Judas’ verraad. Gods Wil? Of zijn eigen keus?

Post on 09-Jul-2015

339 views 1 download

description

Voorganger Dhr. de LangeOrganist Johannes de Vriesluister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Judas’ verraad. Gods Wil? Of zijn eigen keus?

Judas’ verraad. Gods Wil? Of

zijn eigen keus?

Voorganger: Dhr. De Lange

Organist: Johannes de Vries

Jezus leeft en ik met Hem!

Lied voor de dienst:

Gezang 217

1

Jezus leeft en ik met Hem!

Dood, waar is uw schrik gebleven?

Hem behoor ik en zijn stem

roept ook mij straks tot het leven,

opdat ik zijn licht aanschouw, -

dit is al waar ik op bouw.

2

Jezus leeft! Hem is het rijk

over al wat is gegeven.

En ik zal, aan Hem gelijk,

eeuwig heersen, eeuwig leven.

God blijft zijn beloften trouw, -

dit is al waar ik op bouw.

3

Jezus leeft! Hem is de macht.

Niets kan mij van Jezus scheiden.

Hij zal, als de vorst der nacht

mij tenakomt, voor mij strijden.

Drijft de vijand mij in 't nauw, -

dit is al waar ik op bouw.

4

Jezus leeft! Nu is de dood

mij de toegang tot het leven.

Troost en kracht in stervensnood

zal de Levende mij geven,

als ik stil Hem toevertrouw:

`Gij zijt al waar ik op bouw!'

Judas’ verraad. Gods Wil? Of

zijn eigen keus?

Voorganger: Dhr. De Lange

Organist: Johannes de Vries

HEER, die mij ziet zoals ik

ben

Intochtslied:

Psalm 139: 1 en 8

1

HEER, die mij ziet zoals ik ben,

dieper dan ik mijzelf ooit ken,

kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,

Gij volgt mij waar ik zit of sta.

Wat mij ten diepste houdt bewogen,

't ligt alles open voor uw ogen.

8

Ik loof U die mijn schepper zijt,

die met uw liefde mij geleidt,

Gij hebt mijn oerbegin aanschouwd,

in 't diepst der aarde opgebouwd.

Niets blijft er voor uw oog

verborgen.

Ja, Gij omringt mij met uw zorgen.

Votum en groet

Klein Gloria

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen

Bemoedigingstekst

Voorlezen gedicht:

Pasen

Geprezen zij de Heer die

eeuwig leeft

ELB 125: 1 en 2

1

Geprezen zij de Heer die eeuwig

leeft,

die vol ontferming ieder troost

en alle schuld vergeeft,

die al het aards gebeuren vast in

handen heeft.

Hem zij de glorie, want Hij die

overwon

zal nooit verlaten wat zijn hand

begon.

Halleluja, geprezen zij het Lam,

dat de schuld der wereld op zich

nam.

2

Verdreven is de schaduw van de

nacht,

en wie Hem wil aanvaarden wordt

eens veilig thuisgebracht.

Voor hem geldt ook dit wonder: alles

is volbracht.

Hem zij de glorie, want Hij die

overwon

zal nooit verlaten wat zijn hand

begon.

Halleluja, geprezen zij het Lam,

dat de schuld der wereld op zich

nam.

Gebed

U wil ik kennen

Wil je wel geloven

ELB 469

1

Wil je wel geloven

dat het groeien gaat,

klein en ongeloof'1ijk

als een mosterdzaad,

dat je had verborgen

in de zwarte grond,

en waaruit een grote

boom ontstond.

2

Wil je wel geloven

het begin is klein,

maar het zal een wonder

boven wonder zijn

als je het gaat wagen

met Gods woord alleen;

dan gebeuren wonderen

om je heen.

3

Wil je wel geloven

dat je vrede wint,

als je vol vertrouwen

leeft, zoals een kind.

Als je een geloof hebt

als een mosterdzaad,

groeit de liefde uit

boven de haat.

Wij gaan, tot straks!!

Jesaja 53 vers 1 t/m 12. Jesaja’s profetie over het lijden v/d Messias.

Bijbellezing

1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? 2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren.

3 Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. 4 Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd.

5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. 6 Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.

7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. 8 Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen.

9 Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. 10 Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.

11 Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.

Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich.

12 Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op.

Mattheüs 26 vs 14 t/m 16. Judas’ besluit om Jezus te verraden.

Bijbellezing

14 Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters 15 en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. 16 Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.

Matth. 26 vs 20 t/m 25. Jezus voorzegt dat een leerling Hem zal

verraden.Bijbellezing

20 Toen de avond was gevallen, lag hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. 21 Onder het eten zei hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.’ 22 Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ 23 Hij antwoordde: ‘Hij die samen met mij zijn brood in de kom doopte, die zal mij uitleveren.

24 De Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ 25 Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’

Matth. 26 vs 46 t/m 50. Het verraad en de gevangenneming van Jezus.

Bijbellezing

46 Sta op, laten we gaan; kijk, hij die mij uitlevert, is al vlakbij.’ 47 Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. 48 Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus,’ had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’

49 Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet, rabbi!’ en kuste hem. 50 Jezus zei tegen hem: ‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’ Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen.

Matth. 27 vs 1 t/m 10. Jezus voor Pilatus en Judas’ dood.

Bijbellezing

1 De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. 2 Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. 3 Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug

4 en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ 5 Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. 6 De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.’

7 Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. 8 Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker.

9 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: ‘En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, 10 en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.’

Handelingen 1 vers 15 t/m 20. Petrus’ toespraak en Judas

vervangen.Bijbellezing

15 In die dagen stond Petrus op te midden van de leerlingen – er was een groep van ongeveer honderdtwintig mensen bijeen – en zei: 16 ‘Broeders en zusters, het schriftwoord waarin de heilige Geest bij monde van David heeft gesproken over Judas, de gids van hen die Jezus gevangen hebben genomen, moest in vervulling gaan.

17 Judas was een van ons en had deel aan onze dienende taak. 18 Van de beloning voor zijn schanddaad kocht hij een stuk grond, maar bij een val werd zijn buik opengereten, zodat zijn ingewanden naar buiten kwamen. 19 Alle inwoners van Jeruzalem hebben van deze gebeurtenis gehoord, en daarom noemen ze dat stuk grond in hun eigen taal Akeldama, wat ‘bloedgrond’ betekent.

20 In het boek van de Psalmen staat namelijk geschreven: “Laat zijn woonplaats een woestenij worden en laat niemand daar meer verblijven.” En ook: “Laat een ander zijn taak overnemen.”

Gij die gelooft, verheugt u

samen

Gezang 314: 1 en 3

1

Gij die gelooft, verheugt u samen,

't is God, die trouw zijn kerk bewaart!

Die hoop zal nimmer ons

beschamen:

de Heer is God en zijns is de aard.

Zijn woord heeft vrede, heil bereid

van eeuwigheid tot eeuwigheid!

3

Nabij of ver, wij zijn verbonden:

één Heer en één geloof, één doop,

één Geest is tot ons neergezonden,

en één is aller liefd' en hoop.

Wij bidden en wij danken saâm,

wij roemen in één Vadernaam

Judas’ verraad. Gods Wil? Of

zijn eigen keus?

Verkondiging

Op de heuvel daarginds

JdH 836: 1 en 4

1.Op die heuvel daar ginds stond een ruw-houten kruis,Het symbool van vervloeking en schuldMaar dat kruis werd de mens tot het kostbaarst kleinood,Daar Gods wet aan dat hout werd vervuld.

'k Klem mij daarom aan Golgotha'skruis,Tot de Heer komt en met Hem het loon;Als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruisDan verwisselt voor d'eeuwigheidskroon

4.Help mij Heer aan dat kruis. trouw te zijn tot de dood.Ook als hier smaad en spot is mijn loon.Want dat kruis droeg mijn straf, nam de schuld van mij af;'t Werd de toegang voor mij tot Gods troon.

'k Klem mij daarom aan Golgotha'skruis,Tot de Heer komt en met Hem het loon;Als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat kruisDan verwisselt voor d'eeuwigheidskroon

Dankgebed en voorbeden

Collecte

1e: P.I.T.

2e: voor de kerk

Heer, wat een voorrecht

ELB 212: 1 en 2

1

Heer, wat een voorrecht om in liefde

te gaan,

schouder aan schouder in uw

wijngaard te staan;

samen te dienen, te zien wie U bent,

want uw woord maakt uw wegen

bekend.

Samen op weg gaan, dat is ons

gebed,

als een volk dat juist daarvoor

door U apart is gezet.

Vol van uw liefde, genade en kracht,

als een lamp die nog schijnt in de

nacht.

2

Samen te strijden in woord en in

werk.

Een zijn in U,

dat alleen maakt ons sterk,

delen in vreugde, in zorgen, in pijn,

als uw kerk, die waarachtig wil zijn.

Samen op weg gaan, dat is ons

gebed,

als een volk dat juist daarvoor

door U apart is gezet.

Vol van uw liefde, genade en kracht,

als een lamp die nog schijnt in de

nacht.

Zegen

Aansluitend: Gezang 456: 3

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!

Vanavond geen dienst i.v.m.

moederdag.

Fijne zondag!