*040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de...

9
Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen Uitgegeven door het Provinciaal lnstituut voor Hygigne, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen *040585>:* 1 IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll 1111 lllll Ill Nr. 11 Eerste melding van de tijgervlokreeft (Gammarus tigrinus SEXTON, 1939) in Belgii! Thierry VERCAUTEREN (I), Karel WOUTERS (2) & Danny VAN DE POEL (1) (1) Provinciaal Instituut voor Hygiene, Antwerpen (2) Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel maart 1998 Inhoud Samenvatting - R6sm6 summary De tijgervlokreeftGammarus tigrinus SEXTON, 1939 Eerste vondst in Belgie Bespreking Dankwoord Geraadpleegde werken Colofon blz. 1 blz. 2 blz. 2 blz. 4 blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 9 Samenvatting De tijgervlokreeft (Gammarus tigrinus SEXTON, 1939) is voor de eerste maal in BelgiE gevangen in april 1996 in de 'Grote Put' van het stedelijk recreatie- domein 'Muisbroek' te Antwerpen-Ekeren (figuren 2 en 3). De dieren zijn aangetroffen tussen een begroeiing van draadwieren op stenen en op de vlotters van een steiger (diepte : + 0,5 m). Het water van de vijver is zoet (chloriden : f 66 mgll). De tijgervlokreeft is meer dan waarschijnlijk afkomstig uit Nederland, waar zij algemeen voorkomt in de grotere waterlopen. Zij moet ongewild zijn 'ingevoerd' tijdens visuitzettingen, door waterwild of eventueel zelfs door sportduikers, die eveneens Nederlandse wateren bezoeken. RCsumC DECOUVERTE DE Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 (CRUSTACEA, AMPHWODA) ENBELGIQUE , Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 est trouvC pour la premikre fois en Belgique en avril 1996, notamment dans le grand bassin du domaine municipal de loisirs 'Muisbroek' A Antwerpen-Ekeren (au nord du centre de la ville d'hnvers) (figu- res 2 et 3). Les spkcimens sont ddcouverts parmi des algues filamenteuses, qui couvrent les pierres et les flotteurs d'un ponton (profondeur : + 0,5 m). L'eau de I'etang est douce (chlorides : +- 66 mgll). Gammarus tigrinus provient t r b probablement des Pays-Bas, ou cet amphipode est trbs commun dans les cours d'eau assez larges. LfespCce est sans aucun doute involontairement introduite, mais les vecteurs restent incertains : des repeuplements de poissons, par du gibier d'eau ou mCme par des plongeurs, qui viennent de visiter des eaux nderlandaises. Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 1

Transcript of *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de...

Page 1: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Berichten ,

over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Uitgegeven door het Provinciaal lnstituut voor Hygigne, Kronenburgstraat 45, 2000 Antwerpen

*040585>:* 1 IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll 1111 lllll Ill

Nr. 11 Eerste melding van de tijgervlokreeft (Gammarus tigrinus SEXTON, 1939) in Belgii!

Thierry VERCAUTEREN (I), Karel WOUTERS (2) & Danny VAN DE POEL (1)

(1) Provinciaal Instituut voor Hygiene, Antwerpen (2) Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel maart 1998

Inhoud Samenvatting - R6sm6 summary De tijgervlokreeft Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 Eerste vondst in Belgie Bespreking Dankwoord Geraadpleegde werken Colofon

blz. 1 blz. 2 blz. 2 blz. 4 blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 9

Samenvatting De tijgervlokreeft (Gammarus tigrinus SEXTON, 1939) is voor de eerste maal in BelgiE gevangen in april 1996 in de 'Grote Put ' van het stedelijk recreatie- domein 'Muisbroek' t e Antwerpen-Ekeren (figuren 2 en 3). De dieren zijn aangetroffen tussen een begroeiing van draadwieren op stenen en op de vlotters van een steiger (diepte : + 0,5 m). Het water van de vijver is zoet (chloriden : f 66 mgll). De tijgervlokreeft is meer dan waarschijnlijk afkomstig uit Nederland, w a a r zij algemeen voorkomt in de grotere waterlopen. Zij moet ongewild zijn 'ingevoerd' tijdens visuitzettingen, door waterwild of eventueel zelfs door sportduikers, die eveneens Nederlandse wateren bezoeken.

RCsumC DECOUVERTE DE Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 (CRUSTACEA, AMPHWODA) ENBELGIQUE ,

Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 est trouvC pour la premikre fois en Belgique en avril 1996, notamment dans le grand bassin du domaine municipal de loisirs 'Muisbroek' A Antwerpen-Ekeren (au nord du centre de la ville d'hnvers) (figu- res 2 et 3). Les spkcimens sont ddcouverts parmi des algues filamenteuses, qui couvrent les pierres et les flotteurs d'un ponton (profondeur : + 0,5 m). L'eau de I'etang est douce (chlorides : +- 66 mgll). Gammarus tigrinus provient t r b probablement des Pays-Bas, ou cet amphipode est trbs commun dans les cours d'eau assez larges. LfespCce est sans aucun doute involontairement introduite, mais les vecteurs restent incertains : des repeuplements de poissons, p a r du gibier d'eau ou mCme par des plongeurs, qui viennent de visiter des eaux nderlandaises.

Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 1

Page 2: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Summary FIRST RECORD OF Gammarus tigrinus SEXTON 1939 (CRUSTACEA, AMPHIPODA) I N BELGIUM Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 has been found in April 1996 in the great basin of 'Muisbroek', a recreation area at Ekeren, north of the town of Antwerp (fi- gures 2 and 3). The specimens were discovered between algae, growing upon stones and a floating landing-stage (water depth f 0,5 m). The pond is filled with fresh water (chlorides : f 66 mgil). The present population of Gammarus tigrinus originates most probably from the Netherlands, where the species is common in the great rivers. Specimens must have been introduced during a restocking of fish, by waterfowl or even divers, who had visited Dutch waters before.

De tijgervlokreeft Gammarus tigrinus SEXTON, 1939

Beschrijving De tijgemlokreeft, Gammarus tigrinus SEXTON, 1939, is een schaaldier (Crusta- cea), behorend tot de Orde van de vlokreeften (Amphipoda), Suborde Gamma- ridea. Het is een typische vlokreeft van de familie van de Gamrnaridae : zijdelings afge- plat, eerste antennen langer dan de (langgerekte) basisleden van de tweede anten- nen, stekeltjes op de ruggen van de drie laatste achterlijfssegmenten (urosoom), een tot over de helft ingesneden staartplaat (figuur la). Vers gevangen exemplaren zijn gewoonlijk direct herkenbaar aan de donkere verticale banden op de zijden. Dit getijgerde aspect ligt aan de oorsprong van de naam. Dit kenmerk verdwijnt echter snel, wanneer de dieren worden opgesla- gen in alcohol of formaldehyde. In het laatste geval kunnen de dieren meestal worden geidentificeerd op basis van volgende combinatie van kenmerken (figuur 1) :

de eerder vermelde kenmerken van de Gamrnaridae ; langgerekte ogen, ongeveer 2 maal zo lang als breed, dichtbij de bovenrand van de kop gelegen ; tweede antennen even lang of iets langer dan eerste antennen ; een eerder dichte en lange beharing op de tweede antennen en poten : bij de volwassen mannetjes is deze beharing zeer weelderig en bevat zij tijdens de zomermaanden een aantal gekrulde haren (in de winter komen deze gekrulde haren recht !), bij de wijfjes is de beharing minder dicht en ontbreken gekrulde haren ; gewoonlijk geen haren op het eerste lid van de kaakpalp.

Verspreiding De tijgervlokreeft stamt uit Noord-Amerika, waar zij leeft in de kustwateren en estuaria langsheen de Atlantische kust (BERNDT, 1984). De soort kwam vermoedelijk met ballastwater van oceaanschepen terecht in Engeland in het begin van de jaren dertig. In Engeland ontwikkelde de soort zich massaal in de sterk verontreinigde (en verzilte) wateren van het industriege- bied van Midden-Engeland, later ook meer naar het noorden en het zuiden. Vanaf de Britse eilanden werd de soort ingevoerd op het Europese continent. Aangezien de soort zich goed kon handhaven in verontreinigde wateren, werd zij in Duitsland ingevoerd in 1957 in de Werra, een verzilte rivier in het stroom- gebied van de Weser (BERNDT, 1984 ; PINXSTER e.a., 1992). Van daaruit ver- spreidde de soort zich in de Weser en via de talrijke kanalen in het stroomgebied van de Eems en de Rijn (BERNDT, 1984 ; MASSARD & GEIMER, 1992). In de Moezel is de tijgewlokreeft na een uitzetting in 1977, stroomafwaarts Trier, doorgedrongen tot in het Groot Hertogdom Luxemburg (MASSARD &

2 Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppenrlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11

Page 3: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Figuur 1 : Garnmarus tigrinus SEXTON, 1939 : a. volledig dier (mannetje) , b. kop met oog, c. kaakpalp, d. urosoom, e. s taart~laat (Bronnen : la PINKSTER & ~ A T V O E T , 1986 ; lb-e : GLEDHILL e.a., 1993)

GEIMER, 1992). In Nederland zou de soort vanuit Noord-Ierland zijn uitgezet in het IJsselrneer in 1960 (PINKSTER e.a., 1992). Sedertdien heeft zij zich snel uitgebreid : aan- vankelijk in het noord-westen en vervolgens tot in alle grotere waterlopen (PINKSTER e.a., 1980 ; PLATVOET & PINKSTER, 1985 ; HAUTUS & PINKSTER, 1987 ; CHAMBERS, 1987 ; PINKSTER E.A., 1992). Momenteel strekt het areaal van deze 'Nederlandse' populatie zich uit tot in Zuid-Limburg, 0.a. in de Zuid- Willemsvaart tot op enkele km van de Belgische grens (HAUTUS & PINKSTER, 1987 ; PINKSTER e.a., 1992). HAUTUS & PINKSTER (1987) merkten hierbij

Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 +v405A' i>,r

Page 4: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

een opvallende samenhang op in het voorkomen van de driehoeksmossel, Dreis- sena polymorpha (PALLAS, 1771) en de tijgervlokreeft. In 1991 is daarenboven een inwijking van 'Duitse' exemplaren in het oosten van Nederland vastgesteld (PINKSTER e.a., 1992). De succesvolle opmars van de tijgervlokreeft wordt verklaard doordat de soort (PINKSTER & PLATVOET, 1986 ; PINKSTER E.A., 1992) : a) in staat is te overleven bij wisselende zoutgehalten en in vervuilde wateren ; b) zich sneller kan voortplanten (de tijgervlokreeft kan 15 tot 16 generaties

per jaar tellen tegenover maximaal 4 bij inheemse soorten). De enige factoren die de uitbreiding van het areaal lijken te belemmeren, zijn zeer lage zoutgehalten en zeer lage temperaturen (< 5 O C ) , omdat de tijgervlokreeft zich in deze omstandigheden niet zou kunnen voortplanten, en sterk vervuilde wateren (HAUTUS & PINKSTER, 1987 ; PINKSTER & PLATVOET, 1986 ; PINK- STER e.a., 1992).

Eerste vondst in BelgiE

De eerste vondst van de tijgervlokreeft of Gammarus tigrinus SEXTON, 1939 in Belgie gebeurde in april 1996 in 'De Grote Put' van het stedelijk recreatie- domein 'Muisbroek' te Antwerpen-Ekeren (figuur 2). Tijdens een inzameling van levende ongewervelden langsheen de westelijke oever vonden VERCAUTEREN en VAN DE POEL tussen draadalgen, afkomstig van stenen en de vlotters van een stei- ger, vlokreeften, waarvan sommige zeer duidelijk 'getijgerd' waren. Het vermoe- den, dat het tijgervlokreeften betrof, werd later bevestigd door Dr. K. WOUTERS van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuunvetenschappen. Een latere controle in februari 1997 toonde am dat de tijgervlokreeft algemeen langsheen de oevers van het waterbassin voorkwm.

Muisbroek Het stedelijk recreatiegebied 'Muisbroek' ligt ten noorden van de Antwerpse stadsagglomeratie, tussen de Antwerpse haven (Churchilldok) en de dorpskern van Ekeren (figuur 2). In het domein grenzen twee waterbassins aan elkaar : een klein driehoekig bassin 'De Kleine Put' (k 2,5 ha) en een groot bassin, 'De Grote Put'.

'De Grote Put' 'De Grote Put' zelf is een veelhoekig bassin van + 23 ha (mondelinge mededeling dhr. P. DICTUS). De diepte gaat van 6 tot 12 m op + 50 m van de oevers tot gemiddeld 18 m in de meer centraal gelegen zone (mondelinge mededelingen dhm. P. DICTUS en G. VAN HECKE). De vrij steile oevenvanden zijn bedekt met 20-40 cm grote basaltstenen tot + 3 m onder de waterlijn. Plaatselijk, 0.a. aan het oostelijke uiteinde, bedekt zand deze stenen, zodat er ondiepe zandige stroken zijn ontstaan.

Het water Het water van 'De Grote Put' is duidelijk zoet (chloriden : -+ 66 mgtl). Er is geen uitwisseling van water tussen 'De Grote Put' en 'De Kleine Put'. 'De Grote Put1 is daarentegen we1 verbonden met de vroegere benedenloop van de Schoon Schijn, die zelf tegenwoordig uitmondt in de Verlegde Schijn (Hoofd- gracht) (mondelinge mededeling dhr. P. DICTUS). Deze verbinding dient om overtollig water van 'De Grote Put' af te voeren naar de Verlegde Schijn. Zij houdt echter in dat 'De Grote Put' via de Schoon Schijn in verbinding staat met de Ver- legde Schijns aan de oostelijke rand van het recreatiedomein en met de nog overgebleven sloten en de plas van het natuurreservaat 'De Kuifeend', ten noord- westen van het domein (figuur 2).

4 Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11

Page 5: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Figuur 2 : Vindplaats van Gammarus tigrinus SEXTON : a. ligging , b. detail (Herschaalde kaart op basis topografische kaart 1/10000 van NA~ONAAL GEOGRAFISCH INS TI^, BRUSSEL)

Lambert-cobrd UTM-coOrdinaten

152,O - 219,3 3 1 UES 975 825

Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 5

Identijcatie water

'Grote Put'

Localiteit

Antwerpen Ekeren

Situering

Stedelijk recreatiedomein Muisbroek', oevers van volledig bassin

Page 6: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Piguur 3 : Situering van de vindplaats van Gammarus tigrinus SEXTON, 1936 in BelgiZ (UTM-kaart, 10 x 10 km)

Waterplanten Nabij de waterlijn zijn waterplanten schaars of afwezig. Slechts een deel van de stenen is schraal begroeid met draadalgen (onder meer Enteromorpha sp.). Op de dieper gelegen stenen (tot 2-3 m) zijn deze draadalgen veel sterker ontwik- keld (mondelinge mededeling dhr. G. VAN HECKE). In het dieper water (tussen -1 en -3 m) vormen waterplanten een opvallend 'drij- vend' pakket met onder meer glanzig fonteinkruid (Pofamogeton lucens LIN- NAEUS), h d ~ j n fonteinkruid (P. trichoides CHAM. & SCHLECHT.), schedefon- teinkruid (P. pectinatus LINNAEUS), aarvederkruid (Myriophyllum spicatum LIN- NAEUS), stijve waterranonkel (Ranunculus circinatus SIBTH.), waterpest (Elodea canadensis MICHAUX), smalbladige waterpest (E. nuttallli (PLANCH.) ST. JOHN), ongedoornd hoomblad (Ceratophyllum submersum LINNAEUS), gedoomd hoornblad (C. demersum LINNAEUS) (mondelinge mededeling S . VERSWEY- VELD). Sommige van deze waterplanten (0.a. glanzig fonteinkruid ? ) zouden ook op grotere diepte (-3 tot -9 m) worden aangetroffen (mondelinge medede- ling dhr. G. VAN HECKE).

Macro fauna In de oeverzones zijn naast tijgervlokreeften ook volgende grotere ongewervelden aangetroffen : - slakken (Mollusca, Gastropoda) : grote diepslak (Bithynia tentaculata (LIN-

NAEUS, 1758)) ;

6 Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 1 1

Page 7: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Gebruik

- tweekleppigen (Molluscs, Bivalvia) : driehoeksmossel (Dreissena polymorpha (PALLAS, 1771)) ;

- zoetwaterpissebedden (Crustacea, Isopoda) : waterezeltje (hellus aquaticus LINNAEUS, 1758) ;

- zoetwaterkreeften (Crustacea, Decapoda) : Amerikaanse zoetwaterkreeft (Orconectes limosus (RAFINESQUE, 18 17) ;

- larven van eendagsvliegen (Insecta, Ephemeroptera) : Cloeon diprerum (LIN- NAEUS, 1761), Caenis sp. ;

- waterwantsen (Heteroptera) : schaatsenrijders (Gerris sp.), duikerwantsen (Co- rixidae spp.) ;

- larven van schietmotten (Insecta, Trichoptera) : Ecnomus tenellus (RAMBUR, 1842) ;

- larven van dansmuggen (Insecta, Diptera, Chironomidae) : Zavreliella marmo- rata (VAN DER WULP, 185 9).

Behalve de Amerikaanse rivierkreeften zijn a1 deze ongewervelden aangetroffen op stenen of in het afschraapsel van stenen.

'De Grote Put' wordt in tegenstelling tot 'De Kleine Put' weinig bezocht door hen- gelaars. De laatste visuitzettingen dateren van voor 1994. Roei- of zeilsport wordt er nog nauwelijks beoefend. Duikers oefenen daarentegen zeer regelmatig in het oostelijk deel van het bassin.

Bespreking

Herkomst van Op grond van de huidige verspreiding in Nederland mocht de tijgervlokreefi in de tijgefllokreeJien Belgie worden venvacht. Inwijking vanuit Nederlands Limburg via de Maas of

via grensoverschrijdende kanalen, zoals 0.a. de Zuidwillemsvaart, leek hierbij het meest waarschijnlijk. De ligging van de eerste vindplaats wijkt duidelijk afvan dit verwachtingspatroon. 'De Grote Put' te Antwerpen-Ekeren ligt volledig geisoleerd, aangezien de enig mogelijke waterverbinding, de Verlegde Schijn, zeer sterk is vervuild. Natuurlijke inwijking kan dus worden uitgesloten, te meer omdat de soort tot nu toe niet is aangetroffen in de Beneden-Schelde of de Antwerpse havendokken. Dit betekent dat de soort, wellicht ongewild, moet zijn 'ingevoerd', het meest waar- schijnlijk vanuit Nederlandse wateren. Tijgervlokreeften kunnen in 'De Grote Put' zijn terechtgekomen met vis, a£komstig uit Nederland, met watervogels of, in dit geval zeer aanneemlijk, met duikers, die kort tevoren Nederlandse wateren had- den bezocht.

Venvachtingen In april 1996 werden zowel volwassen exemplaren in het typische precopulasta- dium als jonge dieren aangetroffen. Dit wijst erop dat de tijgervlokreeft zich in 'De Grote Put' voortplant. Tijdens de controle in februari 1997 werden (nog ?) geen tijgervlokreeften in 'De Kleine Put' aangetroffen. De Schoon Schijn is toen niet gecontroleerd. Uitbreiding van het areaal via de Verlegde Schijn lijkt wegens de hoge vervui- lingsgraad van deze laatste momenteel uitgesloten. Via de Schoon Schijn kan de soort echter we1 de sloten in de omgeving en eventueel de plas in het natuur- reservaat 'De Kuifeend' koloniseren. Daarnaast kan de soort ook verder worden 'verspreid' met meegenomen vis, door watervogels of door duikers. Van zodra de waterkwaliteit in de Verlegde Schijn voldoende verbetert, ontstaat de mogelijkheid dat de soort zijn areaal aanzienlijk zal uitbreiden, eventueel tot in de haven en de Beneden-Schelde.

Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 7

Page 8: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

Dankwoord

Voor de beschrijving van de vindplaats konden wij steunen op informatie, ons be- reidwillig verstrekt door volgende personen : dhr. P. DICTUS (Stad Antwerpen, Stedelijk Ontwikkelingsbedrijf, Afdeling Gr~en) , dhr. G. VAN HECKE (amateur- duiker, Antwerpen) en dhr. S. VERSWEYVELD (Natuurreservaten V.Z.W., Brus- sel). Bij de opmaak van de figuren waren Dr. Herlinde NIEUWBORG en Dr. Donald VERGAUWE (Provinciaal Instituut voor Hygiene) behulpzaam.

Geraadpleegde werken

BERNDT, J. - 1984 Nachweis von Gammarus tigrinus SEXTON fiir den unteren Niederrhein Decheniana (Bonn), 137 : 168-169

CHAMBERS - 1987 The status of the alien amphipod Gammarus tigrinus (Sexton, 1939) in Friesland twenty five years after its introduction into the Netherlands Bulletin Zoblogisch Museum, Universiteit van Amsterdam, Nederland, Vol'. 11, No. 7 : 65-68, tab. 1-2

EDINGTON, J.M. & A.G. HILDREW - 1995 A revised key to the Caseless Caddis Larvae of the British Isles with notes on their ecology. Freshwater Biological Association, Ambleside, United Kingdom, Scientific Publication, No 53 : 1-134, fig. 1-188, pl. 1-4

ELLIOTT, J.M., U.H. HUMPESCH & T.T. MACAN - 1988 Larvae of the Britisch Ephemeroptera : a Key with Ecological Notes. Freshwater Biological Association, Ambleside, United Kingdom, Scient@c Publication, No 49 : 1-145, fig. 1-53, tab. 1-11

GLEDHILL, T., D.W. SUTCLIFFE & W.D. WILLIAMS - 1993 British Freshwater Crustacea Malacostraca : A Key with Ecological Notes Freshwater Biological Association, Ambleside, United Kingdom, Scientijic Publication, No 52 : 1-173, fig. 1-50

HAUTUS, T. & S. PINKSTER - 1987 Range extension in the period 1985-1986 of the alien amphipods, Gummarus tigrinus Sexton, 1939, and Crangonyxpseudogracilis Bousfield, 1958, in the Netherlands (Crustacea, Amphi- pods) Bulletin Zotilogisch Museum, Universiteit van Amsterdam, Nederland, Vol. 11, No 6 : 57-64, fig. 1-2

JANSSEN, A.W. & E.F. DE VOGEL - 1965 Zoetwatermollusken van Nederland. Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, Amsterdam : 1-160, fig. 1-14, pl. 1-17

LAMBINON, J., J.-E. DELANGHE, L. DELVOSALLE, & J. DUVIGNEAUD - 1998 Flora van Belgic, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Fmnkrijk en de aangrenzende gebieden (F'teridofyten en Spermatofyten) Nationale Plantentuin van Belgit?, Meise, Belgis : I-CXXIV + 1-1091, fig. 1-15, pl.

MASSARD, J.A. & G. GEIMER - 1982 Dkouverte de Gammarus tigrinus Sexton, 1939 dans la Moselle frontalibre entre le Luxem- bourg et 1'Allemagne (Crustacea, Amphipoda) Bull. Soc. Nut. luxemb., 93 : 195-198, fig. 1

MOLLER PILLOT, H.K.M. - 1984 De larven der Nederlandse Chironomidae (Dipten) (Inleiding, Tanypodinae & Chironomini). Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden, Nederland, Nederlandse Faunistische Mededelingen, lA, 3de druk : 1-277, fig.

NIESER, N. - 1982 De Nederlandse Water- en Oppemlaktewantsen meteroptera : Nepomorpha en Gerromorpha) Koninklijke Nederlandrre Natuurhistorische Vereniging ~oogwoud, Nederland, wetenschap- pelijke mededelingen K.N.N. K , nr 155 : 1-178, fig. A-0 -t 1-216

8 Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de P~ov. Antweqen - nr. 11

Page 9: *040585>:* 1 lllll Ill 1111 Brussel IIlIII IIIII IIIII I lllll lllll · Berichten , over de macrofauna en de biologische kwaliteit van oppervlaktewateren in de provincie Antwerpen

Gammarus tigrinus te Antwerpen (Ekeren), april 1996

PINKSTER, S. & D. PLATVOET - 1986 De vlokreeflen van het Nederlandse oppervlaktewater Koninklijke Nederlamdrse Natuurhistorische Vereniging, Hoogwoud, Nederland, wetenschap- pelijke mededelingen K.N.N. K, nr 186 : 1-44, fig. 1-21

PINKSTER, S., J. DIELMAN & D. PLATVOET - 1980 The present position of Gammarus tigrinus Sexton, 1939, in the Netherlands and with the description of a newly discovered amphipod species, Crangonyxpseudogracilis Bousfield, 1958 (Crustacea, Amphipoda) Bulletin Zodlogisch Museum, Universiteit van Amsterdam, Nederland, Vol. 7 , No. 4 : 33-45, fig. 1-6, tab. 1-2

PINKSTER, S., M. SCHEEPMAKER, D. PLATVOET & N. BROODBAKKER - 1992 Drastic changes in the amphipod fauna (Crustacea) of Dutch inland waters during the last 25 Years Bijdragen tot de Dierkunde, 6 1 : 193-204, krt. 1-2, tab. 1-2

PLATVOET, D. & S. PINKSTER - 1985 The present position of the alien amphipods, Gammarus tigrinus and Crangonyxpseudo- gracilis in the Netherlands (Crustacea, Amphipoda) Bulletin Zotrlogisch Museum, Universiteit van Amsterdam, Nederland, Vol. 10, No. 6 : 125-128, fig. 1

VAN DER PLOEG, D.T.E. - 1990 De Nederlandse breedbladige fonteinkruiden Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utvecht, Nederland, wetenschappelijke mededelingen K.MX I?, nr. 195 : 1-99, fig. 1-46, foto 1-37, krt. 1-15

Colofon

Onderzoek van het Provinciaal Instituut voor Hygiene met medewerking van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuunvetenschappen, Brussel

Algemene leiding Ap. Herman De Vriendt, Directeur.

Bemonstering Thieny Vercauteren & Danny Van de Poel

Identif icatie - Gammarus tigrinus Dr. Karel Wouters (Kon. Belg. Instituut voor Natuunvetenschappen), Thierry Vercauteren - Overige macrofauna Thieny Vercauteren

Redactie Tekst Thieny ~ercauteren en Dr. Karel Wouters Figuren Thierry Vercauteren m.m.v. Dr. Herlinde Nieuwborg en Erika Gijpen

Dmk, oplage Koppie Kopie, Antwerpen - 50 ex., december 1999

Berichten over macrofauna en biol. kwal. v. oppervlaktewateren in de Prov. Antwerpen - nr. 11 9