mobilit.belgium.be · Web view01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of...

42
Technische instructies GOCA. Het type van de keuring wordt als volgt bepaald: Voertuigen voor de 1ste maal ingeschreven vóór 1 juli 1999. De trekkers (T), dragende aanhangwagen / oplegger(R*), dragend voertuig (C*): het type van keuring (FL – AT of OX) wordt bepaald door de aanvrager of op basis van het reeds vroeger afgeleverd ADR keuringsdocument. De tankwagens (C), tankaanhangwagen / tankoplegger (R): het type van de keuring (FL – AT of OX) wordt bepaald door de klant of op basis van het reeds vroeger uitgereikte ADR keuringsdocument. Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje. Voertuigen voor de 1ste maal in het verkeer gesteld na 30 juni 1999. De trekkers (T) , dragende aanhangwagens/opleggers (R*), dragende voertuigen (C*): Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van homologatie op de homologatieplaat of het homologatieattest van de constructeur van het voertuig of van zijn mandataris. De tank voertuigen (C), tankaanhangwagens of tankopleggers (R): Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van ADR- homologatie op de ADR- homologatieplaat of het ADR- homologatieattest van de constructeur of zijn mandataris. Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje. Opmerking : In het type homologatiekenmerk wordt FL vermeld: de witte en zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde) In het type homologatiekenmerk wordt AT vermeld de zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde. In het type homologatiemerk wordt OX vermeld: de zwarte vakken + het vak 953 van het ADR werkbriefje.

Transcript of mobilit.belgium.be · Web view01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of...

Technische instructies GOCA.Het type van de keuring wordt als volgt bepaald:

Voertuigen voor de 1ste maal ingeschreven vóór 1 juli 1999.

De trekkers (T), dragende aanhangwagen / oplegger(R*), dragend voertuig (C*): het type van keuring (FL – AT of OX) wordt bepaald door de aanvrager of op basis van het reeds vroeger afgeleverd ADR keuringsdocument.

De tankwagens (C), tankaanhangwagen / tankoplegger (R):het type van de keuring (FL – AT of OX) wordt bepaald door de klant of op basis van het reeds vroeger uitgereikte ADR keuringsdocument.

Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje.

Voertuigen voor de 1ste maal in het verkeer gesteld na 30 juni 1999.

De trekkers (T) , dragende aanhangwagens/opleggers (R*), dragende voertuigen (C*):Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van homologatie op de homologatieplaat of het homologatieattest van de constructeur van het voertuig of van zijn mandataris.

De tank voertuigen (C), tankaanhangwagens of tankopleggers (R):

Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van ADR- homologatie op de ADR- homologatieplaat of het ADR- homologatieattest van de constructeur of zijn mandataris.

Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje.

Opmerking:

In het type homologatiekenmerk wordt FL vermeld: de witte en zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde)

In het type homologatiekenmerk wordt AT vermeld de zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde.

In het type homologatiemerk wordt OX vermeld: de zwarte vakken + het vak 953 van het ADR werkbriefje.

De eigenaar van een voertuig met een FL-homologatie kan op zijn uitdrukkelijk verzoek steeds een AT keuring vragen. In dit laatste geval wordt uiteraard in punt 7 van het keuringsdocument alleen AT vermeld.

Attesten remvertrager en ABS:

ATTEST REMVERTRAGER

a. Tractors (T)voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton.

Het ATTEST remvertrager is vereist.

b. Tankwagens ( C ) en dragende voertuigen (C*)

voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton

Het ATTEST remvertrager is vereist.

c. Vanaf 01/01/2010.

De voertuigen onder de punten E1 en E2 hierboven opgenomen en in het verkeer gesteld vóór 1 juli 1993.

Het ATTEST remvertrager is vereist.

ATTEST ABS

TOEPASSINGSSFEER:

-Tractors (T), dragende voertuigen (C*) en tankwagens (C) met een MTM > 16 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld voor 01 juli 1993 .

- Tankaanhangwagens en tankopleggers ( R) en dragende aanhangwagens en opleggers ( R*) met een MTM > 10 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld voor 01 juli 1993 .

Bij elke ADR–keuring van de voornoemde voertuigen moet de aanwezigheid van dit document bij het voertuig worden nagezien, tijdens de ADR–keuring.

Te controleren vakken (verso van het werkbriefje).

1 Keuringen

FL: alle witte en zwarte vakken en, als vereist ook de gearceerde.

AT: alle zwarte vakken en indien vereist ook de gearceerde.

OX: alle zwarte vakken en het vak 953 (bescherming tegen brand)

Hierbij dient soms rekening te worden gehouden met het type van voertuig (zie 2).

2 Type van voertuig:

T = Trekker,R* = Dragende aanhangwagen /oplegger,C* = Dragend voertuig,R = Tankaanhangwagen / oplegger, C = Tankwagen

3 Bijkomende controles (gearceerde vakken 924, 932, 934, 942, 951, 953, 978, en 979)

Om te bepalen of de gearceerde vakken op de versozijde van het ADR werkbriefje gecontroleerd worden, moet de tankcode en, in voorkomend geval, de “bijzondere TC en TE bepalingen” (9.6) op het beproevingsattest geraadpleegd worden.

Toelichting bij de gearceerde vakken:

De gearceerde vakken (vakken 924, 932, 934, 942, 951, 953, 978 en 979) moeten gecontroleerd worden overeenkomstig de voorwaarden hieronder hernomen:

1. VLOEIBARE en VASTE STOFFEN: tankcode beginnend met L of SHet vak 951 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: L of S- de bijzondere bepalingen (9.6) herneemt, ten minste, de vermelding: TE19- het voertuig werd voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01/01/1988

Het vak 953 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: L en eindigt op het teken:) (+)- de bijzondere bepalingen (9.6) hernemen, tenminste, de volgende vermeldingen: TC2 en TE9

2. GAZ: tankcode beginnend met C, P of R

Het vak 924 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: P- het type van basisvoertuig: FL is- de inhoud van de tank ≤ 25 m3

Het vak 932 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R- het type van basisvoertuig: FL of AT is

De vakken 934 en 942 moeten gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R- het type van basisvoertuig: FL is

Het vak 978 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: C,P of R- het type van basisvoertuig: FL of AT is

Het vak 979 moet gecontroleerd worden als:- de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R- het type van basisvoertuig: FL of AT is.

Recto van het werkbriefje ADR

Werkbriefje ADR verso

LEGENDE :

Te controleren vakken

Reglementaire voorschriften Reden van afkeuring code

INTERPRETATIE VAN DE CODES :

1 - Voertuig NIET CONFORM met de A.D.R.-reglementering

- Beslissing: code 1 = ADR VERBODEN

2 - Geldigheidsduur beperkt tot 15 dagen

- Beslissing: code 2 = GELDIGHEIDSDUUR BEPERKT TOT 15 DAGEN

4 - Te herstellen binnen de 15 dagen, zoniet is het voertuig niet toegelaten voor het A.D.R.-vervoer

- Beslissing: code 4 = herstellen binnen de 15 dagen, zonder herkeuring, zoniet is het voertuig niet toegelaten voor het A.D.R. vervoer

xxx : Nr. Van het vak en omschrijving van de rubriek

TYPE HOMOLOGATIE OF ATTEST VAN OVEREENKOMST MET HET ADR NR. 909

OVERZICHT

909 Type homologatie of attest van overeenkomst met het ADR

De voertuigen in dienst gesteld na 30 juni 1999 moeten een ADR – typehomologatie ondergaan.

A Het voertuig heeft een homologatiemerk

In de omgeving van de plaat met de kenmerken van het voertuig, geplaatst door de fabrikant, of op deze plaat zelf, is goed leesbaar en onverbrekelijk een homologatiemerk aangebracht.

- het homologatiemerk is niet goed leesbaar of niet onverbrekelijk

1

B Het voertuig heeft geen homologatiemerk

Er moet een attest van overeenstemming met het ADR opgemaakt door de fabrikant of zijn mandataris worden voorgelegd.

Dit attest moet worden opgemaakt op briefpapier van de fabrikant of mandataris, gedateerd en ondertekend zijn en ten minste volgende gegevens bevatten:- merk en type van het voertuig,- chassisnummer van het voertuig,- de verklaring dat het voertuig beantwoord

aan de technische vereisten van het ADR (eventueel met zijn meest recente wijzigingen en met de typeaanduiding (FL-AT-OX) waarvoor het werd goedgekeurd).

- het attest ontbreekt of is onvolledig

1

ELEKTRISCHE UITRUSTING – BATTERIJEN Nr. 910 - 924

OVERZICHT

910 Uitwendige elektrische geleiders

911 Aansluiting van de elektrische geleiders aan de lichten

912 Verdeeldozen elektrische leidingen

913 Eindaansluitingen elektrische leidingen naar toebehoren

914 Elektrische aansluiting trekkend voertuig / aanhangwagen: isolatie - bevestiging

915 Uitrusting voor aarding

916 Contact van de aarding

917 Plaats van de aarding (conventioneel teken)

918 Batterijschakelaar

919 Bediening batterijschakelaar in de stuurcabine

920 Bijkomende bedieningsinrichtingen van de batterijschakelaar

921 Plaatsaanduiding “hoofdschakelaar – interrupteur”

922 Ventilatie batterijbak

923 Isolatie van de polen van de batterij

924 Meting van de aardingsweerstand

910 Uitwendige elektrische geleiders

Het gedeelte van de elektrische installatie dat zich achter de stuurcabine bevindt, moet beschermd zijn tegen schokken, slijtage en wrijving. Daarom moeten:

- de elektrische bedrading, waar zichtbaar, door een naadloos omhulsel beschermd worden;

- de elektrische bedrading moet op een voldoende stevige manier aan het koetswerk zijn bevestigd en beschermd tegen mechanische en thermische invloeden.

Slechte isolatie, bescherming of bevestiging.

2

911 Aansluiting van de elektrische geleiders aan de lichten

De staat nazien van de aansluitingen (rubberen dopjes, wartels e.d...) die de waterdichtheid waarborgen.

Aansluitingsstukken:- ontbreken- beschadigd- slecht bevestigd

2

912 Verdeeldozen elektrische leidingen

Verbindingen tussen elektrische leidingen enkel toegelaten door middel van waterdichte verdeeldozen.

Waterdichte verdeeldozen:- ontbreken, de verbindingen

zijn gemaakt met lusterklemmen;

- zijn beschadigd (doorgeroest, niet meer hermetisch);

- slecht bevestigd

2

913 Eindaansluitingen elektrische leidingen naar toebehoren

De eindverbindingen van de elektrische leidingen naar de toebehoren (zoals geluidshoorn, brandstofmeter, reductie gangwissel, remvertrager, ABS, e.d...) moeten waterdicht zijn.

Eindaansluitingen zijn:- niet wachterdicht- beschadigd- slecht bevestigd

2

914 Elektrische aansluiting trekkend voertuig/aanhangwagen:isolatie - bevestiging

De elektrische connectoren tussen motorvoertuigen en aanhangwagens moeten zodanig ontworpen zijn dat een ongewilde verbreking verhinderd wordt.De staat nazien van de elektrische aansluiting tractor/aanhangwagen en in het bijzonder de borgingen.

- Slechte isolatie van de bedrading.

- De kabel mag niet op trek belast kunnen worden.

- Borging tegen het ongewild losraken van de stopcontacten

2

915 Uitrusting van de aarding

Tankvoertuigen onderworpen aan een FL- keuring (vlampunt – vervoerde vloeistoffen ≤ 60°C) moeten met aangepaste voorzieningen zijn uitgerust, zodat er voor en tijdens het laden en lossen maatregelen kunnen genomen worden ter voorkoming van een gevaarlijk potentiaal verschil tussen de tanks en de vaste installatie (d.w.z. er dient een AARDING te bestaan).

Uitrusting voor de aarding ontbreekt. 1

916 Contact van de aarding

Het contact van de aarding moet doeltreffend zijn. Twijfelachtig contact (verf of roest). 4

917 Plaats van de aarding (conventioneel teken)

De plaats van de aarding moet door een

conventioneel teken aangeduid zijn. (" ")

Conventioneel teken bij de aarding ontbreekt.

4

918 Batterijschakelaar

Een schakelaar die dient om de stroomkringen te onderbreken, moet zo dicht als in de praktijk mogelijk is, bij de batterij worden geplaatst.

- Schakelaar ontbreekt of is niet reglementair geplaatst.

- Schakelaar is ondoelmatig.

1

919 Bediening batterijschakelaar in de stuurcabine

Een bedieningsinrichting voor het openen en het sluiten van de schakelaar moet in de stuurcabine geplaatst worden. Deze moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor de bestuurder.

De nieuwe voertuigen in dienst gesteld na 30 juni 1999 :De bedieningsinrichting moet voorzien zijn van een beschermingsdeksel, van een commandosysteem via een complexe beweging of van een andere inrichting die het ongewild in werking treden verhindert.

- Bediening ontbreekt.- Bevindt zich niet in het bereik van

de bestuurder.

Niet beveiligd tegen ongewild in werkingtreden

1

1

920 Bijkomende bedieningsinrichtingen van de batterijschakelaar

Er mogen bijkomende bedieningsinrichtingen van de hoofdschakelaar worden geplaatst.Deze bedieningsinrichtingen moeten be-schermd zijn tegen ongewilde handelingen.

- De eventueel bijkomende bedieningsinrichting(en) werk(t)en niet

- De bediening is niet beschermd tegen ongewilde handelingen

1

921 Plaatsaanduiding “hoofdschakelaar – interrupteur”

De plaats van alle bedieningen van de hoofdschakelaar moet aangegeven zijn met een duidelijk merkteken.B.v.b.:Opschrift: “HOOFSCHAKELAAR – INTERRUPTEUR” of een duidelijk pictogram

Opschrift of pictogram ontbreekt of is onvolledig.

4

922 Ventilatie batterijbak

Batterijen die niet onder de motorkap zijn aangebracht, moeten in een bak met ventilatieopeningen zijn vastgezet.

Onvoldoende of geen ventilatie 2

923 Isolatie van de polen van de batterij

De polen van de batterijen moeten elektrisch geïsoleerd zijn of door het isolerend deksel van de batterijkoffer afgedekt worden.

Onvoldoende isolatie van de batterijen of het deksel van de batterijkoffer niet geïsoleerd.

2

924 Meting van de aardingsweerstand

Meting van de aardingsweerstand indien:

“Tankcode: P...”“omschrijving van het voertuig: FL”“inhoud ≤ 25.000 l of 25 m3”

Kleinere tankwagens (≤ 25000 l of 25 m3 ) bestemd voor de distributie (bevoorrading van propaantanks voor verwarming) moeten voorzien zijn van een aardingskabel op een rol of in een losleiding.

De weerstand van deze aardingskabel moet ≤ 100 Ohm zijn .

OPMERKING :Wanneer een aardingskabel op een rol aanwezig is, moet deze voldoen aan bovenstaande voorschriften, zelfs wanneer in de losleiding ook een aarding aanwezig is die aan deze vereiste voldoet.

- de aardingskabel ontbreekt- de weerstand is > 100 Ohm.

2

BRANDSTOFTANK–TANK Nr. 931 - 935

OVERZICHT

931 Lek tank (behalve klasse 2)

932 Werking van de bodemafsluiters

934 Gasdichtheid van de tankuitrusting

935 Bevestiging van de tank op het onderstel

931 Lek tank (behalve klasse 2)

Lek aan tank bestemd voor het vervoer van vloeistoffen (voor gassen van klasse 2 zie rubriek 934).

Lek 1

932 Werking van de bodemafsluiters

Na te zien indien:“Tankcode: P... of R...”“Omschrijving van het voertuig: FL - AT”

1. De vul – en losopeningen van de houders van tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van vloeibaar gemaakte brandbare en/of giftige gassen moeten voorzien zijn van een veiligheidsinrichting met ogenblikkelijke afsluiting die ingeval van ongewilde verplaatsing van het voertuig, automatisch sluit.

Nazicht:a) Vragen om de handrem op te trekken.

b) Vragen om de inrichting voor het openen van de losopening te bedienen.

c) Vragen om de handrem af te zetten

2. De tankvoertuigen bestemd voor vloeibaar gemaakte brandbare en/of giftige gassen moeten tenminste met twee inrichtingen zijn uitgerust welke de bodemafsluiter kunnen sluiten

a) Deze afstandsbedieningen moeten:

- Permanent aanwezig zijn en in goede staat van bediening worden gehouden.

Nazicht:Vragen om de afstandsbedieningen te doen werken

b) Deze afstandsbedieningen moeten:

- Gemakkelijk toegankelijk zijn

- de bodemafsluiters werken niet naar behoren

- het voertuig kan zich verplaatsen met de bodemafsluiters open

- de bedieningen werken niet

1

1

1

Nazicht:Zien of de bedieningen gemakkelijk toegankelijk zijn

c) Deze afstandsbedieningen moeten:

- zich bevinden op de oordeelkundig gekozen plaatsen waarbij de ene voldoende ver verwijderd is van de andere

Nazicht:zien of de bedieningen beantwoorden aan de voorschriften en gesloten kunnen worden

- de bedieningen zijn niet gemakkelijk toegankelijk

- Zij kunnen slechts gesloten worden vanaf een van deze plaatsen

1

1

934 Gasdichtheid van de tankuitrusting

Keuring van de gasdichtheid van de uitrusting van tanks, bestemd voor het vervoer van brandbare gassen.

Na te zien indien:“Tankcode: P... of R...”“omschrijving van het voertuig: FL”

De tanks moeten zodanig gesloten zijn dat de inhoud zich niet op ongecontroleerde wijze naar buiten kan verspreiden.

De gasdichtheid van de tankuitrusting (bodemafsluiters, aansluitingen van de leidingen, kranen, losdarmen, veiligheidskleppen, enz...) worden met de gasdetector (TIF) gemeten.

WERKWIJZE :Om gaslekken op te sporen, dient de inspecteur er zich van te vergewissen dat er zich gas in de los- en vulleidingen bevindt.Dit kan hij nagaan op de manometers die zich op de tank en leidingen bevinden (de druk moet hoger zijn dan 1 bar).

Tijdens het zoeken naar gaslekken beweegt hij de sonde langzaam rond het te controleren onderdeel of aansluiting. Wanneer het toestel reageert, vergewist hij er zich van of het hier een echt lek betreft. Stagnerend gas, bepaalde smeeroliën, oplosmiddelen en verven, kunnen de meetresultaten beïnvloeden.

In voorkomend geval voert hij een tweede meting uit nadat hij de plaats waar de gasdetector heeft gereageerd volledig heeft verlucht, of doet hij op de plaats van het vermoedelijke lek een bijkomende controle met een zeepoplossing.

Er wordt een lek vastgesteld> 300 ppm.

1

BELANGRIJKE OPMERKINGEN:

1. Wanneer tijdens de keuring een belangrijke lek

vastgesteld wordt, moet de keuring op grond van artikel 23, § 6 van het technisch reglement onmiddellijk worden stopgezet en moet het voertuig uit het station verwijderd worden.

2. Wanneer uit het beproevingsattest van de tank, afgeleverd door een erkende instelling (AIB-Vinçotte, Apragaz, Bureau-Veritas,), blijkt dat de tank een periodieke beproeving onderging, ten laatste 10 dagen voordat hij bij de autokeuring aangeboden werd, dient de dichtheidsproef met de gasdetector (TIF) niet uitgevoerd te worden.

935 Bevestiging van de tank op het onderstel

Het bevestigingssysteem van de tank op het onderstel wordt goedgekeurd door de erkende instellingen. De erkende instellingen keuren de staat van deze tankbevestigingen.

Ter gelegenheid van de jaarlijkse ADR – keuringen moet de staat van de bevestiging van de tank op het onderstel eveneens gekeurd worden.

Deze keuring behelst voornamelijk volgende punten:

1. Zelfdragende voertuigen: visueel nazicht van de dubbelingsplaten op barsten en scheuren (vasthechting op hun steunen).

2. Voertuigen met een chassis: visuele controle van de bevestigingen, bouten of lassen.

3. Batterijvoertuigen:

- controle van de bevestigingen(scheuren, losse bouten);

- de isolatie tussen de flessen nazien (hout en/of rubber).

Voor alle opleggers : visueel nazicht van de koppelingsplaten (scheuren,losse bouten).

De bevestiging van de tank op het onderstel vertoont gebreken.

Losse bouten en/of scheuren aan de koppelingsplaten.

2

2

UITLAAT Nr. 940 - 942

OVERZICHT

940 Afscherming van de motor of uitlaat t.o.v. de lading

941 Uitlaat onder motorbrandstofreservoir(s)

942 Afscherming van de uitlaat of motor t.o.v. de gaslospomp

940 Afscherming van de motor of uitlaat t.o.v. de lading

De uitlaat en de motor dienen zodanig geplaatst te worden of beschermd te zijn dat elk gevaar voor de lading ten gevolge van verhitting of ontbranding uitgesloten is (de bescherming zal in het bijzonder, ingeval van een lek aan de tank, elke mogelijkheid van een directe uitvloeiing van de vervoerde vloeistof op de uitlaat voorkomen).

Voertuigen voor de 1ste maal in het verkeer gesteld na 30 juni 1999 (met homologatie):

De bescherming (isolatie) werd geplaatst door de constructeur van het voertuig, de inspecteur ziet na of ze nog in goede staat is of niet werd gewijzigd.

Voertuigen voor de 1ste maal in het verkeer gesteld voor 1 juli 1999 (zonder homologatie):

De bescherming zal minimum worden verzekerd door een metalen plaat die op ten minste 3 cm boven de uitlaat is bevestigd.

OntbreektOndoeltreffendBevestiging en staat van de beschermingPlaatsing

1

941 Uitlaat onder motorbrandstofreservoir(s)

De uitlaat mag niet onder het brandstofreservoir doorgaan, behalve indien hij afgeschermd is.

De eventuele afscherming moet tenminste 3 cm boven de uitlaat worden geplaatst:

Afwezigheid van afscherming tussen brandstofreservoir en uitlaat.

Bevestiging en staat van de afscherming.

Minder dan 3 cm tussen afscherming en uitlaat.

2

942 Afscherming van de uitlaat of motor t.o.v. de gaslospomp

Na te zien indien:“ Tankcode: P... of R...”“omschrijving van het voertuig: FL”

Indien bij tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van brandbare gassen de uitlaatinrichting of motor en de gaslospomp zich op gelijke hoogte en evenwijdig van elkaar bevinden, moeten ze zodanig van elkaar afgeschermd zijn dat er bij een eventueel lek aan de dichting van de pomp geen gasstroom op de uitlaat kan terechtkomen. Deze bescherming kan ,bijvoorbeeld, bestaan uit een metalen plaat.

De afscherming tussen pomp en uitlaat of de motor is onvoldoende..

1

BUMPER - ZIJDELINGSE BESCHERMING Nr. 950 - 954

OVERZICHT

950 Bumper achteraan

951 Zijdelingse bescherming

952 Bescherming en stand van de kranen

953 Bescherming tegen brand voor klasse 5.1-(UN 2015)

954 Bescherming van de bovenaan geplaatste uitrustingen

950 Bumper achteraan

- De achterkant van de voertuigen moet over de ganse breedte van de tank uitgerust zijn met een schokbreker (bumper) voldoende sterk om weerstand te kunnen bieden tegen aanrijdingen (impacts) achteraan.Dit cf. de geldende reglementering( technisch reglement en instructies).Tussen de achterwand van de tank en het achterste punt van de bumper moet er een afstand zijn van ten minste 100 mm (deze afstand wordt gemeten t.o.v. de achterwand van de tank of t.o.v. van de toebehoren die in contact zijn met de vervoerde stof).

- Voor voertuigen in dienst gesteld vóór 1 januari 1978 mag aanvaard worden dat deze afstand van ten minste 100 mm verkregen wordt door ter hoogte van de langsligger stevige rubberen blokken op de bumper te bevestigen.

Opmerking :Bij tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van chemische afval met een opklapbare achterbodem (de zogenaamde ruimwagens) bevinden er zich soms los- en vulleidingen op de opklapbare bodem die voorbij de bumper uitsteken.Deze toebehoren mogen in dit geval beschermd zijn door een metalen beugel die op de opklapbare bodem is gemonteerd, met een weerstandsmoment tegen buiging van ten minste 20 cm3.

- Bumper ontbreekt

- Niet reglementaire afstand (100 mm)

- Staat / bevestiging van de bumper

Staat / bevestiging van de beschermbeugel

1

951 Zijdelingse bescherming

Alle tankvoertuigen.

1. De uitrustingen moeten zodanig worden geplaatst dat zij beschermd zijn tegen de risico’s van afrukking of beschadiging gedurende het transport en de behandeling.

2. Nazien indien: “Tankcode: L... of S...”

“bijzondere bepalingen: TE19”“voertuig in dienst gesteld vanaf 01/01/1988”

De vul- en losleidingen moeten:

- Hetzij ten minste 200 mm inspringen t.o.v. de buitenomtrek van de tank (300 mm bij geïsoleerde tanks);

- Hetzij beschermd zijn door een profiel met een weerstandsmoment tegen buiging van ten minste 20 cm3, dwars op de rijrichting gemonteerd.

- Bescherming niet reglementair of onvoldoende

- Onvoldoende afstand

1

952 Bescherming en stand van de kranen

- De tankopeningen moeten kunnen afgesloten worden door middel van stoppen voorzien van schroefdraad, volle flenzen of een andere doelmatige inrichting.Opmerking : Een afscherming uit kunststof is onvoldoende.

- De centrale afsluiters op de losleidingen en de eindafsluiters moeten kunnen beveiligd worden tegen elk onbevoegd gebruik (automatische of manuele vergrendeling b.v. hangsloten).

De stand en/of de sluitrichting van de kleppen (zowel van de bodemafsluiters als van de eindafsluiters) moet op ondubbelzinnige wijze aangegeven zijn.

De afsluiting ontbreekt.

- Bescherming onvoldoende.

- De stand en/of sluitrichting van de kleppen is niet aangegeven.

2

953 Bescherming tegen brand voor klasse 5.1-(UN 2015)

Nazien indien:“ Tankcode: L...(+)”“ bijzondere bepalingen: TC2, TE9”

Transporteenheden voor het vervoer van in water opgelost waterstofperoxide met een gehalte van meer dan 60% peroxide (klasse 5.1-UN2015) moeten aan de volgende eisen voldoen :

- Achter de bestuurderscabine moet zich een schild uit metaal of uit een ander geschikt materiaal bevinden dat even breed moet zijn als de tank, tenzij de cabine uit moeilijk brandbare materialen is vervaardigd.

- Alle vensters aan de achterzijde van de cabine of van het schild moeten hermetisch gesloten zijn; ze moeten uit vuurbestendig veiligheidsglas bestaan en in vuurvaste ramen zitten.

Tussen de tank en de cabine of het schild moet een vrije ruimte van ten minste 150 mm gelaten worden.

- Afwezigheid van een metalen afscherming indien:1° de cabine niet van metaal is;2° of indien er zich vensters aan de achterzijde van de cabine bevinden waarvoor geen attest van vuurbes- tendigheid kan worden getoond.

- Vrije ruimte < 150 mm.

1

1

954 Bescherming van de bovenaan geplaatste uitrustingen

De uitrusting en de toebehoren die op het bovenste gedeelte van de tank zijn geplaatst, moeten beschermd worden tegen beschadiging bij een eventuele kanteling

- Deze bescherming kan bestaan uit versterkingsringen of beschermkappen of uit elementen hetzij in dwarsrichting of in langsrichting aangebracht en bestaand uit een profiel dat een doelmatige bescherming verzekert.

NOTA :Deze bescherming wordt goedgekeurd door de erkende instelling bij de prototypekeuringen. De inspecteur ziet daarom alleen na of er zich barsten of scheuren in deze bescherming bevinden en ook of er geen toebehoren (koppelstukken, veiligheidskleppen, enz...) boven de bescherming uitsteken.

- De bescherming is in slechte staat.

- Toebehoren komen boven de bescherming uit.

1

1

ALLERLEI Nr. 961 - 964

OVERZICHT

961 Beschermingsuitrusting chauffeur

962 Reglementaire stopblok

963 Waarschuwingstekens

964 ADR -brandblusapparaat

961 Beschermingsuitrusting chauffeur

De veiligheidsuitrusting van de chauffeur bestaat uit :- een aansluitende veiligheidsbril om een

volledige oogbescherming te verzeker-en- handschoenen- oogspoelvloeistof niet nazien indien: “Tankcode: C... of P... of R...”- ten minste één fluorescerende jak- ten minste één zaklamp

-Beschermingsuitrusting ontbreekt of is onvolledig.

- Zaklamp werkt niet.

4

962 Reglementaire stopblok

Elk voertuig (auto of aanhangwagen) moet minstens uitgerust zijn met één stopblok, met afmetingen geschikt zowel voor het gewicht van het voertuig als de diameter van de wielen.

- Stopblok ontbreekt 4

963 Waarschuwingstekens

Elk motorvoertuig dat gevaarlijke goederen vervoert, moet voorzien zijn van twee waarschuwingstekens die uit zichzelf rechtop kunnen staan, zoals bijvoorbeeld:- kegels of- reflecterende driehoeken of- oranje knipperlichten die onafhankelijk zijn van

de elektrische installatie van het voertuig.-

- De waarschuwingstekens ontbreken.

- De oranje knipperlichten werken niet.

4

964 ADR -brandblusapparaat

Elke transporteenheid moet in functie van zijn maximum toegelaten massa (MTM) voorzien zijn van de voorgeschreven blusapparaten met minimale inhouden volgens onderstaande tabel (*):

De

brandblussers moeten bovendien aan volgende eisen voldoen: geschikt zijn voor de brandbaarheidsklassen A, B

en C, gelood zijn, voorzien zijn van een geldigheidsetiket een Belgische of Europese goedkeuring hebben

(etiket BENOR V of etiket EN + goedkeuring van een Europees land).

De brandblusser in de bestuurderscabine moet zich in het handbereik van de chauffeur bevinden; de brandblusser(s) buiten de bestuurderscabine moeten duidelijk zichtbaar zijn opgesteld en gemakkelijk toegankelijk zijn. Hun installatie moet zodanig zijn dat ze beschermd zijn tegen de invloed van weersomstandigheden zodat hun operationele capaciteit niet beïnvloed wordt.

(*) - de brandblussers voor “buiten de cabine” mogen zich op het trekkend voertuig of op de aanhangwagen bevinden- wanneer een trekkend voertuig zich alleen aanbiedt, moet alleen de brandblusser van de cabine aanwezig zijn.

- de brandblusser in de cabine ontbreekt of inhoud is onvoldoende

- de brandblusser(s) buiten cabine ontbreken of inhoud(en) is (zijn) onvoldoende

- klassen onvoldoende- loodje ontbreekt- geldigheidsetiket ontbreekt of is

vervallen- goedkeuring ontbreekt of

onduidelijk- de brandblusser in de cabine is

niet in handbereik van de chauffeur

- de brandblusser buiten cabine is niet duidelijk zichtbaar en/of slecht bereikbaar (meer dan 10 sec.nodig om hem van de steun te verwijderen)

- brandblusser is niet beschermd tegen weersomstandigheden

1

MTM - transporteenheid

Brand-blusser cabine

brandblusser(s) buiten cabine

MTM > 7,5 T 2 kg

min. 6 kg + vervollediging tot

12 kg in het totaal

3,5 T < MTM ≤ 7,5 T 2 kg 6 kg

MTM ≤ 3,5 T 2 kg 2 kg

AANDUIDINGEN – ATTESTEN Nr. 971 - 981

OVERZICHT

971 Reglementaire oranje schilden of bevestigingsinrichting

972 Reglementaire aanduidingen (firmanaam + tel., tarra leeg voertuig + MTM)

973 Beproevingsattest tank

974 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode L of S

975 Goedkeuringsbewijs inrichting afvoer elektrostatische ladingen op kunststoftanks

978 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode C, P of R

979 Opschriften op de tanks met tankcode P of R

980 Attest remvertrager

981 Attest antiblokkeersysteem (ABS)

971 Reglementaire oranje schilden of bevestigingsinrichting

Transporteenheden, die gevaarlijke goederen vervoeren, moeten voorzien zijn van twee rechthoekige reflecterende oranje schilden. Een van de schilden moet aan de voorzijde, het andere aan de achterzijde van de transporteenheid worden aangebracht, in een verticaal vlak, loodrecht op de lengteas van het voertuig.

Nazicht: de aanwezigheid van hetzij het oranje schild of van zijn bevestigingsinrichting.

Opmerking:Volgende zaken moeten nagezien worden:- trekker (T) : schild of bevestigingsinrichting

vooraan voldoet;- aanhangwagen (R en R* ): schild of

bevestigingsinrichting achteraan voldoet;- tankvoertuig of dragend motorvoertuig (C en

C : schild of bevestigingsinrichting vooraan en achteraan.

- Het oranje schild of zijn bevestigingsinrichting ontbreekt

- Gebrekkige bevestiging

4

972 Reglementaire aanduidingen (firmanaam + tel., tarra + MTM)

Volgende aanduidingen moeten vermeld worden op de tank zelf of op een bord:- - tarra;- - de maximale toegelaten massa.

Op de achterkant van de tankwagen, tankoplegger of tankaanhangwagen moeten volgende gegevens worden aangebracht:De naam of de kenletters van de ondernemer, alsmede het telefoonnummer van de ondernemer of van het kantoor van de firma dat bij een ongeval moet verwittigd worden.

De minimale afmetingen van deze tekens zijn:- hoogte : 70 mm- dikte : 10 mm

- Gegevens ontbreken of zijn onvolledig

2

973 Beproevingsattest tank

Elke tank moet vergezeld zijn van een attest afgeleverd op basis van een controle van de inwendige staat van de tank, van een dichtheidsbeproeving of van een hydraulische drukproef.Dit attest moet afgeleverd zijn door een vereniging erkend door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. (A.I.B.- VINCOTTE, APRAGAZ, BUREAU VERITAS).Indien:“ tankcode: P… of C… of R…”:Het attest kan ook uitgereikt zijn door een van de erkende organismen: zie bijlage 11.

Het attest moet ten minste volgende gegevens bevatten :- de coördinaten van de erkende instelling;- de identificatie gegevens van het voertuig;- de identificatiegegevens van de tank;- vermelding van het tankmateriaal (metaal

/kunststof)- gegevens die op de kenplaat van de tank

voorkomen;- de tankcode;- specificatie van uitgevoerde proef

(hydr..beproev., dichtheidsbepr.,...);- bijzondere TC en TE bepalingen- de geldigheidsdatum (datum volgende

periodieke proef);- datum van uitgifte en handtekening van de

verantwoordelijke.

Voor de attesten uitgereikt door een van de erkende organismen vermeld in bijlage 11:Het π teken (Griekse letter pi) gevolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11.

- Attest ontbreekt.

- De geldigheidsdatum is verstreken

- De gegevens ontbreken

- Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt

1

Voorb.: indien TÜV: Markering: « π 0045 »

974 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode L of S

Alle tanks moeten voorzien zijn van een corrosievrije kenplaat, dat derwijze dient geplaatst te worden dat ze gemakkelijk leesbaar is voor een waarnemer vanaf de grond.

Op de kenplaat moeten volgende gegevens zijn ingeslagen :

- het nummer van het prototype (alleen voor tanks gebouwd na 01/10/1978);

- naam of merk van de tankbouwer;

- serienummer van de fabricage v.d tank (tanknummer);

- bouwjaar (alleen voor tanks gebouwd na 01/10/1978);

- beproevingsdruk op het geheel van de tank en beproevingsdruk per compartiment indien lager dan voor de ganse tank;

- de inhoud in liters van de tank, voor de tanks met meerdere compartimenten: de inhoud per compartiment;

- datum (maand, jaar ) van de laatste periodieke proefpersing en de stempel van de erkende instelling.

Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan of de gegevens op de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen.

Het attest van de erkende instelling wordt aan de klant terug gegeven.

- De kenplaat ontbreekt of is slecht leesbaar.

- De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt.

- De stempel van de erkende instelling ontbreekt.

- De gegevens stemmen niet overeen met het attest van de erkende instelling.

1

975 Goedkeuringsbewijs inrichting afvoer elektrostatische ladingen op kunststoftanks

Tanks uit gewapende kunststof moeten uitgerust zijn met een systeem dat de elektrostatische lading afvoert.

De gebruiker dient een attest van een erkende vereniging voor te leggen (APRAGAZ, AIB-VINCOTTE, BUREAU VERITAS) waaruit blijkt dat het hoger vermelde systeem werd goedgekeurd.

Dit bewijs is 3 jaar geldig voor nationaal en internationaal vervoer.

Goedkeuringsattest ontbreekt of is vervallen.

1

978 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode C, P of R.

Hierbij dient het onderscheid te worden gemaakt tussen tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen en batterijvoertuigen voor het vervoer van samengeperste gassen.1) Tankvoertuigen voor vloeibaar gemaakte gassen.

“Tankcode: P... of R...”:Alle tankvoertuigen moeten voorzien zijn van een corrosievrije kenplaat, die zodanig dient geplaatst te worden dat ze gemakkelijk leesbaar is voor een waarnemer vanaf de grond.

Op deze kenplaat moeten volgende gegevens zijn ingeslagen:

-nummer van het prototype (voor tanks gebouwd na 1/10/1978);

-naam of merk van de tankbouwer;-serienummer v.d fabricage van de tank

(tanknummer);-bouwjaar (enkel voor tanks gebouwd na

1/10/1978);-beproevingsdruk;

de inhoud van de tank in m3 (of in L.)-de niet-afgekorte naam van de gassen

waarvoor de tank is goedgekeurd met daarnaast de vermelding van hun hoogst toegelaten vulmassa in kg.Deze gegevens mogen op een afzonderlijke plaat zijn aangebracht.

-datum (maand, jaar) van de laatste proefpersingen met de stempel van de erkende instelling.

Voor de attesten uitgereikt door een van de erkende organismen vermeld in bijlage 11:

-Het π teken (Griekse letter pi) geeztyzavolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11.

Voorb.: indien TÜV:Markering: « π 0045 »

Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan

- De kenplaat ontbreekt

-De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt

- De stempel van de erkende instelling ontbreekt

- Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt

1

of de gegevens van de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen.

Het attest van de erkende instelling wordt aan de klant teruggegeven.

- De gegevens op de kenplaat stemmen niet overeen met het beproevingsattest van de erkende instelling.

2) Batterijvoertuigen voor samengeperste gassen.

“tankcode: C...”:

Op elk batterijvoertuig moet blijvend en op een gemakkelijk toegankelijke plaats een metalen corrosievrije plaat zijn bevestigd, op deze plaat moeten ten minste volgende gegevens zijn ingeslagen :

-het nummer van het prototype (enkel voor de elementen gebouwd na 1/10/1978);

-de naam of merk van de constructeur van de elementen;

-fabricagenummer;-bouwjaar (voor elementen gebouwd na

1/10/1978);-beproevingsdruk;-de inhoud in m3;-de niet-afgekorte naam van de gassen

waarvoor de tank is goedgekeurd met daarnaast de vermelding van hun hoogst toegelaten vulmassa in kg;Deze gegevens mogen op een afzonderlijke plaat zijn aangebracht.

-datum (maand, jaar) van de laatste periodieke proefpersingen met de stempel van de erkende instelling.

Voor de attesten uitgereikt door een van de erkende organismen vermeld in bijlage 11:

-Het π teken (Griekse letter pi) gevolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11.

Voorb.: indien TÜV:Markering: « π 0045 »

-De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt

- De stempel van de erkende instelling ontbreekt

-De kenplaat ontbreekt

- Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt

1

Deze gegevens mogen zich ook op elk element afzonderlijk bevinden.

Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan of de gegevens van de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen.

Op het raam van het batterijvoertuig moet in de omgeving van de vul/losopening een plaat met volgende aanduidingen bevinden :

- de beproevingsdruk van de elementen;

- De gegevens op de kenplaat of op de flessen stemmen niet overeen met het beproevingsattest van de erkende instelling.

1

- de maximum toegelaten vuldruk bij 15°C;- het aantal elementen;- de niet-afgekorte naam van het gas.

979 Opschriften op de tanks met tankcode P of R

Nazien indien:“Tankcode: P... of R...”Controle van de vullingsgraad van de tank bij vloeibaar gemaakte en diepgekoelde gassen.Voor de veiligheid van een gastank is het respecteren van de maximaal toegelaten vulmassa zeer belangrijk.De namen van de vervoerde gassen en hun maximaal toegelaten vulmassa's moeten in de onmiddellijke omgeving van de vulopeningen duidelijk zichtbaar worden vermeld.

De juistheid van de vermelde vulmassa's kunt u nagaan door ze te vergelijken met de gegevens die zich op de ADR – kenplaat of op het beproevingsattest van de erkende instelling bevinden.

BELANGRIJKE OPMERKING:Indien de vulmassa's op de kenplaat of op het attest van de erkende instelling hoger zijn dan deze van de M.T.M. van de technische fiche, moeten de vulmassa's bij de vulopeningen beperkt worden tot de M.T.M.

- De namen van de vervoerde gassen met de maximale vulmassa's ontbreken in de onmiddellijke omgeving van de vulopeningen

- De in de omgeving van de vulopeningen vermelde vulmassa's zijn hoger dan deze van de ADR kenplaat of het beproevingsattest

De vermelde massa’s zijn hoger dan het laadvermogen. (de som van elk van de vermelde massa’s en van de tarra is hoger dan de M.T.M).

2

2

980 Attest remvertrager

Dit vak dient alleen nagezien te worden voor:

1. Tractors (T) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton.

2. Tankwagens ( C ) en dragende voertuigen (C*) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton

3. Vanaf 01/01/2010, de voertuigen inhet verkeer gesteld vóór 1 juli 1993zoals opgenomen onder de punten 1 en 2 hierboven.

Als bewijs hiervoor moet zich bij de boordpapieren van het voertuig een “attest van de remvertrager” bevinden, afkomstig van de constructeur of mandataris.Bij de ADR–keuring van de voornoemde voertuigen moet de aanwezigheid van dit document bij het voertuig op de technische keuring worden nagezien.

De inspecteur vermeldt de gewaarborgde massa (MTMS van de transporteenheid) voor de remvertrager, die op het attest van de remvertrager voorkomt, op het electronisch werkbriefje..

Het attest ontbreekt of is onvolledig 2

981 Attest antiblokkeersysteem (ABS)

Dit vak dient voor de onderstaande voertuigen vanaf 01/01/2010 te worden nagezien:

1. Tractors (T) en dragende voertuigen (C*) met een maximale toegelaten massa van meer dan 16 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld vóór 01 juli 1993.

2. Tankwagens (C) met een maximale toegelaten massa van meer dan 16 ton voor de eerste maal in het verkeer gesteld vóór 1 juli 1993.

3. De aanhangwagens (R en R*) met een maximale toegelaten massa van meer dan 10 ton.voor de eerste maal in het verkeer gesteld vóór 01 juli 1993.

Als bewijs hiervoor moet zich bij de boordpapieren van het voertuig een “attest van het antiblokkeersysteem” (ABS) bevinden, afkomstig van de constructeur of mandataris. Hierin moet zijn bevestigd dat het voertuig aan de technische voorschriften van ECE-Reglement nr.13 serie van amendementen 06 beantwoordt.

Bij elke ADR–keuring van de voornoemde voertuigen moet, tijdens de ADR – keuring, de aanwezigheid van dit document bij het voertuig worden nagezien.

Het plaatsen van ABS op voertuigen voor de eerste maal in het verkeer gesteld vanaf 1 juli 1993 werd op basis van dienstnota TDT/43.12/91-04-HERZ.3 gecontroleerd.

- Het attest ontbreekt of is onvolledig

2