NOB Specialisatie Driftduiken

Post on 27-May-2015

1.000 views 3 download

description

NOB Specialisatie Driftduiken

Transcript of NOB Specialisatie Driftduiken

Specialisatie Drift duiken

Welkom bij de specialisatie Drift duiken

• Telefoons graag uit.

Paul Remkes

2

ICT-er, Landmacht reservist

11 jaar duikervaring

370+ duiken in diverse

gebieden

2* Instructeur NOB

IANTD Instructeur

Cursus indeling

Theorie les1 avond-deel, ca. 2 uur

Buitenwater les2 duiken, op 1 dag.

Leerdoelen

• Theorie lessen: Voldoende kennis over getijdenwaterduiken & buiten

getijdenwaterduiken om een driftduik veilig te kunnen plannen.

• Buitenwater lessen: In staat zijn om een driftduiken veilig te plannen en uit te

voeren met inachtname van alle veiligheidsaspecten en alle specifieke omstandigheden.

Drift duiken

Ingangsniveau:• 3* duikbrevet met 20 duiken in getijdenwater, ná

het behalen van het 3* brevet. (oud)• 2* duikbrevet (nieuw)

Uitgangsniveau:• NOB Brevet Drift duiken,• Keuze specialisatie 4* duikbrevet

Plenaire discussie

• Schrijf op een A-4 de volgende zaken:Schrijf op een A-4 de volgende zaken:

• Jouw eigen argumenten om met driftduiken te gaan maken (max. 4 argumenten)

• Welke extra aandachtspunten gelden er voor je uitrusting?

Tijdsduur: 5 min.

Wat is een Driftduik?

Wat is een Driftduik?

• Een duik in stromend water, waarbij de stroomsnelheid boven onze maximale zwemsnelheid uit komt, waardoor het punt van het water verlaten, benedenstrooms ligt t.o.v. Van het punt van te water gaan.

• Deze duik vindt in tegenstelling tot een getijdeduik plaatst, tussentussen de kenteringen in.

Wat is er zo specifiek aan een driftduik?

1. Je ‘duikt’ in 1 richting, die door het getij bepaald wordt.

2. De stroomsnelheid zeer bepalend is voor je duikplanning.

3. Je locatie keuze aan specifieke voorwaarden moet voldoen.

4. Omgevings factoren alles bepalend zijn

5. Goed kunnen uittrimmen essentieel is.

6. De buddylijn een noodzakelijk uitrustingsstuk is

7. Organisatie op de kant

8. O.W. communicatie m.b.v. de buddylijn bekend moet zijn.

9. Hoe gaan we het ideale tijdstip voor de duik bepalen?

10. Inzetten van een volgboot

De duikrichting, opkomend of afgaand tij?

In de Oosterschelde heeft het de voorkeur om met afgaand tij

te duiken. Er is dan meestal minder stof in het water. Dus beter

zicht.

Welke stroomsnelheid willen we wel en niet?

1. Comfortabele stroomsnelheid: 0,6 tot 1,0 knoop deze snelheid heeft de aanbeveling voor beginnende ‘driftduikers’

2. Boeiende stroomsnelheid: 1,0 tot 1,5 knoop een snelheid die voor iedereen met enige ervaring goed en veilig genoemd mag worden.

3. Spannende stroomsnelheid: 1,5 tot 4.0 knoop een snelheid waarvoor ruime ervaring vereist is! En omgevings afhankelijk of deze duik door kan gaan. Noot: 1 knoop = gelijk aan ca. 1 km in 30 minuten afleggen in een rechte lijn.

PAUZE

Specifieke locatie keuze.

1. Overzichtelijk.(obstakels w.o. fuiken, haven mondingen)

2. Alle actuele info in getijdenatlas (of internetsite) te vinden zijn

3. Rechte kant / dijk.

4. Parkeerlocaties bij start en gepland eindpunt.

5. Onderwater situatie bekend is bij de duikleider(s)

OmgevingsfactorenDeze zijn vooral een reden om de duik NIET door te laten gaan.

• Sluizen

• Werkzaamheden in het water

• Scheepvaart

• Fuiken, netten en vissers

• Sterkere stroming dan verwacht.

• Verkeerde (sterke) windrichting

Trimmen, waarvoor?

1. Stijgen en dalen bepaalt je snelheid.

2. Vermijden van direct bodem contact. (scherpe voorwerpen!)

3. Visueel bodem contact altijd behouden.

Organisatie op de kant

1. Duikstek met parkeer plaatsen.

2. Chauffeurs om materiaal en duikers terug te brengen.

3. Afspraken verzamelpunt, in het zicht van iedereen.

Buddylijn

1. De buddylijn een noodzakelijk uitrustingsstuk!! Zonder buddylijn raak je elkaar zeker kwijt! (per meter diepte/hoogte verschil kan een grote stroomsnelheid zitten. Elkaar zwemend weer inhalen lukt niet!)

2. Bij slecht zicht (stof) is de buddylijn hét communicatie middel bij een driftduik.

Wie kent de lijnsignalen?

1. 1 + 1 buddy geeft dit sein terug alles is oke

2. 1 + 1 buddy geeft niets terug iets niet oke

3. 1 + 2 iets gevonden, kijken

4. 2 + 2 ik zit op 50 bar

5. 2 kan niet klaren

6. 3 rustig aan (tempo)

7. 1 + 4 naar de oppervlakte

8. 6 noodsignaal

9. 100 bar bestaat officieel niet. teken 1 + 3

Hoe bereken je het juiste moment?

1. Stroomatlas “Oosterschelde”

2. Internet

Stroomatlas “Oosterschelde”

Internet

Gebruik van een volgboot.

• Bij voorkeur rubber boot met hulpmotor• 1 inzittende per buddy paar• Maximaal 4 buddyparen per volgboot• Houdt grote afstand van de volboeien (veiligheid duikers bij

opstijging)

• Niet vergeten; voer een duikvlag op de boot!

Aandachtspunten op een rij.

• Extra aandacht bij bubbelcheck• Opstijging niet recht omhoog

(je kan onder scheepvaart zitten) maar over de bodem.

• Houd je exact aan de maximale duiktijd!• Wacht aan de kant op elkaar (bij meerdere

buddyparen)• Dubble check voor alles, Go or No Go!!

Einde Theorie

Vragen over de theorie ?

De Praktijk

Deze bestaat uit 2 driftduiken.

1. 1e duik: onder leiding van instructeur, minimaal 20 en maximaal 60 minuten duik met een stroomsnelheid van minimaal 0,6 en maximaal 1.0 knopen.

2. 2e duik: wordt voorbereid en uitgevoerd door de cursist, onder toezicht van de intructeur. Zelfde tijdsduur en stroomsnelheid.

Bedankt voor de aandacht en veel DRIFT-plezier!

Specialisatie Drift duiken