verwierf hij belangrijke aandelen

in de Handelsbank, de eerste Vlaamse financiële instelling.

In die tijd kocht het gezin Dhondt-Dhaenens zijn eerste

kunstwerken.

Kort voor de Tweede Wereldoorlog verhuisde het naar de nieuwe

villa Zodenhof aan de oe ver van de Leie in Deurle. De kunstcollec­

tie groeide aan, voornamelijk met Latemse kunstenaars, maar ook

met meer hedendaags werk. Stilaan rijpte het plan om de verzame­

ling openbaar te maken. In 1967 legden Jules en Irma Dhondt­

Dhaenens de eerste steen van hun mu-

seum, opgetrokken in de achten u in

van de villa. De opening vond plaats

in 1968.

Architect Erik Van Bier vliet tekende

een strak gebouw met asymmetrisch

links en rechts van de centrale hal de

tentoonstellingszalen: een grote ruim­

te voor de vaste presentatie van de col­

lectie van het echtpaar, een kleinere

voor wisselende tentoonstel lingen.

De ruime hal gaf uit op een moder­

nistisch ingerichte zithoek. Versprin­

gende muren met smalle raamspleten

zorgen voor een unieke lichtin val.

Vanaf het begin hebben Ju les en Irma

Dhondt-Dhaenens de deuren van hun

museum opengezet voor de toen vaak

verguisde actuele kunst. Toen het

S M AK in Gent nog moest beginnen,

boden ze al een plek waar kunstenaars

konden experimenteren. Die twee vul-

digheid maakt ook vandaag het wezen uit van M DD. Het is een

erkend museum én een hedendaags kunstencentrum, een inspire­

rende vrijhaven aan de Leie die kunstenaars kunnen innemen. Inhoud

2 Jules en lrma Dhondt-Dhaenens

16 Museum met een missie

34 M D D revisited

40 Praktische informatie

Page 3: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

ules en Irma D hondt-D haenens

Succesvol zakenman sticht een museum

ju/es Dhondt en lrma Dhaenens

2 Museum Dhondt-Dhaenens

ules Dhondt werd op 18 mei 1889 te Gent geboren. Doordat zijn vader

aan het begin van de twintigste eeuw naar Amerika zou zijn uitgewe­

ken, werd hij opgevoed door zijn moeder. Zij had een groentewinkel

dicht bij de Heuvelpoort in Gent. Op 7 mei 1913 trouwde Jules Dhondt

met Irma Dhaenens uit Zwijnaarde. Ook zij was van zeer eenvoudige

afkomst. Samen met zijn broer startte Jules Dhondt een groothandel in

aardappelen op onder de firmanaam Dhondt Gebroeders. In het gezelschap van

zijn vrouw reisde hij naar Polen en de landen van Noord-Afrika om er

pootaardappelen te kopen. De handel scheen nogal winstge vend te zijn,

want na de eerste Wereldoorlog verwierf hij belangrijke aandelen in de

pas opgerichte Handelsbank. Dit was de eerste Vlaamse financiële in­

stelling. Hij leerde zo progressieve Vlaamse intellectuelen kennen waar­

door zijn Vlaams bewustzijn verhevigd werd en hij mee wou streven

naar een financieel en economisch vrij Vlaanderen. Door de financiële

crisis van 1930 ging echter die eerste Vlaamse bank failliet. Ook Jules

Dhondt verloor zijn belegd kapitaal. De juwelen van Irma Dhaenens

werden zelfs gebruikt als onderpand om met een nieuw kapitaal te kun­

nen herstarten. Naast die financiële problemen overkwam hen nog een

veel grotere verdriet in 1931: hun enige zoon, Roger Dhondt, overleed

dan op veertienjarige leeftijd.

Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt

vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee ten onder waren gegaan in

de crisis van 1930. Dankzij een helder commercieel inzicht maakte hij binnen

• • •

Frits Van den Berghe,

Vissers aan de Leie,

1923, olieverf op doek,

80 x 62,5 cm

Page 4: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee
Page 5: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

George Minne,

De kleine reliekdrager,

/89 7, brons, 66 x 15 x 26 cm

4 Museum Dhondt-Dhaenens

enkele jaren de overgenomen bedrijven weer rendabel. Kort voor W OII betrok

het echtpaar de nieuwe villa 'Zodenhof', gebouwd aan de oevers van de Leie

te Deurle. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Jules Dhondt, op verzoek

van de Secretaris- Generaal voor de Ravitaillering, voorzitter van de Aardappel­

centrale. Na W O I I kon hij de bedrijven die hij beheerde naar een buitengewone

expansie voeren.

Op 18 januari 1964 werd de ' vzw Stichting Ju les Dhondt' opgericht. Deze had

tot doel "de middelen te verschaffen om actief bij te dragen tot de ontwikkeling

van het bewustzijn van de Vlamingen als volksgemeenschap én het verheffen

van het peil van hun kultuur." De toenmalige minister van Cultuur, Renaar Van

Elslande, die met belangstelling het mecenaat volgde, stelde aan de Koning voor

om Jules Dhondt te benoemen tot Commandeur in de Orde van Leopold 11. De

minister kwam persoonlijk naar villa Zodenhof om de eretekenen te overhandi­

gen en langdurig met het echtpaar over hun toekomstprojecten te praten.

Het was namelijk in die tijd dat het idee ontstond om hun verzameling onder te

brengen in een daar voor gebouwd museum. De leuze van Jules Dhondt was dan

ook: "mijn welstand heb ik voor een deel te danken aan het volk van Vlaande­

ren, een deel daar van moet naar dit volk terug!". Nog geen jaar na de opening

van hun museum, op 6 oktober 1969, overleed Ju les Dhondt. Vier jaar later, op

29 september 1973 overleed me vrouw Dhondt- Dhaenens te Deurle. Ze werd

bijgezet naast haar man in het familiegraf te Gentbrugge.

EEN MUSEUM VOOR VLAANDEREN

Bij de eerste steenlegging van het Museum Me vrouw Jules Dhondt-Dhaenens

op 19 september 1967, werd een loden buis ingemetseld met daarin de statuten

van het nieuw te bouwen museum. Die statuten bepaalden dat het museum tot

doel had om de verzameling kunstwerken, voortkomend uit de collectie van de

heer en mevrouw Jules Dhondt- Dhaenens, te herbergen en voor het publiek toe­

gankelijk te maken. Het gebouw en de bijhorende gronden konden te vens die­

nen voor het inrichten van allerhande manifestaties die de algemene cultuur en

het welzijn in Vlaanderen zouden bevorderen. De wil van het echtpaar bestond

erin om via die culturele weg het Vlaamse volk te ont voogden.

Jules Dhondt was al lang één van de trouwste mecenassen van de Vlaamse Be­

weging zonder zich ooit expliciet politiek te profileren. Zo was hij één van de

stichters van de Handelsbank, de eerste Vlaamse bank. Ook financierde hij be­

gin jaren zestig het eerste Festi val van Vlaanderen in Brussel, wat toen als een

provocerend statement van de Vlamingen in Brussel werd er varen. Met de wer­

king van het museum hoopte Jules Dhondt het Vlaamse volk cultureel te verhef­

fen. Om te zetelen in de Raad van Beheer nodigde Ju les Dhondt geëngageerde

mensen van diverse politieke strekkingen uit, die allen voor vechters waren van

de Vlaamse zaak. De inspanningen voor een cultureel en economisch onafhan­

kelijk Vlaanderen moeten gezien worden in een juist tijdskader. Het gaat om een

streven naar vrijheid en een erkenning van de Vlaamse taal en het Vlaamse erf­

goed. Het echtpaar zag het museum als cultuurgenerator voor de streek. Terwijl

de Vereniging van het M HK in Gent en het I C C in Antwerpen zich al in die tijd

toespitsten op de internationale actuele kunst, wou het Museum Dhondt-Dhae­

nens een platform bieden aan lokale of Vlaamse kunstenaars.

Hoewel het echtpaar Dhondt-Dhaenens al geruime tijd kunst verzamelde, was

• • •

Page 6: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Kunstenaar jozef Mees werd

gevraagd de verzameling

mee te helpen vormgeven

lrma Dhaenens metselt de

hoeksteen van het museum,

18 september 1967

Salon in het museum

(ca. 1969) met aan de

muur het portret van lrma

Dhaenens door Leon

De Smet en het portret

van de overleden zoon

Roger Dhondt door Hubert

Ma/fait, op de voorgrond:

Geo Verbanck, Naar het

leven, 1929

Museum Dhondt-Dhaenens 5

Page 7: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

"kom naar dit museum, alleen, overdag en het liefst bij zonneweer"

de kwaliteit van de verzameling eerder gering. Toen het idee groeide om de

verzameling openbaar te maken, werd kunstenaar en binnenhuisarchitect Jozef

Mees (1898-1987) gevraagd om de verzameling mee te helpen vormgeven. Enkel

de beste werken of de werken met een sentimentele waarde bleven behouden. De

andere werken werden verkocht en vervangen door meer representatieve kunst­

werken. Jozef Mees was bijvoorbeeld een grote bewonderaar van Frits Van den

Berghe, waardoor vele werken van die kunstenaar in de collectie terechtkwa­

men. Daarnaast mocht Jozef Mees werk aankopen van meer hedendaagse kun­

stenaars zoals Anne Bonnet, Jan Burssens, Roger Dudant of Pol Mara. Ook

werk van Jozef Mees zelf werd in die tijd verworven door het museum. De

uiteindelijke collectie die geschonken werd aan de stichting bestond naast die

hedendaagse kunst voornamelijk uit werk van de 'Latemse' kunstenaars, zoals

George Minne, Valerius De Saedeleer, Gustave van de Woestijne, Constant Per­

meke, Gust De Smet, Frits Van den Berghe, Hubert Malfait en Alben Saverys.

EEN PLEK VOOR ACTUELE KUNST

Dat er in de collectie verschillende Leiezichten zijn, is niet verwonderlijk. De

Leie kronkelt zich op nog geen honderd meter van het museum een baan door

het landschap. De villa van het echtpaar keek zelfs uit over de rivier. In de

Leielandschappen van Valerius DeSaedeleer en Alben Claeys wordt vooral de

vredige rust benadrukt, terwijl Edgard Tytgat net de levendige kunstenaars­

ontmoetingen langs de Leie heeft willen vereeuwigen. Ook het museum zelf

zou een plek worden waar men in alle rust van kunst kon genieten of kunst­

liefhebbers en kunstenaars kon ontmoeten op openingen, lezingen, concerten

en debatten.

Het was Jules Dhondt zelf die erop stond dat het museum als eerbetoon zou

genoemd worden naar zijn vrouw. Op 30 november 1968 had de plechtige

opening van het museum plaats. Walter Van Beselaere, toenmalig conserva­

tor van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen, gaf in

een toespraak de volgende raad aan het talrijk opgekomen publiek voor de

opening: "Kom terug naar dit Museum, alleen, overdag en het liefst bij zon­

neweer, want pas dan zult u elk schilderij in u kunnen opnemen, tot leven ge­

wekt door de zegen van het onvervangbare daglicht, opgenomen in een blanke

omgeving en in een levend contact met het heerlijke Leielandschap dat U, van

uit de zaal, dank zij de verticale spleetramen, bestendig aanwezig ziet en kunt

bewonderen, tot de overkoepelende hemel toe, die als een zegen hoog boven

de heerlijke daad van deze schenking blijft gespannen."

Terwijl de grote ruimte met de centrale patio voorbehouden was voor de vas-

te presentatie van de collectie van het echtpaar, diende de tweede, kleinere,

ruimte voor wisselende tentoonstellingen. De ruime hal gaf uit op een mo­

dernistisch ingerichte zithoek. Nog geen jaar na de opening werd door Karel

Geirlandt werk gepresenteerd in het museum van o.a. Bram Bogart, Paul Van

Hoeydonck en Valerio Adami. Dit bewijst dat de stichters, onder impuls van

Jozef Mees, vanaf het begin ook de deuren van hun museum open wilden hou- v

"ê �

kunstenaars hun werk presenteren en werden tentoonstellingen georganiseerd i· rond belangrijke vertegenwoordigers van de Vlaamse kunstgeschiedenis, zo- l:-

den voor de toen vaak verguisde actuele kunst. Daarnaast konden ook lokale

<' als Frits Van den Berghe, Alben Servaes, Alben Van Dijck of Gust De Smet. <i!!

6 Museum Dhondt-Dhaenens

• • •

Gustave De Smet,

De schietkraam, 1923,

gouache op papier,

52 x 59 cm

De grote ruimte met

de centrale patio was

voorbehouden voor de

vaste presentatie van

de collectie

De I' tentoonstelling

in MDD was gewijd aan

Frits Van den Berghe

MDD: vrijhaven aan de Leie

Page 8: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Museum Dhondt-Dhaenens 7

Page 9: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

EDGARD TYTGAT

HERINNERING AAN EEN ZONDAG ( 1926)

Latem en Deurle waren ook in de jaren 1920 een ontmoetings­

plek voor kunstenaars, kunstliefhebbers en schrijvers. Paui-Gus­

tave Van Hecke, bezat aan de oevers van de Leie een buitenver­blijf (villa Malpertuis) waar de bevriende kunstenaars welkom waren. Gust De Smet en Frits Van den Berghe woonden er trou­

wens een hele tijd. Ook toen a l internationaal bekende kunste­naars zoals Marc Chagall en Ossip Zadkine kwamen er op bezoek.

Op feestdagen wapperde dan de zwart-witte vlag van Gent - de kleuren van de vrijbuiters - aan de luifel van het huis. Edgard T ytgat ( 1879- 19S7) stelde op zijn typisch speelse ncil'ef-ver­

tellende manier één van de vele zondagen voor dat kunstenaars er elkaar terugvonden. Marc Chagall en zijn vrouw zitten achteraan

in de sloep die wordt bijgestuurd door Léon De Smet. Vooraan in de boot zitten Frits Van den Berghe en Oscar jespers, terwijl links op de oever Gustave De Smet zijn kunsten toont als boog­schutter. Hippolyte Daeye - in smetteloos wit - helpt Norine Van

Hecke aan land, terwijl P.G. Van Hecke zijn genodigden opwacht met drank en muziek. Edgard T ytgat zelfheeft zich teruggetrokken

in de bovenkamer van het landhuis. Vanaf 1920 wordt Edgard Tytgat de schalkse verteller; prenten­maker en illustrator met een heel eigen inspiratiewereld: taferelen uit het dagelijkse leven, circus, kermis, folklore en volksverhalen.

Door de keuze van de thema's, de indruk van onbeholpenheid en het frisse, openhartig en humoristische karakter verdient zijn werk een heel bijzondere plaats in de Belgische kunstgeschiedenis.

Edgard Tytgat,

Herinnering aan een zondag,

/926, olieverf op doek,

88x l /6 cm

VALERlUS DE SAEDELEER- DE LEIE TE LA TEM ( 1903)

Het werk De Leie te Latem is een scharnierpunt in de evolutie van Valerius De Saedeleer ( 1867- 194 1): enerzijds herkennen we nog

het gematigde impressionisme van zijn leermeester Franz Cour­tens, maar tegelijk is er het duidelijke streven om bepaalde kleur­vlakken op te lossen in effen, monochrome velden en zo te komen tot een vereenvoudigde, gesynthetiseerde compositie. Valerius De Saedeleer vond pas vrij laat zijn eigen vormentaal. Toen hij zich in 1898 vestigde in Sint-Martens-Latem, kon hij zich

herbronnen in een artistiek klimaat. Ook beeldhouwer George Minne, schilder Gustave Van de Woestyne en schrijver Karel Van de Woestyne kwamen er namelijk wonen. De ongerepte natuur,

de landschappelijke verscheidenheid en het goedkope, eenvou­dige leven trokken hen aan. Op het moment dat het impressio­

nisme haar laatste opflakkeringen kent, het fauvisme en kubisme in Frankrijk ontstaat en enkele kunstenaars in Duitsland het expres­

sionisme als nieuwe stijl introduceren, kiest Valerius De Saedeleer voor klassieke landschappen met een heel doordachte composi­

tie, een gladde textuur en een minutieuze voorstelling.

Page 10: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Valerius De Saedeleer, De Leie te Latem, 1903, olieverf op doek, 72 x 61 cm

Page 11: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Eugène Laermans,

De voddenrapers,

1914, olieverf op doek,

76 x 100 cm

EUGÈNE LAERMANS- DE VODDENRAPERS (1914)

Het werk van Eugène Laermans ( 1864 - 1940) heeft de am­

bigue spanning tussen het plattelandsleven en de opkomende

industrialisatie rond Brussel als thema. De arme stakkers die

hij voorstelt lijken onmachtig om hun eigen lot in handen te nemen en ondergaan hun onmenselijke levensconditie. Ken­merkend voor het werk van Laermans is het vastleggen van beweging: zijn personages zijn meestal op stap. In dit werk gaat

het maar om vier personen, soms echter gaat het over een massale volksbeweging.

Laermans portretteert meestal figuren aan de rand: aan de rand tussen platteland en stad maar ook figuren aan de rand

van de samenleving. Hoewel de meest dominante kleur in al

zijn doeken het groen is, is de industrie en het arbeidersleven

bijna altijd present. In dit werk bijvoorbeeld onderscheiden we duidelijk op de achtergrond de fabrieksschouwen. Het werk van Eugène Laermans wordt vaak ten onterechte

als oubollig bestempeld. Dit komt doordat hij vooral bekend is

voor die voorstellingen van de rauwe levensomstandigheden van de arbeider. Bij nadere studie blijken zijn werken echter

bijzonder spannend te zijn door de forse vormentaal, het origi­neel perspectief en de bevreemdende sfeer.

Page 12: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Frits Van den Berghe,

De droom (De schepping),

19 2 7, olieverf op doek,

120 x /40 cm

FRITS VAN DEN BERGHE

DE DROOM (DE SCHEPPING} ( 1927)

Tot midden jaren twintig was Frits Van den Berghe ( 1883 -1939), net als Gust De Smet, voornamelijk geïnspireerd door

het landelijke leven in Sint-Martens-Latem. Vanaf 1925 echter gaat hij steeds meer vreemde motieven en filosofische elemen­

ten opnemen in zijn oeuvre. Met dit werk tracht hij door te dringen tot de verborgen dieptes van de menselijke psyche.

Het doek De Droom illustreert deze overgang: de slapende figuur doet sterk denken aan het volumineuze boerentype die

we vaak terugvinden in zijn vroeger werk. De omgeving waarin hij ligt is echter abstract gehouden met donkere kosmisch­blauwe tonen. Drie merkwaardige figuurtjes in het rood, geel en paars dansen en zweven op het lichaam. Zij lijken uit een opening in de maagstreek op te stijgen. De figuurtjes willen zich enerzijds verschuilen achter hun windsels maar die tegelijk

ook afleggen om zo hun ware aard bloot te leggen zonder het mysterie evenwel volledig prijs te geven. Hiermee wijst Van den Berghe op de mogelijkheid om de droom als middel te ge­bruiken om het mechanisme en de inhoud van het onbewuste te leren kennen. Dit werk kan als aanloop gezien worden voor de vele schilderijen en tekeningen met een sterk surrealistische

inslag, waarbij groteske droomfiguren de overhand nemen.

Page 13: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

JEAN-JACQUES GAILLIARD

PORTRET VAN EEN JONGE SCHILDER (1943)

Terwijl zijn eerste werken sterk beïnvloed waren door het con­

structivisme uit de vroege jaren 1920, evolueerde de stijl van Jean-Jacques Gailliard ( 1890 - 1976) naar een hoogst persoon­lijke interpretatie van werkelijkheid en droom. Ook symbolisti­

sche elementen en figuren uit de klassieke mythologie komen voor in zijn werk. Zijn manier van schilderen lijkt.nerveus en impulsief, terwijl tekst een visuele rol toebedeeld krijgt. Door­dat zowel de lijnen als de kleurvlakken op de verschillende plans op een zelfde manier gebruikt worden, ontstaat een voorstel­

ling waarbij perspectief en verhoudingen hun betekenis verlie­

zen ten·koste van een picturale ritmiek. Jean-Jacques Gailliard wordt vaak vergeten in de recente Belgische kunstgeschiedenis,

hoewel zijn werk tot op vandaag uiterst origineel blijkt te zijn.

Jean-Jacques Gailliard,

Portret van een jonge schilder,

1943, olieverf op doek,

76 x 60 cm

ALBERT SERVAES- HET PASSIEVERHAAL ( 1919)

Albert Servaes ( 1883- 1966) wordt beschouwd als een over­gangsfiguur tussen de eerste (meer symbolistisch gerichte) Latemse groep en de tweede (meer expressionistisch gerich­te) Latemse groep. Het M D D bezit een vrij grote verzameling

werken van Servaes, waaronder de zeven houtskooltekenin­

gen voor het Lijdensverhaal ( 19 19). De emoties die gepaard gaan met angst, verraad, lijden, verdriet en extase worden zo

uitgebeeld dat de voorstelling elke anekdotiek overstijgt en een zeldzame intensiteit bereikt. De rauwe voorstelling van de gepijnigde Christus lokte echter veel negatieve reactie uit in

de katholieke Kerk. Het werd namelijk gezien als een radicale

breuk met de katholieke kunsttraditie waarbij de Christusfi­guur wordt geïdealiseerd en pijn doorstaat op een nobele en serene manier.

Page 14: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Albert Servaes, De gekruisigde Christus, 1919, houtskool, 78 x 62 cm

Page 15: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

se • •

met een missie

Een vrijplaats die kunstenaars kunnen 1nnemen

/6 Museum Dhondt-Dhaenens

Na het overlijden van Jules Dhondt volgde zijn weduwe hem op als voorzit­

ter van de Raad van Beheer. Zij vervulde die taak tot aan haar overlijden in

1973. Antoon De Pesseroey, burgemeester van Deurle, had vanaf het prille

begin de plannen van het echtpaar Dhondt- Dhaenens mee gesteund en had

onder andere gezorgd voor het perceel waar het museum op werd gebouwd.

Na het overlijden van lrma Dhondt-Dhaenens nam hij haar functie over als

voorzitter van de Raad van Beheer en hield hij het museum financieel ge­

zond. Antoon De Pesseroey stippelde ook grotendeels het tentoonstellings­

beleid uit. Vooral lokale en eerder traditionele kunstenaars kregen de kans

om tentoon te stellen in het museum. Jozef Mees mocht echter ook jaar­

lijks een aantal meer avant-gardistische kunstenaars uitnodigen om in het

museum hun werk te presenteren. Eén van de meest memorabele tentoon­

stellingen uit die tijd was Deurle 1117/73. Dit erg vooruitstrevend artistiek

project werd door Fernand Spillemaeckers van galerie MTL georganiseerd

en bestond alleen uit een aantal ingezonden documenten van kunstenaars

zoals André Cadere, Marcel Broodthaers, Sol LeWitt, Hans Haacke en Law­

rence Weiner. Het museum was duidelijk een vrijplaats buiten de artistieke

metropolen, waar desalniettemin dingen konden plaatsvinden die elders on­

mogelijk zouden zijn.

Met het overlijden van Antoon de Pesseroey in 1979 moest gezocht worden

naar nieuwe bestuursraadleden en naar nieuwe financieringsbronnen. In die

jaren tachtig werden voornamelijk solotentoonstellingen georganiseerd met

kunstenaars die zelf vroegen om de tentoonstellingsruimte te mogen gebrui-

• • •

Page 16: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

'Catalogus' en uitnodiging

(recto en verso)

van de tentoonstelling

Deurle 1117173

DEURLE 11/7/73

IIN TlfiiTOONITILU.O VIM _,_IC�N IN OOCUUf"'f IN lol!j YI"&AHO Mf T "'' t otOH(IAf:S l(ll.li 8I"UPPL ·tn oP'IMIIIIO 11 JULI!t'l'� 11111

tM I.X"""TIOH D'OIU\Ittll IT OI DO('UMlNTATION AV.U.T T'IAJf AU CONGIIEJ ot: BAUXILVI ttn ()I.NPITUIIIIIIMLLI!TIIntlll

.ANIXHietfiON � '«<I'KSANO OO(;I.NINTATJONAf/LATfO TO THI '"T" GAUSW"L$' COHMu.'' ONNifiM 11 JUL Y 1173 1 t •

EtNI ...U.TILLUNCI VOH oUIHITEH UH0 OOKlAtEN Tl'-' tU tUSAWEHUANG lollt Mlll 91"UIMLfA IU)NCJ"(M' 1173 �,MJNO 11 JOU ,.,-, 'I Utw

n r n u • u OELI'tll

WUilOM 0 HOHOT OH.UNI"'

MA.AH()AO 01NID40 O!ILOTE.H

FE""' LES L\MOI t:T IMADI CLOIIO WOHOA'f TUlSOA V ltoiCIJwTAGOIENSTAQJ GUeHLOI:JEN

Page 17: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

ken. Eén van de nieuwe krachten achter het museum was Frank Benijts.

Hij werd in 1986 voorzitter van de Raad van Beheer en stippelde vanaf

dan tot in 200 1 grotendeels het museumbeleid uit. Hoewel de klassiekers

vertegenwoordigd in de collectie hun plaats behielden, wou men van het

museum meer maken dan een praalgraf voor de kunstenaars van de streek.

Het intense tentoonstellingsbeleid werd voortgezet maar met meer aandacht

voor jonge actuele kunst uit binnen- en buitenland. Scharnierpunt voor

dit nieuwe beleid was de tentoonstelling Europese Raaklijnen (1989) met

werk van kunstenaars uit de twaalf lidstaten van de toenmalige Europese

Gemeenschap, zoals A.R. Penck, Per Kirkeby, Michelangelo Pistoletto en

Juliäo Sarmento. Door de confrontatie met het werk van

enkele Vlaamse kunstenaars werd de aandacht gevestigd

op de culturele raaklijnen die over het hele Europese con­

tinent lopen maar ook op de eigenheid van de Vlaamse ac­

tuele kunst. De Vlaamse emancipatieproblematiek in een

Belgische context was duidelijk achter de rug dankzij de

federalisering van het land. Een nieuwe uitdaging naar de

toekomst toe werd de dynamische profilering van Vlaan­

deren binnen Europa. Het bestaansrecht van het Museum

Dhondt-Dhaenens werd zo geactualiseerd en naar de toe­

komst toe verzekerd. Voor de daaropvolgende tentoon­

stellingen zoals Betekende Ruimte (1991) werden actuele

kunstenaars uitgenodigd met de vraag 'iets' te doen met de

eigenheid van de ruimtes en de omgeving van het museum.

Guy Rombouts en Monica Droste maakten bijvoorbeeld

een muurschildering op de gevel van het museum, gebruik

makende van hun azart-alfabeth. Ook Richard Venlet,

Gladstone Thompson, Pep Agut, Ann-Veronica Janssens en

vele anderen maakten werk geïntegreerd in de architectuur

van het museum. Regelmatig werden ook bekende Vlaamse

kunstenaars uitgenodigd die dan zelf konden kiezen met

wie ze wilden tentoonstellen. Het Museum Dhondt-Dhae­

nens werd op die manier een plek waar kunstenaars in alle

vrijheid hun eigen tentoonstelling konden ontwikkelen.

Nationale en zelfs internationale aandacht voor het mu­

seum kwam er naar aanleiding van de avant-première van

Documenta IX, met Jan Hoet als curator, in het Museum

Dhondt-Dhaenens ( 1992). Het werk van de delegatie Bel­

gische kunstenaars werd getoond in confrontatie met de

verzameling van het museum. Voor het eerst in het bestaan van het mu­

seum werd de verzameling hiervoor verhangen. Vanaf dan werd het mu­

seum steeds meer een plaats van confrontatie, enerzijds tussen verschillende

actuele kunstenaars, anderzijds tussen de moderne en actuele kunst. In

toenemende mate werd de collectie via die tijdelijke tentoonstellingen met

hedendaagse kunst geconfronteerd. Naast de kunstenaars die zelf hun ten­

toonstelling ontwikkelden, werd vanaf de jaren negentig ook in toenemende

mate beroep gedaan op gastcuratoren voor de concrete realisatie van de ten­

toonstellingen.

18 Museum Dhondt-Dhaenens

• • •

Ann-Veronica janssens,

werk geii1tegreerd in de

architectuur van het mu­

seum, tentoonstelling jonge

Europese kunstenaars, 1992

Guy Rombouts -

Monica Droste, Tussenin,

acrylverf. 300 x 1.100 cm

Muurschildering op de gevel

van het museum,

tentoonstelling Betekende

Ruimte, 1991

Page 18: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

ACTEDE FOI DANS LA GRANDË1'0RCE QU'ELLE FUT REVELEE A NOUS ART!Sl DE L'ART D ONT NOUS TEMOIGNONS P

--

Curator JanHoet en de Belgische kunstenaars op de avant-première van Documenta IX in MDD, 1992

V.l.n.r. Ra au/ De Keyser, Bernd Lohous, Jan Ho et, Patriek Carillon, Luc Tuymans, Guil/aume Bey/,

Marcel Maeyer, Wim De/voye

Marcel Maeyer, La montagne de /'art I/, /990,

mixed media op hout, 235 x 347 cm

Museum Dhondt-Dhaenens /9

Page 19: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

--

Page 20: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Angel Verara,

tentoonstelling Addenda,

1997

Ferrari onder de werken

uit de collectie,

tentoonstelling Swallow, 1994

Aglaia Konrad, zonder titel

Tentoonstelling

Groene Pasen, 1997

Voor de tentoonstelling Swallow (1994) werden de kantoren

binnenste buiten gekeerd en een Ferrari geparkeerd onder

de werken uit de collectie, voor Groene Pasen herbekeek

Bart Cassiman op een serene manier de betekenis van de

curator, voor de tentoonstelling Kritische Elegantie (1998)

verbleven de getatoeëerde varkens van Wim Delvoye in de

patio van het museum, ... Ook de collectie en de geschiede­

nis van het museum waren enkele malen vertrekpunt voor

een artistiek project. Zowel Craigie Horsfield (voor de ten­

toonstelling Deurle, 6 juli 1997) als Joëlle Tuerlinckx (voor

Nieuwe Projecten, nouveaux Projets D.D. in 1999) hebben

zich maanden verdiept in de sociale en historische context

waarin de collectie en het museum zijn ontstaan.

MUSEUM EN HEDENDAAGS KUNSTENCENTRUM

In de jaren negentig werd ook een aankoopbeleid opgestart.

De voorkeur ging uit naar kunstwerken die specifiek gepro­

duceerd waren voor het museum. Het eerste aangekochte

werk was een muurschildering van David Tremlett. Dit was

mogelijk dankzij de verkoop van de editie die gemaakt was

door de kunstenaar. Ook een deel van de installatie die Joëlle

Tuerlinckx in 1999 maakte voor het M D D, werd twee jaar

later verworven. De grote tuin rond het museum werd even­

eens regelmatig gebruikt om er werk te installeren. Kunst­

werken van Kris Martin, Jeroen Doorenweerd, Isa Genzken

en Bernd Lohaus vonden er ondertussen een vaste plek. Het

werk Wahnsinn (2001) van de jonge Belgische kunstenaar

Kris Martin verschijnt telkens wanneer de 17000 geplante

narcissenbollen uitkomen in het voorjaar. Het woord Wahn­

sinn verwijst naar Richard Wagner's Parsifal.

Sinds 1999 wordt het M D D erkend als museum terwijl het

ook wordt gesubsidieerd voor haar hedendaags tentoonstellingsbeleid. Door

die dubbele erkenning moest het museum haar structuur uitbreiden en aan

een aantal museale verplichtingen voldoen. Die professionalisering werd in­

gezet door Frank Benijts en verder gezet door Peter Rodrigues, die in 2002

de nieuwe voorzitter werd van de Raad van Beheer. De benoeming van Edith

Doove in 1999 als intendant voor een periode van vijf jaar, was een eerste

grote stap en betekende een nieuwe artistieke impuls voor het M DD. Het

idee waaruit werd vertrokken was dat het echtpaar Dhondt- Dhaenens een

verzameling kunstwerken op een intuïtieve en subjectieve manier had ver­

worven, dit met een grote belangstelling voor de kunst van 'hun tijd'. Met

de tijdelijke tentoonstellingen hedendaagse kunst wou Edith Doove, net als

wat het echtpaar Dhondt- Dhaenens in de jaren zestig had gedaan, een origi­

nele dwarsdoorsnede geven van de actuele kunstsituaties. Hiervoor werden

zowel groeps- als solotentoonstellingen georganiseerd met heel diverse kun­

stenaars. Voor de tentoonstelling 3ness (2000) werd bijvoorbeeld werk van

27 kunstenaars op een experimentele wijze gekozen door Edith Doove en

twee andere curatoren. Ook voor FEB.3.2002 (2002) werd werk uit erg ver-

• • •

Museum Dhondt-Dhaenens 2 /

Page 21: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

22 Museum Dhondt-Dhaenens

schillende hedendaagse kunsttradities met elkaar geconfronteerd. Hiervoor

werd onder meer de Bloodsushibank (2000) van Alicia Framis geïnstalleerd

waarbij iedereen die op de opening aanwezig was sushi kreeg in ruil voor

het doneren van bloed.

Toch bleef ook het tentoonstellingsbeleid met betrekking tot de moderne

Vlaamse kunst een constante. De meest succesvolle tentoonstelling op dit

vlak was zonder twijfel Een Zeldzame Weelde (2001) met Piet Boyens als

curator. Terwijl het Museum voor Schone Kunsten van Gent het werk van de

eerste Latemse groep toonde en het Museum van Deinze en de Leiestreek de

nadruk legde op de impressionistische schilderijen uit de Leiestreek, toonde

het M D D het expressionistische oeuvre van Frits van den Berghe, Constant

Permeke, Gust. De Smet, e.a. De collectie moderne kunst werd echter ook

regelmatig gebruikt als essentieel onderdeel van een artistiek project. Zo

maakten ondermeer Richard Venlet en Gert Verhoeven heel eigenzinnige

presentaties met een deel van de collectie.

Meest verregaand voor het M D D en diens omgeving was zonder twijfel de

ingreep van de Spanjaard Santiago Sierra. Voor zijn tentoonstelling in 2004

liet hij alle vensters uit het museum verwijderen waardoor de natuur vrijspel

kreeg in het museum en het gebouw uiteindelijk herleid werd tot een tijdelij­

ke ruïne. De interventie dwong het museum na te denken over vraagstukken

op het vlak van beveiliging en conservatie van de collectie, over de manier

waarop de kantoren zouden worden gebruikt, over de toegang tot een mu­

seum dat plotseling dag en nacht open zou zijn.

• • •

Alicia Framis,

Bloodsushibank, 2000

op de tentoonstelling

FEB.3.2002

Page 22: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Richard Ven/et,

tentoonstelling

MDDGRID, 2004

Op de voorgrond:

George Minne,

De dokwerker, 1910

Tentoonstellingen met moderne

en actuele Vlaamse kunst

zijn een constante in het MDD

Een Zeldzame

Weelde

KUNST VAN LATEM EN OE LEIESTREEK 1900-1930 1710612001. 2310912001_ GENT • DEINZE· DEURLE

Exhlbltlon'

....... ----·

_.........._ ... __ ...... �-.... �t1AIIII ....... ......_.n.e.rr.-, --

Page 23: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

11

Tentoonstelling Markus Lüpertz, 2005

MUSEUM MET EEN TOEKOMST

Met de tabu/a ras a van Santiago Sierra eindigde het vijfjarige beleid van Edith

Doove. De nieuwe directeur Joost Declercq maakt een duidelijke koerswijzi­

ging door te vertrekken vanuit het idee van de kunstenaar als individu. An­

ders kijken naar kunst, met aandacht voor de complexiteit van een oeuvre,

is een belangrijk aspect van het M D D - tentoonstellingsbeleid geworden.

Hiervoor wordt resoluut gekozen voor solopresentaties met de nadruk op

contextualisering en verdieping. Actuele kunstenaars en moderne kunste­

naars vertegenwoordigd in de collectie kunnen zo op een gelijk(w)aardige

manier benaderd worden. Zowel echte stars aan het kunstfirmament als

kunsthistorisch belangrijke maar vaak vergeten kunstenaars worden gepre­

senteerd. Door soms ook werk te tonen van kunstenaars die men vaag of

zelfs helemaal niet kent, stimuleert men de interesse of nieuwsgierigheid van

de bezoeker. In de zomer van 2005 was zo bijvoorbeeld de tentoonstelling

met werk van Hans Hartung een revelatie voor velen: iedereen kende wel de

naam Hartung, maar de internationale artistieke betekenis van zijn werk in

de twintigste eeuw werd miskend. Ook de betekenis van minder bekende

kunstenaars vertegenwoordigd in de collectie, zoals Louis T hévenet, Hip­

polyte Daeye, Jean-Jacques Gailliard en Eugène Laermans, wordt echt dui­

delijk dankzij kleinere solopresentaties van hun werk.

Sint- Manens-Latem en Deurle zijn al meer dan honderd jaar een plek waar

kunstenaars een vruchtbare voedingsbodem vonden. Het M D D wil een

plaats blijven waar kunst op een authentieke manier geproduceerd en be­

leefd kan worden. Het wil ook een plek zijn waar op een serene manier een

dialoog en reflectie over kunst kan ontstaan. Deze houding lijkt ons veel

genereuzer en dichter bij de betekenis van het Latem van de eerste decennia

van de twintigste eeuw dan de residentiële verkaveling waar Latem vandaag

slachtoffer van is geworden.

24 Museum Dhondt-Dhaenens

·-Koen van den Broek, tentoonstelling Paintings from the USA and Japan, 2005

Page 24: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

"Het MDD heeft bijna de ideale kwaliteiten die men aan een museumgebouw zou kunnen toeschrijven: helderheid , eenvoud, compactheid, overzichtelijkheid , goede geproportionee rde r uimten. gebo rgenheid, herkenbaarheid. Door zijn inplanting in een residentiële villawijk krijgt het museum een ongedwongen, eigentijdse vanzelfsprekendheid, iets 'huiselijks', z eker niet opdringerig. monotoon, protserig of dominant. Het zou evengoed een grote villa - museum - villa van een verzamelaar kunnen zijn. In dit karakter vol en intiem museum had ik het voorrecht twee keer te mogen tentoonstellen. In 1990 tijdens het Van Gogh-jaar. heb ik samen met een Poolse vriend Leszek Przyjemski (Museum of Hysterics). een 'Laatste hommage aan Vinc ent ' gebracht.

L'ART POOR L'ART

MORT POUR L' ART

L' OR POUR L'ART

Page 25: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Johan Van Geluwe,

tentoonstelling

Flanders Art Valley, 2000

Een hommage aan de

stichters van het museum

De tentoonstellingsruimte werd deels in de kleuren chromaatgeel (het hoge geel van Arles) en zwart (de dood) geverfd. In 2000 bracht ik mijn tentoonstelling Flanders Art Valley. een hommage aan de stichters I mecenassen van het museum: de heer en mevrouw Jules Dhondt-Dhaenens. Een herwerkte versie van het 'Kabinet van de Conservator' werd in het museum geïntegreerd. samen met rekwisieten en gerecycleerde elementen uit andere tentoonstellingen (Art Recycling Terminal). Op het 'Bureau van de Conservator' kregen iconen en memorabilia uit de kunstgeschiedenis een plaats. Tevens werd de mercantilisering. b analisering en verkitsching van kunst geparodieerd en ironisch vormgegeven, door o.a. een volle wand te behangen met de Financ i al Times met daarboven op toepasselijke ingelijste teksten. Een helrode loper verbond het bureau naar een cimaise met de portretten van de stichters en hun te jong gestorven zoontje. Een tekst werd b oven de museuminkom aangebracht:

CETERUM CENSEO HOC MUSEUM E S SE AMPLIF ICANDUM (overigens ben ik van mening dat dit museum uitgebreid moet worden)"

Johan Van Geluwe

Page 26: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

LIVEABLE STRUCTURES Did men ever create liveable structures for women? Do women create liveable structures for women? Do women create liveable structures for men? Are we mak ing it b etter? Do women create liveable structures for themselves? For their children? Are artists creating liveable structures for thei r viewers? Are artists creating liveable structures for thei r assistants? Why was Santiago pissed off? Was it worth dying for the pyramids? Egon Schiele still cannot buy canvas. And he was a male white middle European hetero. Adolf H itler's father had a w ife 23 years younger then him. Where does evil start? 99 years after Hitler was rejected at the academy of Fine arts of Vienna I b ecame a professor there- Will anyone I rejected change the course of the world in the wrong direction? Does all the support I received at the MDD keep me from making the wrong decisions as a professor? Had the time that Gerry and Johan spend work ing on the brain scultpure b e b etter spend w ith their children, families, friends , lovers? What can Martin K i ppenb erger claim back from the collecting society? How much of the art world can we really stand w ithout getting drunk? If there was a rnaral judgment who would w i n? Joost? Leen? Patrick? Tracey? Beatrice? Santiago? Gerry? Karl? Jan/us? Sands? Tanguy? Thierry? V incent? Anouk? Johan? Me? . . . ? Who is the best person and who is the b est artist? There is the academy of Fine Arts in Vienna whose architecture I can enjoy only when I close the door behind me and still the fact of having been in there or maybe having to go back in there again makes me shudder like having a really uncomfortable appointment in front of me ... after all just think about who has walked on these steps 99years ago in hop e , sweat and finally anger . . . ! in comparison the hours spend in the MDD enjoying the grey daylight falling into the cube, the final sunlight ... glad that the w indows where in place (men do create unliveable structures . . . )? Where the graffities in the MDD during Santi ago's show created by people who create liveable structures for other people? Does the female graffity artist I accepted into the academy of Fine Arts in Vienna create a liveable structure for other people? The spraypaint .. . ? Was the .God is dead· I wrote as an art student after reading N iezsche on all the b oxes i n my cupboard a more liveable structure then the narnes of God in 1 6 languages carved out and handpainted by the staff of the MDD? Who is the artist and who is the staff? Wh at' s fair?

Thanks to Joost, Leen, Beatri ce, Gerry, Johan. Jan/us , Tanguy and Vincent for the d i alogue. Which is a liveable structure.

Elke Krystufek

Elke Krystufek,

tentoonstelling Proper Use,

2005

Page 27: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

/ /

Tentoonstelling

jufiäo Sarmento, 2005

forget me

-/

"The first time I came to Deurle to visit the Museum Dhondt-Dhaenens I was quite surprised by the general environment. It is not aften one finds a Museum in such a prototypical residential area. At first the Museum looked just like another big family house. And in fact this is a feeling which kept lingering on. And it is a very good feeling indeed! A building which has the ability and generosity to receive almast any type or work by almast any type of artist. The light is amazing and it changes dramatically during the day. The space is human scale: generous but cozy at the same time. It can be rough or dainty according to any given preference. The rooms may almast disappear. .. It is right up my alley. And I enjoyed the experience immensely."

Juliäo Sarmento

Page 28: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

"Telkens wanneer ik de omgeving van het MDD nader lieer ik onwillekeurig de omringende site aan een potentieel filmdecor. Zo ook kan de tentoonstellingsruimte van het museum eigenlijk in één oogopslag. als één geheel bevat en aangevoeld worden. En misschien heb ik juist met deze gegevens in het achterhoofd de presentatie van mijn tentoonstelling in 2000 in een zekere zin uitgesproken filmisch aangepakt. Ik zag de ophanging van de werken bij wijze van spreken als een doorlopende filmstrook, staccato naast elkaar, als een lint van elkaar opvolgende beelden dat de volledige ruimte als één installatie omspant. Wellicht werd ik hierin uitgenodigd. of sterker: uitgedaagd door de filmische evidentie van zowel de omgeving als de ruimte binnenin van het museum."

Dirk Braeekman

Dirk Braeckman,

tentoonstelling z.Z(t)., 1999

Page 29: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Wim Delvoye,

getatoeëerde varkens

in de patio van het museum,

tentoonstelling Kritische

Elegantie, 1998

"In het MDD heb ik voor de eerste keer m1Jn getatoeäerde varkens tentoongesteld

binnen een architecturale context. Het is die confrontatie. tussen varkens en de hen omringende klassieke werken. alsook met het atrium van het museum, die in retrospectie

ervoor gezorgd heeft dat de titel Kritische Elegantie perfect de lading van mijn werken

dekte. Het is een term die ik dan ook blijf hanteren als motief voor deze reeks werken."

Wim Delvoye

Page 30: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Pour le Musée Dhondt-Dhaenens à Deurle,

Une architecture dans la nature.

Je travaille à l'extérieur.

Par dessus la haie un cheval regarde

Voit-il les empreintes du pinceau nr.SO ?

Niele Toroni.

tentoonstelling

Niele Toroni, 2000

Page 31: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Santiago Sierra,

Verwijdering van de glazen

ramen van een museum,

2004

Project Museum Dhondt-Dhaenens

VERWIJDER ING VAN DE GL AZEN R AMEN VAN EEN MUSEUM

Santiago Sierra

'Een team van glazeniers zal door het museum ingehuurd worden om alle glazen ramen van de

tentoonstellingsruimte te verwijderen, zowel binnen als buiten. De rest van de ruimtes,

zoals de kantoren en opbergruimtes zullen hier niet onder vallen. Evenzogoed vinden we

het noodzakelijk en ook onderdeel van het project, dat de veiligheidsmaatregelen voldoende

versterkt worden in deze ruimtes. Het verwijderen van de glazen ramen zal organisch en

menselijk materiaal binnenbrengen dat niet verwijderd zal worden. De ruimte zal minstens

een week voor de opening al in deze onbeschermde condities gebracht worden. De glazen

delen zullen opgeborgen worden buiten het zicht van het publiek , evenals materiaal of

meubilair dat weggenomen zou kunnen worden of vernietigd.'

Page 32: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

rev1s1te

Een kleine geschiedenis van de museumarchitectuur 1967-2006

34 Museum Dhondt-Dhaenens

Toen architect Erik Van Biervliet in1967 het Museum Dhondt-Dhaenens ont­

wierp, golden er heel andere regels en verwachtingen omtrent een museum­

gebouw dan vandaag. Centraal stond de idee om een privé-collectie een ac­

commodatie te verlenen waar de werken in degelijke omstandigheden zouden

worden bewaard en tentoongesteld.

Meer dan dertig jaar later maakte architect Paul Robbrecht een aantal prelimi­

naire schetsen voor de uitbreiding van het museum waarin nieuwe ruimtes en

faciliteiten opduiken: bibliotheek, cafetaria, educatieve ruimte ... Meteen is dui­

delijk dat de richtlijnen van de Internationale raad van Musea ( I C OM) en de het

Vlaamse museumdecreet impact krijgen op het museum. De museuminfrastruc­

tuur wordt afgestemd op een geïntegreerd pakket van taken zoals verzamelen,

bewaren, tentoonstellen en onderzoeken en dat alles met het oog op informatie

verstrekken ten behoeve van studie, opvoeding en vrijetijdsbesteding.

EEN THUIS VOOR EEN COLLECTIE,

EEN HUIS VOOR TENTOONSTELLINGEN

In 1967 concentreerde Erik van Biervliet zich in de eerste plaats op de archi­

tectuur van de tentoonstellingsruimtes. In de nadagen van het Miesiaanse

modernisme tekende van Biervliet een strak baksteen gebouw. Asymmetrisch

bouwde hij, links en rechts van een centrale hal, de ruimte op met op zichzelf

betrokken museumzalen. De ene zaal, uitgekleed en zonder enige franje buiten

een reeks van plafondhoge ramen, levert ruimte, en vooral gave muren voor de

schilderijcollectie. De tweede zaal ontwikkelde Van Biervliet rond een kleine,

• • •

Page 33: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Tuinproject Maria Roosen,

... ooo . . . Spiegelbee/d . . . ooo . . . ,

2002-2003

· vo o r mij i s h e t MDD e e n u i t d a ge n d e p l e k , e e n h e e l e i g e n p l e k . E e n m u s eum i n e e n v i l l a wij k v l a k bij G e nt , w a a r s o m s bij z o n d e r p r e s e n t at i e s p l a a t s v i n d e n . I k d e n k a a n d e t e nt o o n s t e l l i n g F r a n c a H ö r n s c h e m ey e r , J e r o e n D o o r e nw e e r d , A n n Ve r o n i c a Ja n s s e n s e n A l a n M u r ray ' ( l 9 9 2 ) , w a a r b ij h e t w e r k v a n J e r o e n D o o r e nwe e r d e e n p e r m a n e n t e p l e k k r e e g . E n h e e l b ij z o n d e r , h i s t o r i s c h ! , de t e nt o o n s t e l l i n g Swa l l ow ( 1 9 9 4 ) w a a r H o n o r é d ' O , A e r n o u t M i k ( ge it a a n m o t o r b l o k e n w e l p e n ) e n M a n f r e d d u S chu m e e d e de n . Z e l f heb i k d e k a n s g e k r e g e n i n d e t u i n v a n het m u s e u m e e n m o o i b e e l d t e m a k e n o o o . . . s p i e g e l b e e l d . . . o o o . . . ( 20 0 2 -2 0 0 3 ) e n h e e f t h e t MDD mij g e s t e un d met m i j n D u ive n - p r o j e c t ( 2 0 0 5 ) . I k v i n d h e t e e n t y p i s c h B e l gi s c h mu s e u m met v a n o u d s h e r . B e l g i s c h e r e g i o n a l e k u n s t e n a a r s i n d e c o l l e c t i e d i e v e r b i n d i n g z o e kt m e t d e h e d e nd a a g s e e n i n t e r n a t i o n a l e k u n s t we r e l d . O n d a n k s d at h e t fi n a n c i e e l s o m s p r o b l e m a t i s c h l ij k t , k a n e r o o k h e e l v e e l ; i s h e t MDD ambit i e u s e n p r e c i e s . E n i k v o l g het a l t ij d wat e r geb e u r t want h e t k a n s o m s h e e l v e r a s s e n d u it d e h o e k k o me n . "

M a r i a R o e s e n

Page 34: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

centr ale patio. Deze patio resoneert qu a sch aal in de voor het M D D typische

verspringende muurdelen die ge accentueerd worden door sm alle raamspleten.

Tegenover de lange g ave muren van de ene z aal, introduceerde Van Bier vliet hier

muren op sch aal van de woonk amer, wat ongetwijfeld een manier moet zijn

geweest om de oorsprong van de privé-col lectie gest alte te ge ven in de museum

architec ru u r.

Tegenover de op zichzelf beslotenheid van de twee grote tentoonstellingszalen,

st aat uiterst tr ansparante inkomh all die in één as lijn leidt n aar een derde, klei­

nere fel uitgelichte achterz aaL L angs deze as, situeerde Van Bier vliet de dienst­

lok alen, met enerzijds het onth aal en s anit air, en een bure auruimte anderzijds.

Archief- en bergruimtes zitten uiteindelijk tegen de achterge vel aangeschoven

terwij l op de verdieping een kleine conciërgewoning werd ingericht.

NIET MAKKELIJK TE VERBOUWEN

J arenl ang functioneerde het M D D met deze b asisinfr astructuur.

M aar gaandeweg muteerde de conciërgewoning wel tot educ atieve en

bure au - en extra archiefruimte.

Kleine vingeroefeningen in de ruimte, zo als de inter ventie met een

paar nieuwe w anden door architect Paul Robbrecht voor de tentoon­

stelling met werk van Cr aigie Horsfield lieten in de j aren negentig

meteen aanvoelen dat het concept van Van Bier vliet op zijn minst aan

actu aliser ing en /of uitbreiding toe w as.

Zonder een al te precieze opg ave kreeg Robbrecht eind j aren negentig

de opdracht om een schetsontwerp te maken voor de uitbreiding van

het museum. De preliminaire schetsen l aten meteen een balk vormige

uitbreiding zien die zich vertic aal af firmeert ten aanzien van het Van

Bier vliet gebouw. A ls een poortgebouw n aar de noordrand van de

tuin, markeert het nog sterker het toeg angsgedeelte van het museum.

Kenmerkend aan dit ontwerp is d at er radic aal een eigenzinnige,

nieuwe wereld aan het M D D wordt toege voegd. De nieuwe vleugel

die Robbrecht schetst ent zich bovendien als een wat vreemde pro­

these op het museumgebouw waardoor het niet denkbeeldig is dat het

parcours doorheen het museum w at ontwricht zou zijn ger aakt. Het

ontwerp van Robbrecht is nooit gere aliseerd, e venmin als de inzen­

dingen van vier architectenbure aus voor de wedstrijd die het M D D in

2004 org aniseerde. Het gebouw van Erik van Bier vliet laat zich niet

zo m aar verbouwen of 'annexeren '.

EEN PAVILJOEN ALS DEUS EX MACHINA

Na de wedstrijdronde van 2004 diende zich voor het M D D

een nieuwe situatie aan.

In pl aats van het museum zwaar te verbouwen is ge­

kozen om in de tuin een p avi ljoen van AVL, van de

Nederlandse kunsten aar Joep V an Lieshout, op te

stel len, w aarin meteen een pak van nieuwe, oblig ate

muse ale functies kunnen worden ondergebracht.

Dit paviljoen, d at in Rotterd am geruime tijd dienst deed

als werkpl aats en bar en c afet aria voor de 'rege lloze van Lieshout

36 Museum Dhondt-Dhaenens

• • •

Maquette Robbrecht-Daem

Architekten, 1999

Page 35: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

\ �

---..--. .. / -:......--.....--�..:.:.:8i-.. x I

'

'

I

I

-- - - ­,...

, ... - .... *

I

"" - -� \ i . - . I I . -v

: ', .... _ _ ;_, _ ,,., - �-

Visie op uitbreiding en

renovatie MDD, Stéphane

Beef Architecten bvba

� "

'll ï � z < m ;;o 0 m -o z 1"'\

ZOEKEN NAAR EEN TOEKOMST

In 2004 organiseert het MDD een besloten wedstrijd met een viertal ar­

chitectenbureaus. Uit het programma blijkt snel dat het museumbestuur

opteerde voor een budgettair bescheiden transformatie van het gebouw. De

vraagstelling is bovendien weinig prozaïsch: uitbreiding bergruimte, aanpas­

sing sanitair, integratie bookshop-bibliotheek-vestiaire, reorganisatie perse­

neelsruimte en -vergaderzaal en archief, integratie educatieve ruimte, een

cafetaria en het optimaliseren van de ontsluiting van de verdieping.

In het ontwerpvoorstel van het multidisciplinaire team Macken/Vande Veldel

Ven/et duikt meteen het begrip respect voor de bestaande architectuur op.

/ets wat de architecten in samenspraak met beeldend kunstenaar Richard

Ven/et, strategisch oplossen door schoon schip te houden in de centrale

hall van het museum. Met slim behoud van de wand met de muurtekening

van David Tremlett, organiseren ze op een uiterst compacte wijze de biblio­

theek-leeshoek en sanitair en cafetaria in een respectievelijk transparante

en gelakt glazen volume. Op een gelijkaardige manier worden de toegangs­

faciliteiten (onthaal, bookshop, balie, werkruimte en vergaderruimte) in een

glazen, transparante box voor het inkomportaal geplaatst Een transparantie

die getemperd zou moeten worden door gebruik te maken van gordijnen. Op

zich een interessant concept, te meer, dat aan de zuidkant van het museum

de optie wordt genomen om in tweede fase nog een volume tegen het mu­

seum te schuiven als uitbreiding.

Terwijl Macken/Vande Velde/Venlet met hun concept van transparante boxen

en 'satellieten' toch een consistent ruimtelijke concept presenteren, blijft het

ontwerp van Tom Van Biervliet - zoon van - steken in een wat vrijblijvende

geste. Een diagonaal wordt door de centrale hall getrokken waarlangs de

gevraagde functies van balie, vestiaire, crea/okaa/, cafetaria en bookshop

wordt gezoneerd.

Stéphane Beef architecten ontwikkelen daarentegen een bredere, zelfs ste­

denbouwkundige visie op de museumsite. De ontsluiting en parking wordt

herbekeken, waardoor de zogenoemde approach van het museum, zowel

voor de bezoeker als het personeel, een nieuwe dimensie krijgt Beef pre­

senteert een heldere langetermijnvisie omdat een driedelig stappenplan ver­

scbillende uitbreidingsfases ordentelijk organiseert In eerste instantie wordt

aan de achterzijde van het museum een lange balk geschoven die niet al­

leen een nieuw, continu parcours door het museum genereert, maar ook de

centrale hall complementeert met een openlucht bee/denpatio.

Als vierde voorstel Joncentreert ook Wim Goes het programma aan de ach­

terzijde van het museum. In het plan van Van Biervliet radicaliseert Goes

een kruisvormige aswerking. Loodrecht op de herkenbare hoofdrichting van

de inkomhall zet hij vanuit die hall in lijn met de twee deuren van de grote

en kleine tentoonstellingsruimte, een nieuwe as uit, die meteen een opening

slaat in de langste muur van de kleine tentoonstellingsruimte. Deze deur

geeft uit op een balkon, een soort glazen belvedère op de noordkant van

de tuin.

Museum Dhondt-Dhaenens 3 7

Page 36: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

KUNSTWERK VAN LIESHOUT 3 DIMENSIONEEL I" l

VOOR A7� � , /

�--�· ··"'

DOSSIER ONDER\NERP PLAN DATUM

r�- :::::L /i ....:_ . . . �····/ ��-- - -.. _ _ ____ ___ __ __._ __

P_LA_

N_

N_R

__ • ___ _

BA / MDD - AVL 1 1 /1 00 l bouwaanvraag MDD KUNST\NERK J KUNST\NERK VAN LIESHOUT J 24/0612004

:l Kad. Sectie: 2de afd. sectie A nrs 1 57 a & 1 6 1 b 1 2 a 49 . 50 ca ( 1 2.495m') -------1 7 1 6 :

_____ _ _ ____________ .. ___ __ _ .!

• H e t b ij z ond ere van het museum MDD is d e lo cat i e , het l igt niet in d e stad maar i n e e n d o r p. Omringd do o r luxe v i lla' s d i e in het dorp z ijn ne ergestreken vanwege d e rijke a rtistieke gesc h i e d enis van de streek. D e archite c t uu r van het museum do e t o ok d e nken aan die van een villa z oals d i e in d i e t ijd geb ouwd we rde n , m o d e r nistisc h , vlak . r u i m en l i cht met e e n g r o o t gaz on e r vo or. Het is e e n mo o i geb ouw dat door z ij n func t i e als museum niet is aangeta s t d o o r de ver­en uit- en b i j - bouwd r i f t van de do orsne e B elg. H e t is dus e e n monument . "

Joep van L ieshout

38 Museum Dhondt-Dhaenens

Ontwerp paviljoen

Atelier Van Lieshout voor

MDD-tuin, 2004

Simulatie in tuin MDD

Page 37: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

installatiezicht Mei en Vins,

tentoonstelling

Albert Oehlen, 2006

stad -in -de -stad', is een interessante deus ex mach ina . N iet alleen omdat het een

omslacht ige en dure verbouw ingsklus countert, maar vooral omdat het als mo­

b iel pav iljoen, als kunstwerk dus, de arch itectuur met souplesse en in snelhe id

neemt en daardoor een statement formuleert ten aanz ien van de context waar in

het M D D vandaag moet opereren. De taal d ie Van L ieshout hanteert in z ijn

construct ies is van een n iet m is te verstane d irecthe id. D irectheid qua construc­

t ie, d irecthe id qua assoc iat ies, d irecthe id qua mater ial ite it.

Conta inerstaal, camouflagekleuren, br icollagehout, ... AVL spreekt de taal van

de verfoeide koter ijarch itectuur d ie Vlaanderen zo typ isc h maakt. Door prec ies

een dergelijk pav iljoen in de voortu in te plaatsen van een museum in een over i­

gens meer en meer mondfunct ionele, res ident iële buurt, kr ijgt het museum door

haar arch itectuur de noodzakel ijke e igenz inn ige, en weerbarst ige ident iteit d ie

je van een museum van hedendaagse kunst mag verwachten.

Moo i is ook dat de h istor ische integr iteit van het Van B iervl iet museumgebouw,

een museum vr ij van de hedendaagse, alom tegenwoord ige shopp ingmental iteit

waar Rem Koolhaas in z ijn boek Guide to Shopping al op alludeerde, groten­

deels gevr ijwaard bl ijft.

Om het pav iljoen van Joep Van L ieshout te verankeren met de s ite is gekozen

voor het plan van arch itect W im Goes. Op het voorple in in de l i jn met de inkom

plaatst h ij een z itbank waardoor alle elementen van oud gebouw en n ieuw pa­

v iljoen evenw icht ig in elkaar haken. Goes maakt alleen nog in het museum de

centrale hall vr ij, organ iseert het san ita ir in het

de voormal ige keuken, en herwaardeert de wand

met de Dav id Tremlett wandteken ing.

VERANDEREN OM ZICHZELF TE BLIJVEN

Is d it het e inde van de museumarch itectuur ? Is d it

een zwaktebod om kunstenaars met pav iljoens

en pseudo-t ijdel ijke -constructies de rol van de

museumarch itectuur te laten over nemen ? Van­

u it een algemene v is ie op museumarch itectuur is

d it natuurl ijk geen alles zal igmakend recept. Te

meer omdat de toch wel brutale taal van iemand

als AVL n iet altijd strookt met de versch illende

werelden en gevoel igheden d ie in de hedendaagse kunst worden ontw ikkeld.

In het geval van het M DD is ju ist de complementar iteit tussen Van B ierv iiets

serene museumarch itectuur en de u itbund ighe id van AVL, ju ist op z ijn plaats

omdat ze respect ievel ijk onderdak b ieden aan de kunstcollect ie en het enterta in­

ment rond de kunst.

Bl ijft bovend ien de n iet onaantrekkel ijke karakter ist iek aan het AVL-pav il­

joen, dat het quas i t ijdel ijk de ru imte inneemt, en daarmee de open ing laat voor

n ieuwe plannen, n ieuwe ideeën omtrent het museum in de samenlev ing, n ieuwe

concepten inzake collectie en beheer.

Derhalve demonstreert deze kle ine gesch ieden is van de museumarch itectuur,

dat w il het M D D hetzelfde bl ijven en het testament van m ijnheer en mevrouw

Dhondt-Dhaenens op een zelfde man ier behart igen, 'alles' moet verande­

ren. Het z iet er dus naar u it dat M D D b innenkort verandert om z ichzelf te

bl ijven.

Museum Dhondt-Dhaenens 39

Page 38: 1 1 ,g lil ril lt I I I I - openbaarkunstbezit.be · Niet van plan om ten onder te gaan in een negatieve spiraal, nam Jules Dhondt vanaf 1931 met geleend geld bedrijven over die mee

Praktisch

CONTACT MDD - Museum Dhondt-Dhaenens

Museumlaan 1 4

983 1 Deurle

tel. + 32-9-282 S I 23 fax + 32-9-28 1 08 53

[email protected]

http:l lwww.museumdd.be

AUTEURS • Koen Van Syngel (0 1 965)

is zelfstandig architect en publ iceert

regelmatig over hedendaagse architectuur.

• Joost Declercq (" 1 955)

is directeur I curator van het MDD Deurle.

• Tonguy Eeckhout (" 1 980)

is wetenschappelijk stafmedewerker

van het MDD Deurle.

• Peter Rodrigues

Voorzitter Raad van Beheer

40 Museum Dhondt-Dhaenens

OPEN Van dinsdag t.e.m. zondag van I I u tot 1 7u

G ESLOTEN Op maandag. tijdens opbouw tentoonstell ingen

en van 25 december t.e.m. 7 januari

EDUCATIEF AANBOD Het MDD heeft een ruim educatief aanbod,

voor volwassenen en kinderen.

• Rondleidingen door bekwame gidsen

op aanvraag en tijdens nocturnes

• Lezingen en ontmoetingen in het kader

van de tijdelijke tentoonstell ingen

• Een jaarlijkse cursus hedendaagse kunst

in oktober - november

Uitstappen met de vrienden van het MDD

• Een kinderatelier op woensdagnamiddag

voor kinderen van 6 tot 1 2 jaar

De Paddagen, een dagje in het museum

voor scholen, lagere en middelbare graad

• Vakantieprojecten: verschillende dagen creatief

in en rond het museum tijdens de schoolvakanties

voor kinderen van 6 tot I 2 jaar.

WORD LID VAN HET MDD Individueel l i d (50 euro per jaar)

Gezin ( I 00 euro per jaar)

• Uitnodigingen voor alle manifestaties

(openingen, lezingen, concerten, lessen reeks,

uitstappen) per post en/ of per e-mail.

• Gratis toegang tot het MDD

• Gratis tijdschrift Museum DoorDacht

• Een korting van I 0% op een catalogus

uitgave buiten reeks

• Korting op de toegang van het SMAK en MHKA

• I 0% korting bij boekhandel Copyright

Steunend lid (250 euro per Jaar)

I NFO LEDEN Voor meer informatie kan u uiteraard steeds terecht

op + 32-9-282 S I 23, [email protected]

of www.museumdd.be

Stort uw bijdrage op KBC 737-0080530-63 van

de Vrienden van het MDD met vermelding van

naam en adres. Na ontvangst van uw betaling

sturen wij u onze informatie, activiteitenagenda

én persoonlijke l idkaart!

De werking van het MDD is mogelijk dankzij:

STRUCTURELE SPONSOR: Léon Eeckman Verzekeringen n.v.

PARTNERS: Europabank - HOP Sociaal Secretariaat

MET DE STEUN VAN : Ministerie van d e Vlaamse Gemeenschap;

Vlaamse Minister van Cu�uur. Jeugd, Sport en Brussel

Provincie Oost-Vlaanderen

Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem

LEON EEC KMAN FINE ARTS INSURANCE

leuropabank I IJ ; r " f I r n R r " � p

� I Ministerie van de n Vlaamse Gemeenschap

�" Provincie

Oost-Vlaanderen -1_

SINT-MARTENS-lATEM