Post on 01-Aug-2021
Rapport deputaten Bijbelvertaling Voortgangs- en beleidsrapport
Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Harderwijk 2011
Het auteursrecht van deze tekst berust hetzij bij de auteur, hetzij bij de Gereformeerde
Kerken in Nederland. Voor alle zaken het auteursrecht betreffend kan contact opgenomen
worden met het deputaatschap administratieve ondersteuning via: dao@gkv.nl.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in wat voor vorm of op wat voor manier dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens de
uitzonderingen bij de wet gesteld.
2 Inhoudsopgave
1 Korte omschrijving/missie van deputaten Bijbelvertaling 3 2 Verslag van werkzaamheden 3 Bijlagen
1 Opdracht Generale Synode Zwolle-Zuid 2008 6
2 Voorstel nieuwe opdracht 6
3 Samenstelling deputaatschap 7
4 Voorbeelden van bij het NBG in te dienen revisievoorstellen NBV 7
5 Gesprek met deputaten Bijbelvertaling (GKv) met vertegenwoordigers
van de Stichting Herziene Statenvertaling (HSV) 8
6 Uitgangspunten Herziene Statenvertaling 11
3
1 Korte omschrijving/missie van Deputaten Bijbelvertaling
Het deputaatschap Bijbelvertaling houdt zich bezig met zaken die betrekking hebben op de
vertaling van de Bijbel. Het bestaan van dit deputaatschap is gegrond in het uitgangspunt dat
het van wezenlijk belang is de Bijbel voor deze en komende generaties begrijpelijk en
toegankelijk te maken en te houden, en dat het daarom noodzakelijk is dat de Bijbel vertaald
wordt.
Tot 2004 lag de focus van het deputaatschap op het volgen van de totstandkoming van de
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en het voorbereiden van een advies voor de Generale Synode
van Amersfoort-Centrum 2005 of de NBV kon worden vrijgegeven voor gebruik in de
erediensten. Na het positieve besluit van de synode hierover hebben deputaten hun
aandacht gericht op voorlichting aan de kerken en op het voorbereiden van voorstellen voor
de geplande revisie van de NBV (ca. 2016).
Vanuit onze opdracht heeft ook het contact met de Stichting Herziene Statenvertaling (HSV)
onze aandacht gevraagd.
2 Verslag van de werkzaamheden
a. Bij bijbelgenootschappen en andere instanties die actief betrokken zijn bij het uitgeven en
(doen) vervaardigen van Bijbelvertalingen in ons land, zich te blijven presenteren als adres
waaraan men informatie over het onderwerp Bijbelvertaling kan toezenden
1 Nederlands Bijbelgenootschap
Met het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) onderhouden we goede contacten en van het
NBG krijgen we het nodige materiaal toegezonden. Zie verder onder b en d.
2 Stichting Herziene Statenvertaling
Op grond van de besluiten van de Generale Synode Zwolle-Zuid 2008, die uitsprak dat het
volgen van het proces van de totstandkoming van de HSV valt onder opdracht a (Acta ZZ
artikel 60; Besluit 3, grond 2) en omdat we ook in de vorige periode al materiaal van de HSV
toegezonden kregen, hebben we de Stichting HSV uitgenodigd voor een gesprek en ons
verdiept in de uitgangspunten en de totstandkoming van de HSV. Dit had niet het oogmerk
om de HSV te beoordelen als mogelijke kerkbijbel, maar om onszelf en de kerken hierover te
informeren. De Statenvertaling is immers nog steeds vrijgegeven voor onze erediensten en
we willen dan ook de herziening hiervan met belangstelling volgen. Dit gesprek vond plaats
op 26 januari 2009 met de voorzitter, ds. B.J. van Vreeswijk (overleden 1 maart 2010) en de
secretaris, drs. I.A. Kole. Een uitgebreid verslag van dit gesprek is als bijlage bij dit rapport
opgenomen (bijlage 5). Het was een goed, open en vruchtbaar gesprek waarbij we ons
hebben laten informeren over het hertaalproces, de uitgangspunten en de problemen rond
de hertaling.
Verder hebben we ons verdiept in de uitgangspunten van de HSV. Door de HSV zijn we
hiervoor ruimhartig van materiaal voorzien. Ook waren de bestuursleden en
bestuursondersteuner R. de Blois van harte bereid om vragen te beantwoorden. Een verslag
van onze bevindingen is ook als bijlage bij dit rapport opgenomen (bijlage 6).
Concluderend kunnen we vaststellen dat de HSV duidelijk zal voorzien in de behoeften voor
een specifieke doelgroep: mensen die wel veel affiniteit met de Statenvertaling hebben, maar
voor wie de 17e-eeuwse taal een steeds hogere drempel wordt. Daarbij dacht men vooral aan
de jongere generatie. Het blijkt dat er ook bredere belangstelling is voor de HSV, onder meer
in de Christelijke Gereformeerde Kerken, bij de hersteld Gereformeerden en in bepaalde
evangelische kringen.
De HSV gaat uit van de tekst en de exegese van de Statenvertaling waarbij men de
grondteksten en de kanttekeningen raadpleegt. Men spreekt dan ook van een herziening of
4 van een restauratie van de Statenvertaling, maar niet van een vertaling. In navolging van de
Statenvertalers volgt men de grondtekst zo letterlijk mogelijk en geeft men zoveel mogelijk
elk woord in de oorspronkelijke tekst weer met een woord in het Nederlands, maar wel zo
dat het een verstaanbare tekst oplevert. Men is door moderne hulpmiddelen meer dan de
Statenvertalers in staat consistentie na te streven. Belangrijker is echter de herkenbaarheid
van woorden en begrippen die via de Statenvertaling van betekenis zijn geworden in de
verwoording van het geloofsleven, waarbij gesproken wordt over het ‘coloriet’ van de
Statenvertaling. Deze herkenbaarheid weegt zo nodig zwaarder dan de andere
uitgangspunten.
3 Studiedeputaatschap NBV van de CGK
Van het studiedeputaatschap NBV van de Christelijke Gereformeerde Kerken ontvingen we
de brochure De Nieuwe Bijbelvertaling en de christelijke gereformeerde synode, een
toegankelijke bewerking van het rapport voor de synode van 2007, die uitsprak ‘de kerken
met klem te ontraden in de eredienst gebruik te maken van de NBV’, een besluit dat niet
inhoudelijk voorvloeit uit de postief-kritische rapportage van het deputaatschap.
Helaas bleek het niet mogelijk te zijn op korte termijn als deputaatschappen van beide
kerken om de tafel te gaan zitten. Wel ontvingen we van de CGK de revisievoorstellen die
men ter hand stelde aan het NBG. Die bleken van een veel beperktere omvang te zijn (een 70-
tal) dan de revisievoorstellen die ons deputaatschap gaat indienen.
Het initiatief tot contact ligt momenteel bij de CGK.
b. De besluiten van de Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 en het onderliggende
deputatenrapport voor te leggen aan het NBG
De besluiten en ons deputatenrapport is toegezonden aan het Nederlands Bijbelgenootschap
(NBG). Onze contactpersoon is dr. Rieuwerd Buitenwerf, manager van de afdeling Vertalen
en Bijbelgebruik. Met hem heeft een afvaardiging van ons deputaatschap jaarlijks een
voortgangsgesprek, waarbij we elkaar bijpraten over ontwikkelingen binnen ons
deputaatschap en binnen het NBG. Zo worden we op de hoogte gehouden over de revisie van
de NBV (gepland voor 2016) en de totstandkoming van de Bijbel in gewone taal (geplande
verschijning 2014).
c. Kerkleden op te roepen hun opmerkingen aan het Nederlands Bijbelgenootschap in
verband met de revisie van de NBV in afschrift aan deputaten toe te sturen
Deze oproep staat reeds enkele jaren op de pagina van deputaten bijbelvertaling van de GKv-
site. In het begin werd er van deze mogelijkheid veel gebruik gemaakt. Voor zover wij dat
kunnen overzien (niet iedereen stuurt deputaten een cc) worden er weinig opmerkingen
meer toegezonden. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de NBV inmiddels behoorlijk goed is
ingeburgerd in onze kerken.
d. De mogelijkheid te benutten om deel te nemen aan het overleg met het NBG waar het de
revisie van de NBV betreft en te bepleiten dat rekening wordt gehouden met de wensen
die dienaangaande door deputaten worden ingebracht
Een van de belangrijkste taken van ons deputaatschap is het opstellen van revisievoorstellen.
Bestaande deelrapporten van bijbelboeken, die in de vorige perioden tot stand kwamen,
worden nogmaals kritisch bekeken en voorstellen voor revisie worden in de vergaderingen
besproken. Van bijbelboeken waarvan nog geen deelrapport is wordt dat zo veel mogelijk
alsnog gedaan. Deze revisievoorstellen zullen we binnenkort in delen gaan toezenden aan
het NBG. Onze ervaring is nog steeds dat onze inbreng zeer serieus wordt genomen.
Belangrijk is daarbij te benadrukken dat we de NBV beoordelen op de vertaalcriteria van de
NBV zelf en op de criteria die de Generale Synode van Leeuwarden (1990) opstelde, maar dat
5 we in de verwoording van onze revisievoorstellen zo veel mogelijk proberen aan te sluiten
bij de criteria die de NBV zelf hanteert.
In bijlage 4 zijn enkele voorbeelden van revisievoorstellen opgenomen. Een overzicht van de
tot op heden geformuleerde revisievoorstellen is op te vragen bij deputaten.
Met het NBG is afgesproken dat we uiterlijk eind 2011 al onze voorstellen hebben ingediend.
Daarmee lijkt aan een van de belangrijkste taken van dit deputaatschap een einde te komen.
e. Hun werkzaamheden te verrichten binnen het vastgestelde budget
We konden onze werkzaamheden verrichten binnen het vastgestelde budget, en wel zo, dat
ons budget naar beneden toe kon worden bijgesteld.
f. Van hun arbeid rapport uit te brengen aan de eerstvolgende generale synode en hun
rapport uiterlijk drie maanden voor het begin van de volgende synode aan de kerken toe
te zenden
Vanwege de beperkte opdracht van deputaten bijbelvertaling en omdat er bijna geen
scheiding is aan te brengen tussen een feitenverslag en beleidsbeslissingen is de voortgangs-
en beleidsrapportage ineen geschoven.
g. Het voorlichtingswerk over de NBV en het kerkelijk gebruik daarvan te continueren en
daarbij speciale aandacht te geven aan vertaalkeuzen die vragen blijken op te roepen.
Desgevraagd hebben deputaten voorlichting gegeven. Een voorbeeld daarvan is de vertaling
van het tweede gebod, die vragen bleek op te roepen en waaraan aandacht is besteed in het
Nederlands Dagblad. Onze voorzitter, drs. M.O. ten Brink heeft in de krant op verzoek enige
uitleg gegeven over de vertaalproblematiek (ND, 25-4-2009).
De bezinning over de formulering van het tweede gebod is nog gaande.
6
Bijlagen
1 Opdracht Generale Synode Zwolle-Zuid 2008
a. bij bijbelgenootschappen en andere instanties die actief betrokken zijn bij het uitgeven
en (doen) vervaardigen van Bijbelvertalingen in ons land, zich te blijven presenteren als
adres waaraan men informatie over het onderwerp Bijbelvertaling kan toezenden;
b. de besluiten van de Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 en het onderliggende
deputatenrapport voor te leggen aan het NBG;
c. kerkleden op te roepen hun opmerkingen aan het Nederlands Bijbelgenootschap in
verband met de revisie van de NBV in afschrift aan deputaten toe te sturen;
d. de mogelijkheid te benutten om deel te nemen aan het overleg met het NBG waar het de
revisie van de NBV betreft en te bepleiten dat rekening wordt gehouden met de wensen
die dienaangaande door deputaten worden ingebracht;
e. hun werkzaamheden te verrichten binnen het vastgestelde budget;
f. van hun arbeid rapport uit te brengen aan de eerstvolgende generale synode en hun
rapport uiterlijk drie maanden voor het begin van de volgende synode aan de kerken toe
te zenden;
g. het voorlichtingswerk over de NBV en het kerkelijk gebruik daarvan te continueren en
daarbij speciale aandacht te geven aan vertaalkeuzen die vragen blijken op te roepen.
2 Voorstel nieuwe opdracht
De synode besluit opnieuw deputaten Bijbelvertaling te benoemen met de volgende
opdracht:
a. bij bijbelgenootschappen en andere instanties die actief betrokken zijn bij het uitgeven
en (doen) vervaardigen van Bijbelvertalingen in ons land, zich te blijven presenteren als
adres waaraan men informatie over het onderwerp Bijbelvertaling kan toezenden;
b. de besluiten van de Generale Synode van Harderwijk 2011 en het onderliggende
deputatenrapport voor te leggen aan het NBG;
c. kerkleden op te roepen, zolang het nog kan, hun opmerkingen aan het Nederlands
Bijbelgenootschap in verband met de revisie van de NBV in afschrift aan deputaten toe te
sturen;
d. de mogelijkheid te benutten om deel te nemen aan het overleg met het NBG waar het de
revisie van de NBV betreft (2016) en te bepleiten dat rekening wordt gehouden met de
wensen die dienaangaande door deputaten worden ingebracht;
e. het voorlichtingswerk over de NBV en het kerkelijk gebruik daarvan te continueren en
daarbij speciale aandacht te geven aan vertaalkeuzen die vragen blijken op te roepen.
7 3 Samenstelling deputaatschap
Naam aftredend
Drs. M.O. ten Brink,(voorzitter), Roodeschool 2014
Dr. A. Drint, Sauwerd 2014
Drs. M.E.H. Kuijper-Versteegh, Franeker 2011
Drs. J.I.J. Slings-de Vries, (secretaris), Waddinxveen 2011
Drs. Joh. de Wolf, (penningmeester), Amersfoort 2014
Secundus:
Drs. W.Th. Meijer, Roden
Postadres: Berkengaarde 18, 2742 TS Waddinxveen
E-mailadres: bijbelvertaling@gkv.nl
4 Voorbeelden van bij het NBG in te dienen revisievoorstellen NBV
Deuteronomium 19:9: ‘...en altijd de weg volgt die hij wijst.’ Lett. 'en alle dagen in zijn
wegen wandelt'. De NBV heeft hier een mooie formulering, maar ik heb de indruk dat 'in zijn
wegen' betekent: 'zoals hij wil', 'op die manier'. De NBV poetst een beeld op dat in het
Hebreeuws veel meer afgesleten is geraakt. Het beeld van de weg wijzen en volgen is
inhoudelijk ook dynamischer. Het suggereert dat het om concrete leiding per dag, week of
jaar zou gaan.
En dat is hier niet de bedoeling. Buiten Deut. wordt deze uitdrukking vaak vertaald met
'gehoorzamen', zie 1 Kon. 2:3; 3:14; 8:58, Zach. 3:7. In 1 Sam. 8:5 'uw voorbeeld navolgen'.
Andere verzen in Deut. waar dit speelt: 8:6; 10:12; 11:22; 26:17; 28:9; 30:16.
Rechters 17:1: ‘In die tijd leefde er in het bergland van Efraïm een man met de naam Micha.’
De woorden ‘In die tijd’ staan niet in de grondtekst en zijn ingevoegd, blijkbaar om de
geschiedenis chronologisch te verankeren. Ze suggereren dat deze geschiedenis van Micha in
de tijd van Simson plaatsvond. Bijbelgetrouwe exegeten (zoals Holwerda) hebben er o.i.
terecht voor gepleit dat de laatste hoofdstukken van Rechters juist in de eerste, vroege
periode van de richterentijd plaatsvonden. Maar hoe dan ook, er staat in hoofdstuk 17:1 geen
tijdsbepaling, en dan moet die ook niet toegevoegd worden.
2 Samuël 2:27: ‘Als u niets had gezegd, hadden mijn mannen hun broeders vanmorgen gewoon
laten gaan.’ De vertaling van de NBV stemt overeen met Carl Brockelmann, Hebräische
Syntax, Neukirchen Kreis Moers: Verlag des Erziehungsvereins, 1956, § 176b, p. 165 over de
als inleiding van de nazin na een voorwaardelijke zin met : ‘wenn du nicht gesprochen
hättest, so wäre das Volk am frühen Morgen heraufgezogen’.
Maar deze woorden worden hier voorafgegaan door een eedformule (‘Zo waar God leeft’). Na
een dergelijke formule worden positieve uitspraken juist ingeleid door een voegwoord
gecombineerd met een ontkenningspartikel. Gewoonlijk vind je de combinatie , ‘indien
niet’, hier echter . In de vertaling mag het ontkenningspartikel juist niet weergegeven
worden, omdat de uitspraak positief bedoeld wordt. De vertaling zou dus moeten zijn: ‘Had
dat maar eerder gezegd’. De keuze van de NBV levert een tekst op, die in de context
onbegrijpelijk is.
(Dit punt is al voorgesteld voor revisie en wordt meegenomen in de revisieronde.)
1 Korinte 7:31 > Laat ... ieder die in deze wereld leeft <zo leven> alsof ze voor hem niet langer
van belang is. (kai hoi chroomenoi ton kosmon hoos mè katachroomenoi).
Gezien de hele tendens van het voorgaande is de bedoeling dat je je niet volledig in beslag
laat nemen door allerlei zaken. Hierop wijzen de vertalers zelf in hun verantwoording (Werk
in uitvoering 2, blz. 319). Het gaat er kennelijk niet om dat je het huwelijk, vreugde, verdriet
en bezit totaal verwerpt, maar dat ze niet het één en het al voor je worden. Het lijkt toch wel
8 dat in een dergelijke opsomming de betekenis 'volledig gebruik maken van' voor de hand
ligt. ...alsof ze voor hem niet langer van belang is is dan te sterk. Dat tendeert in de richting
van volledige wereldmijding.
Kolossenzen 3:21: ‘Vaders, vit niet op uw kinderen...’: ‘vitten op’ is iets anders dan ‘tergen’
(SV) of ‘prikkelen’ (NV51). Die woorden hebben ook meer de gevolgen voor de kinderen in
zich.
‘Tergen’ en ‘prikkelen’ zijn echter niet helemaal hedendaags en natuurlijk Nederlands in dit
verband. Maar ‘vitten’ klinkt erg vrouwelijk. Je zou zo’n advies voor moeders verwachten.
Het Griekse woord erethizoo kan positief ‘aanvuren/opwekken’ betekenen, of negatief ‘boos
maken’. Je prikkelt mensen dus tot betere prestaties of je prikkelt ze tot opstandigheid. Dat
laatste is hier bedoeld. Een beetje lastig is dat het gevolg dat in de tekst wordt genoemd:
athumoosin juist niet op boosheid maar op moedeloosheid wijst. Contextueel gezien is
‘vitten’ nog niet zo slecht gevonden. Mogelijk alternatief: ‘Vaders, zit uw kinderen niet op de
huid’ of ‘Vaders, overvraag uw kinderen niet’.
5 Gesprek van deputaten Bijbelvertaling (GKv) met vertegen-woordigers van de Stichting Herziene Statenvertaling (HSV)
De broeders ds. B.J. van Vreeswijk (voorzitter) en I.A. Kole (secretaris) zijn namens de
Stichting HSV op de vergadering van deputaten Bijbelvertaling aanwezig. Ze worden
hartelijk welkom geheten.
De voorzitter van deputaten Bijbelvertaling, Marc ten Brink, vertelt iets over de achtergrond
van deze uitnodiging. Hoewel de NBV door de synode is aanvaard als kerkbijbel, zijn ook de
Statenvertaling (SV) en de Nieuwe Vertaling 1951 (NV51) nog steeds in gebruik. We staan
als vrijgemaakte kerken in de traditie van de SV. Van de synode hebben we de opdracht
gekregen om ons te laten informeren over lopende vertaalprojecten, en in het bijzonder over
de HSV.
Verder vertelt hij iets over de huidige taken van ons deputaatschap, nl. dat we bezig zijn
voorstellen voor de revisie van de NBV te verzamelen, die gepland staat voor ca. 2016.
Daarna stellen we ons aan elkaar voor en vertellen iets over onze achtergrond en
bezigheden.
Vervolgens krijgen de broeders van de HSV gelegenheid iets over de HSV te vertellen.
Ds. Van Vreeswijk geeft aan dat eind jaren negentig van de vorige eeuw vanuit de
predikanten van de Gereformeerde Bond binnen de Hervormde Kerk de ernstige zorg werd
uitgesproken dat de SV, zeker voor jongere generaties, onbegrijpelijk is geworden en dat er
moest worden nagedacht over alternatieven. Enige tijd is de totstandkoming van de NBV
gevolgd, maar toen het NBG te weinig van de ingebrachte kritiek honoreerde, is besloten niet
verder te gaan met de NBV. (Zie ook H.J. Lam e.a.: Kanttekeningen bij de Nieuwe
Bijbelvertaling.) Het plan werd geboren binnen het Hoofdbestuur van de Gereformeerde
Bond om de Statenvertaling te herzien en daartoe werd de Stichting HSV in 2002 in het leven
geroepen. Van meet af aan was het de bedoeling méér te doen dan de Tukkereditie van de SV
(1977), waarin vooral naamsvalsvormen werden vervangen. Ds. Van Vreeswijk geeft aan dat
de herziening/hertaling een proces is, en dat de aanpak zich gaandeweg het werk ontwikkelt
en verfijnt. De eerste bijbelboeken die werden herzien zijn bijvoorbeeld minder veranderd
dan de latere boeken. Deze zich ontwikkelende aanpak leidt ertoe dat nu ook weer
wijzigingen optreden in de eerder hertaalde boeken. Al met al blijkt het een veel intensiever
en bewerkelijker project te zijn dan aanvankelijk werd gedacht.
Het doel van de HSV is om de SV verstaanbaar te maken voor nieuwe generaties, en
tegelijkertijd het coloriet van de SV te behouden.
De werkwijze is als volgt: een neerlandicus en een classicus maken een vertaling. Daarbij
wordt de grondtekst geraadpleegd. Dezelfde handschriften worden geraadpleegd als die ten
grondslag liggen aan de SV, behalve bij Jesaja, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de
9 Qumranrollen. In principe wordt uitgegaan van de exegese van de SV, tenzij deze evident
onjuist is.
Concordantie staat hoog in het vaandel van de HSV. Er zijn inmiddels vele woordstudies
gemaakt, op grond waarvan een vertaling wordt gekozen; deze wordt zo consequent
mogelijk toegepast.
Onderscheid tussen herziening en hertaling wordt niet als zodanig gemaakt (herziening en
hertaling vloeien in elkaar over, in principe gaat het om hertaling), het gaat om de
verstaanbaarheid en begrijpelijkheid van de SV.
Deze vertaling gaat naar een resonansgroep, die ook weer bestaat uit tenminste twee classici
en twee neerlandici. (In de resonansgroepen zijn geen jongeren vertegenwoordigd: ze zijn
wel benaderd, maar het blijkt dat jongeren het vaak te druk hebben om hieraan structureel
mee te werken. Wel worden de jongeren met de HSV geconfronteerd en ontvangt de HSV,
met name via de mail, ook respons van jongeren.)
Vervolgens gaat de vertaling naar twee bestuursondersteuners, die de vertaling controleren
op concordantie en consistentie. Tenslotte gaat de vertaling naar het bestuur, die de
vertaling vaststelt. Er zijn dan altijd nog discussiepunten, maar de meerderheid beslist, en
het werk gebeurt in een goede sfeer.
Vervolgens wordt een vastgesteld bijbelboek op de site online gezet, wat via een nieuwsbrief
wordt gemeld. Er komen vervolgens veel reacties op de vertaling. Kritiek en
wijzigingsvoorstellen worden door de Stichting meegenomen.
De bedoeling is om in 2010 een basisbijbel te presenteren, met achterin een lijst met een
aantal keuzes. In beperkte mate zal er verantwoording van de keuzes worden afgelegd, het
principe is ‘brontekstgericht’. Echte fouten worden in nieuwere drukken verbeterd. Na
verloop van tijd komt er een echte herziening waarin aangeleverde correcties en
verbeteringen zullen worden verwerkt.
Er zijn goede contacten met het NBG; de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) volgt het
project zeer kritisch en er bestaat geen verwachting dat deze Stichting zich achter het project
zal scharen.
De Gereformeerde Gemeenten verzetten zich via de synode tegen de HSV, maar op het
grondvlak wordt de HSV veel gebruikt, ook door de beoogde lezers.
Van Vreeswijk en Kole geven aan dat niet alleen bij een groot aantal GB-gemeenten binnen
de Protestantse Kerk in Nederland veel belangstelling is voor de HSV, maar ook bij een deel
van de Christelijke Gereformeerde kerken, Vlaamse protestanten, behoudende predikanten
uit de vrijgemaakte kerken, de ‘nieuwe vrijgemaakten’ die een commissie in het leven
hebben geroepen die de HSV bestudeert, en verrassend genoeg ook evangelische kerken, die
twijfels hebben over de brontekstgetrouwheid van de NBV en de HSV op dat gebied hoger
aanslaan.
Nog meer positieve reacties: prof. Van Houwelingen is in Heilige tekst in onze taal positief
over de proloog van het Johannesevangelie in de HSV. Een door de Gereformeerde
Hogeschool ontwikkelde godsdienstmethode voor het basisonderwijs maakt uitgaven in
zowel de NBV als de HSV. De Gideons (bijbelverspreiding in o.a. scholen voor vo, hbo en
universiteit) hebben ervoor gekozen de HSV te gebruiken voor hun edities.
Over het algemeen wordt de HSV dus goed ontvangen. De verkoop en verspreiding van de
deeluitgaven overtreft alle verwachtingen.
De HSV sluit aan bij de SV door maximaal recht te doen aan de grondtekst (brontekstgericht),
zo concordant mogelijk te vertalen en de eigen kleur van de SV te behouden. Daarin verschilt
de vertaling bijvoorbeeld van de Naardense Bijbel. Die eigen kleur/coloriet is overigens
moeilijk in woorden te vatten.
De criteria vormen een grondlijn, maar die bieden mogelijkheden voor nuances. In de
criteria worden lijsten genoemd (lijsten van verouderde woorden die vervangen moeten
worden, fouten in de SV, verbale aspecten, tekstkritische kwesties). Deze lijsten zijn ontstaan
in de loop van het hertaalproces; ze groeien nog steeds en worden ook nog steeds bijgesteld.
De beschikbaarheid van deze lijsten voor deputaten Bijbelvertaling is geen probleem.
10 Dat het hertaalproces zich ontwikkelt, blijkt uit het feit dat de Bijbelboeken Genesis en
Psalmen van de site zijn verwijderd. Deze Bijbelboeken dateren van het begin, toen een
aantal zaken nog niet goed was uitgekristalliseerd. Deze boeken worden nu opnieuw
bekeken.
De vertaling is gericht op de beoogde lezers, daarom is het noodzakelijk soms compromissen
te sluiten. Bijvoorbeeld: ‘Het geschiedde...’ wordt gebruikt als God spreekt/handelt
(‘heilshistorie’). ‘Het gebeurde...’ wordt gebruikt bij algemene gebeurtenissen. In de
grondtekst staan dezelfde woorden.
De hertalers trekken ook hun eigen plan als dat noodzakelijk is. Bijvoorbeeld Ps. 46:1, dat in
de SV luidt: ‘God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in
benauwdheden.’ Aan het woord ‘bevonden’ werd altijd een bevindelijke lading toegekend. In
de HSV is dit woord echter gesneuveld. (De HSV luidt: ‘God is ons een toevlucht en sterkte; in
benauwdheid is Hij een krachtige hulp gebleken.) Dat geldt ook voor de woordjes ‘ach’ en
‘och’.
Op de vraag van deputaten of de hertalers niet veel compromissen moeten sluiten en veel
moeten inleveren om de achterban mee te krijgen met de HSV antwoordden de HSV’ers dat
er veel wordt ingeleverd, maar niet te veel.
De HSV zal geen kanttekeningen bevatten: de vertaling moet begrijpelijk zijn zonder de
kanttekeningen. In feite is de informatie uit de kanttekeningen verwerkt in de vertaling.
Verder zijn de hertalers het ook niet altijd eens met de kanttekeningen bij de SV.
Noten zullen worden opgenomen als de SV een foute vertaling had. De goede vertaling komt
in de tekst, de foute in een noot.
Hoofdlettergebruik: daar waar een OT tekst wordt geciteerd in het NT en daar betrekking
heeft op Christus, wordt in het OT een hoofdletter gebruikt (bijvoorbeeld ‘Engel’ in Zacharia).
Tutoyeren/vousvoyeren: God spreekt mensen aan met ‘u’ (het gaat niet om een ‘gewone’
relatie), mensen onderling ook. Alleen ouders spreken hun (kleine) kinderen aan met ‘je’.
De HSV heeft geen specifieke visie op taal en taalontwikkeling, wel is verheven taalgebruik
het uitgangspunt voor de HSV. Verschil in register tussen de Bijbelboeken onderling wordt
minimaal gehonoreerd. De SV is in de loop van de eeuwen weliswaar verhevener geworden,
maar ook in zijn ontstaanstijd was de SV al verheven, anders dan bijvoorbeeld de vertaling
van Luther.
Dat de SV en nu ook de HSV kiest voor zowel redden/redder als zaligmaken/Zaligmaker
terwijl de grondtekst daarvoor één woord heeft, heeft ook daarmee te maken. De HSV’ers
erkennen dat er op deze wijze sacralisering optreedt, dat er sprake kan zijn van een
verlegenheidskeuze (zie bv. Mat. 1:21 (‘want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden’),
maar geven aan dat ze de achterban van zich zouden vervreemden als ze deze specifiek
bijbelse woorden zouden laten vervallen.
Openheid rond vertaalcriteria: het feit dat de vertaalcriteria niet openbaar zijn, is geen
stiekemheid, maar voorzichtigheid. Er is veel druk op dit project en op de medewerkers,
vanuit de kerken en vanuit de GBS. Sommigen wordt hun medewerking niet in dank
afgenomen, integendeel. De hertalers willen in alle rust hun werk kunnen doen. Daarom
worden ook de namen van de medewerkers niet gepubliceerd en het is de vraag of dit in de
definitieve uitgave wel zal gebeuren. Er is wel openheid over het resultaat: alle vertaalde
Bijbelboeken staan op de site.
Het bestuur van de HSV vindt het belangrijk dat de vertalers Bijbelgetrouw zijn. Als er
vertaalknopen moeten worden doorgehakt komt er vaak toch theologie om de hoek kijken.
Bij het bespreken van de concrete vertaalvragen die deputaten hadden, blijkt dat de HSV het
principe hanteert om alle woorden te vertalen (dus ook het woordje ‘En’ aan het begin van
de zinnen in Marcus). Ze geven aan blij te zijn met deze opmerkingen en moedigen deputaten
aan hun opmerkingen op te sturen naar de HSV. Ingekomen opmerkingen over de HSV
worden bekeken, eventueel besproken en zo nodig verwerkt in de HSV, ook in de teksten die
op de website van de HSV staan. Je kunt soms vrij snel (binnen een aantal weken) zien of er
iets met je opmerking gedaan is.
11 Aan het einde van de gedachtewisseling kunnen we naar elkaar toe uitspreken dat we het
gesprek zeer hebben gewaardeerd. Het was informatief en met wederzijds respect voor
elkaars opvatting en positie. Wat we delen is onze gezamenlijke liefde voor Gods woord en
het verlangen dit begrijpelijk te maken en te houden voor komende generaties. Deputaten
hebben veel bewondering voor het vele werk dat door ca. 45 medewerkers aan de HSV
geheel in de vrije tijd wordt verricht.
De voorzitter bedankt de broeders Van Vreeswijk en Kole zeer voor hun komst, en zij
spreken van hun kant dank uit voor de ontvangst.
6 Uitgangspunten Herziene Statenvertaling
Inleiding
Met betrekking tot het volgen van de Herziene Statenvertaling (verder: HSV) hebben
deputaten in 2008 de volgende synodeopdracht gekregen:
Besluit 2
a. bij bijbelgenootschappen en andere instanties die actief betrokken zijn bij het uitgeven
en (doen) vervaardigen van Bijbelvertalingen in ons land, zich te blijven presenteren als
adres waaraan men informatie over het onderwerp Bijbelvertaling kan toezenden;
Besluit 3
a. niet te voldoen aan de verzoeken om te besluiten tot het volgen van de ontwikkeling van
de werkzaamheden van de Stichting Herziening Statenvertaling zodat te zijner tijd
beoordeeld kan worden of gebruik van de HSV in kerkdiensten binnen ons kerkverband
tot de mogelijkheden kan gaan behoren;
b. niet te voldoen aan het verzoek van ds. A. van der Sloot om wegen te zoeken om in
verbondenheid met de belijders van de gereformeerde godsdienst buiten ‘onze’ kerken
te komen tot aanvaarding van een Schriftuurlijke en confessioneel betrouwbare
Bijbelvertaling voor gebruik in de erediensten.
Gronden:
1 de Generale Synode van Amersfoort-Centrum 2005 heeft het volgende uitgesproken: ‘de
Herziene Statenvertaling biedt geen alternatief, ten eerste omdat deze vertaling niet
toetsbaar is vanwege het ontbreken van duidelijkheid over de uitgangspunten en de
vertaalmethode, ten tweede omdat het aanvaarden van deze vertaling een breuk met
eerdere synodebesluiten (Berkel en Rodenrijs 1996 en Leusden 1999) zou betekenen. Er
is geen grond om op deze synodebesluiten terug te komen‘ (Acta, artikel 88, besluit 2,
grond 3). Hiermee sprak de GS van Amersfoort-C 2005 niet alleen uit dat toetsing van de
HSV destijds niet mogelijk was, maar sprak zij tevens uit dat, nadat twee voorafgaande
generale synodes al hun vertrouwen in de methode van de NBV hadden uitgesproken,
met het vrijgeven van de NBV een duidelijke keus voor deze vertaling is gemaakt en het
zoeken naar een alternatief voor de NBV als kerkbijbel overbodig is. Het is niet wenselijk
toe te werken naar een situatie waarin mogelijk verschillende nieuwe vertalingen als
kerkbijbel naast elkaar bestaan. De keus om mee te werken aan de herziening van de
NBV ligt in de lijn van eerdere synodebesluiten. De door de Stichting Herziening
Statenvertaling geboden openheid inzake de hertaalcriteria brengt in deze situatie geen
verandering;
2 het volgen van het project van de HSV en het beoordelen van de criteria achter deze
herziening valt onder besluit 2, opdracht a. Hierover hoeft derhalve geen apart besluit
genomen te worden.
In het bovenstaande komt naar voren dat deputaten als opdracht hebben het project van de
HSV te volgen en criteria achter deze herziening te beoordelen (besluit 2a en grond 2 bij
besluit 3). De synodeopdracht bestaat nadrukkelijk niet daarin dat deputaten de HSV zouden
beoordelen met oog op gebruik in ons kerkverband. De uitvoering van de synodeopdracht
12 ten aanzien van de HSV heeft dan ook geresulteerd in een rapport dat vooral beschrijvend
van aard is.
Bronnen: Vertaalcriteria, instructies en richtlijnen om te komen tot een Herziene Staten
Vertaling (versie 23-09-02) en de brochure Achtergronden bij de HSV (september 2009).
Verschillende deeluitgaven van de HSV en de voorwoorden daarbij. Een geaccordeerd
verslag van het gesprek tussen Deputaten Bijbelvertaling en ds. B.J. van Vreeswijk
(voorzitter) en drs. I.A. Kole (secretaris) van de Stichting Herziene Statenvertaling. Dr. R. de
Blois (bestuursondersteuner HSV) heeft schriftelijk een aantal vragen beantwoord.
Wij hebben inzage gekregen in een verzameling 'woordstudies', vooral bij
nieuwtestamentische begrippen, en een woordenlijst met voorgestelde vertalingen van
Hebreeuwse woorden, de HSV-woordenlijst OT-target.
Aanloop tot de Herziene Statenvertaling
Allereerst moet opgemerkt worden dat de herzieners zelf zeer weinig hebben gepubliceerd
over de uitgangspunten van de HSV. Dat kan voor een deel voorzichtigheid zijn. Het project
ligt in eigen kring nogal gevoelig. Maar ook voor intern gebruik lijkt er weinig op schrift
gesteld.
Eind jaren negentig van de vorige eeuw werd door predikanten van de Gereformeerde Bond
binnen de Hervormde Kerk de ernstige zorg uitgesproken dat de Statenvertaling (verder:
SV), zeker voor jongere generaties onbegrijpelijk is geworden. Er moest nagedacht worden
over alternatieven. Enige tijd heeft men toen de totstandkoming van de Nieuwe
Bijbelvertaling gevolgd. De vertaalprincipes van deze vertaling bleken echter te zeer af te
wijken van de uitgangspunten van de SV. Binnen het Hoofdbestuur van de Gereformeerde
Bond ontstond gaandeweg het plan om de SV te gaan herzien. Daartoe werd in 2002 de
Stichting HSV opgericht. Het bestuur van deze stichting heeft een kort en beknopt document
samengesteld: Vertaalcriteria, instructies en richtlijnen om te komen tot een Herziene
Statenvertaling. Een aantal mensen is vanaf 2002 - onbezoldigd - aan het werk gegaan met
het hertalen van bijbelboeken volgens de richtlijnen die door het bestuur zijn vastgelegd.
Er is gaandeweg ook een beperkte lijst met Hebreeuwse woorden en hun vertaling
aangelegd, de zogenaamde HSV-woordenlijst OT-target en er bestaat inmiddels een groot
aantal documenten met zogenoemde woordstudies voor het NT.
Op 4 december 2010 hoopt men de voltooide HSV te presenteren in de Grote Kerk in
Dordrecht.
In de brochure Achtergronden bij de HSV, die in september 2009 uitkwam, wordt veel
aandacht besteed aan de SV. Men spreekt daar zijn waardering over uit, maar ook
constateert men dat de SV in de 21e eeuw niet meer toereikend is. Men noemt de volgende
redenen:
- De Nederlandse taal is sinds de 17e eeuw veranderd, waardoor veel uitdrukkingen in de
SV onbegrijpelijk zijn geworden of misverstanden wekken. Sommige woorden zijn in de
loop der eeuwen in die zin van kleur veranderd dat ze nu alleen nog in vulgair
taalgebruik voorkomen.
- De kennis van de grondtalen is toegenomen, bijvoorbeeld doordat men nu door allerlei
vondsten veel meer weet over andere Semitische talen uit bijbelse tijden. Deze kennis
kan helpen het bijbels Hebreeuws beter te begrijpen.
- De vondst van de Dode Zeerollen. Kort na de Tweede Wereldoorlog werden de Dode
Zeerollen gevonden, met onder meer zeer oude oudtestamentische teksten. Voor
sommige bijbelplaatsen is er nu dankzij deze vondst een betere grondtekst beschikbaar.
In een aantal gevallen hebben de Statenvertalers de Septuagint gevolgd in plaats van de
Textus Receptus. Uit de gevonden teksten blijkt dat men meestal toch beter kan uitgaan
van de Textus Receptus.
13 De Herziene Statenvertaling en de oorspronkelijke teksten
- De HSV is geen nieuwe vertaling maar een restauratie van de SV, waarbij de
oorspronkelijke interpretatie en bedoelingen van de Statenvertalers zoveel mogelijk
gehandhaafd blijven.
- Men neemt de recente Jongbloeduitgave van de SV in de digitale editie als uitgangspunt.
Omdat de GBS-schooluitgave op veel punten wat precieser is, gebruikt men deze bij de
correcties.
- De HSV is net als de SV gebaseerd op de Textus Receptus voor het Nieuwe Testament en
de Codex Leningradensis voor het Oude Testament. Alleen als zo goed als zeker is dat
voor een andere lezing moet worden gekozen en het de verstaanbaarheid ten goede
komt kan hiervan worden afgeweken.
- Bij het hertalen wordt de oorspronkelijke tekst geraadpleegd. Dit is noodzakelijk omdat
het 17e- eeuwse Nederlands van de SV vandaag makkelijk verkeerd begrepen kan
worden.
- Naast de grondtekst bestudeert men ook de kanttekeningen bij de SV. Deze
kanttekeningen worden in de hertaling verwerkt.
- Aan de hand van grondtekst en kanttekeningen wordt de tekst van de SV vers voor vers
herzien.
- Vertaalcriteria geven aan dat de perikoopopschriften uit de GBS-schooluitgave worden
overgenomen en alleen aangepast als daar een dwingende reden voor is. In de praktijk
bleek dat de perikoopopschriften toch ook vaak hertaald moesten worden. Men heeft
vaak gekozen voor anders geformuleerde opschriften. Ook komt het regelmatig voor dat
in de HSV pericopen bijeen zijn gevoegd.
Werkwijze
- Men werkt in tweetallen: Een theoloog/classicus en een neerlandicus. Zij gebruiken de
SV (1657) met de kanttekeningen, de grondtekst en diverse vertalingen.
- De herziene tekst die zij aanleveren gaat naar een resonansgroep, meestal bestaand uit
twee theologen/classici en twee neerlandici. Zij doen waar nodig voorstellen tot
wijziging. Het tweetal herzieners woont deze vergaderingen vaak bij.
- De herziene tekst met eventuele wijzigingen gaat naar een van de twee
bestuursondersteuners. Deze toetst of de veranderingen ten opzichte van de SV passen
binnen en overeenkomen met de gemaakte afspraken zoals die door het bestuur van de
Stichting HSV zijn vastgelegd in de Vertaalcriteria, instructies en richtlijnen om te komen
tot een Herziene Staten Vertaling.
- De herziene tekst gaat als voorstel naar het bestuur en wordt daar getoetst, in
samenwerking met de bestuursondersteuners en een neerlandicus.
- De goedgekeurde tekst wordt gepubliceerd op de website en via een nieuwsbrief
aangekondigd.
- Reacties en suggesties ter verbetering komen binnen en worden eventueel nog
verwerkt.
Er is gaandeweg een lijst met Hebreeuwse woorden en hun vertaling aangelegd, de HSV-
woordenlijst OT-target, en er bestaat inmiddels een aantal documenten met zogenoemde
woordstudies, waarin men voornamelijk woorden uit het NT behandelt.
De woordenlijst bij het Oude Testament is een werkdocument. De lijst is verre van compleet
en geeft bij veel woorden slechts één betekenis. Meestal is dit de betekenis die de
woordenboeken als eerste noemen, maar niet altijd. Soms wijkt de uiteindelijke HSV af van
de keuze die in de woordenlijst is gemaakt.
Ook de woordstudies zijn werkdocumenten. Bij een woord uit de brontaal noteert men één
of enkele vertaalmogelijkheden. Men citeert enkele bijbelteksten waarin dit woord
voorkomt, meestal eerst in de (Griekse) grondtekst, en vervolgens in de Statenvertaling.
Tenslotte doet men een voorstel voor de vertaling in de HSV. De keuzes die men hierin maakt
worden niet gemotiveerd. Ook verwijst men niet naar woordenboeken of naar andere
literatuur.
14 Er is een beperkt aantal woorden opgenomen in de woordenlijst en de woordstudies. De
documenten zijn zeer beknopt van opzet en geven daardoor niet veel inzicht in de werkwijze
van de hertalers.
Het behoud van de Statenvertaling
- Men streeft naar consistentie. Waar mogelijk wordt zoveel mogelijk concordant vertaald.
Een zelfde woord in de context wordt waar mogelijk met eenzelfde woord weergegeven.
Verschillende woorden in de grondtekst worden in het Nederlands waar mogelijk met
verschillende woorden vertaald. Moderne hulpmiddelen, bijvoorbeeld de
vertaalsoftware Paratext, maken het mogelijk om een tekst te leveren die consistenter is
dan de SV.
Een uitzondering op het streven naar consistentie vormt de weergave van zogenaamde
‘gevoelige’ begrippen. Met deze gevoelige begrippen gaan de hertalers uiterst
voorzichtig om. Een voorbeeld: het Griekse werkwoord sooizoo (redden) en daarvan
afgeleide begrippen worden in de SV niet erg concordant vertaald, al is dat wel mogelijk.
Ander voorbeeld: vier verschillende Griekse woorden worden in bepaalde gevallen in de
SV met ‘verdoemenis’ vertaald. Ook hier is een grotere consistentie mogelijk. Toch sluit
de HSV in beide gevallen aan bij de SV.
Er zijn geen objectieve criteria volgens welke men kan bepalen of een begrip gevoelig
ligt en daardoor extra aandacht vraagt bij het hertalen. Men gaat ervan uit dat de
hertalers en het bestuur van de HSV voldoende kennis hebben van de achterban om aan
te voelen welke begrippen een bijzondere, bevindelijke lading hebben. Reacties van
lezers op de hertaalde teksten neemt men ook serieus. De doelgroep is hierin
maatgevend.
- De Vertaalcriteria geven aan dat het niet in overeenstemming is met het principe van de
HSV om minder eenduidige Griekse of Hebreeuwse woorden meer pluriform te vertalen.
Dit kan alleen bij gebleken eenstemmigheid onder de herzieners.
- Net als de Statenvertalers streven de herzieners ernaar om elk woord in de grondtekst
weer te geven met een Nederlands woord. Leestekens worden beschouwd als behorend
tot de geschreven taal. In specifieke gevallen wordt een woord uit de oorspronkelijke
tekst weergegeven met een leesteken. Voorbeeld: het Hebr. lemoor (zeggend/om te
zeggen) wordt vaak vertaald met een dubbele punt.
Het Hebreeuwse voegwoord we- (en) kan in opsommingen met een komma worden
weergegeven: ‘Goud, zilver en brons’ (Ex. 25:3 HSV).
In veel gevallen is dit voegwoord echter dermate vergroeid met het werkwoord (in de
wayyiqtol en weqatal-vormen) dat het zijn oorspronkelijke betekenis verloren heeft en
een grammaticale functie heeft gekregen. In de HSV wordt dit voorvoegsel in deze
gevallen dan ook niet vertaald.
De vertalers van de Septuagint hebben destijds het hebreeuwse we- wel vrij consistent
weegegeven met het griekse kai. De evangelieschrijvers kopiëerden de stijl van de
Septuagint door het woordje ‘kai’ veelvuldig te gebruiken aan het begin van een zin. Het
bestuur van de Stichting HSV besloot om dit ‘kai’ in het NT wel zoveel mogelijk te
vertalen, al geeft men wel toe dat dit de leesbaarheid niet altijd bevordert.
- Woorden die in de vertaling worden toegevoegd om ook in het Nederlands een
goedlopende zin te krijgen worden net als in de SV cursief gedrukt.
- Net als in de SV worden geen aanhalingstekens gebruikt.
- Bij de spelling van namen en plaatsen wordt zoveel mogelijk de spelling van de SV
gehandhaafd.
Twee uitzonderingen:
- De letterkombinatie ‘Sch-’ wordt weergegeven als ‘Sj-’. Schear-Jaschub wordt dus
Sjear-Jasjub.
- Ci-’ zoals in Cinnereth (Joz. 13:27) wordt weergegeven als ‘Ki-’.
Door deze nieuwere spelling worden veel gemaakte uitspraakfouten vermeden.
15 De restauratie van de Statenvertaling
Hedendaags Nederlands
- Men gebruikt de moderne eigentijdse spelling, behalve in eigennamen. ‘Zeide’ wordt
‘zei’. Ook de interpunctie wordt aangepast aan het hedendaags taalgebruik. Bijvoorbeeld
geen puntkomma gevolgd door een zin die met een hoofdletter begint.
- Bepaalde verouderde woorden of woorden die van betekenis zijn veranderd kunnen
door nieuwere woorden vervangen worden aan de hand van een opgestelde lijst. De lijst
van niet-gangbare woorden met daarbij de hedendaagse omschrijvingen van de
Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) kan hierbij helpen. Aanpassingen moeten
consistent worden doorgevoerd.
Maten en gewichten worden niet doorvertaald in Nederlandse eenheden.
- De Vertaalcriteria geven aan dat woorden met een duidelijke theologische of
bevindelijke lading onveranderd blijven. Het is voor een buitenstaander niet altijd
inzichtelijk waarom sommige woorden zijn vervangen en andere gehandhaafd bleven.
Het woord ‘lankmoedigheid’, bijvoorbeeld is vervangen door ‘geduld’, maar
‘goedertierenheid’ werd niet vervangen door ‘goedheid’. In de Verantwoording van een
deeluitgave vermeldt men dat men in bepaalde gevallen geen goed alternatief heeft
kunnen vinden. Ook bleken de gevolgen van het anders omschrijven of vertalen van
sommige ‘typische Hebreeuwse of ook wel Griekse of uitdrukkingen’ tijdens het
hertaalproces niet goed te overzien. Daarom heeft men bij woorden als ‘ziel’, ‘zaad’, ‘zie’,
‘hel’, ‘aangezicht’ vaak de bestaande vertaling gehandhaafd.
- De Vertaalcriteria geven aan dat de Statenvertalers zelf niet altijd precies de Griekse
syntaxis volgden. Wel gaven ze veel voltooide en tegenwoordige deelwoorden in het
Nederlands met dezelfde woordsoorten weer. Dergelijke constructies komen nu erg
verouderd over en kunnen in de HSV worden weggewerkt. Men merkt daarbij op dat het
hierdoor mogelijk is, dat de HSV niet meer herkend zal worden als een herziening van de
SV.
- Men bekijkt of het in bepaalde gevallen mogelijk is door omschrijving bepaalde
betekenisnuances van het Griekse werkwoord die in de SV verdwenen zijn in de HSV
weer te geven.
- Personen worden in de regel aangesproken met ‘u’ in plaats van met ‘gij’.
- De HSV gebruikt meer hoofdletters dan de oudere uitgaven van de SV maar minder dan
recentere uitgaven. De brochure Achtergronden wijst erop dat een veelvuldig
hoofdlettergebruik ongetwijfeld door eerbied is ingegeven, maar niet altijd taalkundig
correct is. Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden die verwijzen naar God de
Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest krijgen een hoofdletter. In die gevallen waarin
God of Jezus Christus vergeleken worden met iets uit het dagelijks leven, krijgt het beeld
in de HSV geen hoofdletter, behalve als het beeld als een naam is gaan functioneren.
Voorbeeld: ‘In het Woord was het leven en het licht van de mensen’ (Joh. 1:4 HSV); ‘... de
Weg, de Waarheid en het Leven’ (Joh. 14:6 HSV).
- De meeste naamvallen verdwijnen in de HSV. Een uitzondering wordt gemaakt voor
uitdrukkingen die ‘een eigen specifieke lading hebben gekregen en deel zijn gaan
uitmaken van het coloriet van de SV’. Bijv. ‘vreze des Heeren’, ‘Zoon des mensen’. Er
wordt op gewezen dat het op een juiste manier herzien van naamvallen niet altijd
eenvoudig is. Soms verandert de betekenis als je een naamval weglaat, bijvoorbeeld ‘de
discipel die(n) Jezus liefhad’. In een noot kan dan aangegeven worden wie het
onderwerp is.
- De aanvoegende wijs wordt meestal anders weergegeven, bijvoorbeeld met een gewoon
werkwoord of met behulp van het werkwoord ‘laten’. Als dat niet lukt, wordt het
hulpwerkwoord ‘mogen’ toegevoegd. In het Onze Vader blijken de aanvoegende wijzen
gehandhaafd.
- De inmiddels verouderde meervoudsvorm van de gebiedende wijs (‘weest niet
bevreesd’) wordt in de HSV niet gebruikt.
16 - Van Vreeswijk en Kole gaven ook aan dat met name de profetische boeken van het OT
vaak zeer ingrijpend herzien moesten worden.
In verband met de tekst
- In proza-teksten past de HSV af en toe een witregel toe als de structuur daarom vraagt.
De noodzaak moet dan wel overtuigend kunnen worden aangetoond. Het komt vaker
voor dat men kiest voor een andere perikoopindeling, waardoor langere tekstgedeelten
worden opgesplitst in kleinere overzichtelijke eenheden.
- In de HSV wordt het onderscheid tussen proza en poëzie duidelijk herkenbaar gemaakt.
Dit in tegenstelling tot de SV. Op de website onder ‘Verantwoording’ wordt nog vermeld
dat de Psalmen vanwege hun dichterlijke taal op onderdelen wat klassieker zijn
weergegeven en dat daarbij ook het weergeven in metrum een rol speelde. Voor het
onderscheid tussen proza en poëzie gaat men uit van de layout van de Biblia Hebraica
Stuttgartensia. Bij twijfel vertaalt men in proza. Bij de Psalmen gaat men in grote lijnen
uit van de poëtische structuren die J. Fokkelman aangeeft. Men volgt de Masoretische
indeling als men van mening is dat die beter is. De HSV gebruikt witregels om de strofen
te onderscheiden.
- Het aantal noten bij de HSV probeert men zo klein mogelijk te houden. In de volgende
gevallen plaatst men een noot.
- Als een letterlijke vertaling een onbegrijpelijke zin oplevert. De voetnoot geeft dan
weer wat er letterlijk in de grondtekst staat. Dit is bijvoorbeeld het geval bij veel
idiomatische uitdrukkingen. Men kiest dan in de hoofdtekst voor een gelijkwaardige
Nederlandse uitdrukking.
- Soms gebruikt men een voetnoot om te laten zien dat een tekst op twee manieren
vertaald kan worden.
- Waar nodig wordt in een voetnoot de betekenis van een naam uitgelegd.
- Heel zelden plaatst men een noot om de tekst toe te lichten.
- Vertaalfouten of in het licht van nieuwe taalkundige of oudheidkundige kennis minder
juiste vertalingen in de SV worden in de HSV gecorrigeerd. Volgens de Vertaalcriteria
zouden deze gevallen in een noot moeten worden aangegeven.
- Volgens de brochure is het om praktische redenen nog niet mogelijk om de
kanttekeningen te herzien. Van Vreeswijk en Kole gaven in een gesprek met het
deputaatschap Bijbelvertaling aan dat de kanttekeningen verwerkt worden in de
herziening en daardoor als zelfstandig apparaat naast de HSV overbodig worden.
Rangorde van uitgangspunten
De hertalers hebben zover wij kunnen nagaan geen rangorde in uitgangspunten opgesteld.
Op grond van wat ons bekend is, zouden we zelf een zekere rangorde kunnen ontdekken.
Men kan bijvoorbeeld aannemen dat de behoedzame behandeling van ‘gevoelige begrippen’
bovenaan staat. Zo nodig worden alle andere uitgangspunten doorkruist om het ‘coloriet van
de SV’ dat in deze begrippen doorklinkt te behouden. Niet alle gevoelige begrippen wegen
even zwaar. Het woord ‘lankmoedigheid’ is vervangen door ‘geduld’. Er worden echter geen
criteria gegeven ten aanzien van de zwaarte van de gevoeligheid van teksten en begrippen.
Ook het principe dat elk woord in de grondtekst door een woord of leesteken in de
herziening wordt weergegeven weegt zwaar. Zozeer dat men in de Evangeliën kiest voor een
minder leesbare tekst met veelvuldig ‘en’ aan het begin van de zin. Daar waar een letterlijke
vertaling niet mogelijk is, plaatst men een voetnoot. Woorden die in het Nederlands
toegevoegd moeten worden, worden cursief gedrukt. Daar waar letterlijk vertalen niet
mogelijk is, plaatst men een voetnoot met een letterlijke weergave.
Het is duidelijk dat de taal in de herziening een stuk hedendaagser is dan het 17e-eeuwse
Nederlands van de SV. De naamvallen zijn voor een groot deel verdwenen. De aanvoegende
wijs wordt zoveel mogelijk anders weergegeven. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
17 gebiedende wijs enkelvoud en meervoud. Het hoofdlettergebruik is beperkter dan in recente
uitgaven van de SV. Men weegt daarin mee wat taalkundig correct is.
In navolging van de SV worden voor de duidelijkheid woorden in cursief toegevoegd. Af en
toe plaatst men een verklarende noot.
Herkenbaarheid is belangrijk en blijkt uit het navolgen van de SV wat betreft concordantie en
het zoveel mogelijk woord voor woord weergeven van de grondtekst. Ook in het weergeven
van ‘gevoelige’ begrippen kiest men meestal voor herkenbaarheid door het handhaven van
de SV. De zinsbouw past men wel vergaand aan bij wat in hedendaags Nederlands correct is.
Daardoor verwijdert de HSV zich in bepaalde opzichten toch vrij ver van de SV en raakt ze
veel van de specifieke statenvertalingstijl en sfeer kwijt. Daardoor zullen veel lezers de HSV
toch als een nieuwe vertaling ervaren.
De Psalmen worden als poëzie weergegeven in korte regels, metrum en ook met wat
klassieker taalgebruik. Verder wordt aan de stijl van de oorspronkelijke teksten in de
uitgangspunten geen aandacht besteed. Er is wel ruimte om witregels in te lassen als de
structuur van de tekst daar duidelijk om vraagt.
Hoewel aan consistentie veel aandacht wordt besteed, is dit uitgangspunt het eerste dat
wordt opgeofferd wanneer het om ‘gevoelige’ begrippen gaat.
Tot slot
De HSV is duidelijk gemaakt voor een specifieke doelgroep: mensen die wel veel affiniteit
met de SV hebben, maar voor wie de 17e-eeuwse taal een steeds hogere drempel wordt.
Daarbij dacht men vooral aan de jongere generatie. Het blijkt echter dat er ook breder
belangstelling is voor de HSV, onder meer in de Christelijke Gereformeerde Kerken, bij de
‘nieuwe’ Vrijgemaakten en in bepaalde evangelische kringen.
De HSV gaat uit van de tekst en de exegese van de SV waarbij men de grondteksten en de
kanttekeningen raadpleegt. Men spreekt dan ook van een herziening of van een restauratie
van de SV, maar niet van een vertaling. In navolging van de Statenvertalers volgt men de
grondtekst zo letterlijk mogelijk en geeft men zoveel mogelijk elk woord in de
oorspronkelijke tekst weer met een woord in het Nederlands, maar wel zo dat het een
verstaanbare tekst oplevert. Men is door moderne hulpmiddelen meer dan de
Statenvertalers in staat consistentie na te streven. Belangrijker is echter de herkenbaarheid
van woorden en begrippen die via de SV van betekenis zijn geworden in de verwoording van
het geloofsleven.