Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen Hanny van Heusden Marcel Doornbosch .

Post on 23-May-2015

218 views 1 download

Transcript of Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen Hanny van Heusden Marcel Doornbosch .

Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen

Hanny van HeusdenMarcel Doornbosch

www.facebook.com

programma

1. Sociale vaardigheden & modelling2. Gedragstherapie, indicatie &

rollenspel3. Motivatie & vaardigheden in

stapjes oefenen4. Gedragsproblemen & presentaties

15. Cognities, ouderbegeleiding,

voorwaarden & presentaties 2

Dag 1

Theorie: inleidingOpdracht: vaardigheden uit eigen

leven

Oefening: modelling

Sociaal vaardig gedrag

‘De meest aanvaarde definitie’Voor je eigen belang opkomen

zonder dat van anderen te schaden

Een ‘soft skill’

‘Een aardig mens is iemand die met vaardigheid veinst oog te hebben voor de

behoeftes en noden van anderen. Hij begrijpt dat zijn eigenbelang erbij gediend

is als hij dat belang niet altijd voorop stelt.’

Arnon Grunberg, VN 2010 Wat is uw definitie van een aardig mens?

SOVA bij kinderen/jeugdigen

Aanleren van sociaal vaardig gedragVergroten van zelfvertrouwenKunnen zien van meerdere gedragsmogelijkheden in moeilijke situatiesVeranderen van cognitieve stijlDerde milieu?

SOVA

GEDRAG-----------------------------------COGNITIES

x x xGoldstein Ringrose meer verbale

programma’sTim en

Flapoor

Technieken in sova-training

ModellingGedrag opdelen in stapjes (leerpunten)Gedragsoefening in rollenspelShaping, opbouwen van complex gedrag in eenvoudiger stapjesBekrachtigingFeedbackBespreken van cognities, aanleren van meer adequate zelfspraakklus

Inleidende vaardigheden SOVA-training

1. Kennismaking, vragen stellen & luisteren

2. Gevoelens en iets aardigs zeggen over jezelf

3. Complimentjes geven/ontvangen4. Nonverbaal gedrag

Vaardigheden middengedeelte SOVA-

trainingIets vragen aan een ander

& reageren op weigeringOnderhandelen

& wat doe je als het niet luktInvoegen (‘mag ik meedoen’)

& reageren op afwijzingIets weigeren (‘nee zeggen’)

& wat doe je als de ander boos wordt

Vaardigheden middengedeelte

(vervolg)

Als je last hebt van iemand (‘daar baal ik van’)

& wat doe je als de ander boos wordt

Excuus aanbieden (‘het spijt me’)& wat doe je als de ander boos blijft

Reageren op pesten/plagen& wat doe je als ze niet stoppen

werkblad1

Werkblad 1

Onderwerpen

1. Kennismaken

2. Vragen stellen en luisteren

Vandaag hebben we geoefend in het stellen van vragen aan een ander kind en in het luisteren naar een ander. Omgekeerd heb je geoefend in het vertellen van iets over jezelf aan een ander. Vragen stellen is een goede manier om de ander beter te leren kennen. En door iets over jezelf te vertellen leert die ander jou weer beter kennen.

Werkblad 1

LEERPUNTEN

Bij deze gesprekjes kun je op de volgende leerpunten letten:

-Kijk de ander aan (zonder te staren)

-Als je zelf praat: doe dit duidelijk en verstaanbaar

-Als je luistert: laat de ander uitpraten

- laat merken dat je de ander begrijpt

(bijvoorbeeld door af en toe te

knikken of te ‘hummen’)

-Beweeg niet teveel, blijf rustig zitten of staan

werkblad7

Werkblad 7

Onderwerpen:

Onderhandelen, een plan maken met een ander

Het komt vast wel eens voor dat je met een ander kind iets wilt doen, maar dat jullie allebei iets anders willen( jij wilt bijvoorbeeld liever zwemmen, de ander gaat liever een boswandeling maken).

Veel kinderen doen dan de zin van de ander terwijl ze zich daar helemaal niet prettig bij voelen.

In de groep hebben we geoefend in:

-het vasthouden aan je eigen mening

-het samen zoeken van een oplossing, en

-het accepteren dat je niet altijd tot een oplossing kunt komen.

Werkblad 7

LEERPUNTENAls je een plan maakt met een ander, let dan op:

-zeg tegen de ander wat je wilt en waarom

-luister naar wat de ander wil

-hou even vast aan je mening, geef niet meteen toe

-kijk of je een oplossing kunt bedenken

Als je het niet eens kunt worden:

-stop het gesprek

-accepteer de mening van de ander

Klus 7

KLUS 7 Maak deze week een plan met een ander kind.

Schrijf hiervan op:

Ik maakte een plan met:

Ik wilde:

De ander wilde:

Werden jullie het eens?

Hoe vond je het onderhandelen gaan?

opdrachtVaardigheden uit je eigen leven– (Een praatje maken– Iets aardigs zeggen over jezelf– Complimenten geven/ontvangen)– Iets vragen / reageren op weigeren– Onderhandelen– Invoegen / afwijzing– Iets weigeren– Als je last hebt van iemand– Excuses aanbieden– Pesten en plagen– - -----------------?

De 4 stappen van assertief gedrag

1. Zeg wat je voeltHet irriteert mij …

2. Noem het gedrag van de ander… dat jij niet kwam opdagen…

3. Noem de gevolgen van het gedrag voor jou…nu heb ik voor niks mijn afspraak met mijn zus afgezegd…

4. Zeg wat je wilt van de ander…ik wil dat je voortaan laat weten als je niet kunt.

Hoe ziet een zitting eruit (bijvoorbeeld)

Bijpraten ‘ei-rondje’ 10 minutenKlus bespreken / thermometer 10 minutenThema 40 minuten– Korte inleiding– Modelling:

• 2x ‘onhandig’• Leerpunten• 1 x ‘handig’

– oefenen d.m.v. rollenspelUitdelen klusyell

Vaardigheden van de trainer

Gebruikt weinig tekstBenoemt observeerbaar gedragIs directief en daarmee veiligRicht de aandacht steeds op 1 aspect

SOVA modelling

EIGENSCHAPPEN GESCHIKT MODEL– Lijkt in gedrag op deelnemers– Is niet ‘perfect’, maar menselijk, laat

ook aarzeling en twijfel zien– Leeftijdsgenoten zijn geschikter dan

volwassenen

Wat wordt voorgedaan?

Subassertief

Agressief

handig

1. Iets vragen / reageren op weigeren

2. Onderhandelen3. Invoegen / afwijzing4. Iets weigeren5. Als je last hebt van iemand6. Excuses aanbieden7. Pesten en plagen

modeling

huiswerk

Lezen: bijeenkomst 2Opdracht modelling– per thema (7) een oefen situatie voor

je eigen doelgroep

Dag 2

Theorie: gedragstherapieOefening: diagnostisch interview

Oefening: leiden van een rollenspel

gedragstherapie

Klassieke conditioneringGaat om associatief leren, Pavlov’s hond:

S R CS - S R CS Rworst speeksel bel worst speeksel bel speeksel

gedragstherapie

Operante conditioneringGaat om leren van de gevolgen van gedrag

versterkers: doen gedrag toenemenverzwakkers: doen gedrag afnemen

Antecedent Behaviour Consequence

A B C (klassieke c.) (operante c.)

a b C

Versterkers: doen gedrag toenemen

•Positieve versterkers (bekrachtigers) het probleemgedrag wordt gevolgd door iets positiefs

– Bijvoorbeeld beloning: succes, aandacht, snoep

•Negatieve versterkers: iets vervelends houdt op of neemt af

– Bijvoorbeeld angst wordt minder

a b C

verzwakkersdoen gedrag afnemen

• ‘positieve’ verzwakkers het probleemgedrag wordt gevolgd door iets negatiefs

– straf

•Negatieve verzwakker (iets prettigs houdt op)

– Ontbreken van bekrachtiging Bijvoorbeeld negeren

beloningsschema

Beloning geven +S+

Beloning weghalen

-S+

Straf weghalen-S-

Straf geven+S-

Gedrag neemt toe Gedrag neemt af

Aandachtspunten

– Korte/lange termijn effect: Korte termijn winst = lange termijn verlies:

agressief gedrag, verslaving, vermijdingsgedrag

Bijvoorbeeld: een pester die wel angst inboezemt maar geen echte vrienden heeft

– Analyseren van gedragsketensZoals de reactie van de juf op het gedrag van

het kind

sorc

S O R CSITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE

Wat gaat aan gedrag vooraf (stimuli)

Wat je niet ziet: gevoelens, gedachten, etc.

Gedrag dat centraal staat

Gevolg: verzwakkers/versterkers

Aantecedent

Bbehaviour

Cconsequence

sorc

S O R CSITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE

Kinderen zijn aan het voetballen en C wil meedoen

‘ze willen me vast niet’ ‘ik mag toch nooit meedoen’ bang

Erbij gaan staanZachtjes zeggen ‘ik wil ook’Naar de juf lopen

KT: de angst neemt afKT: aandacht van de jufLT: afname sociale contactenLT: generalisatie sociale angst

sorc

S O R Cmoeder

Kind buikpijn ‘zielig’ Kind thuishouden

Tevreden kind

kind

Naar school ‘ze gaan pesten’

(klagen over) buikpijn

Lekker thuis

Wat en hoe vragenconcreter = beter

Wat gebeurde erWat zei jeWat deed de anderHoe zei je hetHoe reageerde de anderWaar stond jeWanneer gebeurde het

O/I

Observatieinterpretatie

Operante technieken

Gedrag versterkenPositieve versterking negatieve versterking

Gedrag verzwakkenDRP straf uitdoving isolatieVerzadiging boeteovercorrectie

Nieuw gedrag opbouwenVormen voordoen vormen van gedragsketens

(shaping) (modelling) (chaining)

ping pong

rollenspel

Rollenspel introductiegedragsregelsFeedbackregelsVanzelfsprekend komt iedereen aan de beurtDuidelijk begin en eindDuidelijke situatie en rollen, 1 hoofdrolInstructie hoofd- en bijrolDoorgaan tot het gewenste gedrag is getoondIngrijpen als het niet goed gaatVeel complimentenKinderen gaan met een goed gevoel over zichzelf weer zitten(Klaar)

Thema’sin tweetallen voorbereiden individueel uitvoeren

1. Aardig doen tegen een ander2. Non verbaal gedrag3. Iets vragen / reageren op weigeren4. Onderhandelen5. Invoegen / afwijzing6. Iets weigeren7. Als je last hebt van iemand8. Excuses aanbieden9. Pesten en plagen

presentaties

In tweetallen / per thema1 hele zitting voorbereidenVoor jouw doelgroep= toets en oefenmogelijkheidDe laatste 2 middagen (plenair/sub)Een deel uitvoeren

huiswerk

LezenMaken– Functionele analyse (SORC) van een

potentiële deelnemer / adhv een indicatie - interview

Programma’s mee

Dag 3

Theorie: indicatiestelling(presentatie programma’s, thema’s

verdelen presentaties)Theorie: motivatieOefening: vaardigheden in stapjes

indicatiestelling

Met behulp van functionele analyse indicatie stellen al dan niet, een plan opstellen, leerpunten formuleren

Criteria: kind/milieufactoren & groepsfactoren

doelgroep

indicatiestelling

Contra-indicaties:– doelgroep

• ASS/ADHD als dat niet de doelgroep is• Tekort aan intelligentie als dat niet de doelgroep is

– Systeemfactoren– motivatie– Overige problemen die leren zullen

verhinderen– Gedragstoornis/antisociale ontwikkeling (wiki)

groepssamenstelling

De verlegen, sociaal angstige en sociaal incompente kinderen

profiteren i.h.a. het best.

4 groepen kinderen van Pier PrinsGedragstekort, kind heeft het gedrag nooit geleerdHet gedrag is wel geleerd, kind kan het wel, maar past het niet toe (bijv als gevolg van de situatie)Te hoge arousal heeft gemaakt dat het gedrag niet is aangeleerd, de vaardigheid niet is ontwikkeldArousal maakt dat het wel aangeleerde gedag niet wordt toegepast

Motiveren

mo·ti·ve·ren -veerde, h gemotiveerd 1 met redenen omkleden 2 bemoedigen, energie geven: zijn medewerkers ~

bekerene-motie(f)types:– bezoekers, klagers en klanten (OT: de

Shazer)

Voorwaarden tot gedragsverandering

1. Kennis van het probleem2. Last van het probleem3. Gevoel van eigenwaarde4. Gevoel van competentie

Stadia van motivatie

VoorbeschouwingOverpeinzingBesluitActieve veranderingBestendiging/terugval

[pipi

motiveringstechnieken

Actief luisteren: reflecteren, empathie, samenvatten, structureren

Selectief luisterenBekrachtigen van tekenen van

lijdensdruk, bewustzijn van probleem, gevoel van eigenwaarde, competentie

Positief labelen van klachten/problemen

motiveringstechnieken

(vervolg)

Positief benoemen van intenties van gedrag

Meebewegen met de weerstand; ‘judo’.

Onderbieden, provocerenKeuzes latenInformatie geven, feedback

Vaardigheden in stapjes

•Shaping•Rondjes•Makkelijk naar moeilijk

Vaardigheden in stapjes

Shaping– Kleine stukjes bekrachtigen– Bijvoorbeeld: nog een keer maar nu

harder praten– Tot het totaal er goed uitziet– Principe is dat het altijd moet lukken,

ook al is het maar een klein stukje.

Stapjes (vervolg)

Losse stukjes oefenen (‘rondjes’)– Een zinnetje, een houding, et cetera

in een staande kring kort oefenen

Stapjes (vervolg)

Van makkelijk naar moeilijk– Voorbeeld: mag ik meedoen?

• Makkelijk: je mag meedoen• Moeilijk: je mag niet meedoen, maar er is

een reden• Moeilijkst: je wordt bot afgewezen

klus

Voer een motiverend/indicerend gesprekjePer thema van makkelijk naar moeilijk rollenspel beschrijven

Dag 4

Huiswerk motivatie en de moeilijkste situatieOefenen: rondjes/moeilijkste situatieTheorie: CGT

Presentaties 11. Iets weigeren: Elsje en Danielle2. Als je last hebt van iemand: Ellen en

Manon3. Excuses aanbieden: Madelon en Kathleen4. Pesten en plagen: Eva en Anita

Rationele Therapie

Het zijn niet de dingen zelf waar we door van streek raken maar de manier waarop we over de dingen nadenken

– Epictetus (50)– Ellis (1954)– Diekstra (1974)

REBT en CBT

Rationeel emotieve gedragstherapie– filosofisch

Cognitieve gedragstherapie– praktisch

cognities

vragen om cognities op te sporen:– Wat maakt dat je dat zo voelt– Wat is daar zo erg aan– Nou en– Wat is het ergste wat er kan gebeuren

Irrationele gedachten en denkfouten

Overdrijven– Alles altijd nooit niemand

MoetenZwart wit denkenIk voel het dus het is waar

Denkfoutenselektief waarnemenzwart-wit denkengeneraliserengedachten lezenemotioneel redenerentoekomst voorspellenpersonificatiemoet denkenlage frustratietolerantieToeval bestaat niet

Equip

Gaat uit van 4 denkfouten:– Egocentrisme– Goedpraten of verkeerd benoemen– Uitgaan van het ergste– Anderen de schuld gevenWordt toegepast in de jeugdgevangenis

Teylingereind

cognities

In de verschillende trainingen is meer of minder aandacht voor cognities.

In ‘Ringrose-training’: – GGGG-schema uitgebreid bespreken en

ermee oefenen– Modelling en rollenspel nabespreken op

cognities– In ‘ei-rondje’ idem– In bespreken thema, soms

ABCDEActivating event– objectieve beschrijving van de gebeurtenis

Beliefs– irrationele, spanning oproepende gedachte

Consequence– emotionele gevolgen (gevoelens) van de gedachte

Discussion– vragen om gedachten onder B aan werkelijkheid te

toetsen

Evaluation– meer rationele gedachten die het gevolg zijn van de

toetsing

GGG (GG)

GebeurtenisGedachteGevoelGedragGevolg

Werkblad GGGG-schema

Gebeurtenis:Er gebeurde

Gedachten:

Gevoel:Ik voelde

Gedrag: Ik deed

Kleur het petje in met de kleur die past bij je reactie(rood = knokken: leeuw, blauw = wegkruipen: schildpad, bruin = aanpakken: pauw)

emoties

Gezonde (geërgerd, bezorgd, verdrietig)En ongezonde emoties (woedend, angstig, depressief)

Helpende gedachte

Is te bewijzen waarGenuanceerdHelpt je je beter te voelenLeidt niet tot ruzieHelpt je je doel te bereiken

opdracht

Lees de Irrationele basisideeënNoteer je eigen niet helpende gedachtenDaag ze in viertallen uit.

Uitdaagvragen1. Is de gedachte te bewijzen waar?2. Wat pleit tegen de gedachte?3. Stel dat het wel zo is, hoe erg is

dat dan?4. Helpt de gedachte je je beter te

voelen?5. Helpt de gedachte ruzie te

voorkomen?

klus

Lit doelgroepen (…)Oefenen met cognities

Dag 5

Theorie:gedragsproblemen, voorwaarden, ouderbegeleiding en WVTTK (oefenen met intake)

Presentaties 2

1. Iets vragen / reageren op weigeren: Yvette en Erik

2. Onderhandelen: Margo en Gerian3. Non verbaal gedrag: Merel en Nicolette 4. Birgit en Irma: Invoegen

Evaluatie

ouderbegeleiding

Doel: generalisatie van het aangeleerde gedag

• Ouders zijn medebehandelaars, je hebt ze nodig• Ouders moeten weten wat er gebeurt en wat er

van hen verwacht wordt:– Hulp bij klussen en anderszins toepassen van het

geleerde– Morele steun/permissie te veranderen– Ouders zelf moeten ook vaak veranderen (sorC)

ouderbegeleiding

Psychoeducatie systeemtherapie psychotherapieI I I

Attitude t.a.v. de ouders:– Bescheiden, verwachtingen omtrent training zijn vaak hoog

gespannen– Erkennen van ouders als de deskundigen van hun kind– Voorstellen een soort team te vormen

Vorm: - ouderavond– Oudergesprekken meer of minder frequent, minimaal 3 keer– Andere mogelijkheden: parallelle oudergroep, ouders mee

laten kijken (spiegelwand/video). Dit heeft allemaal voor- en nadelen.

– Een (e-) nieuwsbrief, gesprekje na elke bijeenkomst

gedragsproblemen

• Duidelijk programma• Contract• Reacties van trainer

– Negeren– Time-out– Beloningssysteem

• Verhouding positieve:negatieve uitingen = 3:1

Voorwaardenconditio sine qua non

Ruimte– Vaste reservering– Prikkelarm / sober– Voldoende ruim

GroepsamenstellingPlek binnen de instelling (prioriteit)– Tijd– Geld– scholing

indicatie

mdoornbosch@riaggrijnmond.nl