Post on 19-Mar-2016
description
Het Toevluchtsoord Groningen-Emmen
Samen sterkerKrachtenbundeling aanpak huiselijk geweld en opvang in Groningen en Drenthe
Provincie Drenthe
Vrouwenopvang• 24-uurs crisisopvang en vervolg
30 plaatsen (vrouwen en kinderen)
• Vervolgopvang: begeleid wonen
15 units (vrouwen en kinderen)
Verblijfsduur • 24-uurs opvang: 3-6 maanden
• Begeleid wonen: maximaal 1 jaar
Na de opvang
• Voor vrouwen en kinderen die zich
na de opvangperiode vestigen
in Emmen, Coevorden of Borger-
Odoorn is er een beperkt aanbod
voor nazorg
Algemene Crisisopvang• 24-uurs Algemene Crisisopvang:
11 kamers, maximaal 15 plaatsen
(alleenstaande mannen en vrouwen,
(echt)paren, gezinnen met kinderen,
uithuisgeplaatsten door huisverbod)
Verblijfsduur
• Maximaal 3 maanden
Na de opvang
• Begeleiding vindt plaats vanuit een
instelling voor algemeen maatschap-
pelijk werk of een andere instelling
gespecialiseerd in ambulante woon-
en thuisbegeleiding.
Over de organisatie
Provincie Groningen
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld*Kerntaken• Telefonische hulpdienst: voor alle
vragen over huiselijk geweld, hulp
en opvangmogelijkheden
• Coördinatie van de ketenaanpak
huiselijk geweld* in de Provincie
Groningen (waaronder het tijdelijk
huisverbod)
• Publiciteit en voorlichting
• Expertisecentrum
Vrouwenopvang• Crisisopvang (waaronder noodopvang):
25 plaatsen (vrouwen en kinderen)
• Vervolgopvang-24 uurs:
20 plaatsen (vrouwen en kinderen)
• Vervolgopvang, intensief:
11 woonunits (vrouwen en kinderen)
• Vervolgopvang, anoniem adres:
13 woonunits (vrouwen en kinderen)
Verblijfsduur • Crisisopvang: maximaal 4 weken
• Vervolgopvang: 3-6 maanden
• Vervolgopvang intensief:
6-12 maanden
Na de opvang
• Voor vrouwen en kinderen die zich
na de opvangperiode vestigen in
de stad Groningen, Haren en
Hoogezand is er een aanbod voor
thuisbegeleiding.
* NB Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Drenthe is onderdeel van de GGD-Drenthe en valt dus niet onder de stichting Toevluchtsoord.
* Ketenaanpak: Politie, openbaar ministerie, reclassering, jeugdzorg, vrouwenopvang, maatschappelijk werk en andere hulporganisaties vormen een keten en realiseren samen een sluitende aanpak.
BedrijfsbureauDe stichting Toevluchtsoord heeft een
gezamenlijk bedrijfsbureau met de stichting
Huis, een Groningse instelling voor maat-
schappelijke opvang (o.a dak- en thuislozen).
Zo winnen we aan efficiëntie en deskundig-
heid. Het bedrijfsbureau is verantwoordelijk
voor beleid inzake personeel, financiën en
administratie, kwaliteit, accommodatie-
beheer, ICT en de verantwoording naar de
verschillende financiers: gemeenten, zorg-
kantoor, zorgverzekeraars, fondsen, etc.
BehandelafdelingBinnen de stichting Toevluchtsoord werken
vier gedragswetenschappers aan diagnostiek
en behandeling. Via Lentis is er een psychiater
verbonden aan de behandelafdeling. In Emmen
is inmiddels een start gemaakt met diagnostiek
(zie ook p 7 en p 18, 19). De gedragsweten-
schappers (in Emmen de pedagoog) hebben
ook een taak in de beleidsontwikkeling en
deskundigheidsbevordering.
Organisatie: feiten en cijfers (per 1 juli 2010) • Aantal medewerkers 164 (147 vrouwen en
17 mannen);
• niet-Nederlandse achtergrond: 28%;
• Aantal locaties Toevluchtsoord: 6
(2 in Emmen en 4 in Groningen);
• Totale begroting voor 2010:
circa 6,4 miljoen euro;
• Kwaliteit: stichting Toevluchtsoord is sinds
2007 HKZ-gecertificeerd;
• AWBZ en Zorgverzekeringswet: stichting
Toevluchtsoord heeft een toelating voor de
functies begeleiding, behandeling en verblijf.
2
Riekje Kok > directeur-bestuurder
Stichting Toevluchtsoord Groningen-Emmen
Van twee één maken
Het Toevluchtsoord: tot voor kort een instelling met alleen vestigingen in de provincie Groningen.
Plekken waar vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld een veilige haven
vinden. Met een Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) in de stad Groningen.
Sinds 1 april 2010 is het Toevluchtsoord uitgebreid met een vestiging in Emmen. Op verzoek
van de grote Drentse zorginstelling Leveste hebben we vanaf die datum hun Vrouwenopvang
en Algemene Crisisopvang in Emmen overgenomen. Het Toevluchtsoord is vanaf dat moment
Toevluchtsoord Groningen-Emmen.
We kenden beide opvangvoorzieningen in Emmen zowel vanuit landelijke samenwerking als de
samenwerking in de drie noordelijke provincies en daarom wisten we dat we kwaliteit in huis
haalden. Met deze nieuwe loot aan de stam kunnen we onze cliënten meer maatwerk en keuze
bieden. Voor medewerkers liggen er kansen om van elkaar te leren, ervaringen uit te wisselen en
cliënten met andere problemen te leren kennen.
Er is nog veel werk aan de winkel om van twee één te maken: we zitten middenin dat proces.
Ondertussen gaat het gewone werk - de hulp aan vrouwen en kinderen in de vrouwenopvang,
de activiteiten van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Groningen en de hulp aan
cliënten in de crisisopvang - gewoon door. Dat laten we graag zien in dit boekje. Medewerkers
uit Groningen en Emmen vertellen, nu ze al even in elkaars keuken hebben gekeken, over de
verschillen en overeenkomsten in hun werk en over hun verwachtingen van de samenwerking.
Bijzonder is dat de samenwerking van harte gedragen wordt door de Cliëntenraad en Ondernemings-
raad van de stichting Toevluchtsoord en ook door de bestuurders van beide Centrumgemeenten:
Emmen en Groningen. Onze missie: het stoppen en voorkomen van geweld in afhankelijkheids-
relaties en het bouwen aan veilige relaties willen we in Groningen en in Drenthe uitdragen.
De sleutel voor succes ligt in de samenwerking met andere organisaties. Samen sta je immers
sterker. We leveren graag daaraan onze bijdrage en streven ernaar dat u ons zult (blijven) ervaren
als een betrouwbare, betrokken en deskundige partner.
Wat we te bieden hebben, leest u op de volgende pagina’s. Roept dit vragen op, aarzel dan niet
contact met ons op te nemen.
Op 15 april 2010 maakten de medewerkers van het Toevuchtsoord Emmen en Groningen kennis met elkaar
3
Manuela > lid Cliëntenraad het Toevluchtsoord
Eindelijk rust en veiligheid!
Op een avond in oktober 2007 ontvlucht Manuela met twee kleine kinde-ren en een tas halsoverkop haar huis, nadat ze jarenlang door haar man psychisch en fysiek is mishandeld. Manuela: ‘Het ergste van het ergste, is ons overkomen. Die avond was er iets met mijn dochtertje gebeurd. Ik besloot toen: nu meteen weg. Met hulp van het maatschappelijk werk klopten we ’s avonds laat bij het Toevluchtsoord aan. We kregen een kamer waar het stil was, waar ik de klok hoorde slaan en waar de deur op slot kon, al was dat niet nodig.’
Tot rust komenWe zijn inmiddels 2,5 jaar verder.
Manuela en haar kinderen zijn redelijk
tot rust gekomen en hebben een eigen
huis. Het eerste jaar kreeg Manuela
ondersteuning via de intensieve thuis-
begeleiding vanuit het Toevluchtsoord.
Manuela: ‘Ik heb veel steun aan mijn
geloof en aan de begeleiding die ik
nog steeds krijg. Mijn Nederlands is
een stuk beter, maar nog niet goed
genoeg. Het liefst zou ik straks met
kinderen gaan werken, maar de oplei-
ding daarvoor duurt lang. Ik zet nu in
op schoonheidsspecialiste.’
Manuela heeft veel waardering voor
het werk van het Toevluchtsoord en zit
sinds een half jaar in de Cliëntenraad.
De vier tot vijf leden van deze raad,
allemaal ex-cliënten, onderhouden
contacten met huidige cliënten én
met de leiding van het Toevluchtsoord.
Manuela: ‘Als vrouwen hier komen, zijn
ze vaak onzeker en boos. Ze reageren
dat op elkaar af, maar soms ook op het
personeel. Als Cliëntenraad staan we
daar een beetje tussenin. We luisteren,
bemiddelen en komen met praktische
oplossingen. Het is fijn om zo iets terug
te kunnen doen.’
Na een week op de crisisplek, volgde
een periode van negen maanden in
de vervolgopvang. Manuela kijkt posi-
tief op deze moeilijke tijd terug: ‘Het
gevoel dat we eindelijk veilig waren
overheerste alles. Weet je wat gek
was? Medewerkers vroegen mij wat
ik prettig vond om te doen, of ik een
hobby had of wilde sporten. Ze hiel-
pen écht om problemen op te lossen.
Ongelooflijk. Ik kom uit een land waar
een instelling als het Toevluchtsoord
niet bestaat. Mijn kinderen zouden
daar zijn weggehaald en naar een
tehuis gebracht.’
‘Voor mij is het Toevluchtsoord een grote, openstaande deur die vrouwen nieuwe kansen biedt. Geweldig dat zoiets bestaat in Nederland’
4
We willen meer maatwerk leveren; daarom is het goed dat we nu groter zijn
De laatste vijf jaar is de vrouwenopvang fors veranderd. Door de aandacht voor huiselijk geweld trekken vrouwen eerder aan de bel, waardoor de druk op de opvangvoorzieningen groter is. Maar ook andere groepen vrouwen, vaak met complexe problemen, maken meer gebruik van de opvang. Tege-lijkertijd staat de financiering onder druk en neemt de administratieve last toe. Maar er liggen ook kansen. Jeanet Grimmius, manager Opvang van het Toevluchtsoord: ‘Met de overname van de opvangvoorzieningen van Leveste kunnen we meer kennis en ervaring delen.’
‘Het Toevluchtsoord staat voor mij voor kans op verandering. Maar ook: door gerichte aandacht zorgen dat huiselijk geweld stopt’
Jeanet Grimmius > manager Opvang het Toevluchtsoord
Het zijn de meest kwetsbare groepen
die een beroep doen op de vrouwen-
opvang. Sommigen hebben acute
hulp nodig en blijven langere tijd.
Anderen komen voor even en gaan
daarna verder in een ambulant traject.
De vrouwen, veelal met kinderen,
komen uit de regio maar ook uit
andere delen van het land.
Diverse groepen Jeanet: ‘Door noodopvang en time-out
opnames (zie p 6) hebben we in de
opvang te maken met een snel wisse-
lend cliëntenbestand. Dat vraagt veel
van onze medewerkers, ook omdat de
groep zeer divers is: slachtoffers van
vrouwenhandel/prostitutie, vrouwen
die in een soort traditie met huiselijk
geweld zijn opgegroeid, maar wel
terug willen naar huis, en een groep
van allochtone komaf die in een groot
isolement leeft en waarbij soms ook
eerwraak aan de orde is.
Vaak ook is er sprake van ernstige
opvoedingsproblematiek. Qua
“oplossing’’ zet het Toevluchtsoord,
samen met andere instellingen, steeds meer
in op de systeemaanpak, waarbij niet alleen
naar het slachtoffer zelf maar naar het hele
gezin, en vooral ook de positie van kinderen
wordt gekeken. Waar mogelijk, betrekken we
ook vaders vanuit hun verantwoordelijkheid
bij de oplossingen, mits dat veilig kan.’
Meer expertise onder één dakJeanet Grimmius is goed bekend met de
Emmense voorzieningen. Samen met haar
toenmalige collega Magda Rozenveld stond
ze vanuit het Toevluchtsoord aan de wieg
van het Blijf-van-mijn-lijf-huis dat in 1992 in
Emmen van de grond kwam. Gaat de opvang
veranderen nu Groningen en Emmen nauw
gaan samenwerken? Jeanet: ‘Er zijn verschillen
in cultuur, werksfeer en specialismen. Zo kent
Emmen meer groepsvoorzieningen, terwijl
de opvang in Groningen individueler is. In de
Algemene Crisisopvang in Emmen is ook plaats
voor mannen en dus voor gezinnen inclusief
de vaders. Je kunt zodoende ook van die kant
de problemen aanpakken. Het Toevluchtsoord
Groningen is meer een stedelijke instelling,
waar de hulpverlening in Emmen vooral een
regionaal, kleinschalig karakter kent. Met
onze intentie meer te gaan differentiëren en
maatwerk te leveren, is het heel fijn als je al die
verschillende ervaringen en expertise onder één
dak hebt.’
5
Wat kunnen cliënten in de opvang verwachten?
Vrouwenopvang
NoodopvangElke instelling voor vrouwenopvang
is verantwoordelijk voor de nood-
opvang in de eigen regio. Voor het
Toevluchtsoord betreft dit de provincies
Groningen en Drenthe. De vrouwen-
opvang heeft naast een regionale func-
tie ook een landelijke taak, waarvoor
landelijk afspraken gelden: alle voorzie-
ningen zijn toegankelijk voor vrouwen
en kinderen uit heel Nederland, ook
voor vrouwen die slachtoffer zijn van
prostitutie en/of vrouwenhandel.
Noodopvang wil zeggen: de opvang
buiten kantooruren. Iedere vrouw (en
haar eventuele kinderen) die ’s avonds,
’s nachts of in het weekend vanwege
een acute geweldssituatie onderdak
nodig heeft, wordt opgenomen voor
één nacht of in het weekend voor
maximaal drie nachten. De volgende
dag (of maandag) wordt dan gekeken
naar mogelijkheden voor hulp of
opvang in de eigen instelling of elders.
Helaas is plaatsing in de eigen regio
niet altijd mogelijk vanwege plaats-
gebrek; alle vrouwenopvangvoor-
zieningen in Nederland worstelen
hiermee. Wel beschikken we door een
goede landelijke samenwerking over
een actueel overzicht van beschikbare
plaatsen in het land.
Time-out opnamesBij huiselijk geweld worden veel
gezinnen in Groningen en Drenthe,
als ze instemmen met hulp, door
de politie doorverwezen naar het
Advies- en Steunpunt Huiselijk
Geweld. Het ASHG organiseert hulp
voor alle gezinsleden. Soms is het
voor de veiligheid en rust beter als
vrouw (en eventuele kinderen) voor
een korte tijd worden opgeno-
men in de opvang. Op verwijzing
van de ketenpartners neemt het
Toevluchtsoord altijd op (maximaal
twee weken); de hulp die we geven
stemmen we nauw af met de
ketenpartners. Doel van de opname
is immers dat vrouwen en kinderen
na een korte periode weer terug-
gaan naar huis. In Groningen wordt
veel meer dan in Drenthe van deze
mogelijkheid gebruik gemaakt.
Crisisopvang en vervolgopvangWanneer een vrouw (en haar kinde-
ren) vanwege geweld moet vluchten
en hulp en onderdak nodig heeft,
verkeert zij in een crisissituatie. De
eerste periode in de vrouwenopvang
heet daarom crisisopvang.
In Groningen is dat een aparte voor-
ziening, in Drenthe is het onderdeel
van de 24-uursvoorziening voor
vrouwenopvang. Beide zijn toeganke-
lijk voor vrouwen en kinderen uit heel
Nederland, die vanwege veiligheid
moeten vluchten naar een andere
regio. Elke vrouw beschikt met haar
kinderen over een eigen (slaap)kamer.
Woonkamer en keuken worden
gedeeld. Voor de overige vervolg-
opvang geldt dat ze een eigen unit
heeft, waar ze een zelfstandige huis-
houding kan voeren met een eigen
inkomen.
6
Professionele hulpverleningHulp en begeleiding wordt gegeven
door maatschappelijk werkers of
sociaal pedagogische hulpverleners
(HBO). Groepswerkers (MBO) bewa-
ken de sfeer in de opvang en zijn
aanspreekpunt voor vragen over de
gang van zaken in de opvang.
Doel van de crisisopvang: tot rust
komen, fysieke check door huisarts,
diagnostiek door gedragsweten-
schapper, probleeminventarisatie op
allerlei leefgebieden (o.a. opvoeding
en relatie met de kinderen) en het
regelen van de eerste praktische
zaken als financiën, uitkering en zorg-
verzekering. Op basis hiervan wordt
met de vrouw een werkplan gemaakt.
Behandeling kan onderdeel zijn van
dit plan: gedragswetenschappers van
het Toevluchtsoord kunnen – onder
supervisie van een psychiater van
Lentis – een kortdurende behande-
ling bieden. Ook de kinderen en hun
problematiek maken deel uit van het
werkplan. Het werkplan wordt na de
eerste crisisopvang “meegenomen”
naar de vervolgopvang voor uitvoering
en verdere invulling.
KinderenVoor kinderen van 0-4 jaar beschikt het
Toevluchtsoord in Emmen en Groningen
over een kinderopvangvoorziening
waar moeders afhankelijk van hun
dagprogramma een aantal dagdelen
gebruik van kunnen maken. Kinderen
van 4 jaar en ouder gaan zoveel moge-
lijk gewoon naar school. Er bestaat
met een aantal scholen in Emmen en
Groningen een goede samenwerking.
Op verschillende dagdelen worden
buitenschoolse activiteiten aangebo-
den. Soms met een meer therapeu-
tische inslag (creatieve therapie voor
moeders en kinderen), soms met de
nadruk op spel, sport en plezier.
Na de opvangperiode gaan vrouwen
en kinderen soms terug naar de
oorspronkelijke situatie. Een deel van
de vrouwen vestigt zich zelfstandig in
de regio. Voor hen is er in Groningen
een aanbod voor thuisbegeleiding en
in Emmen een beperkt aanbod voor
nazorg.
Algemene Crisisopvang Emmen
In Emmen beschikt de stichting
Toevluchtsoord over een Algemene
Crisisopvang met 11 kamers (maxi-
maal 15 plaatsen). Deze opvang heeft
vooral een regionale functie voor
Zuid-Oost Drenthe. De voorziening is
toegankelijk voor al diegenen die om
wat voor reden dan ook onderdak
en hulp nodig hebben: alleenstaande
vrouwen en mannen, (echt)paren en
gezinnen). Twee plaatsen zijn gereser-
veerd voor plegers die vanwege het
tijdelijk huisverbod uit huis worden
geplaatst.
Groepswerkers bieden hulp bij
de dagelijkse gang van zaken en
bevorderen een veilig leefklimaat.
Een externe verwijzer, bijvoorbeeld
het lokale maatschappelijk werk,
fungeert als plaatsende instantie en
maakt een begeleidingsplan voor de
periode in de crisisopvang en voor de
periode erna.
7
We laten pas los als het écht kan!
Els Dafallah > manager ASHG - Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
Het ASHG is in Groningen onderdeel van de stichting Toevluchtsoord, in Drenthe is het ASHG ondergebracht bij de GGD. Els Dafallah werkt vanaf 2007 bij het ASHG Groningen, eerst als teamleider, sinds kort als manager. Zij vindt dat het ASHG vooral de regisseursrol moet claimen: ‘Bij ons komen de lijnen samen, wij coördineren de hulpvraag.’
lang de woning niet betreden en ook
geen contact opnemen met partner en
kinderen. Ondertussen start meteen
een hulpverleningstraject voor het hele
gezin.
Regisseur hulpverlening bij de wet tijdelijk huisverbodEls: ‘Het ASHG voert de regie over de
hulpverlening in de crisisperiode en
adviseert de burgemeester over een
mogelijk vervolgtraject. We werken
hierbij nauw samen met instellingen
voor hulp aan plegers, kinderen en
slachtoffers en met politie en justitie.
Meteen nadat het huisverbod is afge-
kondigd, zetten wij de hulpverlening in.
In 2009 is uitvoering van de wet op het
tijdelijk huisverbod stapsgewijs inge-
voerd in alle gemeenten in de provincie
Groningen. In 2009 leidde dat tot 66
huisverboden. In de eerste helft van
2010 zijn dat er nu al 86. Bijzondere
aandacht krijgt de hulp aan kinderen,
die tijdelijk vanuit het ASHG zelf wordt
ingezet. Het blijkt goed te werken deze
hulp tijdens en meteen na het crisis-
moment aan te bieden. Bij de 66 huis-
verboden in 2009 waren 88 kinderen
betrokken, in de eerste helft van 2010
waren dit er 111.
Uitbreiding telefonisch steunpunt Een andere belangrijke ASHG-activiteit is
de verbreding van het telefonisch steun-
punt. Els: ‘Het telefonisch steunpunt van
het ASHG Groningen is een spin in het
web tussen slachtoffer(s), pleger(s) en
hulpverlening. Het is het beginpunt van
het hulpverleningstraject, maar geeft
ook meteen vitale informatie waarop de
andere taken zijn gebaseerd. We bellen
hulpvragers altijd op om na te gaan of
de door ons aangeboden hulp op gang
is gekomen. Zo houden we een vinger
aan de pols en laten pas los als het
écht kan! We richten ons daarbij zowel
op de slachtoffers als de plegers. Wil
je huiselijk geweld effectief tegengaan
dan moet je naar het hele gezin kijken,
we noemen dat de systeemaanpak.
In 2009 werden door de politie 653
gezinnen doorverwezen voor hulp.
Medewerkers van het ASHG schakelen
hulp in van ketenpartners (voor slacht-
offer, pleger en eventuele kinderen)
en houden in de gaten of de hulp
op gang komt. Ze zitten inhoudelijke
besprekingen over de hulpverlening
aan de gezinnen voor en houden
contact met Reclassering en Openbaar
Ministerie voor informatie over een
eventuele strafrechtelijke procedure.
Nieuw in 2009 was de invoering
van de wet op het huisverbod, een
nieuw effectief instrument waarvan
vooral een preventieve werking moet
uitgaan. De wet geeft burgemeesters
de bevoegdheid personen van wie
een ernstige dreiging van huiselijk
geweld uitgaat, een tijdelijk huisver-
bod op te leggen. Plegers van huiselijk
geweld mogen hierbij tien dagen
advies- en steunpunthuiselijk geweld Groningen
8
‘Werken bij een instelling als het Toevluchtsoord betekent voor mij…écht wat doen! Niet alleen praten, maar zorgen dat het geweld stopt! Handelend optreden’
Vaders en mannen moeten net zo
goed hun verhaal kunnen vertel-
len. Nu hebben ze vaak het idee dat
niemand naar hen luistert. En dat
is absoluut essentieel wil je met het
gezin als geheel vooruitkomen.’
Nieuwe initiatieven Het ASHG Groningen zoekt voort-
durend naar nieuwe vormen van
voorlichting om vooral ook mannen te
bereiken. Bijvoorbeeld als shirtsponsor
van een Turks voetbalelftal (zie p 14).
Of met het theaterproject Zina, een
Zina in de wijk
initiatief van actrice Adelheid Roosen
om aan de hand van verhalen uit de
buurt het thema huiselijk geweld als
normaal gespreksonderwerp onder
de aandacht te brengen. Adelheid
woonde twee weken in de opvang van
het Toevluchtsoord en alle Zina-mede-
werkers woonden en werkten in 2010
een paar maanden in drie Groningse
wijken. Ze spraken daar met bewo-
ners; hun verhalen kwamen terug
in een theaterproductie die samen
met die bewoners en vrouwen uit de
opvang in de Machinefabriek (het
huistheater van het Noord-Nederlands
Toneel) werd opgevoerd.
Publicaties • Kinderen tijdens een huisverbod,
een onderzoek door Hanneke Rus
en Jeannette ten Brug (september
2010);
• Ouderenmishandeling: Methodische
handleiding (2010);
• Het 10-dagen model. Methodische
handleiding voor hulp na een huis-
verbod (2008);
• Eindverslag pilot huisverbod (2007).
In uitvoering:
• Geweld tegen ouders. Methodische
handleiding;
• Folder: Weerbaarheid voor kinderen
in de eerste groepen van de basis-
school.
Voorlichting en deskundigheidsbevordering
Foto Bart Majoor
Het ASHG heeft een speciaal voorlichtings-
programma ontwikkeld voor professionals
die in de Groningse gemeenten met huiselijk
geweld te maken hebben of krijgen.
Daarnaast werkt het ASHG met publieks-
campagnes.
Naar verwachting zal in 2011 de wet op de
meldcode kindermishandeling en huiselijk
geweld worden aangenomen. Instellingen
worden daarbij verplicht vast te leggen wat
ze met signalen van kindermishandeling en
huiselijk geweld hebben gedaan. Ze kunnen
er voor kiezen deze signalen ook te melden
bij het Advies- en Meldpunt Kindermishan-
deling (AMK) of ASHG of advies te vragen.
Het ASHG bereidt zich op dit moment,
zoveel mogelijk in samenwerking met het
AMK, voor op deze nieuwe rol, o.a. door
het ontwikkelen van een voorlichtings-
programma voor professionals en leiding-
gevend kader van instellingen.
9
Cijfers & trends
ASHG
In 2009 is het ASHG 1958 keer gebeld via haar telefonisch
steunpunt. Het telefonisch steunpunt verleent hulp en geeft
advies aan zowel professionals als aan direct betrokkenen
bij huiselijk geweld (slachtoffers, plegers en omstanders).
Er waren 671 telefonische contacten met professionals,
naast 648 met direct betrokkenen. Een andere taak van het
telefonisch steunpunt is het doorverwijzen en doorplaatsen
naar de vrouwenopvang. Hiervoor werd 639 keer gebeld.
Zodra er een melding van huiselijk geweld bij de politie
binnenkomt en betrokkenen instemmen met hulp, komt
het ASHG in beeld. Medewerkers van het ASHG schake-
len de hulpverlening in en regisseren het traject eerste
hulp bij huiselijk geweld. Bij een huisverbod, waarbij
de burgemeester de bevoegdheid heeft om een pleger
van huiselijk geweld tijdelijk de toegang tot het huis te
ontzeggen, wordt gewerkt volgens de 10-dagen metho-
diek ‘eerste hulp bij een huisverbod’. Deze methodiek,
Opvang
De opvang in cijfers (over 2009)
Groningen Emmen
Gebruik opvangvoorzieningen 526 vrouwen en kinderen (iets meer kinderen dan volwassen vrouwen)
350, van wie 75 mensen gebruikmaken van de Algemene Crisisopvang
Vrouwen van allochtone afkomst (percentage) 60%, bij kinderen ruim 75% Niet heel anders (nog niet geregistreerd)
Vrouwenopvang, afkomstig uit de (eigen) provincie
60% 41%
Algemene Crisisopvang, afkomstig uit de (eigen) provincie
- 98%, onder wie ook plegers van huiselijk geweld (in 2009: 7)
De verblijfsduur varieert van één nacht (noodopvang) tot in een enkel geval anderhalf jaar.
in 2007 door het ASHG zelf ontwikkeld en als pilot uitgetest,
won in 2008 de landelijke Movisie methodiekprijs.
Meldingen via de politie aan ASHG
Waarvan huisverboden
Betrokken kinderen
Totaal 653 66 764
Stad Groningen 248 29 270
Ommelanden 405 37 494
Het grootste deel van de meldingen betreft geweld tussen
partners of ex-partners (85% ofwel 549 meldingen). Bij de
overige (aan)meldingen betreft het geweld tegen ouders (53),
kindermishandeling (9) en ouderenmishandeling (13). Er is een
restgroep van 29 aanmeldingen waarin het gaat om geweld
tussen broers en zusters, schoonouders en huisvrienden.
10
We kunnen écht wat voor de mensen doen in de tijd dat ze hier zijn
Samen met zes collega’s werkt Sientje ten Velde bij de Algemene Crisis-opvang in Emmen. Deze kreeg in 2008 een nieuw jasje toen de WMO (wet Maatschappelijke Ondersteuning) in werking trad. De gemeente Emmen wilde, naast de al bestaande vrouwenopvang, een aparte opvangvoorziening creëren voor mensen die, om wat voor reden dan ook, tijdelijk behoefte hebben aan opvang.
Wie maken er in de praktijk gebruik van
de crisisopvang? Sientje: ‘Mensen uit
de regio Emmen die geen verblijfplaats
meer hebben, overwegend autochtone
mannen, gemiddelde leeftijd rond de
veertig. Maar er zijn ook vrouwen bij,
jongeren vanaf achttien, soms een
oudere en ook gezinnen. We hebben
elf kamers met meerdere bedden, bij
een financiering van in totaal vijftien
plaatsen. De meesten zitten in een
jarenlange negatieve spiraal van
schuldproblematiek; ze hebben de
verkeerde vrienden. Vaak is er sprake
van kapotte relaties en psychische
problemen. Bij jongeren spelen drugs
en alcohol en het ontbreken van werk
of opleiding een rol.
Ook plegeropvangDaarnaast hebben we permanent
twee plaatsen beschikbaar voor zoge-
noemde plegeropvang van huiselijk
geweld, voor mensen die vanwege
een huisverbod uit huis geplaatst
worden. Behalve (ex-)partners zijn hier
vaak ook thuiswonende jongeren bij
betrokken die naar hun ouders toe
geweld hebben gepleegd. Binnen de
groep worden zij over het algemeen
redelijk geaccepteerd, zo van ‘’wij
hebben een probleem, jullie ook.’’
Dagelijks is er een “meeting“ waarin
iedereen vertelt hoe het gaat; mannen
zijn daarin vaak opvallend positiever
en zakelijker dan vrouwen. Samen met
de externe hulpverlener maken we
een oplossingsgerichte actielijst en een
begeleidingsplan dat we nauwgezet
uitvoeren.
Over het algemeen gaan mensen hier
redelijk tevreden weg. We kunnen
echt wat voor ze betekenen in die paar
maanden. Voor plegers van huiselijk
geweld geldt dat nog nadrukkelijker.
Zij zijn in zekere zin ook slachtoffer
van de situatie. Bij ons voelen ze zich
serieus genomen.’
‘Het vinden van woon-
ruimte is en blijft lastig.
In Groningen is hiermee
meer ervaring door samen-
werking tussen opvang,
gemeenten en corporaties’
Sientje ten Velde > begeleider crisisopvang (Emmen)
Algemene crisisopvang: een vreemde eend in de bijtDe Algemene Crisisopvang in Emmen
is binnen het Toevluchtsoord een beetje
een vreemde eend in de bijt omdat zij
zich niet nadrukkelijk op de opvang van
vrouwen richt, maar meer algemeen op
mensen die in de knel zitten en tijdelijk
behoefte hebben aan opvang en bege-
leiding. Het is een vorm van maatschap-
pelijke opvang en wordt ook op die
manier gefinancierd. Bijzonder is dat er
binnen de Algemene Crisisopvang plek
is voor plegers van huiselijk geweld.
11
Over het opgaan van de vrouwen- en crisisopvang van Leveste uit Emmen in het Groningse Toevluchtsoord is Jannie Visscher, wethouder Zorg in Groningen, positief: ‘Schaalgrootte is wat mij betreft niet altijd een plus, maar in dit geval ontstaat er meer slag- en denkkracht, met een grotere efficiëntie, terwijl de binding met de regio en de mensen intact blijft. Een bijkomend voordeel is dat we vanuit Groningen nu makkelijker met Emmen als collega-centrumgemeente ervaringen kunnen uitwisselen.’
Wethouder Zorg, gemeente Groningen > Jannie Visscher
Toen in 2009 de nieuwe wet op het
huisverbod in werking trad, hebben wij
in overleg met de wethouders Zorg en
de burgemeesters voorlichting gegeven
aan gemeenten over alle implicaties
van deze nieuwe wetgeving. Recent
hebben we de ‘Verwijsindex risico-
jongeren’ ingevoerd zodat hulpverle-
ners in heel Groningen voortaan van
elkaar weten wie hun cliënten zijn.
Deze jeugdketen is een aanvulling
op ketens rond kindermishandeling
(Raakaanpak) en huiselijk geweld en
de nazorg aan ex-gedetineerden. Waar
mogelijk koppelen we de ketens aan
elkaar, want er is ook overlap.
Je ziet dat ook terug in het rapport van de
commissie Hamel, die op verzoek van de
gemeente Groningen en de provincie eind
2009 de ideale situatie schetste inzake het
bestrijden van huiselijk geweld. Eén van de
aanbevelingen is om het Advies- en Meld-
punt Kindermishandeling (AMK) samen te
voegen met het ASHG. We willen daar als
centrumgemeente samen met de regio-
gemeenten serieus naar kijken.’
Over de wegvallende financiering vanuit
de provincie voor hulp aan kinderen die
huiselijk geweld van nabij hebben ervaren,
zegt de wethouder: ‘Ik vind het jammer
dat de provincie als verantwoordelijke voor
jeugdzorg deze hulp stopzet. Vanaf 2011
nemen de gemeenten deze rol over. Wij
moeten dat dus zelf gaan organiseren. Als
stad Groningen zeggen we uitdrukkelijk:
dat gaan we doen. Maar of dat ook voor
alle anderen geldt? Rond ouderenmishan-
deling speelt hetzelfde. De provincie trekt
zich terug, als gemeente nemen we het
over, omdat het probleem van overbelaste
mantelzorgers reëel is. Het ASHG zet daar
ook flink op in. Maar het kost wel alle-
maal geld en daar zit voor gemeenten een
fors dilemma. Beleid voorschrijven is één,
je moet er ook middelen voor vrijmaken.’
De centrumgemeente Groningen
vervult een leidende rol bij de uitvoe-
ring van beleid rond huiselijk geweld
in de provincie Groningen. Jannie
Visscher: ‘Het beschikbaar stellen van
middelen aan het provinciebreed goed
functionerende ASHG is hierin essen-
tieel. Maar we wijzen onze tweeën-
twintig buurgemeenten ook op hun
eigen verantwoordelijkheid.
Stoppen van huiselijk geweld is vooral ook een gemeentelijke verantwoordelijkheid
De volledige portefeuille van Jannie Visscher omvat Welzijn en Zorg (WMO), ouderen, reiniging, stadsbeheer en ecologie, recreatie, integratie, emancipatie, dierenwelzijn
‘Het Toevluchtsoord koppelt betrokkenheid aan deskundigheid. Hun aanpak is
vernieuwend en vaak een voorbeeld voor anderen’
12
‘Met de overgang slaan we drie vliegen
in één klap’ licht Henk Jumelet toe. ‘De
continuïteit wordt gewaarborgd; door
de grotere organisatie komen er meer
opvangmogelijkheden. Cliënten en
het personeel - denk aan opleiding en
doorstroming - hebben daar baat bij.
Ook zal de samenwerking tussen alle
betrokken instellingen verbeteren. Een
driedubbele kwaliteitsslag.’
Als centrumgemeente werkt Emmen
vanuit een regiegroep samen met de
elf andere Drentse gemeenten. Hoe
gaat dat? Henk Jumelet: ‘De lijntjes zijn
hier kort. Vanuit bestaande structuren
pakken we problemen op, zoals nu
rond de wet op het huisverbod en
het daaraan gekoppelde tien dagen-
model. Het ASHG Drenthe speelt hierin
een centrale rol, maar we verwachten
Als centrumgemeente is Emmen verantwoordelijk voor de vrouwenopvang in heel Drenthe. De crisisopvang in Emmen richt zich op de regio Zuidoost-Drenthe. Henk Jumelet, wethouder Zorg van de gemeente Emmen ziet de overgang van de crisis- en vrouwenopvang van Leveste naar stichting Toevluchtsoord als een vooruitgang: ‘De gemeente is regievoerder en subsidieert. Vanuit de inhoudelijke borging was ik al onder de indruk van de uitvoering van de vrouwenopvang in onze regio. Met het Toevluchts-oord en haar kennis en ervaring, wordt dat vertrouwen nog groter.’
Wethouder Zorg, gemeente Emmen > Henk Jumelet
De uitvoering van de vrouwenopvang in onze regio stáát en wordt nog beter
Helaas kunnen we de Emmense crisis-
opvang, voor ons een belangrijke
laagdrempelige voorziening, hier niet uit
financieren. De budgetten hiervan staan
landelijk onder druk. Daar moeten we iets
op bedenken.’
De gemeente Emmen steunt ook het
Kindspoor-programma dat zich preventief
richt op kinderen die opgroeien in gezin-
nen waar geweld voorkomt. Maar niet alle
gemeenten dragen hier financieel aan bij.
Wethouder Jumelet betreurt dit: ‘Het gaat
om relatief lage bedragen en voorkomen
is altijd beter dan genezen! Gemeenten
moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Dat betekent beleid mogelijk maken, maar
dat ook controleren. Je mag elkaar best
afrekenen op resultaten.’
ook van politie, maatschappelijk werk
en de gemeenten dat zij hun inspan-
ningen opvoeren. Hoewel gemeenten
vanuit de WMO budget hebben voor
bestrijding van huiselijk geweld, zijn ze
daar niet allemaal even consistent in.
Nu er bezuinigd moet worden en de
naleving van de wet op het huisverbod
inzet en dus geld kost, leidt dat soms
tot spanningen. Als centrumgemeente
spreken we collega’s daarop aan.
Omdat we via een ander potje extra
gelden beheren, kunnen we daarin
wat druk zetten.
De volledige portefeuille van Henk Jumelet omvat participatie, zorg en welzijn, mondiaal beleid, kunst en cultuur
‘De gemeente is regievoerder en subsidieert. (…) Je mag elkaar best afrekenen op resultaten. Daarom zeg ik: laat zien wat je doet!’
13
Recente ontwikkelingen >
Kindspoor in Drenthe
Diverse Drentse instellingen hebben in
2008 en 2009 vanuit het Kindspoor-
programma gezamenlijk een cursus-
aanbod ontwikkeld voor kinderen die
thuis te maken krijgen met huiselijk
geweld. De vrouwenopvang van
het Toevluchtsoord Emmen was hier
nauw bij betrokken.
Opgroeien met huiselijk geweld
maakt kinderen in de war. De
Kindspoor-activiteiten helpen kinde-
ren spelenderwijs een plaats te geven
aan wat ze hebben meegemaakt.
Moeders die meedoen geven aan dat
hun kinderen na afloop rustiger zijn
geworden, makkelijker ervaringen
willen delen, beter slapen en minder
agressief zijn. Ook voelen de moeders
zich gesteund door het delen van hun
ervaringen met andere moeders.
‘Als ik boos ben, stamp ik even… niet slaan!’ (meisje van bijna drie)
Het Kindspoorprogramma Drenthe
omvat de volgende activiteiten:
• Contact met je kindje voor
moeders met kinderen van nul tot
twee jaar (individueel traject);
• De Moeder-kind cursus voor
moeders met twee- tot zesjarigen;
• Met je vingers in je oren voor
basisschoolkinderen;
• voor de tieners is er de cursus
Herrie in huis, naast de website
www.survivalkid.nl.
Na twee jaar proefdraaien wil ieder-
een graag verder met deze effectieve
aanpak. De bal daarvoor ligt nu bij de
gemeenten.
Zowel in Groningen als in Emmen wordt met hart en ziel gewerkt aan het verbeteren van ons werk en het vinden van nieuwe wegen om huiselijk geweld te stoppen of onder de aandacht te brengen. Een paar actuele voorbeelden.
Voetbal en huiselijk geweld
Stichting Toevluchtsoord en het ASHG zijn voort-
durend op zoek naar nieuwe manieren om huiselijk
geweld en de strijd daartegen op de kaart te
zetten. In mei 2010 werd in dit verband een bijzon-
dere stap gezet: een Turks voetbalteam met het
ASHG/het Toevluchtsoord als kledingsponsor. Op
de shirts van de spelers van het voetbalteam van
de Orhan Gazi Camii moskee in Appingedam
staat de slogan ‘Blijf scherp, meld huiselijk geweld’.
Op de broeken staat het ASHG als afzender en het
telefoonnummer 050 - 31 80 011.
Voetbal verbindt, veiligheid ook
Het ASHG heeft een driejarig sponsorcontract
met Orhan Gazi Camii gesloten. In ruil voor de
kleding zal het voetbalteam de boodschap van het
terugdringen van huiselijk geweld actief uitdragen.
Het feit dat het juist mannen zijn die via voetbal
hierin vooroplopen, maakt het hopelijk makkelij-
ker het taboe op het praten over huiselijk geweld
in het algemeen en in het bijzonder in de Turkse
gemeenschap te doorbreken. De
voetbalvereniging Orhan Gazi
Camii speelt sinds 2002 in regio-
nale en landelijke toernooien
waarin Turkse teams elkaar
treffen. In 2008 en 2009 werd
de club kampioen van de regio
Noord- en Oost-Nederland.
14
Landelijk Verbeterplan
Academische Werkplaats
Daarnaast neemt het Toevluchtsoord,
samen met een tiental collega-
instellingen in Nederland, deel aan
de Academische Werkplaats Maat-
schappelijke Zorg van dezelfde
Judith Wolf. Doelstelling hier is de
vrouwenopvang verder te profes-
sionaliseren met behulp van weten-
schappelijk onderzoek. Zo wordt
momenteel onderzocht of de uit de
VS afkomstige methode Critical Time
Intervention ook in Nederland kan
worden ingezet in de thuissituatie
na een opvangperiode. In Groningen
gaat het team voor thuisbegeleiding
meedoen aan dit onderzoek.
Vrouwenopvang
Uit (landelijk) onderzoek onder leiding
van prof. dr. Judith Wolf, hoogleraar
Maatschappelijke Zorg van het UMC
St Radboud in Nijmegen, blijkt dat de
psychische gezondheid van vrouwen
in de opvang doorgaans slecht is;
hun afstand tot de maatschappij is
groot. Gedurende de opvangperiode
komen vrouwen tot rust, maar vaak
keren hun depressieve klachten terug
als ze zelfstandig wonen. Judith Wolf
spreekt van een maatschappelijk
offensief dat nodig is voor maat-
schappelijke participatie van deze
vrouwen. Via het landelijk Verbeter-
plan Vrouwenopvang, waar ook het
Toevluchtsoord nauw bij betrokken is,
zetten alle organisaties voor vrouwen-
opvang in Nederland zich hiervoor in.
Inmiddels is er landelijk een bege-
leidingsmethodiek ontwikkeld. De
eigen kracht van vrouwen en kinderen
en de omgeving waaruit ze komen
staat hierin centraal, zonder de
problemen die tot het geweld hebben
geleid te negeren. Medio 2010 is deze
methodiek als pilot uitgeprobeerd in
de beide Emmense voorzieningen.
Een vervolgstap is het ontwikkelen
van een specifiek aanbod voor
kinderen.
Sociale activering
Vanuit de wetenschap dat voor maat-
schappelijke participatie van cliënten
een lange adem nodig is (zie hier-
naast), worden in Groningen al snel
na binnenkomst diverse activiteiten
aangeboden, met name Nederlandse
les (aansluitend op ieders niveau),
computerlessen, weerbaarheids-
training, maatschappij-oriëntatie en
beweging (sport en dans). Het netwerk
van de vrouwen wordt vergroot
door ze al tijdens de opvang te laten
kennismaken met het aanbod in de
stad via bijvoorbeeld werkbezoeken of
deelname aan activiteiten buitenshuis.
Dit geldt ook voor de kinderen (denk
aan sportclubs, jonge onderzoekers,
etc.).
Het Toevluchtsoord Groningen werkt
nauw samen met de consulenten
Werk van de dienst Sociale Zaken en
Werk, de dienst die de activiteiten ook
financiert. Na ongeveer vier weken
bespreekt deze consulent met de vrouw
een traject gericht op opleiding of
(vrijwilligers)werk. Vanaf dat moment
worden activiteiten hierop afgestemd.
Het resultaat is dat de meeste vrouwen
de opvang verlaten terwijl ze al deel-
nemen aan een (scholings)traject. We
zouden in Emmen ook graag op deze
manier willen werken en gaan op zoek
naar de (financiële) mogelijkheden
hiervoor.
15
Antoinette Jorritsma (Groningen) & Bert de Groote (Emmen) > teamleiders
Benut elkaars sterke punten; daar groei je van
Antoinette Jorritsma en Bert de Groote zijn ervaren teamleiders bij het Toevluchtsoord. Bert werkt in Emmen, Antoinette in Groningen. Door het samengaan van Groningen en Emmen kunnen de verschillende doel-groepen straks beter worden bediend, is hun vaste overtuiging. De door-stroom van cliënten tussen de voorzieningen in Drenthe en Groningen zal makkelijker verlopen nu beide instellingen onder één organisatie vallen.
Bij het Toevluchtsoord Groningen
volgen cliënten een individueel hulp-
traject. Antoinette: ‘In de woonunits
leren de vrouwen zelfstandig wonen,
maar delen ze ook bepaalde voorzie-
ningen (douches, wc’s). De stap die
daarna komt is de intensieve thuisbe-
geleiding. Je hebt dan eigen woon-
ruimte, buiten het Toevluchtsoord,
maar krijgt nog begeleiding via een
van onze hulpverleners. Voor een deel
zijn onze hulpverleners ook rolmodel.
Als teamleider hecht ik er daarom aan
dat onze medewerkers kernwaarden
als eerlijk zijn en verantwoordelijkheid
nemen niet alleen aan de cliënten
voorhouden, maar daar ook zelf naar
handelen. In het creëren van een veilig
leefklimaat bijvoorbeeld hebben zowel
cliënt als medewerker een opdracht.
Niet iedereen is er altijd van doordron-
gen dat onze kernwaarden net zo
goed voor onszelf gelden! Door daar
regelmatig met elkaar over te spreken
blijf je scherp en alert.’
Verbeteren pedagogisch leefklimaat ‘Een gevolg van de individuele
aanpak is dat de binding met anderen
doorgaans niet heel groot is. We zijn
daarom een programma gestart om
het pedagogisch leefklimaat in de
opvangvoorzieningen te verbeteren.
Onze groepswerkers zijn daarin essen-
tieel. Zij zorgen voor een goede sfeer.
Soms zijn ze overdag aanwezig, in de
crisisopvang vooral ’s avonds en in het
weekend. We bieden nu ‘s avonds
groepsactiviteiten aan als aerobics,
computercursussen, een textielwork-
shop of een spelletjesavond. Je leert
zo anderen kennen, het verbreedt je
horizon en het is een speelse manier
om allerlei zaken aan de orde te laten
komen.’
Het organiseren van deze activiteiten in
de opvang, is vooral ook nodig voor
de periode erna. Veel vrouwen blijken
vast te lopen en/of terug te vallen
zonder de beschermde omgeving
van de vrouwenopvang. Vrouwen-
opvanginstellingen moeten vrouwen
hier beter op voorbereiden. Als ze in
de opvang al actief zijn, is het daarna
ook gemakkelijker om aansluiting te
vinden.’
Bert en Antoinette zijn beiden betrok-
ken bij een groot landelijk project
dat de kloof tussen het verblijf in de
vrouwenopvang en ‘de maatschappij’
‘In het creëren van een veilig leefklimaat hebben zowel cliënt als medewerker een opdracht’
16
aan de hand van een aantal stappen
en programma’s wil verkleinen (zie
ook p 15).
Bert: ‘Bij ons is de taak van de
groepswerkers primair de leefsfeer
in de groep ondersteunen en zorgen
voor een dagstructuur. Cliënten met
behoefte aan opvoedingsondersteu-
ning - en dat zijn er vele - hebben hier
baat bij. Bij ons komt iemand trouwens
eerst wennen, daarna kijken we
wat we voor je kunnen doen. In ons
teamoverleg besteden we daar veel
aandacht aan. Wij hebben geen woon-
units binnen de opvang, maar beschik-
ken over vijftien flats, waar vrouwen
als overbrugging tijdelijk wonen, met
ondersteuning vanuit ons.’
Verschillende expertisesBert ziet een grote toegevoegde
waarde in de expertise die het
Toevluchtsoord heeft opgebouwd:
‘Emmen is relatief klein; we kunnen
niet alles. In Groningen is op een
aantal vlakken de slagkracht groter.
Zo is er daar meer kennis en ervaring
inzake de opvang van slachtoffers van
prostitutie en vrouwenhandel. Ook is
Groningen, via het ASHG, verder in het
bestrijden van huiselijk geweld, waar
onze kerntaak vooral in de opvang
ligt. Ik hoop op een nauwe samen-
werking met het ASHG Groningen,
met name in de stroomlijning van het
telefonisch gedeelte voor de opnames.
Het ASHG in Drenthe, onderdeel van
de GGD, kan voor de opvang die taak
niet vervullen. De drie ASHG’s en de
opvangvoorzieningen in het Noorden
werken gelukkig goed samen. Met
name in het vertalen van nieuwe
ontwikkelingen naar praktisch beleid
verwacht ik veel van het Toevluchts-
oord. De vrouwenopvang zit ook dicht
tegen de politiek aan, iemand als
Riekje Kok zit daar bovenop.’
‘Vooral in het vertalen van nieuwe ontwikkelingen naar praktisch beleid verwacht ik veel van het Toevluchtsoord’
Antoinette Jorritsma (Groningen) & Bert de Groote (Emmen) > teamleiders
In Groningen willen ze ook graag leren
van de Emmense ervaringen.
Antoinette: ‘Jullie hebben een collega
die veel van eerwraak weet. Zo iemand
hebben wij niet. Wij willen ook heel
graag mannen en vaders meer bij het
hulpaanbod betrekken. Niet alleen als
plegers. Vaders blijven immers altijd
vaders! Daar zijn jullie in Emmen verder
mee.’ Bert: ‘Wij hebben altijd al opvang
gehad voor mannen en gezinnen en
vanuit de Algemene Crisisopvang nu
ook voor plegers van huiselijk geweld
die uit huis worden geplaatst. Mannen
worden steeds vaker in het hulpverle-
ningstraject meegenomen, zeker als er
kinderen in het spel zijn. Op de lange
termijn werkt dat beter.’
17
Hanneke Rus > orthopedagoog (Groningen) &
Wil Boertien > pedagoog (Emmen)
Het belang van het kind staat altijd voorop
Hanneke Rus en Wil Boertien werken met kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. De wijze waarop dat in Groningen en Emmen gebeurt verschilt. Waar Hanneke in Groningen in een team met andere gedragswetenschappers functioneert, is Wil in Emmen de spin in het web. Dat heeft met functies en taken te maken, maar ook met schaal-grootte.
Hanneke: ‘Wij werken in een team
met een junior psycholoog en orthope-
dagoog en een senior psycholoog en
orthopedagoog. Als orthopedagoog
houd ik me vooral bezig met diagnos-
tiek en behandeling, mijn collega
orthopedagoog richt zich voorname-
lijk op beleid. De teamondersteuning
doen we gezamenlijk. Wil: ‘Omdat ik
in Emmen de enige pedagoog ben, zit
veel van mijn tijd in het ondersteunen
van collega’s vanuit de pedagogische
invalshoek. Daarnaast vertegenwoor-
dig ik onze club ook naar buiten toe,
zoals bijvoorbeeld naar basisscholen,
jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulp-
verlening en in het project Kindspoor.’
Een klein deel van haar tijd heeft ze
nog rechtstreeks contact met moeders
en kinderen.
Aanbod voor moeders en kinderen Een belangrijke taak van Wil is het
ondersteunen van de kinderopvang en
organiseren van een specifiek aanbod
voor moeders en kinderen. Wil: ‘In
Emmen hebben we een moedergroep
die gedurende twaalf weken bij elkaar
komt. Zo’n zes tot acht moeders
praten hier over hoe het met hun
kinderen gaat in de vrouwenopvang
en over wat ze thuis hebben mee-
gemaakt. Daarbij komt van alles aan
bod op een lichte, niet te nadruk-
kelijke manier. Veel moeders willen
graag dat hun kinderen beter gaan
luisteren, daarom is er ook aandacht
voor thema’s als aandacht geven en
grenzen stellen. Daarnaast besteden
we veel aandacht aan de sociaal-
emotionele ontwikkeling van kinde-
ren. Een mooie start voor een eerste
bijeenkomst is om de moeders een
omtrek te laten maken van hun hand
op papier. Die hand is een cadeau aan
hun kind en wordt mooi versierd en
ingelijst. Moeders vinden dit fijn om
te doen en de kinderen zijn er altijd
blij mee.
‘Door de samenwerking met Groningen kunnen wij meer doen aan het ontwik-kelen van een goed hulpaanbod voor kinderen en daar is veel behoefte aan’ (Wil)
18
Creatieve werkvormen zijn een
prima ingang om het over belang-
rijke vragen te hebben als: hoe uit
je gevoelens? Hoe leer je met elkaar
praten? Hoe ga je met koppigheid van
kinderen om? Hoe kun je elkaar troost
en steun bieden? Is de ex-man/vader
in beeld? Is er een omgangsregeling?
Houdt iedereen zich hieraan en hoe is
het voor de kinderen?’ Hanneke: ‘Bij
ons verloopt de moedergroep in grote
lijnen net zo. Tijdens een creatieve
avond of middag bevragen en helpen
vrouwen elkaar en vinden zo (h)erken-
ning. De groep, maar ook elke vrouw
afzonderlijk, wordt daar sterker van.
Bovendien spreken veel vrouwen niet
zo goed Nederlands; door het accent
niet alleen op praten te leggen, maar
ook op knutselen, spel of dingen
maken, overbrug je een culturele kloof
en creëer je een bindend element.’
Recent heeft Hanneke onderzoek
gedaan naar hulpverlening aan kinde-
ren bij 25 gezinnen waar een huis-
verbod werd opgelegd. Opvallende
uitkomst volgens Hanneke: ‘Kinderen
zeggen veel vaker dan hun ouders dat
ze last hebben van de ruzies thuis. Hoe
kinderen praten over die ruzies, en
vooral ook hoe ze de ruzies tekenen,
is vaak een schok voor de ouders. Wat
ouders dan weer extra motiveert om er
echt iets aan te doen.’
Samenwerking met andere partnersWil en Hanneke willen zoveel mogelijk
moeders en kinderen hulp kunnen
bieden. Wil: ‘Als er sprake is van blij-
vende opvoedkundige problemen, heb
je hulp nodig van collega-instellingen.
Het vereist veel tijd en overleg om
effectief op dit soort hulpvragen in te
spelen.’ Hanneke: ‘Bij het Toevluchts-
oord werken we zowel oplossingsge-
richt als systeemgericht, waarbij we,
samen met andere hulpverleners, alle
leden van het gezin betrekken, ook
de vaders en mannen. Soms lukt dat,
maar het is ook wel eens lastig; je krijgt
de mannen of vaders niet in beeld of
moeder en kind verzetten zich tegen
zo’n aanpak, ingegeven door angst.
Terwijl je wel vaak het hele gezin en
soms ook de familie nodig hebt om de
veiligheid van de kinderen te kunnen
waarborgen. Want dat is de realiteit:
een groot aantal vrouwen keert uitein-
delijk terug naar huis.’
‘Moeders en kinderen moeten in de eerste plaats rust en veiligheid vinden. Van daaruit
proberen wij ze positieve ervaringen te laten opdoen, die ze meenemen in de toekomst’ (Hanneke)
Hanneke Rus > orthopedagoog (Groningen) &
Wil Boertien > pedagoog (Emmen)
19
Semira Oçak > maatschappelijk werker/specialist eerwraak (Emmen) &
Gerda Boezeman > mentor crisisopvang/vervolggroep (Groningen)
Een maatschappelijk werker moet durven ingrijpen, maar soms ook de handen op de rug houden
Semira Oçak en Gerda Boezeman zijn maatschappelijk werkers, al noemen ze dit bij het Toevluchtsoord Groningen mentoren. Waar Semira vooral met individuele cliënten werkt, is Gerda ook bij groepsactiviteiten betrokken. Daarnaast heeft Semira zich gespecialiseerd in eerwraak.
Waaruit bestaat een werkweek van
een maatschappelijk werker zoal?
Gerda: ‘Verreweg het grootste deel
van de tijd begeleid ik individueel drie
tot vier vrouwen van binnenkomst tot
en met een vervolgplek. Daarnaast
werk ik met groepen: wekelijks heb ik
een gespreksgroep Geweld in relaties.
Zo’n acht vrouwen praten dan over
wat hen is overkomen. Ze vinden
(h)erkenning bij elkaar, het is een
vorm van lotgenotencontact met een
therapeutisch tintje. Semira: ‘Omdat
er bij ons aparte groepswerkers
zijn, hebben wij als maatschappelijk
werkers meer individuele cliënten
onder onze hoede.’
Wat ook anders is, is de wisseling in
begeleiders. Als je in Groningen van
de crisisopvang naar het Blijf-van-
mijn-lijf-huis gaat, of in een later
stadium een eigen woning krijgt
toegewezen, krijg je een andere
begeleider. In Emmen loopt dat
langer door. Cliënten die een eigen
woning krijgen, hebben nog recht op
twaalf keer begeleiding door dezelfde
hulpverlener. De groepswerkers zijn in
feite praktische mentoren, die allerlei
zaken helpen regelen, vooral rond de
kinderen en opvoedingskwesties. In
zowel Groningen als Emmen zijn er
daarnaast nog materieel hulpverleners
die vooral de financiën doen.
Time out-opnamesDe grootste groep vrouwen die
in Groningen wordt opgevangen,
betreft ‘Time-out opnames’. Het gaat
hierbij om vrouwen uit de regio die
op verzoek van de samenwerkende
ketenpartners voor een korte periode
opvang krijgen bij het Toevluchtsoord.
De ambulante hulpverlening probeert
in de weken dat dit duurt rond het
betreffende gezin veiligheid en rust te
scheppen en te waarborgen.
In Emmen komen Time out-opnames
bijna niet voor. Semira: ‘De meeste
vrouwen die bij ons komen, blijven
voor langere tijd. Door de samen-
werking met Groningen zal dit zeker
gaan veranderen en dat lijkt me goed.’
Gerda: ‘Wij hebben specifieke regels
als het gaat om Time out-opnames:
zo móet je deze vrouwen opnemen,
of er nu plek is of niet. Omdat ze
kort blijven, is er geen normale intake
zoals met anderen. Je bouwt daardoor
minder snel een relatie op. Wij doen
ook niet de maatschappelijke bege-
leiding van deze groep, die loopt via
het Maatschappelijk Werk zelf, maar
bieden bed, bad en brood voor een
beperkte periode. We benadrukken dat
het om twee weken gaat, als het écht
nodig is kan dat verlengd worden. We
zijn wel aanspreekpunt voor alles wat
hier in huis gebeurt, maar qua hulp-
verlening houden we de handen op de
rug. Dat is best moeilijk, want je wilt
graag helpen, maar wij hebben ervaren
dat we het zo moeten aanpakken.’
Semira: ‘Laatst heb ik met een cliënt
voor het eerst op deze wijze gewerkt
en dat beviel eerlijk gezegd prima.
20
Het Maatschappelijk Werk neemt
het voortouw, wij bieden waar nodig
ondersteuning. Deze vrouw gaat nu
binnenkort zelfstandig wonen.’
Eerwraak en de rol van vrouwenEmmen heeft in de persoon van
Semira een eerwraakspecialist in huis.
Semira: ‘Voor de politie in Emmen
ben ik contactpersoon bij eerwraak-
kwesties en ook het Maatschappelijk
Werk benadert mij soms. Tot nu toe
heb ik vooral vrouwen en meisjes
begeleid die hier slachtoffer van dreig-
den te worden, maar als het nodig is
zou ik ook met families praten. Als
Turkse weet ik dat binnen families
de positie van de oudere vrouwen
dominant is. Voor zogenaamd onze-
delijk gedrag van dochters worden
moeders verantwoordelijk gehouden.
Zij hebben gefaald in de opvoeding
en moeten dit dan later ‘’corrigeren’’.
Beslissingen inzake eerwraak worden
dus doorgaans door de oudere
vrouwen genomen om het wij-gevoel
van de familie te beschermen. Mijn
rol hierin is meedenken en ernstige
uitwassen helpen voorkomen. En
als vrouw kom ik daar misschien
makkelijker bij dan als man.’ Gerda:
‘Bij ons in Groningen wordt in zo’n
situatie inderdaad meestal een Turkse
agent ingeschakeld. We kunnen in dit
opzicht zeker leren van de ervaringen
die Semira inmiddels heeft opgedaan.
Trouwens, als het om vrouwenhandel
gaat, beschikken we in Groningen
weer over veel expertise. Het
Toevluchtsoord werkt hierin nauw
samen met de MJD, het Maatschap-
pelijk Werk.’ Semira: ‘Het zou goed
zijn als je die kennis en ervaring bij
elkaar kunt brengen. We zijn nu vaak
te versnipperd bezig.’
‘Het Toevluchtsoord Groningen is een zeer gekleurde instelling. In Emmen ben ik tot nu toe de enige van Turkse komaf. We moeten daarin meer een afspie-geling worden van de samenleving’ (Semira)
‘Iedere cliënt heeft bij ons een eigen werkplan. We proberen zo maatwerk te leveren en werken daarbij nauw samen met andere hulp-verleners’ (Gerda)
Een maatschappelijk werker moet durven ingrijpen, maar soms ook de handen op de rug houden
21
Wies Smidt-Bouwes > woonbegeleider (Emmen) &
Izabela Tomaszewicz > intensieve thuisbegeleider (Groningen)
Een bundeling van krachten kan alleen maar positief uitwerken
Wies Smidt-Bouwes en Izabela Tomaszewicz begeleiden vrouwen die weer zelfstandig zijn gaan wonen. De één vanuit Drenthe, de ander in Groningen. Hun functies heten anders, maar zijn grotendeels gelijk. Ze bieden praktische ondersteuning, geven opvoedingsadviezen, helpen bij het opbouwen van een sociaal netwerk en het bieden van een emotioneel stabiele omgeving.
Op weg naar een eigen stekToch zijn er in de praktijk ook verschil-
len. Zo beschikt Emmen over vijftien
flats waar vrouwen vanuit de opvang
tijdelijk op zichzelf gaan wonen, een
soort van tussenstation op weg naar
een definitieve stek.
Wies: ‘Bij ons stromen vrouwen na
gemiddeld acht weken door naar
een andere groep waar minder
begeleiding is of naar één van onze
opvangflats. Alles bij elkaar zijn ze
ongeveer een jaar verder voordat ze
een eigen huis hebben. Het leven in
zo’n groep is stressvol, maar biedt ook
veiligheid en er is veel begeleiding.
Als een vrouw hoort dat ze naar een
flat kan, is er eerst altijd opluchting,
ha eindelijk! Zitten ze er eenmaal, dan
zie je vaak toch een terugval.’ Izabela:
‘Toch is het heel goed dat jullie deze
‘Wij signaleren vooral, geven een
steuntje in de rug,’ zegt Wies. ‘Blijkt
onze hulp ontoereikend, dan verwij-
zen wij door naar Bureau Jeugdzorg.’
‘Of naar een psycholoog of een
orthopedagogisch gezinsbegeleider,’
vult Izabela aan.
‘Het Toevluchtsoord heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld van een vrouwenopvangplek tot een expertise-centrum met landelijke betekenis’ (Izabela)
22
omgangsregeling. Lastig, de focus is
dan primair hoe het veilig blijft voor
het kind.’
Een bundeling van krachten, kan
alleen maar positief uitwerken, daar
zijn beide begeleidsters het over eens.
Izabela: ‘Het Toevluchtsoord heeft
zich in de afgelopen jaren ontwik-
keld van een vrouwenopvangplek tot
een expertisecentrum met landelijke
betekenis. Je krijgt daardoor niet
alleen meer invloed, maar ook meer
input, wat de kwaliteit van het werk
ten goede komt.’ Wies: ‘We weten
dat het Toevluchtsoord een vooruit-
strevende instelling is. Daar profiteren
we graag van. En we brengen zelf
natuurlijk ook het nodige mee.’
voorziening met de nodige ondersteu-
ning als overbrugging aanbieden. Je
bouwt zo eerder een band op waar-
door contacten soepeler verlopen. In
Groningen ga je meteen vanuit de
groep zelfstandig wonen. Voor mij
maakt dat het soms lastig om “binnen
te komen”. Om goed te kunnen
begeleiden moet je immers een relatie
opbouwen.’
Druk op voorzieningenZowel Wies als Izabela zien dat
vrouwen makkelijker hun weg naar
de vrouwenopvang weten te vinden.
Wies: ‘Doordat er veel publiciteit is
rondom huiselijk geweld, wordt het
langzaam maar zeker meer bespreek-
baar. Vrouwen trekken zodoende
eerder aan de bel. Het gevolg is een
grotere druk op de opvangvoorzie-
ningen en minder tijd per cliënt.’ Een
nieuwe ontwikkeling is dat vaders
steeds vaker bij het hulptraject
worden betrokken via de zogenaamde
systeemaanpak die zich op alle leden
van het gezin richt. Izabela: ‘Soms
heb je daarbij te maken met een
nieuwe partner, een ex-partner én een
‘Vrouwen trekken vandaag de dag eerder aan de bel bij huiselijk geweld. Het gevolg is een grotere druk op de opvangvoorzieningen en minder tijd per cliënt’ (Wies)
23
Contactgegevens
Stichting Toevluchtsoord Groningen-Emmen
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Groningen (ASHG) & Vrouwenopvang GroningenTelefonische hulpdienst
050 - 31 80 011 | info@ashg-groningen.nl
www.huiselijkgeweldgroningen.nl
Kantoor ASHG 050 - 36 60 600
Vrouwenopvang Drenthe0591 - 64 82 61 | toevluchtsoord@tvonoord.nl
Algemene Crisisopvang Emmen
0591 - 64 82 61 | toevluchtsoord@tvonoord.nl
Bestuur en management Martinikerkhof 11
9712 JG Groningen
050 - 31 80 741 | toevluchtsoord@tvonoord.nl
Bedrijfsbureau (voor personeelszaken, financiën, etc.)
Herman Colleniusstraat 18
9718 KT Groningen
O50 - 59 91 420 | toevluchtsoord@tvonoord.nl
Belangrijke samenwerkingspartner (geen onderdeel Toevluchtsoord)
ASHG Drenthe (GGD Drenthe)Telefonische hulpdienst
0900 - 3 711 711 | aanpakhuiselijkgeweld@ggddrenthe.nl
www.huiselijkgewelddrenthe.nl
Kantoor ASHG 0592 - 30 63 96
Inhoud
2 Over de organisatie
3 Voorwoord, Riekje Kok, directeur
4 Cliëntenraad, Manuela
5 Opvang, Jeanet Grimmius, manager
6 Wat kunnen cliënten in de opvang verwachten?
8 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), Els Dafallah, manager
10 Cijfers & trends
11 Algemene Crisisopvang, Sientje ten Velde
12 Wethouder Zorg Groningen, Jannie Visscher
13 Wethouder Zorg Emmen, Henk Jumelet
14 Recente ontwikkelingen
16 Teamleiders, Antoinette Jorritsma & Bert de Groote
18 (Ortho)pedagogen, Wil Boertien & Hanneke Rus
20 Maatschappelijk werkers, Semira Oçak & Gerda Boezeman
22 Woonbegeleiders, Wies Smidt-Bouwes & Izabela Tomaszewicz
Tekst, eindredactie & coördinatie: Meesters in Communicatie - Christel Jansen, Frank HeijsterVormgeving: Studio HooghalenFotografie: Helga Wening van Raan en Paulien Sissingh Druk: Koninklijke van Gorcum© Oktober 2010