Zondag 23 November 2008 Avonddienst

Post on 27-Jun-2015

297 views 4 download

Transcript of Zondag 23 November 2008 Avonddienst

Zondag 23 november 2008Voorganger: Dhr.PasterkampOrganist: Dhr. De Vriesmet medewerking van:Mevr. Van Walsum

Voor de dienst zingen wij opwekking 334 Heer uw licht en uw liefde schijnen.

Heer, uw licht en uw liefde schijnen waar U bent zal de nacht verdwijnen. Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons. Levend Woord, ja uw waarheid bevrijdt ons. Schijn in mij, schijn door mij.

Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom Heil'ge Geest, stort op ons uw vuur Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord:

dat het licht overwint.

Heer, 'k wil komen in uw nabijheid. Uit de schaduwen in uw heerlijkheid. Door het bloed mag ik U toebehoren. Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen Schijn in mij, schijn door mij.

Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom heil'ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord: dat het licht overwint.

Staan wij oog in oog met U Heer. Daalt uw stralende licht op ons neer. Zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven. U volmaakt wie volkomen zich geven. Schijn in mij, schijn door mij.

Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid. Kom heil'ge Geest, stort op ons uw vuur. Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen. Spreek, Heer, uw woord:

dat het licht overwint.

Iedereen van harte welkom bij deze speciale herdenkingsdienst op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.

Gezang 434: 1.2 en 5

Lof zij de Heer

Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam, looft al wat ademt de Here.

Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleuglen

geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven.

5 Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen.

1 Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.

7 Maar 's HEREN gunst zal over die Hem vrezen in eeuwigheid altoos dezelfde wezen, en zijn gerechtigheid de eeuwen door. Zijn heil omsluit de komende geslachten; zo volgen zij die zijn verbond betrachten, van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.

Zuster van Walsum vertelt

Gezang 390: 1 en 2 ‘k wil U o God mijn dank betalen

1 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied. Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet. Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, Gij, milde bron van zegeningen: zulk een ontfermer waart Gij mij.

2 Uw trouwe zorg wou mij bewaren, uw hand heeft mij gevoed, geleid; Gij waart nabij in mijn bezwaren, nabij in elke moeilijkheid. Deez' avond roept mij na mijn zorgen tot rust voor lichaam en voor geest. Heb dank, reeds van de vroege morgen zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

Schriftlezing uit Handelingen 27 : 14 t/m 25

De stormwind 14 Maar niet lang daarna, sloeg er een stormwind tegen, genaamd Euroklydon. 15 En toen het schip daarmee weggerukt werd, en niet tegen de wind kon opzeilen, gaven wij het op, en dreven heen. 16 En onder een zeker eilandje, genaamd Klauda lopende, konden wij nauwelijks de boot machtig worden.

17 Die opgehaald hebbende, gebruikten wij alle hulpmiddelen, het schip ondergordende, en alzo zij vreesden, dat zij op de droogte Syrtis vervallen zouden, streken zij het zeil, en dreven alzo heen. 18 En alzo wij door het onweer geweldig geslingerd werden, deden zij de volgende dag een uitworp;

19 En de derde dag wierpen wij met onze eigen handen het scheepsgereedschap uit. 20 En toen noch zon noch sterren verschenen in vele dagen, en geen klein onweer ons drukte, zo werd ons voorts alle hoop om behouden te worden benomen.

21 En toen men lange tijd zonder eten geweest was, toen stond Paulus op in het midden van hen, en zeide: O mannen, men behoorde mij wel gehoor gegeven te hebben, en van Kreta niet afgevaren te zijn, en deze hinder en deze schade verhoed te

hebben;

22 Doch alsnu vermaan ik u goedsmoeds te zijn; want er zal geen verlies geschieden van iemands leven onder u, maar alleen van het schip. 23 Want deze zelfde nacht heeft bij mij gestaan een engel Gods, Wiens ik ben,

Welke ook ik dien,

24 Zeggende: Vrees niet, Paulus, gij moet voor de keizer gesteld worden; en zie, God heeft u geschonken allen, die met u varen. 25 Daarom, weest goedsmoeds, mannen, want ik geloof God, dat het alzo zijn zal, gelijk het mij gezegd is.

Verkondiging:

WEES GOEDSMOEDS !

Ons gemeentelied Opwekking 249 Heer, wat een voorrecht

Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan, samen te dienen, te zien wie U bent, want uw woord maakt uw wegen bekend.

Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp,

die nog schijnt in de nacht.

Samen te strijden in woord en in werk. Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk. Delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn.

Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht.

Geloofsbelijdenis

Opwekking 404: 1 Wij gaan op weg

Wij gaan op weg met brandend hart, met een gebed bij elke stap. Het lied van hoop klinkt door de landen, zingend van de nieuwe dag.

Dankgebed

Opwekking 404: 2 en 3

Tweeduizend jaar - en dag en nacht brandt deze vlam, verlicht ons land. Mensen wachten, harten smachten naar een liefde die verwarmt.

Refrein: Laat de vlam weer branden, als een helder baken; als heraut van 't morgenuur. Laat het lied weer sprank'len, laat de liefde branden, als een vuur, als een vuur.

De liefde roept, de waarheid spreekt; dat is de kracht waarmee wij gaan, om hen die vallen, hen die wank'len op te vangen in uw naam.

(refrein) Laat de vlam weer branden, als een helder baken; als heraut van 't morgenuur. Laat het lied weer sprank'len, laat de liefde branden, als een vuur, als een vuur.

Zegen

Graag nodigen wij u uit voor een gezellig samen zijn om oude

foto’s te bekijken, koffie te drinken en bij te praten.

Willem Dekker vertelt u hier meer over