078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 •...

81
jaar 2 Van denken naar doen

Transcript of 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 •...

Page 1: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Van der Burghweg 12628 CS DelftPostbus 2272600 AE [email protected]

debouwagenda.com

jaar2Van denken naar doen

2 jaar De B

ouwagenda

Page 2: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

De Bouwagenda

2 jaar De Bouwagenda Van denken naar doen

Page 3: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Een duurzaam, klimaatbestendig en circulair Nederland in 2050. Dat kan alleen als overheid, markt en kenniswereld de handen ineenslaan en op een radicaal andere manier gaan werken. Innovatiever, digitaler, integraler, kostenefficiënter, productiever, met meer kwaliteit, aantrekkelijk voor nieuwe generaties. Daarvoor is er De Bouwagenda. Met veel enthousiasme en energie hebben we de afgelopen periode gewerkt aan de ‘uitrol’ van onze Road Maps en thema’s. De Klimaattafel zorgde voor een stroomversnelling.De Bouwagenda is een vierjarig programma om doorbraken te realiseren in het vernieuwings- proces van de bouwsector. Want met de huidige manier van werken kunnen we de grote maat-schappelijke uitdagingen waarvoor onze samen- leving staat niet oppakken. Het is een continu proces, dat niet te afhankelijk moet zijn van conjuncturele pieken en dalen.

Inleiding Waarom De Bouwagenda?

Page 4: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

De les van de vorige economische crisis is dat Nederland anticyclisch moet durven investeren. Zo komen we tot een solide meerjarenaanpak: de verduurzaming van 100.000 corporatie-woningen per jaar, de inspectie en waar nodig versterking van 40.000 bruggen en viaducten en 137 sluizen, de realisatie van 10.000 frisse, duurzame en toekomstbestendige scholen in 2040. Voor deze en vele andere opgaven levert De Bouwagenda een plan van aanpak.

Dit doen we door als eerste de basis goed te regelen. De randvoorwaarden voor een nieuwe manier van werken zijn in kaart gebracht. Van daaruit zijn Road Maps en overkoepelende thema’s geformuleerd die een leidraad vormen voor de ruim vijftig aangesloten maatschappe-lijke spelers – brancheorganisaties, belangen- groepen, overheden en kennisinstituten – die zijn verenigd in de Bouwcoalitie. Zij zorgen voor de uitvoering. De Taskforce, bestaande uit vertegenwoordigers van de ‘gouden drie-hoek’ (overheid, markt en kennisinstellingen), coördineert, initieert, jaagt aan en neemt belemmeringen weg. Het programmabureau ondersteunt deze activiteiten.

Page 5: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

In deze voortgangsrapportage benoemt De Bouwagenda de speerpunten voor de komende tijd en presenteren we trots de resultaten van de afgelopen periode. Met grote dank aan en waardering voor iedereen die hieraan een bijdrage heeft geleverd.

Namens de Taskforce Bouwagenda,

Bernard Wientjes, voorzitter

Page 6: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

5

Waarom De Bouwagenda?

Wat hebben we bereikt? – 7

• Verduurzaming in stroomversnelling – 8• Focus op kennis en innovatie – 9• Onvoldoende prikkels – 9• Naar een circulaire bouweconomie – 9• Conclusie twee jaar De Bouwagenda – 9

Speerpunten voor de komende periode – 10

• Kosteneffectief en slim – 11• Gezamenlijke taal – 12• Olievlekwerking – 12

Interviews – 13

• Help ‘Playmobil-makers’ met innoveren – 13• Ruimte voor verdichting – 16• Het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek – 19• De Renovatieversneller, een methode voor verduurzaming – 22• Samen bouwen aan een circulair viaduct – 25• Een school is voor een hele gemeenschap – 28

Hoe staat het met de Road Maps? – 31

• Bruggen & sluizen –33• Toekomstbestendige waterhuishouding 36• Particuliere woningen – 39• Huurwoningen – 42• Nieuwbouw – 45• Scholen – 48• Utiliteitsbouw – 51• Aardbevingen –54

Inhoudsopgave

Page 7: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

6

Hoe staat het met de overkoepelende thema’s? – 56

• Samenwerken vanuit vertrouwen – 56• Wet- en regelgeving (Aanbesteden) – 58• Digitalisering en informatisering – 64• Human Capital – 68• Ontwerpen vanuit een integrale visie – 71 • Circulaire bouweconomie – 74• Kennis & Innovatie – 77

Inhoudsopgave

Page 8: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

7

Een vierjarig programma om doorbraken te realise-ren in het vernieuwingsproces van de bouwsector. Met die ambitie nam het kabinet ruim twee jaar geleden het initiatief voor De Bouwagenda. Want met de huidige manier van werken kunnen we de grote maatschappelijke uitdagingen waar onze samenleving voor staat niet oppakken. Verande-ring kan niet alleen van bovenaf worden opgelegd, maar is een samenspel van alle betrokken partijen.Inmiddels is De Bouwagenda op de helft van zijn bestaan. Er is veel gerealiseerd en op de rails ge-zet. We agenderen, signaleren, dragen oplossingen aan en smeden samenwerkingsverbanden. Het is vervolgens aan markt en overheid om dit verder op te pakken. Ruim vijftig aangesloten maatschap-

De Bouwagenda is op stoom! Het afgelopen jaar stond in het teken van de concrete uitwerking van de ambities die in het eerste levensjaar zijn gefor-muleerd. Doorbraken zijn er onder meer met de lancering van het Bouw en Techniek Innovatie Centrum (BTIC) en de DigiDealGO, die een belang-rijke impuls geeft aan de digitalisering van de bouw-sector. Ook de Klimaattafels hebben een aantal Road Maps en thema’s in een stroomversnelling gebracht. Daarnaast is hard gewerkt aan het creëren van de randvoorwaarden voor vernieuwing, zoals innovatieve aanbestedingsregels en een moderne opleidings-, onderwijs- en kennisinfra-structuur.

Wat hebben we bereikt?

pelijke spelers – brancheorganisaties, belangen-groepen, overheden en kennisinstituten – zorgen voor de uitvoering. Ze sluiten duurzame coalities. Zetten concrete projecten op waarvan we leren, zodat we ze kunnen uitbreiden, opschalen en door-ontwikkelen. Ze komen tot nieuwe manieren van werken: innovatiever, productiever, met gebruik van slimme ICT- en datatoepassingen. Ze bouwen aan een moderne opleidings-, onderwijs- en kennisin-frastructuur. Bedenken nieuwe financieringscon-structies, samenwerkingsvormen en regelgeving die stimuleert in plaats van belemmert. En boven-al: hebben de wil om gezamenlijk doorbraken te forceren.

Page 9: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

8

Verduurzaming in stroomversnellingHet kabinet stelde in maart vorig jaar de Klimaat-tafels in om met adviezen te komen voor een nieuw te sluiten Klimaatakkoord. Het doel is om tot 2030 de CO₂-uitstoot met 49 procent terug te brengen. Een groot deel van deze ambitie zal in de gebouw-de omgeving plaatsvinden. Aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving speelde De Bouwagenda een prominente rol. Hierbij werd dankbaar gebruik- gemaakt van het voorwerk dat binnen De Bouw-agenda is verricht, onder andere met de Road Maps voor particuliere woningen, huurwoningen en verduurzaming van scholen. Het betekent dat de plannen voor een duurzame gebouwde omgeving met nog meer slagkracht en draagvlak kunnen worden uitgevoerd.Het ontwerp van het Klimaatakkoord, dat eind vorig jaar werd gepresenteerd, geeft een gewel-dige impuls aan deze doelstellingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de zogenoemde ‘Startmotor’, die met behulp van De Bouwagenda onder meer door Aedes, Woonbond en het Ministerie van BZK is voorbereid. Met een vergelijkbaar tendersys-teem als voor wind op zee gaan we een aanzienlijk deel van de woningen uit de huursector versneld verduurzamen. De methode stelt corporaties in staat om de vraag te bundelen en daagt aanbie-ders uit om gestandaardiseerde oplossingen te leveren. Corporaties gaan in samenwerking met gemeenten, commerciële verhuurders, bouwpar-tijen, netbeheerders en energiebedrijven zo de komende drie jaar 100.000 sociale huurwoningen aardgasvrij maken. Het is een aanpak die geheel past binnen de visie van De Bouwagenda, waarbij door opschaling innovatie en betaalbaarheid wordt gerealiseerd. Een belangrijke conditie is om de 100 miljoen korting op de verhuurderheffing te gebrui-ken voor compensatie van woningcorporaties voor hun rol als ‘first mover’.Met het Ontwerp voor het Klimaatakkoord komen de doelstellingen van De Bouwagenda binnen handbereik. Voor de verduurzaming van de ge-bouwde omgeving ligt er nu een gestructureerde opzet, waarbij wijk voor wijk wordt aangepakt. Coalities die binnen De Bouwagenda zijn ontstaan, pakken ambities gezamenlijk op. Ook de plannen die aan andere Klimaattafels zijn ontwikkeld, wer-ken door in de bouwsector. Zo heeft de doelstelling van de Mobiliteitstafel om de CO₂-uitstoot van de transportsector omlaag te brengen ook conse-quenties voor het bouwverkeer. Ook committeren overheden zich aan duurzaam aanbesteden en duurzaam GWW in alle aanbestedingen van het Rijk.

Belangrijk is dat de transitie voor iedereen haal-baar en betaalbaar blijft. De kosten moeten voor huishoudens en bedrijven te dragen zijn. Het is goed dat er financiële steun komt voor woning-eigenaren om te verduurzamen. Daarbij is het belangrijk dat de mogelijkheden voor gebouwge-bonden financiering de komende periode verder worden uitgewerkt en tot concrete maatregelen leiden. Maar er is meer nodig om bewoners te verleiden. Daarom pleit De Bouwagenda sterk voor het ontzorgen van particuliere woningeigenaren. Met goede communicatie, heldere regels en onaf-hankelijke begeleiding op maat.

Doorberekening planbureaus: nog veel werk aan de winkel

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Centraal Plan Bureau (CPB) hebben op 13 maart 2019 hun doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord gepresenteerd. Volgens hen zijn de plannen vooralsnog niet voldoende om de klimaatdoelen - een CO₂-reductie van 49% in 2030 - te halen.

Voor de gebouwde omgeving zit de onzeker-heid voor een groot deel in de uitrol van de wijkenaanpak. Zo vragen de planbureaus zich af hoe geborgd wordt dat gemeenten de ruim anderhalf miljoen woningen gaan aan-wijzen om voor 2030 van het gas af te gaan. In de utiliteitsbouw is nog onduidelijkheid over de uitwerking van de aangekondigde streefnorm.

De Bouwagenda heeft bij met name het maatschappelijk vastgoed, zoals scholen, gepleit voor aanvullende maatregelen naast de routekaarten. Begin 2019 zijn voorstellen gedaan voor een Warmtefonds, dat iedere burger toegang geeft tot leningen voor ver-duurzaming van hun woning. Dat zal extra aardgasvrije woningen en extra CO₂-reduc-tie moeten opleveren. Dit sluit goed aan bij de aandacht voor ontzorging van particuliere woningeigenaren waarvoor De Bouwagenda aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving heeft gepleit.

Het kabinet komt naar verwachting ruim voor de zomer met een reactie.

Page 10: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

9

Focus op kennis en innovatieEen belangrijke uitkomst van de Klimaattafels is de nadruk op innovatie als drijver voor schaalver-groting en kostenreductie. Hierbij wordt expliciet verwezen naar het Bouw en Techniek Innovatie-Centrum (BTIC), dat afgelopen jaar is geïnitieerd door verschillende bij De Bouwagenda betrokken partners. Hierin werken overheid, marktpartijen en kennisinstellingen samen, wisselen ze kennis uit en pakken ze R&D-programma’s gezamenlijk op. Uitgangspunt is dat voor realisatie van de kli-maatdoelstellingen voor de gebouwde omgeving in 2050 doorbraken nodig zijn op het gebied van kennis en innovatie om de noodzakelijke kosten-verlaging en productiviteitsstijging te realiseren.Op het thema digitalisering zijn grote stappen gezet om te komen tot een Digitaliserings- & Informatiseringprogramma voor de bouw met sectorbrede afspraken over uitwisseling, eigenaar-schap en organisatie van data en informatie. Met de ondertekening van de DigiDealGO ligt er voor het eerst een sectorbrede aanpak met commit-ment van alle betrokken partijen om de digitalise-ring van de bouw in goede banen te leiden. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het creëren van schaalsprongen en circulariteit. Een vervolgstap is om ook het aanbestedingsproces zoveel mogelijk te digitaliseren, met belangrijke kostenvoordelen tot gevolg.Ook op het thema Human Capital is voortgang geboekt. In januari van dit jaar tekenden minis-ters Van Engelshoven (OCW) en Ollongren (BZK) samen met vertegenwoordigers van organisaties uit de sector Onderwijs en Bouw & Techniek een convenant om te komen tot een mbo-aanbod voor Klimaattechniek. Een doorbraak, waarmee be-drijven medewerkers krijgen die klaar zijn voor de toekomst en waarmee we nieuwe generaties de mogelijkheid bieden een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van Nederland.

Onvoldoende prikkelsNiet met alle Road Maps maken we vorderingen. Zo wachten we voor de Road Map Energie-infrastruc-tuur eerst de resultaten af van de Klimaattafel Elektriciteit. De Road Map Hoogbouw is onderge-bracht bij de Road Maps particuliere en huur-woningen. En inzet op de Road Map Wonen & Zorg is opgeschort omdat onze toegevoegde waarde hierop niet is gebleken. Ook is soms de realiteit weerbarstig en laten bestaande structuren zich lastig hervormen. Een voorbeeld is de verduurzaming van scholen. Een belangrijk maatschappelijk issue, want een

groot deel van de schoolgebouwen in Nederland is van slechte kwaliteit, en niet geschikt voor het onderwijs van de toekomst. Probleem is dat eigen-dom en gebruik van scholen doorgaans in verschil-lende handen liggen, waardoor er onvoldoende prikkels zijn om snel te renoveren. Een oplossing is om net als bij andere utiliteitsgebouwen institu-tionele beleggers te laten participeren, maar dit komt nog onvoldoende van de grond. In het huidige tempo lijkt de ambitie van De Bouwagenda niet te realiseren. Een belangrijke stap in de goede richting is een recent opgezet programma om tot tien aardgasvrije scholen in 2019 te komen. De bedoeling is dat dit vervolgens in stappen wordt opgeschaald richting 10.000 frisse, duurzame en toekomstbestendige scholen in 2040.

Naar een circulaire bouweconomieBinnen De Bouwagenda is ook het thema Cir-culaire Bouweconomie verankerd. De basis is de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie, die begin 2018 is gepresenteerd door een team vertegenwoordigers vanuit wetenschap, overheid en bedrijfsleven. Doel is om uiterlijk in 2050, maar liever veel eerder, de gebouwde omgeving volle-dig circulair te maken. Omdat de Transitieagenda nauw aansluit op de strategie van De Bouwagenda om de bouwsector te versterken en Nederland toe-komstbestendig te maken, is afgesproken om deze hierin onder te brengen met een eigen program-mabureau. De acties en activiteiten zullen daarbij zo concreet mogelijk worden verbonden met de opgaves in de diverse Road Maps en thema’s van De Bouwagenda.

Conclusie twee jaar De Bouwagenda Al twee jaar lang draait De Bouwagenda op volle toeren. Bij sommige Road Maps en thema’s is de trein al in beweging. De partners van het eerste uur blijven aangehaakt en werken steeds beter samen. Als de trein echt op snelheid komt, is de taak van De Bouwagenda volbracht. Bij andere plannen en besluiten is het denkproces nog in volle gang. In 2019 zullen we papier moeten omzetten in fysieke acties. Daarnaast zullen we meer moeten concen-treren op het borgen van de bereikte resultaten en zorgen dat de bouwpraktijk deze verder oppakt. Zodat ook na het beëindigen van de werkzaam-heden van De Bouwagenda de continuïteit van de uitvoering is verzekerd.

Page 11: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Speerpunten voor de komende periode

Page 12: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

11

Voortgang is er niet alleen bij het energiezuinig maken van de gebouwde omgeving, maar ook bij het klimaatbestendig maken van de infrastruc-tuur. De roep vanuit De Bouwagenda om aandacht voor de renovatie van verouderde bruggen, sluizen en viaducten vindt steeds bredere weerklank. Belangrijk is dat opdrachtgevers en -nemers dit samen, geprogrammeerd, circulair, efficiënter en duurzaam aanpakken. In 2019 vindt daartoe de eerste serie van gezamenlijke aanbestedingen plaats. Rijkswaterstaat, Provincie Noord-Holland en Provincie Overijssel onderzoeken welke projecten daarvoor geschikt zijn.

Kosteneffectief en slim Om op kosteneffectieve en slimme wijze te werken, kunnen we niet zonder nieuwe, innovatieve technieken. Belangrijk aandachtspunt voor de komende periode is het opzetten van een gestructureerde innovatie-infrastructuur voor de bouw. Zonneklaar is dat er een cultuuromslag nodig is in de bouw, die op dit moment onvoldoende innovatiegericht is. Zowel aan de aanbodkant – bij marktpartijen zelf – als bij de vraagkant, doordat opdrachtgevers in hun

De komende periode gaat veel aandacht uit naar het realiseren van concrete projecten. In de opstartfase kan De Bouwagenda betrokken blijven, maar uiteindelijk pakt de bouwpraktijk dit zelf op. De focus zal liggen op het snel uitvoeren van de aan de Klimaattafels uitgewerkte maatregelen om de CO₂-uitstoot terug te dringen. We hebben nog 11 jaar om de ambitieuze doelstelling voor 2030 te realiseren en nog 31 jaar om bijna 7 miljoen huizen en 1 miljoen andere gebouwen te verduurzamen.

Nu er eensgezindheid bestaat over de aanpak, komt er de komende maanden schot in het proces. Niet alleen in de 27 proeftuinen die het Ministerie van BZK vorig jaar lanceerde, op allerlei plekken in het land is de route naar aardgasvrije wijken ingezet. De Startmotor voor corporatiewoningen leidt tot versnelling en opschaling van de opgave. De eerste proefveiling van een gebundeld volume renovatiewoningen vindt nog dit jaar plaats. Daarna zullen snel meer veilingen volgen, waarmee een echte schaalsprong wordt gerealiseerd. Intussen bekijken we hoe commerciële verhuur-ders en mogelijk ook particuliere woningeigenaren kunnen aanhaken.

De rails zijn gelegd, de eerste wagons staan klaar. Nu is het zaak om de trein te laten rijden. In het jaar 2019 zal voor een aantal Road Maps en thema’s een duw gegeven moeten worden. Intussen werken we door aan de randvoorwaarden om te komen tot een toekomstbestendige bouwsector: betere samenwerking, versnelling en opschaling, met gebruik van innovatieve en digitale technieken.

Page 13: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

12

(Bouw Informatie Raad) het BIM Loket en de DSBI (Digitaal Stelsel Bouw en Installatie ). Het is een samenwerking waarbinnen bestaande initiatieven op het gebied van digitalisering worden gebun-deld en verder ontwikkeld. Met de ondertekening van de DigiDealGO op 11 april 2019 ligt er voor het eerst een sectorbrede aanpak met commit-ment van alle betrokken partijen om de digitali-sering van de bouw in goede banen te leiden. De komende periode gaat de sector aan de slag met het concretiseren van de afspraken en het uitrollen van de digitale strategie.

OlievlekwerkingDe benodigde cultuuromslag in de bouw is niet altijd in harde resultaten te vertalen. Binnen de diverse thema’s is er niettemin belangrijke vooruit-gang geboekt. De inspanningen gaan in 2019 onverminderd door. De overlap tussen thema’s is groot. Zo zijn nieuwe vormen van aanbesteden, waarbij opdrachtgevers en –nemers kennis pre-competitief delen, alleen mogelijk als er voldoende onderling vertrouwen bestaat. Binnen het thema Samenwerken vanuit vertrouwen wordt hieraan gewerkt, onder meer met de open MKB-convenanten. De voordelen van de werkwijze van het convenant waarbij in een vroeg stadium in samenwerking tussen markt en overheid slim-mere vragen in de markt worden gezet, zijn talrijk. Steeds meer gemeenten nemen de aanpak over, waarmee deze zich als een olievlek over het land verspreidt. Hetzelfde geldt voor het thema Ontwerpen vanuit een integrale Ontwerp-visie. Het vanuit De Bouwagenda opgerichte Ontwerp- & Bouwplatform (OBP) kijkt op diverse ontwikkel-locaties in Nederland mee om de kwaliteit van planvorming te verbeteren en innovatie en inte-graliteit te bevorderen. Uit elk project worden algemene lessen opgedaan die elders in Nederland kunnen worden toegepast.

Een thema dat ook overal terugkomt, is circulari-teit. Een onderwerp dat nog in de kinderschoenen staat, maar met brede steun vanuit het Rijk steeds meer voet aan de grond krijgt. Concrete acties op de korte termijn zijn het ontwikkelen van een geza-menlijke circulaire meetlat en een materialenpas-poort voor de bouw.

aanbesteding onvoldoende prikkels inbouwen voor innovatie. Een mijlpaal is de start van het BTIC. De ministeries van EZK, BZK en IenW, TNO, 4TU.Bouw, Vereniging Hogescholen, Techniek Nederland, NLingenieurs en Bouwend Nederland werken hierin samen, wisselen informatie uit en pakken R&D-programma’s gezamenlijk op. De afgelopen maanden is een grondige analyse gemaakt op welke vlakken er innovaties gerealiseerd moeten worden. Het betreft niet alleen technische innovaties, maar juist ook proces- en systeeminnovaties en kennisontwikkeling ten behoeve van onder meer gemeentes en woningcorporaties. Opdrachtgevers en bedrijfsleven moeten in de lead; de programmering moet geladen worden met vragen uit de markt en vragen waar opdrachtgevers in de bouw antwoorden op verwachten van die markt. Het Ministerie van EZK heeft aangegeven dat nieuwe, op innovatie gerichte consortia in de bouw in aanmerking komen voor faciliteiten van het nieuwe missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid (zoals de PPS-toeslag) en andere innovatiesubsidies, bijvoorbeeld uit de klimaatenvelop van het kabinet.

Gezamenlijke taalEen ander speerpunt is de digitalisering van het bouwproces. Hierin is de afgelopen jaren al veel vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld met Building Information Modeling (BIM), maar op het gebied van eenduidige data-uitwisseling is nog een wereld te winnen. De bouwpraktijk van nu is nog een Toren van Babel. Het ontwikkelen van één gezamenlijke taal is noodzakelijk om de communicatie tussen opdrachtgevers en -nemers te verbeteren, faal-kosten te minimaliseren en inefficiënties in het proces snel op te sporen. Het is nodig om met elkaar de investeringen die nu reeds plaatsvinden in digitalisering van de brede bouwsector beter te richten en te laten renderen.

De partners van De Bouwagenda hebben daarom de afgelopen periode de DigiDeal Gebouwde Omgeving ontwikkeld. DigiDealGO is een over-eenkomst tussen de overheid, de branchevereni-gingen van de bouw, de installatiesector en de toeleverende industrie, ondersteund door de BIR

Page 14: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

13

Help ‘Playmobil-makers’ met innoverenJan Willem van de Groep is opiniemaker, columnist en eigenaar van Factory Zero, een bedrijf dat inno-vaties realiseert door installatie- en bouwtechniek op een gestandaardiseerde manier te integreren. Zijn filosofie is dat de toeleverende industrie een aanbod moet kunnen doen van geïntegreerde componenten aan bouwers, waardoor die niet anders kunnen dan een beter en goedkoper voorstel doen aan hun opdrachtgevers. Hij wil de revolutie in de bouwsector starten bij de markt. We praten met Jan Willem over de innovaties die volgens hem nodig zijn om van de bouwsector een topsector te maken naar aanleiding van de start van het door De Bouwagenda geïniti-eerde BTIC (Bouw en Techniek Innovatie Centrum).

Page 15: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

14

Verandering start bij de markt

Jan Willem van de Groep: “Voordat ik mijn eigen bedrijf startte, heb ik zeven jaar binnen het programma Energiesprong gewerkt. Toen was mijn opdracht om door middel van innovatie de bouw te verduurzamen. Vanuit die rol heb ik een naam opgebouwd als opiniemaker met een visie tot betere en goedkopere spullen. Wat mij betreft is dát de opgave waar we voor staan. We moeten concrete oplossingen bedenken voor de grote vraagstukken waar we mee te maken hebben zoals het woningtekort of verduurzaming van het woningbestand.”

“De Bouwagenda heeft met het BTIC een top-down benadering. Die benadering ken ik uit mijn tijd bij de Energiesprong. Uiteindelijk ben ik ondernemer geworden om te laten zien dat inno-vatie in de bouw bottom-up kan (of moet)! De Installatie- en bouwtechniek waren altijd twee gescheiden werelden. Wij dachten: Dat kan anders en efficiënter. Als je die beide technieken direct koppelt, kun je veel sneller werken en goedkopere systemen aanbieden. Ik zie ons bij Factory Zero als Playmobil-makers. Wij willen geen lego meer op de bouwplaats, maar vanuit de fabriek, waar wij ‘Playmobil’ maken voor de bouw, elementen naar de bouwplaats vervoeren die daar simpel geassembleerd kunnen worden. Dat creëert een bouwpraktijk die om andere vaardigheden vraagt. Er zijn dan domweg aanzienlijk minder schaarse vakmensen nodig. Nu is het zo dat bij elk bouw-project het wiel opnieuw wordt uitgevonden, met kwalitatief matige resultaten tot gevolg.”

De cultuur van de bouwsector

“De bouwsector redeneert: ‘Als je een domme vraag stelt, krijg je ook een dom antwoord.’ Daarmee raak je precies de weeffout van de bouw. Onze sector is in mijn ogen erg vraagge-richt en vaak klantgezwicht. Maar je kúnt ook vanuit aanbod gaan redeneren. Laat opdrachtge-vers maar vanuit een slim en duurzaam aanbod keuzes maken. Opdrachtgevers kiezen heus voor een goedkopere oplossing als die aan alle eisen voldoet. Er is veel dat prima gestandaardiseerd kan en dat voor een veel lagere prijs. Deze manier van denken kent de bouw nog niet. Die weeffout is deels cultuur en deels hoort het bij het systeem binnen de sector. Er zitten in de bouw heel veel slimme mensen in een heel dom systeem. Je moet eerst het systeem zien te ontsluiten. Maar hoe verander je dat systeem? Het aanbod-denken is voor mij een groot onderdeel daarvan. Ik heb tijdens mijn studie bedrijfskunde geleerd dat je eerst de cultuur en dan pas de structuur moet veranderen, maar in dit systeem werkt dat niet. Het is de combinatie die moet leiden tot verande-ring. Het is belangrijk om condities te scheppen om ‘Playmobil-makers’ te helpen met innoveren. Daar kan het BTIC wellicht bij helpen.”

Innovatie vanuit het BTIC

“Ik zou in wet- en regelgeving graag innovaties willen zien. Die wetten zijn allemaal gebaseerd op oude technologie of helemaal geen technologie. Als je kijkt naar de luchtkwaliteit en het ener-gieverbruik van een woning, dan is dat allemaal te meten. Je zou bouwers moeten kunnen afre-kenen op die te meten prestaties. Maar nog steeds hanteren we theoretische normen en eisen voor

‘Het is echt essentieel dat je je afvraagt bij het nieuwe dat je maakt: hoe haal ik ooit de passende prijs?’

Page 16: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

gebouwen die niets meer met de praktijk te maken hebben. Wat mij betreft zou het bouwbesluit op één A4 kunnen.” “Ook opleidingen voor de bouw zijn veelal aan hervorming toe. Ik heb me in mijn rol als adviseur voor een nieuwe mbo-4 opleiding enorm verbaasd. Opleidingen zijn nog zo traditioneel. Ik heb leer-lingen met 24 jaar oude boeken gezien. En ze zijn bezig met praktijkopdrachten die werkelijk niets meer met de realiteit te maken hebben. Zo’n traditionele opleiding zet net afgestudeerden op een achterstand en dat helpt de bouwsector niet verder.”“Leren van andere branches is ook heel belangrijk. De auto-industrie is bijvoorbeeld bijna helemaal gedigitaliseerd en gerobotiseerd. We moeten binnen de bouwsector ook meer doen met soft-ware en Big Data. We halen bijvoorbeeld nog lang niet alle kansen die in BIM (Building Information Modeling) zitten eruit. Daar zijn veel slimmere processen mee te maken. Je zou moeten denken: “laten we de uitvoerder verwijderen van de bouw-plaats. Die persoon is er alleen maar om problemen die voor de schop komen ter plekke op te lossen. Als die er niet meer bij mag zijn, moet je heel anders nadenken over het proces. Bij het weglaten van dat element moet je innoveren. En dat kan met software.”

Innoveren vanuit het BTIC

“Mijn ervaring is dat kennisinstellingen en hoge-scholen weinig feeling met het bedrijfsleven hebben. Wat dat betreft heb ik mijn twijfels over hoe helpend het BTIC kan zijn bij de vraagstukken waar de markt mee zit. Innovaties moeten snel kunnen worden opgestart en met visie van de markt worden vormgegeven. Kortetermijn inno-vaties kun je beter aan de markt overlaten. Maar langere termijn innovaties kunnen je wellicht wel vanuit een innovatiecentrum laten initiëren. Vijf tot tien jaar is wat mij betreft die lange termijn. Vaak is dat ook een termijn die de markt zelf niet overziet. Kanttekening is wel dat bij elke innovatie wordt nagedacht over het businessmodel. Hoe ga je het idee of product in de markt zetten en wat is de businesscase? Denk je hier niet direct over na, dan is elk initiatief tot mislukken gedoemd.”“Goed voorbeeld is een van mijn eigen kindjes: Stroomversnelling. We hebben daar zonder twijfel dingen voor elkaar gekregen op het gebied van condities creëren. Bouwers gingen innoveren en er kwamen producten op de markt. Er is toen onvoldoende doorgepakt op industrialisering, op

manieren waarop de kostprijs omlaag gebracht moest worden. Uiteindelijk was prijs/product niet in verhouding. Dan zie je dat aannemers weer in vraagstand terechtkomen en op de oude voet doorgaan met projecten in plaats van te denken in bouwstromen. Het is echt essentieel dat je je afvraagt bij het nieuwe dat je maakt: hoe haal ik ooit de passende prijs? Dat hoort bij de innovatieopgave.”

15

Page 17: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

16

Ruimte voor verdichting

De Bouwagenda is binnen het thema Integraal Ontwerpen bezig een methode te ontwikkelen om met marktpartijen, ontwerpers en stakehol-ders voor stedelijke gebieden vast te stellen wat de opgaven zijn, hoe je die prioriteert en in gezamenlijk-heid kunt oplossen. Ook kijkt De Bouwagenda naar eventuele wettelijke belemmeringen en hoe deze weg te nemen zijn. Binnen het Integraal Ontwerpen bekijken we een opgave als het tackelen van regio-nale vervoers problemen om de leefbaarheid in een gebied te vergroten. Zo was er een sessie in januari waarbij de focus lag op de kansen voor verschillende stationstracés in Amsterdam. Voor het Amstel- en Muiderpoortstation is in die sessie gekeken of door overkluizing van de sporen meer woningbouw

Page 18: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

17

Uitbreiden van stations

Sharon Dijksma: “Wij hebben het gesprek verder vervolgd, ook met NS. Bouwen boven het spoor is een aantrekkelijk idee, want we hebben in Amsterdam een enorm gebrek aan ruimte. Ik zie alleen wel meer potentie voor het plan bij station Sloterdijk. Dit gebied willen we herontwikkelen binnen het plan ‘Amsterdam Havenstad’. Dat plan omvat twaalf deelgebieden ten westen en noord-westen van het centrum. Er moet daar ruimte komen voor 40.000 tot 70.000 woningen en 45.000 tot 58.000 arbeidsplaatsen. Ik zie zelfs voor me dat station Sloterdijk op termijn groter is dan Rotterdam CS. Dat station zal in de toekomst, door de woningen die we van plan zijn te bouwen, veel reizigers moeten verwerken.”

Roger van Boxtel: “De verdichting van steden zet door. Dat betekent dat de gebieden op en rondom het station steeds nadrukkelijker bekeken en benut worden. Onze visie is dat stations grote knooppunten zijn die er goed uit moeten zien en die toegesneden moeten zijn op de behoeften van mensen tijdens hun reis. Die faciliteiten kunnen we verder uitbreiden door zoals eerder gezegd te over-kluizen. Dat bouwen boven het spoor is in Parijs al gedaan. Daar staan nu bedrijfsruimten en een bibliotheek. En inderdaad, in Amsterdam en zijn we in gesprek of dat daar ook kan gebeuren.”

Mobiliteit en leefbaarheid

Sharon Dijksma: “Amsterdam wil de mensen die hier graag zouden wonen, een plek bieden. Dat is een gigantische opgave. We zijn voortdurend op zoek naar geschikte locaties en betaalbare grond. Zeker als je het spoor zelf kunt gebruiken als bouwlocatie is dat heel aantrekkelijk. Je kunt er bouwen op een A-locatie. Omdat het gebied is dat je niet eerder in het vizier had, is het ook relatief goedkoop om te ontwikkelen.”

Roger van Boxtel: “Je moet dan direct kijken hoe het zit met de mobiliteit in zo’n nieuw gebied. Je kunt niet bouwen zonder na te denken over vervoer. De wat minder dichtbevolkte gebieden leunen op auto en elektrische auto en gecombineerd vervoer. En in dicht bevolkte stedelijke gebieden zie je juist steeds minder auto’s en meer openbaar vervoer. Dat is niet links of rechts of politiek ingegeven. Ik zie dat overal gebeuren, ook in Parijs, Shanghai, en Londen. De vraag is steeds: ’Hoe krijgen we steden autoluw?’ Dan heb je andere manieren van reizen nodig. Daar moeten we bij nieuw te bouwen gebieden heel nadrukkelijk over nadenken. Want veel mensen willen zich op een steeds comforta-belere manier kunnen verplaatsen.”

of kantoren te realiseren zijn en hoe je die nieuwe gebieden dan weer verbindt met de rest van de stad. Kartrekkers Ben van Berkel en Carolien Gehrels zijn met de resultaten van deze sessies langs geweest bij Sharon Dijksma, wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit in Amsterdam en Roger van Boxtel, president-directeur van NS. Wat hebben de resultaten voor hen opgeleverd?

Page 19: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

18

Woningbouw stokt

Sharon Dijksma: “Roger heeft gelijk. Maar er is wel een probleem. Binnen de landelijke regelge-ving is er geen financiële mogelijkheid om binnen steden ontsluitingen te creëren voor nieuwbouw. We moeten bouwen, maar we moeten ook zorgen dat er voorzieningen zijn die bewoners van en naar hun nieuwe woonplek brengen. Voor die plannen kunnen we niet of nauwelijks aankloppen bij het Rijk. Hun spelregels lopen niet meer in de pas met de ontwikkelingen in de grote steden. De opgave is levensgroot en wethouders van grote steden maken zich zorgen, want als we het vervoer niet op orde krijgen, dan stokt ook het ontwikkelen van de woningbouw. Nu kijken we per ontwik-kellocatie ook naar tijdelijke quick fixes. We denken aan verbindingen met elektrische pendel-bussen voor het eerder genoemde Amsterdam Havenstad project. Maar we weten dat als we het op de langere termijn niet voor elkaar krijgen om de metro die kant op uit te breiden, dat dan de woningbouw blijft steken. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken is aan het trommelen: ‘Waar blijf je met je woningbouw.’ Maar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijft achter. Ondertussen zoeken we zelf naar andere manieren om het vervoersvraagstuk te financieren. En daar komt het idee van overkluizen ook weer om de hoek kijken. Als je op die spoortracés kunt bouwen, dan kunnen we de grondopbrengst van die tracés gebruiken om de stad verder te ontwikkelen. Wellicht lossen we het vervoersvraagstuk dan wel in eigen beheer op.”

“Hoe enthousiast we ook zijn over het idee, de gesprekken over het overkluizen van stations is nu nog in een embryonaal stadium. We hebben nog geen zekerheid of het kan of lukt, want het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet ook meedoen. We moeten ook goed nadenken over het transport van gevaarlijke goederen. Als je boven het spoor gaat bouwen, moeten we ons realiseren dat we dat doen met de geldende veilig-heidsvoorschriften in het achterhoofd.”

Roger van Boxtel beaamt: “Dat is inderdaad belangrijk. Goederenvervoer is al steeds veiliger geworden. Je kunt in je ontwerp voor zo’n over kluizing kijken hoe je de veiligheid kunt waar-borgen. Niemand wil daar een loopje mee nemen. Er lopen wat dit betreft al verkennende onder-zoeken. Daarmee is de conclusie en de oplossing er nog niet morgen, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het kan.”

Druk van buitenaf

Sharon Dijksma: “De creativiteit van het idee van overkluizen biedt in elk geval perspectief om het idee verder uit te werken. Wat dat betreft heeft het gesprek met Ben van Berkel en Carolien Gehrels gefunctioneerd als aanjager voor de discussie. We hebben druk van buitenaf nodig om met deze opgave verder te kunnen. Ik zie zeker een rol voor de methode die De Bouwagenda ontwikkelt.”

Roger van Boxtel: “Wij hebben ook goede erva-ringen met dit soort samenwerkingen. Ik zie dat er een enorme synergie kan ontstaan tussen gemeenten, architecten en bouwers. Bovendien is de mobiliteitsopgave veel te complex voor alle betrokken partijen alleen. Je hebt elkaar echt nodig voor oplossingen. Ik vind dat er hele boeiende ontwikkelingen ontstaan. Ik zie dat de combinatie van opgaven in het ruimtelijke, volks-huisvestelijke en mobiliteitsdomein steeds vaker samen worden opgepakt. Als oud-minister van grotestedenbeleid vind ik dat heel erg goed om te zien. Want meer ruimte, meer groen en schone lucht, is voor iedereen beter.”

‘Ik zie zeker een rol voor de methode die De Bouwagenda ontwikkelt’

Page 20: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

19

Het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek: een nieuwe opleiding met werkgarantie

Op 30 januari ondertekenden dertien organisaties uit het mbo, het bedrijfsleven en de overheid het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek. De organisaties willen komen tot een mbo-opleidingsaanbod dat meebeweegt met de veranderingen in de energietransitie, circulari-teit en klimaatadaptatie. De Bouwagenda heeft binnen de thema Human Capital het initiatief genomen voor dit convenant. Het initiatief laat zien dat mbo en bedrijfs-leven inspringen op de vraag van de markt naar veel meer gespecialiseerde professionals. Ook draagt het convenant bij aan een werkgarantie voor deze mensen in de toekomst. Is de ontwikkeling die het convenant wil

Page 21: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

20

Leren door samen te werken

Jan van Laake: “Het mboRijnland loopt wat betreft het opleidingsaanbod al voor op het convenant. Een voorbeeld van zo’n voorop lopende opleiding is Smart Technology waar Anouschca student is. Dit is een opleiding waarmee studenten leren met kennis en technisch inzicht maatschappelijke issues zoals duurzaamheid of eenzaamheid op te lossen. Hiermee anticiperen we al op de toekomst. Hoe dat zo is gekomen? We hebben ons als oplei-dingsinstituut een aantal jaar geleden afgevraagd: hoe houden we gelijke tred met alle innovatieve ontwikkelingen die gaande zijn? Het proces om daar antwoord op te geven hebben we samen met onze docenten in gang gezet. We stelden de vraag: ‘Hoe ziet de toekomst eruit?’ ‘Met welke technieken hebben we dan te maken en wat zijn de vaardigheden die daarbij passen?’ Het aardige was dat we erachter kwamen dat ook de bedrijven in de bouwsector en overheden met vraagstukken over de toekomst van het vak worstelden. Zij vroegen zich af: ‘Waar investeer ik in en hoe hou ik het kennisniveau hoog?’ We hebben toen besloten die worstelingen te bundelen in living labs waarin we als school samenwerken met marktpartijen en gemeenten. Daar is Palenstein Aardgasvrij, waar het convenant is ondertekend, een voorbeeld van. We hebben met deze labs ruimte gemaakt voor een andere soort van lesgeven. Er is heel veel kennis die tamelijk statisch is zoals wiskunde, natuurkunde en vaardigheden die blijven. Maar een groot stuk is dynamisch. Dat is het stuk

dat we open houden en waarin we steeds nieuwe living labs openen om nieuwe ontwikkelingen mee te nemen.”

Anouschca ten Bosch: “Het is als student heel erg leuk om deel uit te maken van de ontwikkelingen in de maatschappij. Het is nu echt een goede tijd om te studeren. Je weet al wat er kan en kunt al lerende meegaan met de nieuwe technieken. Leerlingen zijn soms al zo ver in hun kennis dat wij onze docenten moeten bijscholen op sommige punten. Dan voelt een project meer als een samen-werking dan dat het nog een les is.”

De toekomst is multidisciplinair

Jan van Laake: “Wat we in die living labs zien, is dat disciplines steeds meer door elkaar gaan lopen en dat ze in de praktijk meer en meer geïntegreerd worden toegepast. Dat vraagt om een andere manier van denken bij werknemers in de bouw. Binnen de opleidingen voor bouw hadden we altijd bouw, elektrotechniek en installatietechniek, die vallen nu door de opleidingen Smart Building en Smart Energy in elkaar. Het wordt een geheel. Dit is een voorloper op de opleiding Klimaattechniek waar nu door de partijen voor getekend is. Je zou kunnen zeggen dat Klimaattechniek een weer-slag is van integratie waarin gezegd wordt dat bouw, elektro, installatie, ICT, smart technology en bijvoorbeeld domotica niet meer op zichzelf staan. Het vakgebied vraagt om een technicus die

inzetten nu al te zien in de praktijk? Om daarachter te komen spreken we met Jan van Laake, Directeur Techniek en ICT & directeur van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology en Anouschca ten Bosch, student Smart Technology, beiden van het mboRijnland. Het mboRijnland heeft de ondertekening gefaciliteerd in hun Living Lab Palenstein Aardgasvrij, omdat zij zagen dat zo’n convenant echt nodig is.

Page 22: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

21

‘Ik denk dat het een ouderwetse gedachte is dat ICT en techniek niet voor vrouwen zijn’

binnen al deze disciplines kan werken. Die nieuwe opleiding Klimaattechniek komt dus niet naast ons aanbod, maar valt er overheen. Docenten gaan binnen deze nieuwe opleidingen samen met bedrijven een probleem oplossen en daar nemen ze studenten in mee. Het is leuk om te zien dat studenten veel harder lopen als ze merken dat hun werk impact heeft in de echte wereld. Ze voelen op hun klompen aan of ze iets relevants aan het doen zijn. Doordat de vragen die we in de living labs behandelen vaak voortkomen uit een behoefte of een probleem, is deze vorm van opleiden veel meer ‘human centered’. Je redeneert vanuit maat-schappelijke doelstellingen zoals: hoe maak ik een wijk energieneutraal? Dat spreekt andere groepen jongeren aan. Waaronder meisjes. Wat wij bij open dagen zien, is dat meisjes vaak aangeven dat ze iets met mensen willen doen. En dan denken ze dat een technische opleiding afvalt. Om andere doel-groepen te trekken moeten we in onze communi-catie goed over de bühne zien te brengen dat je binnen dit nieuwe vakgebied werkt met mensen, maar dat het middel techniek is.”

Anouschca ten Bosch: “Daar ben ik het mee eens. Mijn opleiding heeft maar zes dames van de 150 leerlingen. Ik denk dat het een ouderwetse gedachte is dat ICT en techniek niet voor vrouwen zijn. Je bent als student aan deze opleidingen vooral bezig met innovatie. Ik denk zeker dat het werken aan een beter klimaat voor vrouwen aantrekkelijk is. Bovendien maakt deze nieuwe soort opleidingen het mbo-onderwijs in het alge-meen een stuk aantrekkelijker. Niet alleen voor meisjes. Ik zit in het tweede jaar van mijn opleiding en ik krijg nu al banen, aangeboden. Omdat mijn opleiding nog zo nieuw is is het nog niet duide-lijk voor wat voor soort functie ze me vragen.

Organisaties zeggen dan: ‘Kom maar kijken wat er hier beter kan. En van daaruit zien we weer verder.’ Het is heel motiverend om als student zo serieus genomen te worden.”

Het belang van het mbo

Jan van Laake: “Het is een opsteker om naar aanleiding van het convenant met het mbo op een positieve manier aandacht te krijgen. Het mbo heeft in mijn ogen van oudsher een gebrek aan eigenwaarde. En dat terwijl mbo’ers voor de economie enorm belangrijk zijn. Als je ziet wat deze studenten kunnen ten opzichte van bijvoor-beeld hbo-studenten, dan is dat negatieve beeld onterecht.”

Anouschca ten Bosch: “Mbo niveau 5 is een combinatie van praktijk en theorie. Je moet alles snappen en kunnen. Voor een project voor de milieudienst van de gemeente Gouda hebben we fijnstofmetingen gedaan in het verkeer. Je moet dan zowel een onderzoeksplan maken als de tech-niek van de meters én de software die die meters met elkaar verbindt.”

Jan van Laake: “Hoewel we dus al heel veel doen op het mboRijnland, vinden wij wel dat het conve-nant een hele duidelijke richting geeft aan waar het heen moet met het onderwijs in de techniek en de bouw. Het onderstreept en versterkt wat we aan het doen zijn. Nu is het tijd om door te pakken!”

Page 23: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

22

De Renovatieversneller, een methode voor verduurzaming

De Bouwagenda heeft in het Klimaatakkoord ‘de Reno-vatieversneller’ geïntroduceerd. Dit is een manier van aanbesteden die helpt om een aanzienlijk deel van de woningen uit de huursector versneld te verduurzamen. Deze methode stelt corporaties in staat om hun vraag te bundelen en daagt aanbieders uit om gestandaardiseerde oplossingen te leveren. Het idee is gebaseerd op de erva-ringen die ondertussen zijn opgedaan bij de aanbeste-dingen voor ‘wind op zee’. Met de Renovatieversneller kunnen corporaties in samenwerking met gemeenten, commerciële verhuurders, bouwpartijen, netbeheerders en energiebedrijven de komende jaren mede invulling geven

Page 24: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

23

aan de ambitie om 100.000 sociale huurwoningen aardgasvrij maken. Dit grote aantal renovaties draagt bij aan de betaalbaarheid van verduurzaming en het jaagt innovaties in de bouw aan. Voor de Renova-tieversneller is onlangs een boegbeeld geïnstalleerd: Margriet Drijver, bestuurder bij Lefier. We praten met haar over de plannen en ambities die zij heeft voor de komende tijd.

Drijfveren

Margriet Drijver: “De opgave voor de grootschalige aanpak van corporatiebezit gaat mij ter harte. Dat is vooral uit persoonlijke interesse. Ik ben nu 15 jaar actief in de sector en een van de dingen waar ik mij hard voor maak, is hoe de corporaties omgaan met de maakindustrie. Ik ben bijvoorbeeld be-trokken bij de Regieraad Bouw en de Vernieuwing Bouw. Dat doe ik omdat ik ervoor wil zorgen dat wij als corporaties goede opdrachtgevers zijn. Er zit-ten echt verbetermogelijkheden in ons opdracht-geverschap. Ik heb zelfs een boek laten publiceren: ‘De kracht van een goede opdracht’. Wat ik zie, is dat we als corporaties vaak zelf bedenken welke ingrepen we willen doen aan ons vastgoed en al een oplossing formuleren. Daarna halen we er per project een bouwer bij. Dan gaan verschillende bouwers op verschillende plekken op een verschil-lende manier hetzelfde probleem oplossen. Maar als je kijkt naar ons bezit dan zie je dat er heel veel overlap is in de typen woningen die we hebben. Als je die woningen in je aanvraag combineert, kun je, door de schaal, samen met de markt een goed-kope en effectieve uniforme oplossing bedenken.”

“Dan is er nog een andere persoonlijke motivatie. Ik hoor bij de klimaatdrammers. We hebben nu een-maal een klimaatopgave. Boegbeeld zijn voor de Renovatieversneller is een praktische manier om daaraan bij te dragen.”

Visie op de Renovatieversneller

“Hoe we precies vorm gaan geven aan de Renova-tieversneller weten we nog niet honderd procent. We zitten nu in de fase dat we dat gaan uitwerken. Je wilt iets met elkaar en je gaat zoeken hoe je dat gaat doen. Dat maakt het een spannende opgave.”

“Wat ik wel voor me zie? Ik droom van corporaties die in een bepaalde regio met elkaar plannen ma-ken over het bundelen van hun uitvraag en samen met kennisinstellingen die plannen uitwerken om daarna met marktpartijen samen oplossingen te bedenken. Daarna pas komt de stap van inkopen. Deze manier van uitvraag bundelen doet Rijks-waterstaat al heel lang. Zij maken een inventa-risatie van hun vraag naar bruggen en gaan dan met markt en kennisinstellingen kijken hoe die vraag het best beantwoord kan worden. Zo kun-nen marktpartijen zich beter voorbereiden op de vragen van de toekomst. En kunnen ze innovaties financieren, omdat ze weten dat er een bulk aan projecten in het verschiet ligt.”

“Als ik het zo vertel klinkt deze manier van wer-ken als heel logisch. De praktijk is echter dat in de corporatiewereld ieder voor zich werkt. Wel zie ik de start van een mooie beweging die is ingezet. Elke corporatie moet gaan nadenken over wat er moet met het eigen bezit. En er is nu een besef dat het zo’n grote opgave is om al die woningen te renoveren dat solitair werken niet de oplossing is. Er is dus op bestuurlijk niveau bij de corporaties bewustzijn gekomen dat er iets moet veranderen.

Page 25: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

24

Ik wil graag mijn collega’s uitdagen en prikkelen én dan samen met andere partijen optrekken.”

Samenwerken voor bewoners

“Ik geloof erin dat langdurig samenwerken en dat doen vanuit vertrouwen het verschil gaat maken in de hele duurzaamheidsopgave. Als er slimme innovaties uit die bundeling van krachten rollen, dan profiteren de particuliere huizenbezitters daar uiteindelijk ook weer van. Voor ons als professio-nals is het al een enorme zoektocht om erachter te komen hoe je een woning goed verduurzaamt. Laat staan hoe dat voor een enkele particulier moet zijn. Ik vind het terecht dat de eerste stappen van de verduurzaming van het huizenbestand bij ons als corporaties liggen. Maar niet alleen de corporaties zijn aan zet. Er is ook afgesproken dat er budget komt vanuit de overheid om de ontwikkelkosten die de Renovatieversneller met zich meebrengt te dragen. Dat we die afspraak onderling hebben gemaakt, zorgt ook dat we hem moeten nako-men. De overheid betaalt mee aan deze methode en daarmee betalen zij mee aan oplossingen voor zowel de particuliere huizenbezitters als de corpo-ratiebewoners.”

“Wat dat renoveren voor corporatiebewoners con-creet betekent, is dat ze hun energielasten omlaag zien gaan en dat de woningen comfortabeler wor-den. Het ligt in de taken van de wooncorporaties besloten om te laten zien dat een woning beter wordt als we er ingrepen aan doen. We hebben wat dat betreft veel ervaring met het managen van de verwachtingen van bewoners. Mensen snappen ook wel dat het bij een verbouwing eerst minder wordt voordat het weer beter wordt. Als je zelf gaat wit-ten, zit je ook in de rotzooi.

We vertellen precies er gaat gebeuren, en dat loont. Over het algemeen hebben we na een reno-vatie tevreden bewoners. Nu nog zorgen dat het er veel meer worden op veel grotere schaal.”

“Mijn doel is dat we eind dit jaar concreet laten zien hoe de vraagbundeling werkt. Volgend jaar zomer wil ik op een aantal plekken in het land de vraag van enkele corporaties gebundeld aan gaan pakken. Ik heb er alle vertrouwen in dat dan het vliegwiel van de Renovatieversneller gaat draaien.”

‘Boegbeeld zijn voor de Renovatieversneller is voor mij een praktische manier om bij te dragen aan de klimaatopgave’

Page 26: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Samen bouwen aan een circulair viaduct

Sinds enkele jaren heeft Rijkswaterstaat (RWS) een Impulsprogramma Circulaire Economie. Het doel is dat RWS, net als de rest van Nederland, in 2030 circulair werkt en vanaf 2050 circulair is. Daarom reageerde RWS positief op het initiatief van aannemerVan Hattum & Blankevoort om in gezamenlijkheideen viaduct te ontwikkelen dat, dankzij het ontwerp bestaande uit ‘legoblokjes’, waardevol blijft. Op 14 januari 2019 werd het viaduct nabij Kampen geopend door staatssecretaris Stientje van Veldhoven. Het viaduct staat nu op de bouwplaats van de Reevesluis waar er zwaar verkeer overheen rijdt. Zo is het bouwwerk uitvoerig te testen. Rijkswaterstaat is een partner van

25

Page 27: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

De Bouwagenda. Samen zetten we ons in voor de Road Map Bruggen & sluizen en het thema Circulaire Bouweconomie onder leiding van Taskforcelid Elphi Nelissen. Er lopen inmiddels enkele pilots en circulaire projecten, waaronder dit mooie voorbeeld.

Samen werken en samen leren

Rob Valk was als assistent-projectmanager bij Rijkswaterstaat betrokken bij de totstandkoming van dit eerste circulaire viaduct van Nederland. “We werken al een paar jaar aan ons Impulspro-gramma circulaire economie. Het initiatief voor een Circulair Viaduct past goed binnen de aanpak van dit programma. We willen daarbinnen namelijk samenwerken met partners en leren door te doen. Dat lerend aspect is heel belangrijk, omdat het ons helpt om te komen tot goede oplossingen voor circulair bouwen.”

Het initiatief om het viaduct te ontwerpen kwam in 2016 bij aannemer Van Hattum & Blankevoort vandaan.

Rob Valk: “Ze hebben RWS en ketenpartners al in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkeling. In 2018 kwamen ze met een aanbod voor een ontwerp naar Rijkswaterstaat toe en vroegen ons of we in gezamenlijkheid het viaduct konden bouwen.” Zodoende is er een samenwerkings-verband gemaakt tussen Rijkswaterstaat, Van Hattum & Blankevoort en Spanbeton. Die laatste partij heeft de elementen voor het viaduct ge-produceerd. “We wilden in gelijkwaardigheid dit prototype realiseren, omdat we denken dat er betere circulaire innovaties worden ontwikkeld door marktpartijen als we ons als Rijkswaterstaat opstellen als betrokken ‘launching customer’ en niet enkel klassiek opdrachtgever blijven. We willen met dit prototype een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling richting een circulaire infra-structuur.”

Bij de uitwerking van het ontwerp voor het viaduct waren zowel de technisch deskundigen van Rijks-

waterstaat als van Van Hattum & Blankevoort en Spanbeton aangehaakt.

Rob Valk: “Dat was heel prettig. RWS stelt be-paalde eisen aan een ontwerp en die bleken een uitdaging te vormen voor dit circulair ontwerp. Het ontwerp sloot namelijk niet overal aan bij de richtlijnen die Rijkswaterstaat voorschrijft voor bouwwerken. Toen hebben we samen gezocht naar de ruimte die er wél was. Zo zijn er bijvoorbeeld de Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK). Daar hebben we op een aantal punten van afgeweken om het viaduct toch mogelijk te kunnen maken. Die punten zijn aangetoond met Eurocodes, waarmee de veiligheid van een bouwwerk wordt aangetoond. Omdat we met elkaar in gesprek zijn gebleven, hebben we nu voor het maken van het prototype oplossingen gevonden die net zo veilig zijn.”

Leren in elke fase

“Op dit moment leren we veel van het viaduct, omdat we het bouwwerk monitoren. Dat doen we op verschillende manieren. Met speciale sensoren die aan het viaduct zijn bevestigd, meten we de doorbuiging van het viaduct inclusief de verplaat-singen van de elementen, en de spanning in de voorspanningskabels. Ook monitoren we de voegen tussen de blokken. Iedere keer als er een vracht-wagen over het viaduct heen rijdt, leren we weer meer over het bouwwerk.”

Het bouwen van dit prototype was natuurlijk geen doel op zich. Uiteindelijk moeten alle viaducten en bruggen in Nederland circulair worden gebouwd.

26

Page 28: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

27

Rob Valk: “Daarom willen we dat anderen meepro-fiteren van de lessen die wij nu leren en al geleerd hebben. Samen met De Bouwcampus hebben we een Open Leeromgeving Circulaire Viaducten gelanceerd om marktpartijen uit te dagen hun er-varingen in circulair bouwen te delen. En uiteraard brengen we de resultaten in van de ervaringen met het prototype. In de Open Leeromgeving kijken we naar waar de bestaande kennis verder moet wor-den uitgediept. Het ontwikkelen van een circulair viaduct is pionieren en dat kun je het best samen doen. Eerst moeten we samen kennis ophalen en bijeen brengen wat er is. Vervolgens kijk je welke vragen er resteren. Als we dat in kaart hebben, willen we met een innovatieve uitvraag partijen oproepen om oplossingen voor die leemtes te be-denken. Op die manier ondersteunen we de markt in het verder ontwikkelen van circulaire viaducten. De circulaire economie gaat alleen werken als we uit onze eigen kokers stappen. Daar zijn we nu wel van overtuigd.”

“Wat nog een mooi vervolg is op het plaatsen en monitoren van het prototype, is dat we gaan kijken waar we na komende zomer het viaduct een herbestemming kunnen geven. Meerdere partijen hebben al aangegeven interesse te hebben, maar de keuze voor de uiteindelijke herbestemming gaan we nog nemen. De blokken en kabels zijn zo ontworpen dat ze gedurende 200 jaar herge-bruikt kunnen worden. We gaan de constructie dus demonteren. Dat is opnieuw een moment waar we ervaring uit zullen opdoen. Van de demontage willen we weer met z’n allen maximaal leren.”

‘Om innovaties aan te jagen heeft Rijkswaterstaat zich bij dit project opgesteld als launching customer’

Page 29: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

28

Een school is voor een hele gemeenschap

De Bouwagenda maakt zich met de Road Map Scholen hard voor het grootschalig renoveren van school-gebouwen. Zoals verderop in dit document beschreven staat, loopt de praktijk achter op de opgave. Er moeten per jaar vijf keer meer scholen gerenoveerd worden om het in het Klimaatakkoord gestelde doel voor 2040 te halen. Gelukkig zijn er aansprekende voorbeelden van scholen waar het wel is gelukt om een gebouw toekomst-bestendig te maken. Zo is er de innovatieve renovatie van De Leister Igge in Smallingerland (Friesland).

Page 30: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

29

Albert Jan Tiemens, teamleider huisvesting van de holding Adenium (samenwerking tussen twee onderwijsstichtingen) in Drachten en project-leider van de verbouwing van school De Leister Igge, geeft op het moment heel veel interviews. De Leister Igge, de eerste naar nul-op-de-meter gerenoveerde school van Nederland, heeft onlangs de Dubo award gewonnen voor meest duurzame project van 2018. Er is dus genoeg interesse voor de duurzame school. Je vraagt je af: “Waarom blijft de renovatieopgave dan steken?”

Lef en vertrouwen

Albert Jan Tiemens: “Laat ik de vraag positief benaderen. Het gaat in deze opgave vooral om lef, vertrouwen en visie. Ons schoolbestuur heeft een hele goede relatie met de gemeente. We hebben samen de durf gehad om iets nieuws te proberen. Dat begon in 2011 met het formuleren van een hel-dere visie op krimp in onze regio door de gemeente die daarna in overleg ging met de schoolbesturen. We moesten er vervolgens over nadenken welke scholen prioriteit kregen en hoe we ons wilden organiseren om die krimp het hoofd te bieden. Van daaruit zijn we gaan kijken wat er mogelijk was in onze samenwerking met betrekking tot de reno-vatie van De Leister Igge. Ik zie dat er bij andere scholen en gemeenten soms weinig vertrouwen is. En er is een mate van onbegrip over de moge-lijkheden en onmogelijkheden van een partij. Een gemeente wil bijvoorbeeld heus van alles, maar ze moet te allen tijde rekening houden met wet- en regelgeving. We hebben samen met de gemeente Drachten-Smallingerland en kennisinstelling Platform 31 gekeken hoe we op een flexibele manier met die wetten en regels om konden gaan.”

Flexibel omgaan met wat er mag“Wij mogen als school bijvoorbeeld niet investeren in stenen*. Alleen in onderhoud en installaties. En dus hebben we besloten dat we een renovatie wil-den die klimaatneutraal zou zijn. De winst die een klimaatneutraal gebouw voor het schoolbestuur oplevert (geen kosten meer voor gas en elektra) wilden we investeren in de installaties. Deze instal-laties heeft de gemeente voor ons gefinancierd. Wij betalen daar jaarlijks een bedrag voor aan de gemeente. Natuurlijk heb ik juridisch laten checken of dit allemaal mocht. Andere randvoorwaarden

voor de verbouw waren, een schone luchtkwaliteit en het gebouw moest nul-op-de-meter worden. We hebben in gezamenlijkheid een aannemer ge-zocht die de komende twintig jaar verantwoordelijk wilde zijn voor het onderhoud aan de school. Het idee was, dat als ze voor een lange tijd de kosten zouden moeten dragen voor onderhoud, het in hun eigen belang is dat er degelijke materialen worden gebruikt bij de renovatie. Zo is er bijvoorbeeld voor een duurdere vloer gekozen die op de lange termijn goedkoper is omdat hij een lager onderhouds-niveau heeft en langer meegaat.”

“Ook weten we precies wat we in de toekomst aan onderhoud kwijt zijn. Dat geeft ons een goed beeld van ons budget voor de komende tijd. Het bleek wel lastig te zijn om een partij te vinden die dit project met ons aan wilde gaan. Van de negen aannemers die door Platform31 voor een project-matige aanpak voor Nul-op-de meter scholen wa-ren uitgenodigd vielen er acht af. Een aantal mede door de locatie van De Leister Igge. Uiteindelijk zijn we in zee gegaan met Consortium Grenova-tion bestaande uit Liag Architecten en aannemer Meerbouw uit Rotterdam.”

Alle belangen spelen mee

“Het feit dat we niets aan de buitenkant van de school wilden aanpassen had als bijkomend voor-deel dat we niet angstig hoefden te zijn over de re-actie van de buurt. We wilden zeker geen procedu-res van de omwonenden. Toen we, aan de bewoners lieten zien wat we gingen doen waren ze allemaal blij. De zichtlijnen bleven bestaan en we konden bijgebouwen slopen, doordat we het hoofdgebouw beter wisten in te delen. Dit kan niet overal, maar je kunt wel slim omgaan met wat er is en met de belangen die er spelen rond zo’n verbouwing. Dat helpt je enorm in je proces. In het geval van een school gaat het om een hele gemeenschap die baat heeft bij een prettig gebouw. Het is gezonder voor kinderen en docenten, en doordat het goed-koper is voor de school kun je weer meer investeren in het onderwijs.”

“Het helpt ook dat wij een groter schoolbestuur zijn. Er is daardoor tijd om uitgebreider en lan-ger na te denken en te onderhandelen over zo’n gewaagd project. Kleine schoolbesturen heb-ben minder capaciteit om een langjarige visie te ontwikkelen. die moeten dan omwille van de werkdruk expertise inhuren. Dat kost allemaal weer

Page 31: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

30

extra geld. De renovatie van onze school smaakt wel naar meer. We zijn nu met een aantal nieuw-bouwprojecten bezig waar we proberen opnieuw nul-op-de-meter scholen te bouwen, maar bij elk project kijken we of we het kunstje van De Leister Igge nog eens kunnen doen. Want als je kijkt wat de verbouwing nu heeft gekost, dan is het gewoon goedkoper gebleken dan de nieuwbouw die we nu bouwen. Bovendien staan huisvestingsmiddelen bij gemeenten onder druk. Het is dus veel aan-trekkelijker om te renoveren. Of een renovatie ook daadwerkelijk kan, ligt wel aan de degelijkheid van een gebouw. Sommige scholen zijn snel en goed-koop opgetrokken en dan werkt het niet. Je moet wel een degelijk karkas hebben. En dat is De Leister Igge. Een heel karakteristiek oud gebouw.”

OPROEP aan scholen:

• Laat mensen van scholen eens goed investeren in een relatie met de gemeente en de aange-wezen ambtenaren.

• Vorm een visie op duurzame scholen, als schoolbestuur en doe dit vervolgens samen met de gemeente. Dat je trots kunt zijn op een gezond gebouw.

• Denk ‘out of the box’. Probeer het eens. Ik hoor heel snel “dit kan niet”. Draai het eens om en vraag je af: “Hoe kan een renovatie wel?”

* Noot van De Bouwagenda: De PO-Raad, de VO-Raad en de VNG hebben ondertussen afspraken gemaakt om de belemmeringen rond het investeringsverbod in het Primair Onderwijs op te heffen.

‘Wees trots op een gezond schoolgebouw’

Page 32: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Hoe staat het met de Road Maps?

Page 33: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

32

De Bouwagenda werkt binnen de clusters infra, woningbouw en utiliteitsbouw aan concrete maatschappelijke opgaven. Die zijn omschreven in Road Maps, aangejaagd door coalities van betrokken partijen.

Page 34: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

33

Road Map 1 Bruggen & sluizen

Page 35: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

34

programmalijn. Terugkijkend was 2018 in deze Road Map het jaar van agenderen, programmeren en toetsen of we in de goede richting blijven bewegen.

Rode draad

De coalitie wil op vier terreinen de juiste beweging in gang zetten: • kennisagenda• stimulerende aanbestedingsvormen• (prototypen) projecten• institutionele prikkels.

Deze ‘rode draad’ is getoetst tijdens een Werkcon-ferentie in september 2018 met deelnemers vanuit de markt en opdrachtgevers. Hierbij is aangegeven dat er een grote samenhang bestaat met de over-koepelende thema’s Aanbesteden, Digitalisering en Circulair bouwen. Op alle vier de terreinen on-derneemt de coalitie, samen met de stakeholders in het veld, nu actie.

In Nederland zijn ongeveer 40.000 bruggen en viaducten en 137 sluizen die vooral in het bezit zijn van de overheid. Wanneer ook alle kleine kunstwerken worden meegeteld, zijn het er misschien wel 100.000. Veel van deze kunstwerken zijn in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw gebouwd. De periode is aangebroken dat vele van die 40 tot 50 jaar oude kunstwerken moeten worden vervangen, omdat onder het huidige gebruik het einde van de levensduur nadert. Dat vraagt een vernieuwende aanpak van de beheerders van deze kunstwerken. En het biedt dé kans om dat wat vervangen of gerenoveerd wordt zo mogelijk samen, geprogrammeerd, circu-lair, efficiënter en duurzaam aan te pakken. Dat is de ontwik-keling die De Bouwagenda nastreeft.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In 2018 is de noodzaak van tijdige vervanging en renovatie van bruggen en sluizen pijnlijk duidelijk geworden. In Italië stortte een grote brug in, met veel persoonlijk en economisch leed tot gevolg. Dat kan en mag in Nederland niet gebeuren. In 2018 is vanuit deze Road Map in eerste instantie ge-werkt aan het versterken van de ‘dwarskrachten’ (het verbinden van de vele partijen die op dit vlak actief zijn) en het (inter)nationaal aandacht vragen voor de problematiek en ‘onze’ aanpak. Vanuit de ‘Dwarskrachten-conferentie’ van november 2018 zijn zinvolle vervolgstappen gekomen. Op de Infra-Tech zijn op bestuurlijk niveau gesprekken gevoerd en innovaties onder de aandacht gebracht. Er is een bijdrage geleverd aan een Europese bijeenkomst over de problematiek in Brussel. Ook bij de opening van het circulaire viaduct in Dronten kwam het onderwerp aan de orde. Voorts is het (Kennis-)Pro-gramma Infrastructuur aangemeld bij het BTIC als

Page 36: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

35

Speerpunten

In 2019 richten we de energie op het concretiseren en daadwerkelijk ‘tastbaar’ maken van de gewens-te ontwikkelingen:• Met het BTIC vinden in 2019 gesprekken plaats

om de Bruggen & sluizen-opgave geborgd te krijgen in het Programma Infrastructuur van het BTIC. De Kerncoalitie zal in 2019 trachten om samen met opdrachtgevers en marktpar-tijen tot vraaggestuurde projectvoorstellen te komen.

• In 2019 wil de coalitie de eerste serie(s) van ‘Samen aanbesteden’ lanceren. Rijkswaterstaat, Provincie Noord-Holland en Provincie Overijssel onderzoeken welke projecten daarvoor geschikt zijn.

• Het is de coalitie duidelijk geworden dat invul-ling van ‘circulariteit’ in de vervangings- & renovatieopgave voor alle beheerders en marktpartijen een grote uitdaging is. De coalitie ziet het als haar taak om in 2019 een aanjaag- en versnellingsrol te spelen, ook om de voor De Bouwagenda belangrijke Transitieagenda Circulaire Bouweconomie te concretiseren. Hierbij sluiten we aan op bestaande bewegingen als de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 en Platform CB’23.

• In 2019 komt de coalitie samen met CROW met voorstellen hoe de Nota Kapitaalgoederen nu werkt en hoe die kan worden aangepast, zodat dit instrument effectiever wordt in de lange termijn programmering van te vervangen infrastructuur.

• We vragen opnieuw (inter)nationale aandacht voor De Bouwagenda-aanpak. In maart 2019 is de aanpak gepresenteerd in Parijs.

Coalitie

De Road Map Bruggen en sluizen wordt aange-jaagd door een coalitie die bestaat uit Provin-cie Overijssel, Provincie Noord-Holland, TNO en Rijkswaterstaat. Om deze coalitie heen zijn vele partijen actief betrokken. De Bouwagenda en de Bouwcampus helpen aanjagen, faciliteren en orga-niseren.

Page 37: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

36

Road Map 2 Toekomstbestendige waterhuishouding

Page 38: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

37

Rode draad

De Bouwagenda beseft dat dit vraagstuk en de route naar structurele oplossingen niet begint ‘vanaf nul’. Er zijn in deze opgave al lopende initia-tieven, bijeenkomsten, organisaties etc. De Bouwa-genda wil nadrukkelijk niet ‘het volgende initiatief’ starten, maar eerder focus aanbrengen in wat er loopt richting een breder gedragen gemeenschap-pelijk programma dat leidt tot versnelling, effi-ciency en een schaalsprong in de aanpak van de opgave. Hierbij ondersteunen we proeftuin-/proto-typeprojecten en formuleren een ‘rode draad’ in de opgave, op basis waarvan de sector kan voort-bouwen. Deze rode draad volgt vier lijnen: ‘Weten’, ‘Willen’ en ‘Werken’ op ‘Wijkniveau’.

Een belangrijke pijler van De Bouwagenda is ervoor te zorgen dat Nederland voorbereid is op de klimaatverandering. Door de opwarming van de aarde dreigen buien fors extremer te worden, met als gevolg tijdelijke ernstige wateroverlast. Ook kunnen perioden van relatief lange droogte en hitte ontstaan. Bovendien neemt de kwetsbaarheid geleidelijk toe door verdichting van het bebouwde gebied, waardoor water onvol-doende natuurlijk de grond in kan. Er is zorg over de huidige en toekomstige kwaliteit van het (afval)watersysteem, zeker in het licht van de ontwikkelingen in klimaat en veroudering van de bestaande infrastructuur. Het is van belang om een versnel-ling te realiseren in de vernieuwing van (het denken over) het toekomstig watersysteem, met betere kwaliteit en lagere kosten. Niet alleen tegen wateroverlast, maar ook omdat ‘het openleggen van de straat’ aanleiding kan zijn voor een bredere aanpak van de leefbaarheid in wijken.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In 2018 is Nederland geconfronteerd met de twee extremen die met deze opgave samenhangen. Zowel een periode van langdurige droogte als een periode van kortstondige en hevige regenval geven aan dat handelen nu nodig is. In 2018 heeft de Deltacommissaris zijn plannen rond Klimaatadap-tatie aangeboden aan het kabinet, en gemeenten, provincies en waterschappen zijn (gezamenlijk) gestart met het opstellen van de stresstesten. De Bouwagenda sluit aan op deze ontwikkelingen.

Page 39: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

38

Coalitie

Bouwend Nederland, AFNL, CROW, FME, VNG en IPO hebben zich bij De Bouwagenda gemeld als partijen die een actieve bijdrage willen leve-ren aan deze Road Map; partijen uit de gouden driehoek. Een concrete coalitie heeft zich nog niet gevormd. Met het Kernteam Deltatechnologie van de Topsector Water wordt gekeken hoe we kunnen samenwerken in een wijkgerichte aanpak.

Speerpunten

In 2019 wordt:• de rode draad in deze opgave geformuleerd;• met het Kernteam Deltatechnologie mogelijke

samenwerking verkend;• minimaal één wijkgericht proeftuinproject

gestart waarin klimaatadaptatie centraal staat.

Page 40: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

39

Road Map 3 Particuliere woningen

Page 41: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

40

Rode draad

Onze bijdrage vanuit De Bouwagenda concentrezich op: • verankering randvoorwaarden verduurzaming

particuliere woningvoorraad door mogelijkheid voor gebouwgebonden financiering, in combi-natie met uitwerking van ontzorgingsconcepten voor particuliere woningeigenaren;

• opzet om te komen tot de gewenste opschaling, kwaliteitssprong en kostenreductie met de Startmotor en Renovatieversneller, te beginnen met het corporatiebezit (zie de Road Map Huurwoningen).

De inzet van deze Road Map is om de grootschalige verduur-zaming van particuliere woningen in een stroomversnelling te brengen. Met als ambitie om alle particuliere woningen voor 2050 te verduurzamen. Het speelveld is echter groot, complex en op dit moment nog ontoereikend. Het gaat om de reno-vatie van 4,5 miljoen woningen van particuliere huiseigenaren als beslissers. Er is wel toenemende interesse onder huiseige-naren om duurzame maatregelen te nemen, maar het animo is nog zeer beperkt. Renovatiekosten liggen aanzienlijk te hoog om terug te verdienen via lager energieverbruik. De aanbie-dersmarkt voor individuele woningrenovaties is versnipperd. Een aanbod waarbij particulieren geen persoonlijke schulden hoeven te maken en energierenovaties hun woonlasten niet verhogen, is nog niet voorhanden.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

Aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving heeft De Bouwagenda gepleit voor verankering van een vorm van gebouwgebonden financiering (ggf) met daaraan gekoppeld aandacht voor ontzorging. De in het ontwerp-Klimaatakkoord gepresenteerde modellen voldoen daar niet volledig aan en bieden nog geen ruimte voor grootschalige ontzorging van particuliere eigenaren. De Bouwagenda heeft een model ontwikkeld voor ontzorging door een publiek orgaan.

Page 42: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

41

Coalitie

De Road Map staat in de belangstelling van een brede groep partijen waaronder de financiële sector, overheden, bouwpartijen, netbeheerders en energiemaatschappijen. Een echte coalitie wordt binnenkort gevormd.

Speerpunten

De Bouwagenda zet zich in voor een pure vorm van gebouwgebonden financiering die rust op het gebouw, in combinatie met een betrouwba-re en onafhankelijke ontzorgingsdienst waardoor particulieren daadwerkelijk actie ondernemen om duurzaamheidsinvesteringen te doen.

Page 43: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

42

Road Map 4 Huurwoningen

Page 44: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

43

Het grootste deel van de woningvoorraad in Nederland bestaat uit sociale huurwoningen. De ambitie is om deze allemaal te verduurzamen voor 2050. Dit betekent dat we deze kabinets-periode het tempo van verduurzaming moeten opschalen naar 100.000 woningen per jaar. In 2030 stijgt dat tot 200.000 woningen per jaar. Er is veel inspanning voor nodig om dit te realiseren. Het aantal energierenovaties is nu nog veel te laag, de kosten blijven te hoog en investeringen in innovaties blijven uit. Hierdoor ontstaat een patstelling waaruit snel een doorbraak nodig is. Er moet marktvolume gecreëerd worden. Woningcorporaties, die circa 30% van alle woningen in bezit hebben, leveren hieraan een substantiële bijdrage . Vanuit De Bouwagenda is vorig jaar een convenant gesloten met alle betrokkenen over de voorwaarden waaronder corporaties de verduurzaming op gang brengen met grote renovatieaantallen. Aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving is dit verder uitge-werkt tot het concept van de Startmotor. Deze renovaties moeten zoveel mogelijk bijdragen aan het op gang brengen van integrale kostenreductie, opbouw van marktcapaciteit, leer-processen, noodzakelijke innovaties en kwaliteitszorg, waar zowel de projecten in de Startmotor als de energierenova-ties in de volgende jaren profijt van hebben. We bekijken hoe commerciële verhuurders en mogelijk ook particuliere woning-eigenaren al in de Startmotorfase kunnen participeren.

Page 45: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

44

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In het Ontwerp voor het Klimaatakkoord is voor de periode 2019-2022 de ambitie uitgesproken van 100.000 vergaande energierenovaties met behulp van de Startmotor. Ter voorbereiding hierop is vanuit De Bouwagenda de voorstudie ‘Renova-tieversneller’ met financiering van het Ministerie van BZK afgerond. Per 1 januari 2019 is de Reno-vatieversneller begonnen met de voorbereidingen voor een eerste ‘proefveiling’ in de tweede helft van 2019. Het gaat hier om een gebundelde vraag van te renoveren woningen in de sociale huursector waarop marktpartijen kunnen inschrijven, verge-lijkbaar met de succesvolle tenders voor windpar-ken op zee. Op basis van de proefveiling zijn vanaf 2020 vol-gende ‘veilingen’ met passende contractvolumes gericht op verdere opschaling en kostenreductie om een grootschalige en continue bouwstroom mogelijk te maken. Doel is om te komen tot een ingrijpende kostenreductie en innovatieslag (onder andere via BTIC en TKI Urban Energy). Woning-corporaties zullen daartoe samenwerken om hun vraag te bundelen. Bouwbedrijven, energiebedrij-ven, onderhoudsbedrijven en installateurs zullen processen (productie en logistiek) inrichten om een adequaat aanbod te kunnen doen.

Het concrete voorstel in het Ontwerp voor het Klimaatakkoord over de inzet van corporaties als startmotor markeert het beginpunt voor daad-werkelijke opschaling van vergaande renovaties. Hiervoor is ook financiering geregeld. Het gaat om de reeds in het Regeerakkoord toegezegde kor-ting van 100 miljoen euro op de verhuurderheffing voor verduurzamingsmaatregelen. Daarnaast stelt het ontwerp-Klimaatakkoord een mix van beprij-zings- en subsidie-instrumenten voor, waaronder Energie-investeringsaftrek voor verhuurders en middelen uit de klimaatenvelop voor de Renovatie-versneller. De focus van de Renovatieversneller richt zich in eerste instantie op het corporatiebezit, waarna ook particuliere woningen en utiliteitsgebouwen in een gebundelde vraag naar de markt worden gebracht. Dit geldt voor zowel grondgebonden als gestapelde panden en hoogbouw.

Coalitie

De coalitie wordt gevormd door Aedes, Bouwend Nederland, Techniek Nederland, Ministerie van BZK, RVO in nauwe samenwerking met Onder-houdNL, VNG, NetbeheerNL, EnergieNL, IVBN en VastgoedBelang (de betrokken partijen aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving/Startmotor).

Speerpunten

Samen met betrokken partijen tuigen we zo snel mogelijk de organisatie op voor nadere uitwer-king van ‘de Renovatieversneller’ in de driehoek overheid, corporaties en bedrijfsleven. Doel is om zo snel mogelijk een eerste proefveiling van te renoveren woningen in de markt te zetten.

Page 46: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

45

Road Map 5

Nieuwbouw

Page 47: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

46

wikkelingen. Binnen De Bouwagenda is dit thema verder uitgewerkt in een aantal werksessies voor complexe en innovatieve projecten op het snijvlak van verdichting, verduurzaming en mobiliteit. Ook het thema Circulaire Bouweconomie draagt bij aan de doelstelling, met de ontwikkeling van een gemeenschappelijke meetlat voor circulariteit en een markt voor circulaire producten.

Coalitie

Voor deze Road Map heeft zich geen aparte co-alitie gevormd. Wel is er betrokkenheid en aan-dacht van een veelheid aan partijen waaronder de Rijksoverheid, regionale overheden, corporaties, bouwers, ontwikkelaars en kennisinstellingen.

De ambitie van het kabinet is om 1 miljoen nieuwe woningen te realiseren in duurzame leefomgevingen. Daarvoor is het nodig om in 2021 een nieuwbouwproductie te bereiken van gemiddeld 100.000 woningen per jaar. In 2018 is de woning-bouwproductie uitgekomen op 65.000 woningen. Genoemde redenen voor achterlopende productiecijfers zijn de lange doorlooptijden, tekorten aan bouwlocaties en bouwmaterialen, stijgende bouwkosten en arbeidstekorten. Als we de ambitie willen halen, moeten we inzetten op voldoende plancapaciteit en personeel (zowel bij bedrijfsleven als overheden), slimme toepassingen (innovatie, digitalisering) en betaalbaarheid. Doelen zijn het voorzien in betaalbare woningen van voldoende kwaliteit, energieneutraal, zo circulair mogelijk. Hierbij willen we voorkomen dat nieuwe ontwikkelingen ten koste gaan van groene open ruimte. Kortom: slim, betaalbaar en met kwaliteit.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

De ambitie van De Bouwagenda om zoveel mo-gelijk energieneutrale nieuwbouwwoningen te realiseren, komt dichterbij door het overheidsbeleid en de voorstellen van de Klimaattafel Gebouw-de omgeving. Zo is de wettelijke verplichting om nieuwbouwwoningen aan te sluiten op het gas per 1 juni 2018 komen te vervallen, wat meer ruimte geeft aan duurzame oplossingen als restwarmte en geothermie. In het ontwerp-Klimaatakkoord is verder het streven neergelegd om van de totale nieuwbouw 75% aardgasvrij te realiseren. Vanuit De Bouwagenda is met name de focus gelegd op het creëren van de juiste marktcondities om deze energietransitie te realiseren. Bijvoorbeeld met het thema ‘Ontwerpen vanuit een integrale visie’, waarbij energie in een vroeg stadium wordt mee-gewogen bij nieuwbouwprojecten en gebiedsont-

Page 48: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

47

Speerpunten

In 2019 volgen we de activiteiten op vanuit het Ontwerp- en Bouwplatform (OBP) op het snij-vlak van woningbouw, mobiliteit en duurzaamheid en invulling van de Uitvoeringsagenda Circulaire Bouweconomie. Hiermee zetten we toonaangeven-de en inspirerende voorbeelden neer van slimme (digitaal en integraal), betaalbare en duurzame woningbouw met kwaliteit. Daarnaast is begin dit jaar geconstateerd dat er vanuit De Bouwagenda aanvullende actie nodig is. Daarom verkennen we in een experttafel de mo-gelijkheden om te komen tot anticyclisch bouwen, zodat het aanbod ook in tijden van economische crisis op peil blijft. Dit om de continuïteit in de bouwwerkzaamheden te ondersteunen en een massale uitstroom van bouwpersoneel in de toe-komst te voorkomen.

Page 49: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

48

Road Map 6 Scholen

Page 50: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

49

Gemeenten en schoolbesturen in primair (PO) en voortgezet onderwijs (VO) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor circa 10.000 schoolgebouwen. Er komen grote uitdagingen op hen af, zoals op sommige locaties een sterk dalend aantal leer-lingen, tekort aan personeel, steeds verder achterblijvende gebouwkwaliteiten en ambitieuze klimaatdoelen. De gemid-delde leeftijd van schoolgebouwen is 40 jaar en een overgroot merendeel heeft een belabberd binnenklimaat en een hoge energierekening. Dat stelt hoge eisen aan de lokale samen-werking. De Algemene Rekenkamer concludeerde in 2016 al dat het huidige stelsel geen prikkels bevat om gezamenlijk doelmatig te opereren voor de lange termijn. Het sterk gede-centraliseerde systeem wordt als een groot goed beschouwd in het onderwijs, maar vormt een knelpunt voor het bereiken van een grootschalige transitie op gebied van onderwijs-huisvesting. Het (juridisch) eigendom van scholen ligt in prin-cipe bij schoolbesturen, maar het claimrecht (economisch eigendom) bij gemeentes. Bekostiging van schoolgebouwen is een gescheiden verantwoordelijkheid: de gemeente gaat over nieuwbouw, het schoolbestuur over beheer en onderhoud. Dit split incentive belemmert verduurzaming en beheersing van total cost of ownership. Het resultaat is dat de sector zich voornamelijk op nieuwbouw richt, op basis van bestekmatige aanbestedingen. Duurzame renovatie komt onvoldoende van de grond.

Page 51: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

50

types van duurzame scholen. Reeds gestarte pilots van het programma School vol Energie komen tot oplevering, en bieden inspirerende voorbeel-den. Zo ontstaat er gaandeweg een beeld van hoe verduurzaming van scholen effectief kan worden aangepakt.

Coalitie

De Road Map Scholen wordt aangejaagd door een coalitie die bestaat uit de sectorraden (PO/ VO), VNG, de ministeries van BZK en OCW en Plat-form31 en Ruimte-OK. Het is nog onduidelijk of het op te richten ken-niscentrum voor Maatschappelijk Vastgoed een regisserende rol kan vervullen op de integrale opgave van kennisverspreiding, realisatie van routekaarten en nieuwe IHP’s, aanpassingen in de wet en de ontwikkeling van nieuwe proposities. Een brede coalitie van stakeholders wordt hierbij betrokken, waarbij RVO de beoogd facilitator is van het platform. De haalbaarheid van de propositie ‘bezit naar gebruik‘ wordt onderzocht met de Gemeente Rotterdam, drie schoolbesturen en het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid.

Speerpunten 2018

De Bouwagenda blijft zich inzetten om regie te organiseren of schoolbesturen te bewegen om met nieuwe proposities schaalbare experimenten te organiseren. De propositie ‘bezit naar gebruik’ wordt verder onderzocht in Rotterdam-Zuid. Het verkopen van onderwijshuisvesting aan bijvoor-beeld institutionele beleggers dient gepaard te gaan met harde prestatiegaranties en een vaste gebruiksvergoeding. Het resultaat moet altijd ten gunste van het onderwijs komen. De commissie-Nijpels heeft ten aanzien van on-derwijshuisvesting wetswijzigingen voorgesteld (renovatie gelijkstellen aan nieuwbouw, Integrale Huisvestingsplannen periodiek verplichten en het investeringsverbod opheffen), die door het Minis-terie van OCW worden opgepakt en uitgewerkt. De verplichte Integrale Huisvestingsplannen zijn hierin bij uitstek het instrument om bundeling van projecten en volume te bereiken.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

Vanuit De Bouwagenda zijn mogelijkheden on-derzocht om het split incentive in de financiering van onderwijsvastgoed te doorbreken. Een moge-lijkheid is de propositie ‘van bezit naar gebruik’, vanuit de overtuiging dat gebouwbeheer en financiering beter bij professionele partijen, zoals institutionele beleggers, kan liggen om kwaliteit en schaal te bereiken. Helaas heeft dit nog niet geleid tot concrete resultaten. Wel zijn afgelopen jaar aan en rondom de Klimaat-tafel Gebouwde omgeving met de onderwijssector, als onderdeel van maatschappelijk vastgoed en utiliteitsbouw, stevige afspraken gemaakt om de klimaatdoelen van 2030 (49% CO₂-besparing) en 2050 (95% CO₂-besparing) te bereiken. Als deel-nemer aan de Klimaattafel was De Bouwagenda hierbij betrokken. Het eigenaarschap en de regie over de opgave blijven echter sterk versnipperd. Doelen voor de korte termijn zijn daardoor onhaal-baar, en voor de lange termijn al even onzeker.

Rode draad

Er zijn ontwikkelingen in de sector waarmee ver-duurzaming van schoolgebouwen op termijn bin-nen handbereik komt. Scholen hebben zich in het Ontwerp voor het Klimaatakkoord gecommitteerd aan het indienen van een sectorale routekaart voor mei 2019. Verder zijn er energienormen afgespro-ken voor utiliteitsgebouwen, waaronder ook scho-len. Per 2021 zal de wettelijke eindnorm voor 2050 bepaald worden, uitgedrukt in kWh/m2/jaar. Voor 2030 komt er vooralsnog geen dwingen-de normering, maar wordt elke 4 jaar bekeken of het streefdoel van 1 Mton CO₂-reductie in 2030 gehaald wordt. Als de resultaten achterblijven, wordt het streefdoel alsnog omgezet in dwingen-de normering. Daarnaast wordt er een datastelsel ontwikkeld vanuit daadwerkelijk energieverbruik, wat het inzicht in verbruik en de verduurzamings-mogelijkheden moet vereenvoudigen. Het Ministerie van BZK werkt aan de oprichting van een Kenniscentrum voor Maatschappelijk Vastgoed. Daarnaast is het innovatieprogramma Aardgasvrije Scholen begonnen met de werving, selectie en begeleiding van elf verschillende proto-

Page 52: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

51

Road Map 7

Utiliteitsbouw

Page 53: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

52

Twaalf sectoren in het maatschappelijk vastgoed stellen ieder een sectorale routekaart op met be-trekking tot het CO₂-arm maken van hun vast-goed. Het gaat om het Rijksvastgoedbedrijf, Ver-eniging Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg, Politie, Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs, Hoger Beroepsonderwijs en Wetenschappelijke Onder-wijs, zorg- en sportvastgoed en monumenten.Ten slotte gaan alle partijen – opdrachtgevers, aanbieders en overheid – de nu nog versplinterd beschikbare gegevens over de gebouwen en in-stallaties, het energieverbruik en gebouwgebruik bundelen in een datastelsel. Het Platform Duurza-me Huisvesting start in 2019 met de ontwikkeling van sectorale benchmarks en dit datastelsel.

Coalitie

De coalitie van de Road Map Utiliteitsbouw be-staat uit beleggers, projectontwikkelaars, gebrui-kers van commercieel vastgoed en gebruikers/beheerders van maatschappelijk vastgoed (scho-len, zorginstellingen, politie, Rijksvastgoedbedrijf, overheid etc.).

Een belangrijk deel van de gebouwde omgeving bestaat uit utiliteitsgebouwen. Het gaat daarbij om commercieel vast-goed zoals kantoren, bedrijfsgebouwen, winkels en om maat-schappelijk vastgoed: scholen, theaters, ziekenhuizen etc. We onderscheiden negentien sectoren in de utiliteitsgebouwen. Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs en het programma ‘Nederland Circulair in 2050’ te behalen, zijn grote inspanningen nodig ten aanzien van de bestaande voorraad en nieuwbouw. Dat betekent interventies op drie schaalniveaus: gebouwen, locaties/terreinen en (binnenstedelijke) gebieden.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

De ontwikkelingen in 2018 stonden in het teken van het ontwerp-Klimaatakkoord. Taskforcelid Claudia Reiner gaf leiding aan een werkgroep van de Klimaattafel Gebouwde omgeving waarin concept-afspraken zijn gemaakt over een tijd-pad richting 2030 en 2050 om de CO₂-doelstel-lingen voor maatschappelijke en commerciële utiliteitsbouw te halen. Afgesproken is om vóór 1 juli 2019 een concreet streefdoel voor bestaande utiliteitsbouw vast te stellen. Daarnaast komt er een wettelijke eindnorm voor de energieprestatie van gebouwen in 2050, uitgedrukt in kWh/m2/jaar, dat wil zeggen op basis van het werkelijk gebruik. Deze eindnorm wordt ingevoerd op 1 januari 2021. Verder is afgesproken dat grote gebouweigenaren in beeld zullen brengen welke maatregelen zij al hebben getroffen en hoe zij gaan toewerken naar het streefdoel voor 2030 en naar een CO₂-arme vastgoedportefeuille in 2050. Zij doen dit met be-hulp van verschillende instrumenten: vierjaarlijkse routekaarten op portefeuilleniveau en/of duurzame meerjarige onderhoudsplanningen en/of meerjari-ge vastgoedverduurzamingsplannen.

Page 54: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

53

Speerpunten

Belangrijkste speerpunten voor 2019 zijn:• uitvoering afspraken over utiliteitsbouw uit

ontwerp-Klimaatakkoord op basis van de geboekte resultaten per 1 juli 2019 als de streefdoelen bekend zijn;

• onderzoeken van de opgave en aanpak van utiliteitsbouw ten aanzien van circulariteitsdoelstellingen;

• uitwerking aanpak utiliteitsgebouwen in het kader van de wijkenaanpak.

Page 55: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

54

Road Map 8 Aardbevingen

Page 56: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

55

Groningen samen met de betrokken gemeenten de regie op de versterking inclusief verduurzaming daadkrachtig ter hand blijft nemen. De Bouw-agenda zal zich beperken tot het aandacht blijven vragen voor het meenemen van de verduurza-mingsopgave, daar waar dat zinvol is.

Coalitie

De Bouwagenda blijft in dit thema samenwerken – wanneer nog aan de orde – met de Ministeries van BZK en EZK, Bouwend Nederland, de NCG, het CVW en de diverse stakeholders in de regio.

Speerpunten

De Bouwagenda volgt de ontwikkelingen in 2019 op afstand. Indien nodig en gevraagd draagt zij bij in de dialoog.

In 2019 heeft het kabinet een nieuwe aanpak gekozen voor de aardbevingsproblematiek in Groningen (Nationaal Programma Groningen). De gaswinning wordt sterk gereduceerd en op termijn zelfs geheel afgebouwd. Het kabinet heeft ingezet op een nieuw proces van versnelde schadeafwikkeling. Ook is het advies van de Mijnraad overgenomen om risico-gestuurd en met ruimhartigheid de nog resterende versterkingsopgave ter hand te nemen. Er is een budget ter beschikking gesteld voor de versterking van deze regio in de brede zin van het woord.Voor De Bouwagenda heeft altijd vooropgestaan dat verduur-zaming wordt meegenomen in de versterkingsopgave, of het nu versterking van bestaande bouw betreft of sloop/nieuwbouw. Het aanmelden van de wijk Opwierde-Zuid te Appingedam als aardgasloze wijk is hiervan een concrete vertaling.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

De Bouwagenda heeft in 2018 ingezet op het be-trekken van de bewoners, op het meenemen van de verduurzamingsopgave en op een aanpak waarin het bouwbedrijfsleven vroeg in het proces aan tafel zit. Daarbij is benadrukt dat het bouwbedrijfsleven in het noorden voldoende capaciteit heeft om de schadeafwikkeling en de resterende versterkings-opgave ter hand te nemen. De Bouwagenda heeft hiertoe nauwe contacten onderhouden met de NCG, het CVW en medewerkers van de ministeries van BZK en EZK.

Rode draad

In 2018 is duidelijk geworden dat het proces in Groningen zijn eigen dynamiek kent en ook veel minder omvangrijk zal zijn dan eerder gedacht. Het blijft daarbij een aandachtspunt dat de Provincie

Page 57: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

Hoe staat het met de overkoepelende thema’s?

Page 58: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

57

De Bouwagenda onderscheidt een aantal overkoe-pelende thema’s die in alle Road Maps doorwerken. Afgelopen periode is er één thema toegevoegd ten opzichte van voorgaande jaren: innovatie is als apart thema benoemd.

Page 59: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

58

Thema 1 Samenwerken vanuit vertrouwen

Page 60: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

59

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In 2018 is er een aantal belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld met de Startmotor, de DigiDealGO en op het terrein van Human Capital. Daar heb-ben heel verschillende partijen met uiteenlopende belangen een gemeenschappelijk doel gevonden waaraan ze gezamenlijk gaan werken. De inzet op het thema was afgelopen jaar met name ook zichtbaar op het terrein van het open MKB-convenant. Hierbij werken gemeente en aannemers samen aan oplossingen voor bouw- en infrastructurele werken, met volop gebruik van de kennis en waarde-creatie vanuit de markt. Op een congres in Rotterdam van eind vorig jaar waar De Bouwagenda prominent aanwezig was, werd aan-

gekondigd om de volgende fase van het convenant in Rotterdam in te gaan. In die fase, de Program-matische aanpak, wordt de werkwijze die eerst in een beperkt aantal projecten werd toegepast, verbreed naar het grootste deel van de projecten. ‘Convenant, tenzij…’ is de stip op de horizon. In januari 2019 organiseerden Rotterdam, Stichting rondom GWW, MKB INFRA, Bouwend Nederland en CROW met steun van De Bouwagenda een aan-sluitend nationaal congres op de InfraTech met alle gemeenten waar ook wordt gewerkt aan conve-nanten. Staatssecretaris Mona Keijzer verklaarde zich onder de indruk van de energie vanuit de Rot-terdamse ondernemers. Ze onderstreepte het be-lang van het MKB-convenant, dat zorgt voor een eerlijk product voor een eerlijke prijs. Ze gaf aan

De ambitie van dit thema is het fundamenteel veranderen van de cultuur en werkwijze in de bouw. Zo ontstaat er een voedingsbodem voor de gigantische klus die er de komende decennia op ons afkomt. Er is een cultuur nodig waarin focus op duurzaamheid, samenwerking, innovatie en levensduur dominant wordt bij aanbestedingen. Dit hangt nauw samen met het thema Aanbesteden. Het doel is dat opdrachtge-vers steeds meer ruimte gaan geven aan opdrachtnemers om hun vakmanschap en onderscheidend vermogen in te brengen in de oplossing van projecten. Ook in de ketens moet meer samenwerking plaatsvinden. In 2021 wil De Bouwagenda dat de cultuur en werkwijze in de bouw zo fundamenteel zijn veran-derd dat we een aantal treden zijn gestegen op de ladder van samenwerking. De leading principles zijn dan gemeengoed en in aanbestedingen verschuift de focus van laagste prijs naar kwaliteit en prestaties.

Page 61: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

60

dat de aanbestedingsregels ruimte laten om in de voorfase de expertise van aannemers te benutten. Ze riep op tot navolging van het goede voorbeeld in Rotterdam, omdat deze werkwijze perfect past in haar MKB-actieplan.Het convenant wordt gestaag uitgebreid over Nederland. Amsterdam, Alkmaar en Dordrecht zijn toegevoegd. De voordelen van de werkwijze van het convenant, door in een vroeg stadium in samenwerking tussen markt en overheid slimmere vragen in de markt te zetten, zijn talrijk. Het leidt tot minder hinder voor burgers, minder meerwerk, kostenbesparing door procesefficiëntie en betere verhoudingen in de samenwerking. Toch gaat de aansluiting van nieuwe gemeenten niet vanzelf en kost het veel energie om partijen mee te krijgen in de nieuwe werkwijze. Belangrijk is dat deze gesprekken worden gevoerd door professionals die zich kunnen inleven in de wereld van beide partijen. Helaas is het vooralsnog erg moeilijk gebleken om financiering te vinden voor een kleine organisatie die de kennisdeling tussen gemeenten/bedrijven en de versnelling van de oprichting van kringen kan aanjagen en faciliteren.

Coalitie

De coalitie bestaat uit AFNL (MKB-INFRA), Bou-wend Nederland, G4, G32, de ministeries van IenW en EZK, Unie van Waterschappen en CROW.

Speerpunten

Belangrijkste speerpunten voor 2019 zijn:• meer gemeenten toevoegen aan het open

MKB-convenant Nederland, inclusief financie-ring voor aanjagers en kennisdeling;

• verbinding met het thema Aanbesteden;• samenwerking in de Road Maps aanjagen en

zichtbaar maken om van te leren op alle niveaus in de sector.

Page 62: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

61

Thema 2 Wet- en regelgeving (Aanbesteden)

Page 63: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

62

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In 2018 hebben een aantal leden van de Taskforce en het Programmateam vele gesprekken gevoerd over het thema. Op basis van de aangedragen informatie is een eerste versie van een mogelijk Convenant ‘Anders Aanbesteden & Anders Sa-menwerken’ opgesteld. Hierover zijn partijen nog in overleg.

Rode draad

Het is van groot belang dat opdrachtgevers inno-vatie in de gebouwde omgeving gaan belonen en actief ondersteunen. Innovatieve doorbraken zijn noodzakelijk om de beoogde productiviteitsstij-ging te realiseren, om de operatie betaalbaar te maken en om met de beschikbare workforce de doelstellingen te bereiken. Het is noodzakelijk dat de (overheids)opdrachtgevers hun regisserende en programmerende rol onderkennen en oppak-ken. Ook is het nodig dat marktpartijen inzien dat innovatie enorm versnelt wanneer kennis (pre-competitief) wordt gedeeld, gaan ervaren dat investeren in innovatie ‘loont’ en ze dus meer gaan samenwerken.

Bij het streven naar een volledig energieneutrale en circulaire gebouwde omgeving in 2050 zijn bestaande traditionele oplos-singen niet meer toereikend. Er zijn nieuwe antwoorden nodig: innovaties die leiden tot snellere, slimmere, duurzame, veilige en goedkopere oplossingen. De opgaven waarvoor Nederland staat zijn qua omvang, qua complexiteit, en qua impact zo groot dat er nieuwe manieren van werken nodig zijn. Moderne bouwtechnieken, -processen, -materialen en een omslag in het denken en houding zijn essentieel. Er is behoefte aan radi-cale, grote en meer complexe innovaties. Hiervoor is de bouw-keten echter te versnipperd, zijn er onvoldoende mogelijkheden om met innovatie in een aanbestedingsmarkt te concurreren, en zijn de volumes te klein om substantiële investeringen te kunnen terugverdienen. Er is op deze terreinen in de bouwketen (overheid, markt, financiers en kennisinstellingen) nog veel te winnen.

Page 64: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

63

Speerpunten

Op dit thema zijn al jarenlang volop overlegorga-nen en samenwerkingsvormen aanwezig. Over-heden, het bedrijfsleven, en kennisinstellingen bespreken de problematieken en kansen in de diverse gremia regelmatig. De Bouwagenda con-stateert dat uitgangspunten vaak gezamenlijk wel worden onderschreven. Maar zodra dat zou moeten leiden tot concrete en tastbare veranderingen ‘op de werkvloer’, komt de trein tot stilstand of gaat hij heel langzaam rijden. In 2019 zal De Bouwagen-da proberen aan de hand van het convenant de ‘top’ mee te krijgen in de noodzaak en de richting, en stimuleren dat daarna in de diverse deelsecto-ren product-marktcombinaties concrete stappen worden gezet. Ook wordt het toegankelijker maken van aanbestedingsprocedures voor innovatieve start-ups gestimuleerd.

Met een mogelijk Convenant ‘Anders Aanbesteden & Anders Samenwerken’ wil De Bouwagenda de top van de bepalende organisaties achter enkele uitgangspunten scharen om tot een versnelling en concretisering te komen:• Alleen een combinatie van innovatie en

schaalsprong gaat de kostprijs van verduurza-ming verlagen.

• Alleen een ‘top-down’ benadering gaat het vereiste tempo aan de verandering geven. Deze ‘top-down’ benadering gaat uit van het principe dat belangrijke veranderingen beginnen met zichtbaar ‘Commitment van het Topmanagement.

• Opdrachtgevers nemen hun regisserende en programmerende rol en vullen die concreet in.

• Marktpartijen zetten hun reserves opzij en gaan ‘geloven’ dat anders en innovatiebevor-derend aanbesteden gaat slagen, en gaan echt leren samenwerken, vooral in en met de keten.

• Opdrachtgevers en marktpartijen adopteren dan wel ontwikkelen andere aanbestedings- en samenwerkingsvormen die toepasbaar zijn op de verschillende opgaven en deelsectoren.

Coalitie

In dit thema is (nog) geen coalitie gevormd. Het bleek noodzakelijk eerst met de partijen individu-eel te spreken over het thema.

Page 65: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

64

Thema 3 Digitalisering en informatisering

Page 66: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

65

Diverse maatschappelijke opgaven zoals duurzaamheid, levensloop bestendig wonen, en realisatie van smart cities zijn afhankelijk van digitalisering en informatisering in de bouw. Denk aan bijvoorbeeld circulair bouwen, inzet van domotica, gezonder binnenklimaat, en het verbinden van voorzieningen in de smart city. En, nog belangrijker, het leren van data om te kunnen verbeteren en versnellen. Gezien de omvang van de bouwopgave en de lage productiviteit van de bouw ten opzichte van andere sectoren is dit hard nodig.

Betere benutting van digitalisering en informatisering is een belangrijke ‘aanjager’ in het mogelijk maken van een produc-tiviteitssprong. De oplossing schuilt niet in harder werken, maar in energie-efficiënter, duurzamer, slimmer en transparant werken. Deze sprong is nodig om de diverse maatschappelijke opgaven op tijd te realiseren. Door verdergaande digitalisering en informatisering wordt het voor de bouwsector mogelijk om sneller te innoveren en de productiviteit substantieel te verbe-teren. Denk aan industrieel bouwen: het creëren van een Digital Twin (digitale replica van een bouwproject) om faalkosten te voorkomen, prefabricage in de fabriek en plug-and-play op de bouwplaats. Maar ook aan het verhogen van de kwaliteit van leven, bijvoorbeeld door langer comfortabel thuis te kunnen wonen door de inzet van slimme ICT en automatisering in woningen.

Page 67: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

66

waarden OTL’s OG’s en internationale afstemming’ en ‘Bouwwerkdossier: Uniforme Uitwisseling Elek-tronisch Gebouwdossier’.

Op het gebied van digitalisering en informatise-ring werken de partijen nu echt samen, maar niet vrijblijvend. Deelname aan DigDealGO initiatieven staat open voor iedereen in de sector. Resultaten van projecten en programma’s zijn per definitie beschikbaar voor iedereen in de sector. Projecten en programma’s die worden geïnitieerd, moeten bijdragen aan de ambities van DigiDealGO. Daar-binnen zijn vele vormen van samenwerking moge-lijk. Idealiter starten versnellingsprojecten bot-tom-up als een initiatief van DigiDealGO-partners die het belang onderkennen van dat project. Door het initiatief onder de paraplu van DigiDealGO te brengen, is het kenbaar voor anderen en is olie-vlekwerking mogelijk.

Rode Draad

Door een inhaalslag op het gebied van digitalise-ring en informatisering wordt het mogelijk om de ecologische voetafdruk van de bouw radicaal af te bouwen, sectorbreed de vertrouwde projectaanpak te verruilen voor een methode waarbij gekeken wordt naar de gehele levensloop van producten, data-uitwisseling te vereenvoudigen en versnellen en gezamenlijk een ‘boost’ te geven aan industria-liseren en innoveren.

Het omschakelingsproces is niet eenvoudig. In de Nederlandse bouwsector gaat het om een zeer groot aantal partijen, klein en groot. Bovendien heeft de sector te maken met een lage produc-tiviteit en relatief hoge faalkosten, doordat door de vele externe factoren bouwprocessen vooraf soms lastig te voorspellen zijn, en de veelheid aan betrokkenen vaak leidt tot communicatiestoor-nissen. De voortdurende stress, waaronder de economische crises en daarop de overvloed aan werk, zorgen er bovendien voor dat veel bouw- en installatiebedrijven continu moeten optimaliseren, maar weinig kunnen innoveren. Investeringen moeten zowel voor de overheden, de ondernemingen en voor de gebruikers renderen.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

In 2018 is door de brede bouwsector samenge-werkt om te komen tot een DigitaliseringsDeal Gebouwde Omgeving: de DigiDealGO. Om de ‘deal’ te laden en partijen gezamenlijk de koers te laten uitzetten, zijn, met ondersteuning van het Minis-terie van BZK, tal van professionals in zes ver-schillende expertteams aan de slag gegaan met de onderwerpen Visie, Betere Kennisontwikkeling, Bouwwerk Levenscyclus, Culturele Wendbaarheid, Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving en Digitale Toelevering. Dit heeft geleid tot zes rapportages waarin partijen gezamenlijk de noodzaak en de aanpak beschrijven. Het geheel is verwerkt in een compacte samenvatting, de zogenaamde ‘two-pa-ger’. Hierin staan de ambities en concrete doelen en jaartallen waarin deze moeten worden bereikt. Eind 2018 hebben de Kerncoalitie DigiDeal en de BouwInformatieRaad afspraken gemaakt over de governance en het financieringsmodel van de DigiDeal. Kern van deze afspraken is het opzetten van een structuur die samenwerking en versnelling optimaal faciliteert. De Kerncoalitie en de Bouw Informatie Raad gaan na ondertekening van de DigiDeal op in één structuur: het Digiteam. Het Digiteam faciliteert en coördineert alle activiteiten van de deal. De kern hiervan bestaat uit versnel-lingsprojecten die door de partners zelf (in een consortium) worden aangedragen. In 2018 zijn, met financiële ondersteuning van het Ministerie van BZK, al diverse versnellingsprojecten gestart, zoals ‘Road Map standaarden’, ‘Ontwikkeling randvoor-

Om efficiency en kwaliteit te vergroten, ontplooit de markt allerlei initiatieven op het gebied van digitalisering. Echter, de regie is beperkt en sa-menwerking niet optimaal. Al wordt er veel geïn-vesteerd, bij opschaling lopen partijen vaak tegen problemen aan: informatie-uitwisseling komt niet van de grond, kennis en competenties blijven achter, de aanhaking van de wetenschappelijke wereld is onvoldoende etc. Hierdoor bereiken we niet de versnelling die mogelijk is. Er liggen enorme kansen. Bijvoorbeeld voor het creëren van nieuwe waarde en economische groei door nieuwe digitale diensten en export van kennis.

Page 68: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

67

Door de versnippering en het ontbreken van ‘één taal’ leveren de forse investeringen die nu plaats-vinden in digitalisering en informatisering onvol-doende rendement, risico’s en gemiste kansen. Het is nodig om met elkaar de investeringen (in beleid/strategie, geld en ‘uren-inzet’) die nu reeds plaats-vinden in digitalisering en informatisering van de brede bouwsector beter te richten en te laten renderen. Niet ieder voor zich, maar op basis van een breed gedragen plan en verantwoordelijkheid. Dat gezamenlijke plan is de DigiDeal Gebouwde Omgeving (DigiDealGO).

Coalitie

De coalitie wordt gevormd door het Ministerie van BZK, Bouwend Nederland, Techniek NL, BIM Loket en Bouw Informatie Raad. In de expertteams hebben experts vanuit Techniek NL, Rijksvast-goedbedrijf, Ministerie van BZK, Rijkswaterstaat, ProRail, Schiphol, OnderhoudNL, RioNed, AFNL/MKB INFRA, NLIngenieurs, Bouwend Nederland, FME, BNA, FMN, Aedes en NVTB volop inbreng ge-leverd. Zowel inhoudelijk als bestuurlijk zijn al deze partijen aangehaakt in de beweging die met de DigiDealGO versneld kan worden. De steun vanuit het ministerie van BZK voor de expertteams was cruciaal om snelheid in het proces te krijgen. De inhoudelijke bijdrage vanuit alle stakeholders in de expertteams is bijzonder waardevol gebleken om tot de uiteindelijke ‘deal’ te komen.

Speerpunten

Met de ondertekening van de DigiDealGO op 11 april 2019 geeft de sector aan vanaf dan ge-zamenlijk digitalisering en informatisering in de sector te versnellen. Vervolgens zal de sector zelf bijdragen aan de realisatie van de afspraken.

Page 69: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

68

Thema 4 Human Capital

Page 70: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

69

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

Op 30 januari 2019 ondertekenden dertien organi-saties uit het mbo, het bedrijfsleven en de overheid het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek. De organisaties willen komen tot een mbo-opleidings-aanbod dat meebeweegt met de veranderingen in

de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. De afspraken uit het convenant sluiten daarmee aan op het ontwerp-Klimaatakkoord. De partijen die het convenant ondertekenden zijn: de ministeries van OCW en BZK, de MBO Raad, de Samenwerkingsor-ganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO),

Het aantrekken van de markt en het werken aan maatschap-pelijke opgaven zoals energietransitie, circulariteit en klimaat-adaptatie, leidt tot een direct tekort aan werknemers in de branche. Dat maakt de noodzaak van een Human Capital Agenda op korte termijn tastbaar. Het gaat daarbij niet alleen om een kwantitatieve opgave1, maar ook om een kwalita-tieve opgave. Wat betekenen de maatschappelijke opgaven voor de competenties en het profiel van de werknemer van de toekomst om het huis, kantoor of de brug van de toekomst te (ver)bouwen? Het realiseren van de genoemde opgaven vergt ook versnelling en vernieuwing van de uitvoeringspraktijk door het gelijktijdig vernieuwen van vakmanschap, technologieën en werkprocessen en door integratie van disciplines. Teneinde deze vernieuwingen en processen te kunnen reali-seren, zijn het competentieprofiel en de continue professionele ontwikkeling van de werknemers van centraal belang. De in de diverse thema’s en Road Maps ontwikkelde innovaties worden hierin geconcretiseerd.

1 Het EIB heeft berekend dat de vereiste capaciteit voor het klimaatbeleid alleen al vanaf 2017 tot 2050 verdrievoudigt van 20.600 fte in 2017 naar 63.000 fte in 2050; EIB, Klimaatbeleid en gebouwde omgeving-2; 2018.

Page 71: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

70

Coalitie

De coalitie bestaat uit vertegenwoordigers van de diverse branche- en beroepsorganisaties uit bouw, techniek, netwerkbeheer, van onderwijs- en ken-nisinstellingen, vakbonden en van overheden.

Speerpunten

Belangrijkste speerpunten voor 2019 zijn: • stimulerende begeleiding van de uitvoering

van het convenant mbo-aanbod Klimaattechniek;

• uitvoering van (onderdelen) van de Intentieverklaring Arbeidsmarkt en scholing in de wijkgerichte aanpak;

• sociale innovatie ((onder andere competen-tieframework uitwerken);

• geactualiseerd werkplan Human Capital (inclusief organisatie).

FNV, CNV, Bouwend Nederland, Aannemersfedera-tie Nederland, Koninklijke OnderhoudNL, Techniek Nederland, FME en Netbeheer Nederland.

Elke ondertekenaar van het mbo-convenant draagt op zijn eigen wijze bij aan de uitvoering. De sector Bouw en Techniek geeft aan hoe de beroepen veran-deren. De Samenwerkingsorganisatie Beroepsonder-wijs Bedrijfsleven brengt de relevante keuzedelen in kaart, zet zich in om met bedrijfsleven en onderwijs de diploma-eisen in de kwalificatiedossiers actueel te houden en zorgt met scholen en bedrijven voor passende leerbanen en stages. De MBO Raad stimu-leert de mbo-scholen om de wijzigingen te vertalen naar passend onderwijs, samen met de leerbedrijven in de regio. Scholen aangesloten bij de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) zullen maat-werktrajecten voor zij-instromers ontwikkelen. De bouw- en installatiebedrijven bieden werkgaranties voor nieuw op te leiden gespecialiseerde vakmannen en -vrouwen. De overheid zorgt voor continuïteit in de jaarlijks te bouwen en te verbouwen woningen.

Het convenant is een deeluitwerking van de op 17 april 2019 te ondertekenen Intentieverklaring ´Arbeidsmarkt en Scholing in Wijkgerichte Aanpak´, die door de Taakgroep Arbeidsmarkt en Scholing van de Klimaattafel wordt voorbereid. De Intentie-verklaring bevat inspanningsverplichtingen van organisaties uit het onderwijs, de bouw (inclusief grond-, weg- en waterbouw), netbeheer, installatie-techniek en betrokken overheden op het gebied van sociale innovatie, ontwikkeling van mensen, techno-logie en werkprocessen in een lerende wijkenaanpak en van het aantrekken van nieuwe arbeidskrachten. De Bouwagenda neemt deel aan het bestuurlijk overleg over deze Intentieverklaring.

Page 72: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

71

Thema 5 Ontwerpen vanuit een integrale visie

Page 73: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

72

Er worden nog steeds kansen gemist om de gezonde, ener-gieneutrale, goed bereikbare, OV-ontsloten, vitale gebieden, wijken en steden van de toekomst te ontwerpen en te ontwik-kelen. Verbeeldingskracht is gewenst om tot een integrale programmatische aanpak te komen die over de grenzen van domeinen heen gaat. Daarbij hoort ook het zoeken naar ruimte voor durf en diversiteit. Een nieuwe ‘integrale aanpak’ is nodig om ook voor de toekomst een veilige en gezonde leef-omgeving te borgen. De Bouwagenda heeft de ambitie om duurzame leefomgevingen te creëren door middel van een integrale ontwerpaanpak. Het doel voor 2021 is om de integrale ontwerp aanpak op 5 tot 10 ontwikkellocaties toe te passen. Ook willen we de principes van ontwerpen vanuit een inte-grale visie verankeren in beleidsvisies zoals de NOVI en diverse uitvoeringsprogramma’s ten behoeve van ontwikkellocaties.

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

Vanuit De Bouwagenda is het Ontwerp & Bouw-platform (OBP) ingesteld. Hierin willen we de kwa-liteit van planvorming verbeteren en innovatie en integraliteit bevorderen. Dit vraagt in ieder geval om een slimme selectie van de locaties waarmee we aan de slag gaan: strategische ontwikkelloca-ties voor Nederland, voorbeeldstellend in com-plexiteit en aanpak. Er loopt een aantal initiatieven – gemakshalve ‘programma’s’ genoemd. Bezien wordt of er een zinvolle onderlinge verbinding te maken is.Samen met Rijkswaterstaat en het Ministerie van BZK zijn sessies georganiseerd in Amsterdam rondom het tracé Muiderpoort Amstel, Sluisbuurt, voor de MRA-regio ten behoeve van de aanslui-

ting van verstedelijking en mobiliteit en in Rotter-dam-Zuid. Deze leiden tot concrete perspectieven voor ontwikkeling van deze gebieden en tot princi-pes voor duurzame verstedelijking. Resultaten zijn onder andere gepresenteerd tijdens de Dag van de Stad. Het OBP is tevens aangewezen voor de invul-ling van de werkwijze voor duurzame verstedelij-king binnen de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Rode draad

Het OBP heeft tot doel om innovatie aan te jagen door een integrale benadering aan de hand van concrete locaties en/of projecten. In de geselec-teerde opgaven worden verschillende maatschap-pelijke opgaven/thema’s meegenomen als invals-hoek. De kruisbestuiving tussen de verschillende

Page 74: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

73

disciplines die bij het platform betrokken worden, leidt tot slimme oplossingen die binnen de ko-ker van de eigen discipline niet tot stand zouden komen. Daarvoor worden experts betrokken vanuit verschillende disciplines, zoals bouwers, archi-tecten, ingenieurs, en experts vanuit verschillen-de thema’s als duurzaamheid, energietransitie, infrastructuur en mobiliteit. De resultaten van de ontwerpsessies worden gebundeld in een actieplan dat de casushouder richting geeft en dat als input dient voor de volgende sessies. Daarnaast worden de algemene lessen uit elk project geëxtraheerd om bij andere projecten binnen het OBP te kunnen inzetten of elders in Nederland te kunnen toepassen.

Coalitie

Het OBP wordt ondersteund door de ‘founding fathers’: Rijksbouwmeester, IngenieursNL, BNA, Neprom, Platform31 en de ministeries van BZK en IenW. Verder is er betrokkenheid van professionals in het veld waaronder regionale overheden, ProRail, NS, ingenieursbureaus, ontwerpers, adviesbureaus en ontwikkelaars.

Speerpunten

Vanuit het OBP zijn de volgende activiteiten voor-zien voor 2019:- sessies voor ontwikkellocaties opstarten en

vervolgstappen maken met lopende projecten;- met het OBP wordt de methodiek voor

ontwerpen vanuit een integrale visie toegepast en verder doorontwikkeld ten behoeve van reeds lopende en nieuw op te starten program-ma’s en ontwikkellocaties op het snijvlak van verdichting, mobiliteit en verduurzaming.

Page 75: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

74

Thema 6 Circulaire bouweconomie

Page 76: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

75

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

Een Transitieteam onder leiding van Taskforcelid Elphi Nelissen heeft de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie (CBE) opgesteld. Het uitvoerings-programma Circulaire Bouweconomie is in de-cember 2018 opgeleverd. Dit beschrijft de manier waarop marktpartijen, overheden en kennisinstel-lingen invulling gaan geven aan de Transitieagenda en de bijbehorende kabinetsreactie. Het uitvoeringsprogramma CBE maakt onderdeel uit van het nationale uitvoeringsprogramma voor de circulaire economie. Dit programma, dat alle vijf de prioritaire agenda’s omvat, geeft een eerste indruk van de op dit moment opgehaalde initiatie-ven. Bedrijfsleven en kennispartners geven vervolg aan nieuwe initiatieven of pakken deze op. Zo zijn

werkzaamheden gestart om circulaire maatregelen te waarderen in de milieuprestatie-eis van wonin-gen, kantoren en infrastructuurwerken als bruggen en sluizen en worden er experimenten uitgevoerd met het materialenpaspoort. Indien nodig wordt dit in regelgeving verankerd.

Coalitie

Het uitvoeringsprogramma wordt gedragen door de partijen uit het Grondstoffenakkoord. De leden hiervan zijn ook grotendeels aangesloten bij de Bouwcoalitie van De Bouwagenda.

De bouw- en infrasector staat voor een enorme transitie. Om klimaatverandering en verdere belasting van de aarde tegen te gaan, moeten we op een geheel andere manier gaan werken. Het betekent dat we onze gebouwen en infrastructuur zo gaan ontwikkelen dat alle materialen en grondstoffen herbruik-baar of biobased zijn en we geen fossiele energiebronnen meer gebruiken. De nadruk ligt op het realiseren van hoog-waardig(er) hergebruik (inclusief demontabel bouwen) en het gebruik van biobased in alle deelmarkten van de bouw. Neder-land pakt deze uitdaging serieus op. De ambitie is dat uiterlijk in 2050, maar liever veel eerder, de gebouwde omgeving circu-lair is. In 2030 willen we 50% van de einddoelstelling hebben gerealiseerd. Voor 2023 is het doel om een basis te leggen in kennis en ervaring om vervolgens de doelstellingen in 2030 en 2050 te realiseren.

Page 77: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

76

Speerpunten

Het uitvoeringsprogramma CBE richt zich in 2019 met name op de ontwikkeling van tools, vooruit-lopend op een uniforme meetmethode, die onder-nemers in staat stelt om de mate van circulariteit vast te stellen. De Bouwagenda geeft een platform aan het uitvoeringsprogramma en legt daarbij ook een duidelijke verbinding met onze Road Maps en thema’s, zoals:• Road Map Bruggen & sluizen: Er lopen inmid-

dels enkele pilots en circulaire projecten, zoals het circulaire viaduct.

• Thema Ontwerpen vanuit een integrale visie en Road Map Nieuwbouw: uitwerking van een aantal gebiedsgerichte ontwikkellocaties op het snijvlak van verdichting, mobiliteit en duurzaamheid met een expliciete koppeling naar circulariteit. Stimuleren van goede voor-beelden, te beginnen met gebiedsontwikkeling waarbij circulair gekoppeld is aan grote opgave.

• Thema Human Capital: verbinding met nieuwe mbo-opleiding duurzaamheidstechnicus met aandacht voor onder andere circulariteit.

• Road Map Verduurzaming van de bestaande woningvoorraad en Thema Aanbesteden: Aandacht voor circulair bouwen bij de door-ontwikkeling van de Renovatieversneller en vormen van innovatief aanbesteden.

• Thema Kennis & Innovatie: Onderzoeksprogrammering circulaire bouw als onderdeel van het BTIC.

Page 78: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

77

Thema 7 Kennis &Innovatie

Page 79: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

78

Afgelopen jaar: de opgave in beeld

De Bouwagenda heeft in 2018 de intentie uitge-sproken om samen met TNO, de vier TU’s en de be-langrijkste spelers uit het bedrijfsleven en overheid een innovatie-instituut te creëren. In de loop van 2018 zijn de volgende stappen genomen:• Op 6 juni is de intentieverklaring voor het BTIC

(Bouw & Techniek Innovatie Centrum) gete-kend door de ministeries van EZK, BZK en IenW, TNO, 4TU Bouw, Vereniging Hogescholen, Uneto-VNI, NLingenieurs en Bouwend NL. In juni zijn twee kwartiermakers en een werk-groep van start gegaan.

• In de loop van 2018 hebben de vier TU’s en hogescholen vijf onderwerpen voor kennispro-gramma’s geselecteerd. In eerste instantie is gekozen voor uitwerking van kennisprogram-ma’s voor de renovatie-opgave van bestaande

bouw, digitalisatie en circulariteit. Voor deze onderwerpen is een programma op thematisch niveau beschikbaar. Het kennisprogramma gericht op de renovatie-opgave van bestaande bouw is afgestemd met de TKI Urban Energy. Samen met TKI Urban Energy worden op dit moment twee grote innovatie-consortia samengesteld.

• Er is een concreet model uitgewerkt voor de organisatie van het BTIC met een BTIC-raad en een BTIC-bureau. De BTIC-raad, het Topteam voor de bouw- en technieksector naar analogie van de Topsectoren, gaat op 1 mei 2019 van start onder leiding van Maxime Verhagen. Het BTIC-bureau wordt bemenst met drie stevige trekkers vanuit de industrie en de kennisinstellingen.

Ten tijde van de rapportage Eén jaar Bouwagenda was Innovatie nog niet als separaat thema belegd. Dit is in de loop van 2018 gebeurd naar aanleiding van een onderzoek naar de Kennisinfrastructuur in de bouwsector. De conclusies waren onder meer:• In de bouw komen langetermijnonderzoek en meer radi-

cale innovatie maar moeizaam en beperkt tot stand. • De bouwsector is geen Topsector en mist daarom de

faciliteiten van de Topsector-methodiek. Er is geen centraal erkend Bouw-innovatie instituut, terwijl de innovatie-behoefte van de bouw groot is.

• Kennisinstellingen zijn te veel versnipperd.Met de komst van het BTIC is een apart thema aan De Bouwagenda toegevoegd.

Page 80: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

79

Coalitie

Aan het BTIC-bureau nemen deel: Bouwend Ne-derland, Techniek Nederland, NL Ingenieurs, 4TU.Bouw, TNO en het Ministerie van BZK. In de nog op te richten BTIC-raad zullen ook innovatief mkb, TKI Urban Energy en andere partijen gevraagd worden.

Rode draad

Het vormen van coalities van bedrijven, opdracht-gevers en kennisinstellingen gericht op meerjarige stapsgewijze en open innovatie en het bewerk-stelligen van een cultuuromslag in de sector om gezamenlijk risico’s te delen. Het BTIC focust op de benodigde innovatie en kennis voor opschaling en sluit daarbij aan bij andere instrumenten ge-richt op opschaling in de praktijk. De Renovatie-versneller in de Startmotor zal een sterke drijver worden voor een schaalsprong, standaardisatie en kostenverlaging.

Speerpunten

Ook op dit thema zal in 2019 de stap van denken naar doen gezet worden. De kwartiermaker fase wordt afgesloten en de programmering wordt omgezet in concrete consortia. Gestart wordt met de twee consortia die innovaties gaan ontwikkelen om de komende 3 jaar te gebruiken in de startmotorfase.

Page 81: 078 Bouwagenda los WT 6 - Duurzaam Hoogland · • Focus op kennis en innovatie – 9 • Onvoldoende prikkels – 9 • Naar een circulaire bouweconomie – 9 ... samenwerkingsvormen

80