leefgroepkim.files.wordpress.com  · Web viewWaarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen...

10
WERKSTUK : DE PREHISTORIE. 1. Periode. 1a. Wat was het begin-en eindjaar van de prehistorie? We weten niet juist wanneer de prehistorie begint, maar we weten wel wanneer hij eindigt, nl. in 3800 v.C.. Het einde loopt ongeveer samen met de uitvinding van het schrift. 1b. Uit welke periodes bestaat de prehistorie + begin-en eindjaar. De prehistorie duurde heel lang. Er werden veel uitvindingen gedaan waardoor we deze periode kunnen opdelen in nog 3 andere periodes, nl. : De steentijd (250 000 – 2000 v.C.) De bronstijd (2000 - 800 v.C.) De ijzertijd (800 – 12 v.C.) De prehistorie

Transcript of leefgroepkim.files.wordpress.com  · Web viewWaarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen...

WERKSTUK : DE PREHISTORIE.1. Periode. 1a. Wat was het begin-en eindjaar van de prehistorie?

We weten niet juist wanneer de prehistorie begint, maar we weten wel wanneer hij eindigt, nl. in 3800 v.C.. Het einde loopt ongeveer samen met de uitvinding van het schrift.

1b. Uit welke periodes bestaat de prehistorie + begin-en eindjaar.De prehistorie duurde heel lang. Er werden veel uitvindingen gedaan waardoor we deze periode kunnen opdelen in nog 3 andere periodes, nl. :

De steentijd (250 000 – 2000 v.C.) De bronstijd (2000 - 800 v.C.) De ijzertijd (800 – 12 v.C.)

De prehistorie

2. Dagelijks leven.2a. Hoe zagen de mensen eruit?

2b. Wat droegen de mensen?Al zo'n 200.000 jaar droegen mensen kleding. Deze eerste kleding uit de prehistorie bestond uit dierenhuiden, bont en plantaardig materiaal omdat ze jager-verzamelaars waren en heel veel tijd doorbrachten in de natuur.

Van op het moment dat de veeteelt werd ingevoerd, werden ook wol en vlas gevlochten of geweven tot lappen.

2c. Wat aten de mensen? De eerste mensen in de prehistorie aten wat voor handen was. Hun voedsel bestond hoofdzakelijk uit planten en werd aangevuld met insecten, wormen, jonge vogels en verzwakte dieren, met andere woorden ze overleefden met wat de natuur hen aanbood. In deze tijd vond ook een verandering plaats in de bouw van het lichaam, men ging als viervoeter over naar het lopen op het twee voeten. Zo kon men voedsel gemakkelijker dragen. 

Door het ontstaan van de ijstijd konden de planten niet groeien en schakelde men over op het eten van vlees en vis waarvoor men moest leren jagen.  De mens werd ook slimmer en gebruikte vuur om vlees en vis te garen.  Het voedsel werd zo langer houdbaar en beter verteerbaar. Ook gebruiksvoorwerpen om dieren te doden, vlees en vis te snijden of te bereiden deden hun intrede.

Rond 9000 voor Christus begonnen deze voedselverzamelaars zich te settelen en ontstonden landbouwsamenlevingen. De agrarische evolutie was een feit, men ging gewassen telen en wilde dieren domesticeren. Er werden in deze periode meer granen geconsumeerd. 

2d. Hoe geraakten ze aan hun eten? Welke middelen gebruikten ze hiervoor?De eerste mensen hadden al heel snel door dat je door met stenen te gooien een prooi gemakkelijker kon doden dan met een houten knots er achter aan te lopen. Naarmate de mensen slimmer werden, gingen ze de stenen ook bewerken. Zo kreeg je bijvoorbeeld vuistbijlen. Hiermee konden ze al preciezer te werk gaan. Zo konden ze dieren villen, snijden en steken.

De eerste mensen zagen er anders uit dan wij.

Ze waren behaarder.

Ze waren kleiner.

Ze hadden minder herseninhoud.

Ze liepen een beetje krom (zoals apen).

Hun handen en voeten leken ook nog sterk op die van apen.

Men begon de stenen scherper en smaller te maken om ze te kunnen bevestigen op een stok. Ze verhardden hun stenen met vuur en ze kleefden het aan een stok door middel van zelfgemaakte lijm gemaakt van een aantal boomsoorten. De speer was geboren. Met een speerdrijver vergrootten ze de werpafstand.

Ze gebruikten ook pijl en boog.

Het stenen jachtgerief maakte plaats voor het zwaard. Het zwaard werd gemaakt van brons. Brons is een legering van koper en tin.

Nog later, in de ijzertijd, verfijnden ze hun zwaarden en messen door het gebruik van ijzer.

2e.Waar woonden ze in?

De oermens was een zwerver of een nomade. Wat is een nomade?

Mens die op zoek gaat naar voedsel en dus geen vaste woonplaats heeft.

Voor de primitieve mens was een overhangende rots of grot een uitstekende schuilplaats.

Deze grot beschermde hen tegen de weergoden.

Aan de ingang van de grot brandde er ook een vuurtje. Dit was om hen tegen de roofdieren te beschermen.

 

 Tenten (40 000 jaar geleden)

Een heel belangrijk verschil tussen het leven in de prehistorie en het leven nu, is het eten. Nu hoeven we niet ver te reizen om eten te vinden. We gaan gewoon naar de supermarkt om boodschappen te halen.

Maar stel je eens voor dat je vader elke dag het bos in moet om dieren te doden en te slachten. 

Om in de prehistorie te overleven, moesten de mensen handig en slim zijn. De eerste mensen hadden bijvoorbeeld geen mooie woningen van bakstenen, zoals nu. Ze maakten hun huis van wat ze in de natuur vonden.

 Met welke materialen maakten de mensen toen hun hutten?

Palen, huiden, beenderen….

 Hoe maakten ze zo´n hut?

Stokken en beenderen van dieren zetten ze in de grond. Daarna bonden ze er huiden van dieren omheen.

Hutten

De vroegste landbouwers en veetelers hoefden niet meer te zwerven op zoek naar voedsel. Ze gingen zo dicht mogelijk op hun akkers en weilanden wonen. Voortaan bouwde men een stevigere woning: een hut. Het dak was van hout, riet of stro, meestal werd het dak dan nog bedekt met leem. In natte streken werden paaldorpen gebouwd.

2f.Waarin geloofden ze? De oermensen geloofden in leven na de dood. Wanneer iemand stierf, legden zij sieraden en wapens bij de dode. Zij geloofden in magische krachten. Ze maakten grotschilderingen om voor een betere jacht te zorgen. Ook geloofden zij in de vruchtbaarheidscultus en maakten venusbeeldjes.

De primitieve landbouwer was in sterke mate afhankelijk van de natuur en hierdoor werden de zonne- en de vruchtbaarheidscultus zeer belangrijk. Daarom maakten ze venusbeeldjes. Voor hun goden bouwden ze grote openluchttempels en monumenten zoals de menhirs. Grafmonumenten zoals de dolmens en de grafheuvels met hun grafgiften, getuigen van een sterk geloof in het leven na de dood.

Venusbeeldje

2g. Wat deden ze in hun vrije tijd? De mensen waren zo erg bezig met overleven dat ze geen vrije tijd hadden. De prehistorie was bijzonder hard voor de mensen, zeker voor de kinderen. Vele stierven van de kou , honger en ziektes. Dikwijls waren de kinderen een grote last tijdens lange zwerftochten. Moeders lieten hun zuigelingen gewoon achter , omdat ze die niet konden dragen. Ook veel kinderen verongelukten of werden de prooi van wilde dieren. De meisjes hielpen de vrouwen op hun zoektocht naar al wat eetbaar was. De jongens gingen met de mannen mee jagen en op visvangst. De jacht gebeurde in groep. Daarom was het nodig dat één iemand de leider was, dit was meestal de sterkste of de dapperste.

2h. Welke taal spraken ze?Er is weinig geweten over de taal die ze spraken. De meesten denken dat ze klanken zoals de apen uitstootten.

2i. Welk ritueel volgden ze wanneer er iemand gestorven was? Mensen in de prehistorie geloofden al in een leven na de dood. De eerste begraafplaatsen waren de hunebedden. Ze werden opgetrokken uit zwerfstenen die wel duizenden kilo’s zwaar waren. Oorspronkelijk waren ze bedekt met een aarden heuvel. In zo’n hunebed werden meerdere mensen begraven.

Bouw van een hunebed Hunebed

Men heeft ook vondsten teruggevonden van vlakgraven. Een vlakgraf is een put in de grond waarin maar één persoon werd begraven. In deze graven werden ook giften voor het hiernamaals bijgezet. Tot die grafgiften behoren vuurstenen gereedschappen zoals pijlpunten en dolken, maalstenen van zandsteen, bekers van aardewerk waarin wellicht voedsel of drank zat, en sieraden van onder andere barnsteen. Dergelijke grafgiften vertellen ons over het dagelijks leven in de prehistorie

Tijdens het laatste deel van de Steentijd kwam er verandering in het grafritueel. De doden werden nog steeds in individuele graven bijgezet, maar vervolgens werd over elk graf een heuvel opgeworpen. Dit noemen we grafheuvels.

Grafheuvel Doorsnede grafheuvel

Op een gegeven moment ging de mens er echter toe over om de overledenen eerst te cremeren alvorens ze te begraven. Ze werden dan in urnen bijgezet in een grafheuvel.

Urnen

De Egyptenaren beheersten nog een andere vorm van begraven. Ze mummificeerden hun overledenen en staken ze in een sarcofaag.

3. Uitvindingen.3a. Het vuur. In de prehistorie was vuur een heel erg belangrijk iets. Het was handig om vlees te braden, licht te geven en vijanden weg te jagen. Als de bliksem in het bos insloeg, ontstond er een bosbrand. Als dat in de prehistorie gebeurde, probeerde de “oermensen” het vuur mee te nemen naar hun hutten of grotten. Dat deed men ook bij een vulkaanuitbarsting. De gloeiend hete lava zette namelijk alles in brand.

Ze leerden al snel hoe ze het zelf moesten maken. Eerst sloegen ze silexstenen tegen een stuk pyriet. Door de vonkjes staken ze een de tondelzwam in brand.

Een tweede manier om vuur te maken, bestond er uit om een dun stokje van hardhout rond te draaien op een plat vlak van zacht hout. Om het stokje sneller te laten draaien maakten ze er een touw aan vast. Dat was minder inspannend. Door de wrijving ontstond er hitte. Het zachte hout blakerde zwart en het zaagsel begon te gloeien. Genoeg om het droge mos of pluisjes van lisdodde aan te steken. Door zachtjes blazen en houtsnippers erbij te voegen, begon het te roken. Door meer en meer te blazen kreeg je een laaiend vuur.

Vuur door wrijving De vuurboor

3b. Landbouwwerktuigen.Het klimaat veranderde. Het werd warmer en er was voldoende neerslag. Toen er per ongeluk een paar zaadjes op de vochtige grond vielen, kregen die worteltjes en zo groeide er nieuwe graanhalmen. Met een stok gingen ze nu in de grond prikken of groeven trekken. Daarna legden ze er graankorrels in. Zo is de eerste landbouw begonnen. De vroegste landbouwers moesten hard werken. De belangrijkste werktuigen waren een graafstok of een houten hak.

graafstok

Een gevorkte stok werd als ploeg gebruikt. De vrouwen moesten het graan oogsten. Dit werd gedaan met een sikkel, die werd gemaakt van silex en hout.

Sikkels van silex

De vrouwen moesten het graan dan pletten en malen tot meel. Het meel vermengden ze met water van die brij werden broden gebakken. In die periode ontstond ook de veeteelt. Tijdens de jacht werden jonge dieren gevangen en meegenomen naar de woonplaats. Die dieren kregen dan jongen. Dieren die in gevangenschap geboren waren werden sneller tam. De eerste dieren die ze temden waren: de hond, de geit en het schaap. Honden hielpen bij de jacht en bewaakten de kudde. Varkens en runderen en pluimvee werden pas later tam gemaakt.

Eerst werden de dieren gehouden voor het vlees, daarna ook voor de melk de huid en de wol. Runderen gebruikten ze nu ook als last- en trekdier. Er leven ook nog altijd jagers en vissers. Mensen die goed konden boetseren werden pottenbakkers. Mensen die goed met hout konden omgaan werden timmermannen. Wie goed met silex kon werken werd werktuigenmaker. Zo ontstonden de eerste beroepen.

3c. Hoe zag het eerste wiel eruit en waarvoor gebruikten ze het?Het eerste wiel was eigenlijk een pottenbakkerswiel. Later pas zag men in dat een rond voorwerp ook kon rollen. De eerste wielen waren dan ook massieve houten karrenwielen die gemaakt waren van 2 of 3 houten planken die rond waren gemaakt.

4. Kunst

4a. Wat zijn grotschilderingen? Wat schilderden ze? Hoe schilderden ze?Grotschilderingen zijn eigenlijk een eerste uiting van de ontwikkeling van kunst bij de mens.

Waarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen een ritueel voor de jacht, of wellicht een bewijs van de jacht.

Ze maakten deze schilderingen met natuurlijke kleurstoffen in poedervorm. Ze gebruikten vooral oker, rode en zwarte tinten. Ze vermengden deze poedertjes met bloed of water om te kunnen gebruiken op de wanden.

In Lascaux in Frankrijk bevindt zich een grot waar de schilderingen nog mooi bewaard zijn.