Trajectbegeleiding: koffiehoek

PersonaliaDatum: 4 mei 2016Naam: Cliënt B.Werkstatuut: MedewerkerBegeleider: Vicky ( Verdere begeleiding: E. en H.)Functie in de organisatie:

Stagiair-begeleidster ( Vaste begeleiding)

S: SterkteG: GoedN: Neutraal = okéW/A: werkpunt/aandachtspuntR: realiteit = moeilijk veranderbaar

Voor de start van de evaluatie:-De medewerker schaalt zijn/haar competenties in onder begeleiding van de begeleider die het gesprek zal leiden. -De begeleider schaalt afzonderlijk van de medewerker de competenties in.-De inschaling gebeurt best in twee afzonderlijke documenten om te vermijden dat de medewerker zijn/haar inschaling laat beïnvloeden door deze van de begeleider.

Tijdens de evaluatie:-Tijdens het gesprek worden de gelijkenissen en verschillen in inschaling besproken. De belangrijkste positieve en werkpunten worden samengevat onder elke categorie. Op het einde wordt 1 groeidoel geformuleerd en geconcretiseerd in tijd en naar opvolging.

Basiscompetenties S G A/W RMobiliteit X Ik kom zelfstandig naar Alderande.Tijd X Ik ben op tijd in de koffiehoek.Motivatie X Ik wil mijn werk zo goed mogelijk uitvoeren.Omgaan met gezag X Ik aanvaard opdrachten van verschillende

begeleiders en stagiairs.

X Ik kan omgaan met positieve- en aandachtspunten die ik krijg op mijn werk. Ik ga hierover in overleg

Omgaan met regels en afspraken

X Ik kan mij houden aan de regels en afspraken van Alderande.

Hygiëne X Ik verzorg mijn lichaam Bv. - Ik was me elke dag en ik heb

propere kleren aan.- Ik kam mijn haren.- Mijn nagels zijn proper.

Kennis van de Nederlandse taal

X Ik begrijp de taken die de begeleiders of de koffiehoekmedewerkers geven.

Samenvatting:

- B. komt altijd op tijd toe in Alderande en in de koffiehoek.- B. begrijpt en aanvaardt opdrachten.- B. geeft soms zijn mening wanneer er een werkpunt/aandachtspunt aan hem wordt verteld. Het is goed dat hij zijn mening durft geven maar er zijn momenten waarbij B. het moeilijk heeft om een aandachtspunt te aanvaarden.

- B. Heeft het soms moeilijk met het aanvaarden met regels. Vooral als ze naar hem gericht zijn. Hij geeft dit ook aan. Bv. Hij mag niet meer naar de vrijwilligster van de breiclub bellen omdat hij dit iedere week deed. Belasting voor de vrijwilligster.- B. komt netjes gekleed naar Alderande. Soms vergeet hij zijn haren te kammen.

Emotionele competenties

S G A/W R

Inlevingsvermogen X Ik kan luisteren naar het verhaal van een mede-koffiehoekmedewerker en begeleidster.

Eerlijkheid, integriteit X Wat ik heb beloofd, zal ik ook doen. Bv. Ik heb beloofd om af te wassen.

Zelfvertrouwen X Ik weet wat ik goed kan en straal dit ook uit.

Moed X Ik kan lastige gesprekken aangaan, ga moeilijke situaties/gesprekken niet uit de weg.

Stressbestendigheid X X Ik kan omgaan met druk. Ik blijf goed doorwerken onder tijdsdruk, werkdruk of bij een tegenslag.

Samenvatting:

- B. kan iemand zijn verhaal luisteren maar hij laat soms de persoon niet uitspreken.- B. heeft het soms moeilijk om lastige gesprekken aan te gaan. Hij durft in discussie te gaan waardoor hij soms van de situatie weg loopt. We hebben hiervoor een oplossing gevonden: ‘time- out moment’ aan hem geven. Hij en de begeleider komen hierdoor weer tot rust.B. zal moeten leren om met aandachtspunten of werkpunten om te gaan.

- Wanneer B. geconcentreerd bezig is, dan kan hij omgaan met druk. Is hij niet geconcentreerd dan verloopt dit moeizamer.

Bestuurlijk organisatorische competenties

S G A/W R

Groepsgericht X Ik kan een helper zijn voor een nieuwe medewerker. Bv. Ik toon aan een nieuwe medewerker hoe je de afwasmachine/koffiemachine moet gebruiken.Ik kan mee de groep helpen ondersteunen. NVT

Visie X Ik ondersteun mee de visie van Alderande. Vb. Duurzaamheid= Zo weinig mogelijk afval gebruiken.

Organisatie en planning

X Ik kan mijn opdrachten op een éénvoudige manier uitvoeren.

X Ik kan afspraken in mijn agenda inplannen.

Samenvatting:

- B. staat voor iedereen klaar om te helpen. Hij kan daarnaast ook genieten van anderen hun hulp.- B. werkt duurzaam. Bv. De volle melkcups en de niet-gebruikte suikerklontjes worden terug in hun mandje gelegd.- B. heeft het soms moeilijk om opdrachten op een logische manier uit te voeren. Vooral wanneer hij niet geconcentreerd aan het werk is. Bv. Hij weet niet meer hoeveel koekjes bij de koffie moet. Hij heeft hierbij stimulatie nodig om het visuele script te gebruiken.

Sociaal communicatieve competenties

S G A/W R

Samenwerken X Ik kan goed samenwerken in de koffiehoek.

Collegialiteit X Ik help mijn mede-koffiehoekmedewerkers waar ik kan.

Betrokkenheid X Ik voel me betrokken in de koffiehoek en in Alderande.

Keuzes maken X Ik kan een keuze maken en me hieraan houden.

Aangaan van relaties X Ik weet hoe ik andere mensen kan leren kennen. Ik kan mijn gedrag aanpassen aan de situatie.

Mondelinge communicatie

X Ik kan duidelijk mijn ideeën en gevoelens vertellen.

X Ik kan goed spreken. Ik word door andere medewerkers, begeleidsters, vrijwilligers en klanten goed begrepen.

Assertiviteit X X Ik kan mijn mening en gevoelens tegen medewerkers, begeleidsters en vrijwilligers zeggen. Dit op een beleefde manier.

Communicatieve vaardigheden

X Ik communiceer tijdig wanneer ik niet in de koffiehoek kan aanwezig zijn.

X Ik vraag mijn vakantie op tijd aan de begeleidster.

Wanneer je meerdere begeleidsters hebt:

Ik kan mijn vakantie die goedgekeurd is, doorvertellen aan mijn andere begeleidster(s).

Samenvatting:- B. probeert goed samen te werken met anderen. Wanneer hij zich niet goed in zijn vel voelt, voel je hij meer ondersteuning nodig heeft van een collega-medewerker of begeleidster. - B. heeft het soms moeilijk om onmiddellijk zijn gevoelens te uiten. Hij heeft autisme en dat kan verklaren waarom dit een moeilijkheidsdrempel voor hem is. Daarnaast gebeurt het soms dat hij zijn gevoelens verkeerd/hard verwoord. Zijn manier van uitdrukken bedoeld hij niet altijd zo. Hij verontschuldigd hem vaak hiervoor. - B. durft voor zijn mening op te komen maar dit komt soms kwetsend over bij andere personen.

Persoonlijke vaardigheden

S G A/W R

Hulpvaardigheid X -Ik kan goed samenwerken met andere koffiehoekmedewerkers.- Ik kan mijn hulp aanbieden aan andere koffiehoekmedewerkers en begeleiding.

Nauwgezetheid X X Ik maak weinig fouten in mijn werk. Psychische stabiliteit X Ik kan omgaan met moeilijke situaties in

mijn leven. Verantwoordelijkheid X Ik voel me verantwoordelijk voor mijn

taken. Ik wil mijn taken zo goed mogelijk uitvoeren en ik wil dat de koffiehoek zo goed mogelijk draait.

Ordelijkheid X Ik ruim mijn werkplek op voor ik naar huis ga.

Zelfstandigheid X X Ik kan een taak vanuit de koffiehoek alleen uitvoeren zonder hulp van een andere koffiehoekmedewerker of de begeleiding.

X X Ik kan de koffiehoek handleiding nemen wanneer ik een taak van de koffiehoek niet meer weet

Energieniveau X Ik kan mijn werk anderhalf uur volhouden.

Hunkering X Ik kan wachten tot tijdens de pauze om te bellen of te roken

Driftbeheersing X Ik kan rustig blijven wanneer ik mij boos voel.

Respect X X Ik behandel mijn collega’s, begeleiders, stagiairs, vrijwilligers en klanten met respect. Ik luister en respecteer hun mening. Ook al voel ik mij die dag niet goed.

Aandacht X X Ik kan 1 à 2 uur aandachtig werken. Ook wanneer het drukker is in de koffiehoek.

Beoordelen Ik hou rekening met de houdbaarheidsdatum van een product.NVT

X Ik weet wanneer ik iets mag weggooien.

Algemeen fysiek uithoudingsvermogen

X Mijn lichaam kan het werken in de koffiehoek aan. Het werken voelt niet zwaar aan.

X Ik kan werken en mezelf bezighouden tot het opgestelde uur. Bv. Ik werk tot 16:30 u. Tot dan moet ik werken in de koffiehoek en mag ik niet eerder naar huis gaan.

Samenvatting:- B. toont dat hij behulpzaam is. Je voelt dat hij zij steentje wilt bijdragen. Hij neemt zijn taak ernstig en voert deze uit wanneer er duidelijke instructies worden gegeven. Als ik naar zijn groeiproces kijk: heeft B. Vooruitgang geboekt. Hij kan meer zelfstandiger werken. Vooral de taken (afwassen, tafel opruimen,…) die hij goed kan. Voor de andere taken heeft hij nog meer ondersteuning in nodig.- B. heeft het soms moeilijk om opmerkingen te aanvaarden. Hij wordt onrustig wanneer hij zijn stem verhoogt en boos wordt. In het begin ging dit over zijn werkuren . Hij wist dat hij van 15u15 – 16u30 in de koffiehoek moest werken. Soms zei hij rond 16 u: ‘Ja ik zijn eens naar huis hé!’Ik zei dan:’ Ha zo. Ik zou dat graag ook doen maar de taken zijn hier nog niet gedaan.’ Hiervoor durfde hij soms in discussie gaan.

Intellectuele competenties

S G A/W R

Lezen X X Ik kan de koffiehoek scripts lezen.

X Ik kan een bestelling lezen.

X Ik kan een houdbaarheidsdatum aflezen.

SchrijvenIk kan een boodschappenlijst maken voor de koffiehoek.NVT

Rekenen XIk kan meervoudige bestellingen begrijpen.Bv. Op één bestelbon staan er 5 dranken op.

Leervermogen X Ik kan nieuwe dingen bijleren. Zoals:Vaardigheden bijleren Bv. Met klanten praten.

Materiaalkennis X Ik weet welk juist materiaal ik voor de koffiehoek moet gebruiken. ( Bv. Bij een ‘koffieverkeerd’ en ‘gewone koffie’ heb je andere koffietassen nodig

Cognitieve flexibiliteit X Ik kan omgaan met veranderingen in Alderande.

Inzicht X Ik weet wat ik kan en niet kan in de koffiehoek.

Samenvatting:- B. kan heel goed bestellingen begrijpen. Hij kan het visueel script lezen. Alleen mag hij de scripts nog meer gebruiken. Daarnaast gaat hij snel over de scripts wanneer hij minder geconcentreerd is.- B. heeft minder een probleem met een persoonswissel wel met enkele veranderingen. Bv. Regels die die voor hem zijn bijgekomen.Omdat deze op hem gericht zijn, vindt hij het moeilijker om te aanvaarden.

Omgevingsfactoren of externe factoren

S G A/W R

Gezinslast X Mijn privésituaties (bv. problemen) heeft geen negatieve invloed op mijn werken in de koffiehoek.

Zorg dragen voor eigen gezondheid

X Ik volg de tips van mijn dokter op en draag zorg voor mijn lichaam.

Samenvatting:- B. doet zijn best in de koffiehoek. Soms heeft hij het moeilijk wanneer hij aan zijn nichtje (leukemie) denkt. Hij is enorm met zijn nichtje begaan. Hij denkt ook veel aan haar

waardoor zijn concentratie wegvalt. Dit is een factor dat je moeilijk bij B. kunt wegnemen.

Werkvaardigheden S G A/W RFijne motoriek X Ik ben goed in fijn werk. Bv. de koekjes

nemen, afwassen,…Grove motoriek X Ik ben goed in grof werk. Bv. Vegen.Werktempo X Ik hou een goed tempo aanhouden in de

koffiehoek zonder dat ik mijn werk minder goed uitvoer.

Initiatief X -Ik kan alleen aan mijn taken van de koffiehoek starten. -Ik zie wanneer iemand hulp nodig heeft. - Ik zie taken in de koffiehoek en voert deze uit zonder dat er een begeleidster of een koffiehoekmedewerker heeft gevraagd. Bv. Koffiemachine afkuisen, koelkast aanvullen,…

Doorzetten X Ik blijf werken ook wanneer ik een moeilijk moment heb. Ik geef niet snel op.

Inzicht X X Ik zie welke tafels er moeten afgeruimd worden, wanneer de frigo moet aangevuld worden,…

Samenvatting:- B. doet zijn best. Zij fijne en grove motoriek is in orde. Hij houdt ook een goed tempo aan als hij geconcentreerd aan het werken is.- B. heeft ondersteuning waardoor hij weinig initiatief kan nemen. Jij moet hem duidelijk zeggen wat hij kan doen. Sommige taken kan hij al zelfstandig uitvoeren. Hierdoor durft hij aan deze taken te beginnen zonder dat iemand het hem gevraagd heeft.-

Belangrijkste sterktes van de medewerker:

Belangrijkste aandachtspunten en/of werkpunten van de medewerker:

Punten die de begeleidster belangrijk vindt (waar wil de begeleidster graag naartoe /aan werken?):

Groeidoel volgens het GROW-coaching model (doelstelling dat jullie er samen uitpikken om nu concreet aan te werken):

Evaluatie/acties trajectbegeleiding

- B. doet zijn best in de koffiehoek.

- Hij is leergierig. Hij wilt nieuwe dingen leren.

- B. heeft een groeiproces doorgemaakt in zijn competenties en vaardigheden,.

- B. komt op tijd naar de koffiehoek.

- Kan meervoudige bestellingen aan.

- De dingen die hij kan, voert hij zeer goed uit. Hij vindt het leuk om de tafels op te ruimen en om de afwas te doen.

- Verschillende koffies maken. Hij vindt dit zelf ook moeilijk om te houden. Meer gebruik maken van de scripts.

- Meer initiatief nemen en werk zien.

- Meer gevoelens uiten. Let wel op dat hij deze juist gebruikt.

- Leren omgaan met kritiek. Wanneer er een opmerking wordt gegeven, moet B. leren om dit te accepteren.

GOAL (Doelstelling):

- B. kan zelfstandig taken uitvoeren aan de hand van een persoonlijke takenlijst en script.

- B. kan leren omgaan met opmerkingen die hij krijgt van een begeleidster op zijn werk.

REALITY (Waar staan we nu?)

-B. heeft het moeilijk om te leren omgaan met kritiek.

- B. heeft nog veel begeleiding en ondersteuning nodig in de koffiehoek. Weinig zelfstandigheid.

OPTIONS (Hoe gaan we hieraan werken? Wie volgt dit op?)

- Persoonlijke takenlijst + script maken zodat hij nog meer zelfstandiger kan werken. Daarnaast zal er

- Leren omgaan met regels en de mening/opmerking van iemand anders.

- Meer zelfstandigheid opbouwen

- Vragen stellen en gevoelens uiten. B. mag altijd de begeleidster even apart nemen wanneer hij een moeilijk moment heeft.

GOAL (Doelstelling):

- B. kan zelfstandig taken uitvoeren aan de hand van een persoonlijke takenlijst en script.

- B. kan leren omgaan met opmerkingen die hij krijgt van een begeleidster op zijn werk.

REALITY (Waar staan we nu?)

-B. heeft het moeilijk om te leren omgaan met kritiek.

- B. heeft nog veel begeleiding en ondersteuning nodig in de koffiehoek. Weinig zelfstandigheid.

OPTIONS (Hoe gaan we hieraan werken? Wie volgt dit op?)

- Persoonlijke takenlijst + script maken zodat hij nog meer zelfstandiger kan werken. Daarnaast zal er