Weloverwogen uit huis plaatsen

Effectieve inzet van het huisverbod

Veilig Verder Congres

Katrien de Vaan – 8 december 2017

2

Stelling

Niet elke huisverbodwaardige situatie

leent zich voor een huisverbod

3

Kern betoog

Een effectieve inzet van het huisverbod

vereist een integrale afweging van de Wth

tegen andere beschikbare instrumenten

door partijen die over de benodigde expertise(s) beschikken

Effect

• Landelijke effectevaluatie: er is een effect op recidive, maar

die is nog steeds hoog: rond 50%.

• Recente meting door WODC met andere meetmethode,

meetperiode en analyse: gevonden effect valt weg.

• Effect zou vooral door snelle, intensieve hulp komen maar:

• Onderzoek Verwey-Jonker Instituut naar aanpak huiselijk

geweld G4: hulpverlening bij HG van onvoldoende kwaliteit.

• Indicaties dat huisverbod met name weinig effectief is in

zware casuïstiek.

Conclusie: we investeren veel in het huisverbod, maar of het

werkt weten we niet zeker, en hoe het werkt en bij wie evenmin.

4

Integrale afweging

• Doel huisverbod: huiselijk geweld vroegtijdig voorkomen dan

wel stoppen zonder dat slachtoffer uit huis hoeft

• Voor het voorkomen en stoppen van HG zijn meer

instrumenten

• Per casus is integrale afweging nodig van wat het beste is:

• Huisverbod i.c.m. (intensieve) hulpverlening

• Strafrechtelijke maatregel i.c.m. (intensieve) hulpverlening

• Alleen (intensieve) hulpverlening (event. i.c.m. OTS)

• Slachtoffer(s) uit huis, bijv. crisisopvang of uithuisplaatsing

• …

5

Wat vereist integrale afweging?

• Informatie over de casus

• Inzicht in de problematiek

• Kennis over het scala aan interventiemogelijkheden

• Een duidelijk afwegingskader

• Samenwerking tussen ketenpartners uit veiligheids-,

hulpverlenings- en jeugdketen

• Tijd om in/direct na de crisis alternatieven af te wegen

• Mandaat om in/direct na de crisis een besluit te nemen

• Een meer nadrukkelijke rol voor Veilig Thuis

Het begint echter met het voelen van de noodzaak om anders

met het huisverbod om te gaan dan we nu vaak doen.6

Casus 1

• Jong stel, tweeling van een paar maanden, man is

oorlogsveteraan, mogelijk PTSS, alcoholprobleem man

• Baby’s huilen veel, veel ruzie tussen ouders, moeder is bang

voor dreiging die van vader uitgaat, adequaat als moeder

• Politiecontact geweest, GGD in beeld vanwege huiselijk

geweld, schakelt jeugdbescherming in voor vrijwillig kader,

geweld herhaalt zich

• Stelling: ik zou in deze casus een huisverbod inzetten!

Mee eens/mee oneens?

7

Casus 2

• Jong stel met een kindje van 1,5 jaar; geschiedenis van

geweld van man tegen vrouw (politiemeldingen).

• Meneer blijkt zeer agressief richting mevrouw, zowel fysiek

als bedreiging en in bijzijn van kind. Ook sprake van

dierenmishandeling. Mevrouw is zeer bang.

• Naast het huiselijk geweld beschuldigt mevrouw meneer van

ernstige criminele feiten die rechercheonderzoek vereisen

met oog op bewijsvoering.

• Stelling: ik zou in deze casus een huisverbod inzetten!

Mee eens/mee oneens?

8

Casus 3

• Bejaarde vrouw met een 20 jaar jongere partner.

• Mevrouw wordt door haar partner mishandeld en financieel

uitgebuit. Haar kinderen wonen ver weg (twee uur rijden).

Mevrouw is dementerend en behoorlijk in de war.

• Stelling: ik zou in deze casus een huisverbod inzetten!

Mee eens/mee oneens?

9

Casus 4

• Getrouwd stel, middelbare leeftijd, relatieproblemen, beide in

laatste jaren werkloos geworden, vrouw maakte sterfgevallen

in familie mee, man verwierf hersenletsel, vrouw is volgens

man afstandelijk en depressief en vaak afwezig.

• Ruzies ontaarden in verbaal en psychisch geweld van man

tegen vrouw. Mogelijk eerder ook fysiek geweld door man.

• Incident: vrouw is tijdens ruzie uit huis gevlucht en heeft

politie gebeld. Verbaal geweld door man, mogelijk ook fysiek.

Geen middelengebruik.

• Stelling: ik zou in deze casus een huisverbod inzetten!

Mee eens/mee oneens?

10

Mee eens?

We moeten toe naar een meer integrale

afweging van het huisverbod in relatie tot

andere instrumenten in de aanpak van

huiselijk geweld en kindermishandeling.

11