Leerling 1: ………………………. Leerling 1: ………………………. … ·...

Post on 26-Feb-2019

223 views 0 download

Transcript of Leerling 1: ………………………. Leerling 1: ………………………. … ·...

Leerling 1: ……………………….

Leerling 2: ……………………….

Kleur het bolletje van de opdracht die

jullie hebben gemaakt.

Blokkenbouwsel Bouwen volgens

kaart

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8 8

Leerling 1: ……………………….

Leerling 2: ……………………….

Kleur het bolletje van de opdracht die

jullie hebben gemaakt.

Blokkenbouwsel Bouwen volgens

kaart

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8 8

Leerling 1: ……………………….

Leerling 2: ……………………….

Kleur het bolletje van de opdracht die

jullie hebben gemaakt.

Blokkenbouwsel Bouwen volgens

kaart

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8 8

Naam leerling 1: …………………………………………………. Datum: …………/……………/………….

Naam leerling 2: ………………………………………………….

Blokkenbouwsels

1.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

2.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

3.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

4.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

5.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

6.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

7.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

8.

vooraanzicht ……………….

Zijaanzicht rechts ……………….

Zijaanzicht links ……………….

Bovenaanzicht ……………….

Naam leerling 1: ………………………………………………….

Naam leerling 2: ………………………………………………….

Bouwen volgens kaart

1.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

2.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

3.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

4.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

5.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

6.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

7.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

8.

1. ………………………………………..

2. ………………………………………..

3. ………………………………………..

4. ………………………………………..

Blokkenbouwsel 1

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een grondplan van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D

Oplossing

grondplan van dit blokkenbouwsel

1 1 2

1 1

Ik sta voor het bouwsel. Ik zie tekening B

Ik sta rechts van het bouwsel. Ik zie tekening C

Ik sta links van het bouwsel. Ik zie tekening A

Ik sta neer op het bouwsel. Ik zie tekening D

Blokkenbouwsel 2

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 3

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 4

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 5

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 6

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 7

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Blokkenbouwsel 8

1. Bouw dit blokkenbouwsel na.

2. Maak een hoogtekaart van dit blokkenbouwsel.

3. Ik sta voor het bouwsel. Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta rechts van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik sta links van het bouwsel. Dit is een zijaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

Ik kijk neer op het bouwsel. Dit is het bovenaanzicht.

Welke tekening zie ik? ………………………….

A B C D E

Bouwen volgens kaart 1

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

3 4

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

1

2

1. zijaanzicht (rechts)

2. vooraanzicht

3. zijaanzicht (links)

4. achteraanzicht

Bouwen volgens kaart 2

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1.

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

3. 4.

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

2.

1. vooraanzicht

2. zijaanzicht (rechts)

3. achteraanzicht

4. zijaanzicht (links)

Bouwen volgens kaart 5

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

…………………………………………………………. ………………………………………………………….

1 2

3 4

5.

6.

vooraanzicht

7. zijaanzicht (rechts)

8. achteraanzicht

9. zijaanzicht (links)

1. zijaanzicht (rechts)

2. achteraanzicht

3. zijaanzicht (links)

4. vooraanzicht

Bouwen volgens kaart 6

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

4. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

5. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1…………………………………………………………. 2………………………………………………………….

3…………………………………………………………. 4………………………………………………………….

1. vooraanzicht

2. zijaanzicht (rechts)

5. achteraanzicht

6. zijaanzicht (links)

Bouwen volgens kaart 3

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1.…………………………………………………………. 2.………………………………………………………….

3.…………………………………………………………. 4.………………………………………………………….

1. achteraanzicht

2. zijaanzicht (Links)

3. vooraanzicht

4. zijaanzicht (rechts)

Bouwen volgens kaart 4

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1.…………………………………………………………. 2.………………………………………………………….

3.…………………………………………………………. 4.………………………………………………………….

1. achteraanzicht

2. zijaanzicht (rechts)

3. vooraanzicht

4. zijaanzicht (links)

Bouwen volgens kaart 7

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1.…………………………………………………………. 2.………………………………………………………….

3.…………………………………………………………. 4.………………………………………………………….

1. zijaanzicht (rechts)

2. vooraanzicht

3. zijaanzicht (links)

4. achteraanzicht

Bouwen volgens kaart 8

1. Bekijk aandachtig het grondplan. Bouw het bouwsel.

2. Kijk op de achterkant van deze kaart.

- Heb je juist gebouwd? Ga naar punt 3.

- Zit er een fout in je bouwsel? Verbouw dan je bouwsel.

3. Waar sta ik?

- Schrijf onder elk tekening het juiste woord: zijaanzicht, achteraanzicht, vooraanzicht.

- Alles ingevuld? Controleer.

1…………………………………………………………. 2………………………………………………………….

3…………………………………………………………. 4………………………………………………………….

1. vooraanzicht

2. achteraanzicht

3. zijaanzicht (rechts)

4. zijaanzicht (links)

Naam leerling 1: …………………………………………… Naam leerling 2: ……………………………………………

Ontwerpen van een bouwsel en grondplan

Je werkt per twee.

1. Jij maakt een bouwsel met maximum 30 blokken.

(het bouwsel moet passen op het grondplan)

2. Je partner maakt een grondplan van jouw bouwsel.

3. Je partner maakt een vooraanzicht, achteraanzicht en een zijaanzicht van links.

Kleur de passende vakjes in.

vooraanzicht achteraanzicht zijaanzicht links

4. Jij controleert:

- het grondplan (opdracht 2)

- het inkleuren van de drie aanzichten (opdracht 3)