Ik Leer Rijden (Infoavond 1)

Post on 27-May-2015

439 views 6 download

description

In deze presentatie geef ik vele tips om zelf aan de slag te gaan om uw dochter/zoon te leren autorijden. Dit deel (Infoavond 1) gaat vooral over een opfrissing van de verkeersregels.

Transcript of Ik Leer Rijden (Infoavond 1)

Begeleiders rijbewijs

Deel 1

Uw lesgever: Wouter van Betten

info@ikLeerrijden.be

1

Quiz

• Foto’s vanachter het stuur

• Voertuigen = in beweging

• 15 seconden

2

1 Op welk maximum toerental schakel ik met een dieselmotor het best naar een hogere versnelling?

A 2.000 toeren per minuut

B 2.500 toeren per minuut

C 3.000 toeren per minuut

3

2

Deze oranje lichten knipperen. Op dit kruispunt:

A moet ik rechts voorrang verlenen

B moet ik rechts en links voorrang verlenen

C moeten de anderen mij voorrang verlenen

4

3

Op voorwaarde dat ik de witte lijn niet overschrijd, mag ik deze fietser voorbij dit verkeersbord inhalen?

A ja

B neen

5

4

Deze aardeweg eindigt met een verhard stukje wegdek.

Moet ik deze fietser voorrang verlenen?

A ja

B ja, behalve als hij gestopt is

C neen

6

5

Ik rijd met een snelheid van 120 km/u op ongeveer 50 meter achter deze wagen. Die afstand is:

A voldoende

B voldoende op een droog wegdek, maar onvoldoende op een nat wegdek

C onvoldoende

7

6 Op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaats voor voetgangers mag ik:

A stilstaan en parkeren

B wel stilstaan, niet parkeren

C niet stilstaan en niet parkeren

8

7 Mag ik deze bromfietser hier links inhalen?

A ja

B neen

9

8

Mijn achtermistlicht moet ik aanzetten als de zichtbaarheid door mist of sneeuwval beperkt is tot:

A minder dan 50 meter

B minder dan 100 meter

C minder dan 200 meter

10

9 Als ik een defect voertuig wegsleep op de autosnelweg, wat is dan mijn maximum toegelaten snelheid?

A 25 km/u

B 70 km/u

C 90 km/u

11

10

Het bevel van de politieagent verplicht me om…

A rechts af te slaan in de aangeduide richting

B rechts of links af te slaan en verbiedt me om rechtdoor te rijden

C te stoppen

12

Begeleiders rijbewijs

Deel 1

Uw lesgever: Wouter van Betten

info@ikLeerrijden.be

Antwoorden Quiz

13

1

Op welk maximum toerental schakel ik met een dieselmotor het best naar een hogere versnelling?

A 2.000 toeren per minuut

B 2.500 toeren per minuut

C 3.000 toeren per minuut

14

2

Deze oranje lichten knipperen. Op dit kruispunt:

A moet ik rechts voorrang verlenen

B moet ik rechts en links voorrang verlenen

C moeten de anderen mij voorrang verlenen

15

3

Op voorwaarde dat ik de witte lijn niet overschrijd, mag ik deze fietser voorbij dit verkeersbord inhalen?

A ja

B neen

16

4

Deze aardeweg eindigt met een verhard stukje wegdek.

Moet ik deze fietser voorrang verlenen?

A ja

B ja, behalve als hij gestopt is

C neen

17

5

Ik rijd met een snelheid van 120 km/u op ongeveer 50 meter achter deze wagen. Die afstand is:

A voldoende

B voldoende op een droog wegdek, maar onvoldoende op een nat wegdek

C onvoldoende

18

6

Op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaats voor

voetgangers mag ik:

A stilstaan en parkeren

B wel stilstaan, niet parkeren

C niet stilstaan en niet parkeren

19

7

Mag ik deze bromfietser hier links inhalen?

A ja

B neen

20

8

Mijn achtermistlicht moet ik aanzetten als de zichtbaarheid door mist of sneeuwval beperkt is tot:

A minder dan 50 meter

B minder dan 100 meter

C minder dan 200 meter 21

9

Als ik een defect voertuig wegsleep op de autosnelweg, wat is dan mijn maximum toegelaten snelheid?

A 25 km/u

B 70 km/u

C 90 km/u

22

10

Het bevel van de politieagent verplicht me om:

A rechts af te slaan in de aangeduide richting

B rechts of links af te slaan en verbiedt me om rechtdoor te rijden

C te stoppen

23

Geslaagd?!

8/10 of meer!!

24

Bevoegde personen

• Politie

• Douane

• Militaire politie

28

Bevelen bevoegde personen

• Elk verstaanbaar bevel moet worden opgevolgd

• Opgestoken arm: stoppen & ontruimen

29

Bevelen bevoegde personen

• Arm of armen in de dwarsrichting: stoppen

30

Bevelen bevoegde personen

• Arm of armen in de langsrichting: verder rijden

31

Bevelen bevoegde personen

• Overdwars zwaaien met rode lamp: stoppen

32

Andere personen die het verkeer

mogen stilleggen

• Signaalgevers

• Wegkapiteins

• Gemachtigde opzichters

33

Andere personen die het verkeer

mogen stilleggen

• Militairen

• Groepsleider bij voetgangers of paarden

• Werfopzichters

34

Voorrang

• Uitzonderingen

– Prioritaire voertuigen

35

Voorrang

• Uitzonderingen

Fietsers hebben voorrang als ze bij het einde

van een fietspad de rijbaan oprijden

36

Voorrang

• Uitzonderingen

– Verkeersboden B1-B5

37

Voorrang

• U heeft voorrang

38

Kruispunt en defensief rijgedrag

• Vertraag en wees dubbel voorzichtig

• Aarzel niet

• De anderen

• Kijktechnieken

39

Verkeerslichten • Ronde driekleurige verkeerslichten

– Groen: toelating om verder te rijden,

behalve..

40

Verkeerslichten • Pijlen

– Driekleurige pijlen

41

Verkeerslichten • Pijlen

– Groene ontruimingspijl

42

Verkeerslichten • Pijlen

– Combinatie groene pijl + rode licht

43

Verkeerslichten • Knipperlichten

– Verkeersregels en –borden in acht nemen

44

Kruisen

45

Kruisen

• Steeds rechts

• Tussenafstand

46

Kruisen

• Gelijkgrondse berm ≠ fietspad

47

Kruisen

• Kruisen op een kruispunt bij het links

afslaan

– Langs rechts

48

Kruisen • Kruisen op een kruispunt bij het links

afslaan

– Langs links

49

Kruisen

• Té smal = Stoppen

• Smalle doorgang:

50

Kruisen

• Tram: rechts maar mag links...

51

Rechts rijden

• Zo rechts mogelijk, behalve – Hindernis – voetgangers – 1m

52

Inhalen • Voertuigen in beweging

53

Inhalen • Let op:

1.

2.

3.

54

Inhalen • Let op:

1. Haalt niemand mij in?

2.

3.

55

56

Inhalen • Let op:

1. Haalt niemand mij in?

2. Tegenliggers?

3.

57

58

Inhalen • Let op:

1. Haalt niemand mij in?

2. Tegenliggers?

3. Terug rechts?

59

Inhalen

60

Inhalen

61

Inhalen – Moet langs LINKS gebeuren

62

Inhalen – Moet langs RECHTS gebeuren:

• als het in te halen voertuig links gaat afslaan en:

– het linker richtingslicht in werking heeft

– links uitgeweken is

63

INHALEN

• Gelijkgrondse berm = OK!

• Fietspad = NOK!!! 64

INHALEN

• Tram – passagiers – in- en uitstappen

65

INHALEN

• Tram: rechts maar mag links...

66

INHALEN

• Tram: rechts maar mag links...

67

Inhalen • Houd afstand!!

68

Inhalen • Na het inhalen moet men TELKENS zijn plaats rechts

opnieuw innemen (slalom rijden) behalve: – op rijbanen met éénrichtingsverkeer

– op rijbanen met tweerichtingsverkeer verdeeld in vier

of meer rijstroken

– je moet hier wel opnieuw naar rechts als het inhalen

beëindigd is.

69

Inhalen • Na het inhalen moet men TELKENS zijn plaats rechts

opnieuw innemen (slalom rijden) behalve: – Binnen de bebouwde kom:

• op de rijbanen met éénrichtingsverkeer in

rijstroken verdeeld

• op de rijbanen met tweerichtingsverkeer in vier of

meer rijstroken verdeeld, waarvan er ten minste

twee bestemd zijn voor iedere rijrichting

70

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Als dit voertuig gestopt is voor een oversteekplaats

voor voetgangers of fietsers of deze

oversteekplaatsen nadert (zonder agent of lichten)

71

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Als dit voertuig gestopt is voor een oversteekplaats

voor voetgangers of fietsers of deze

oversteekplaatsen nadert (zonder agent of lichten)

72

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Op een kruispunt met voorrang aan rechts

73

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Op elk kruispunt waar je geen voorrang hebt

74

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Op elk kruispunt waar je geen voorrang hebt

75

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden: :

– Op elk kruispunt waar je geen voorrang hebt

76

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– In een onoverzichtelijk bocht

77

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– In de nabijheid van de top van een helling

78

Inhalen • Het links inhalen van een gespan, van een tweewielig

motorvoertuig of van een voertuig met meer dan twee

wielen is verboden:

– Op een overweg dewelke niet voorzien is van

slagbomen en/of lichten

79

Inhalen • Het LINKS inhalen van een voertuig met meer

dan twee wielen of een gespan is verboden:

– Waar de verkeersborden ons dit verbieden

80

Inhalen • Elk inhalen is verboden:

– Waar de wegmarkeringen ons dit verbieden

81

Inhalen • Elk LINKS inhalen is verboden:

– Op een verhoogde inrichting

82

Inhalen

83

Rechts afslaan

84

Links afslaan

85

Links afslaan

• Voorsorteren éénrichtingsweg

86

Autosnelweg - autoweg

87

Autosnelweg - autoweg

• Wat is er verboden:

– Achteruit rijden

– In tegengestelde richting rijden

– Rechtsomkeer maken

– De dwarsverbindingen gebruiken

– Stilstaan en parkeren

88

Autosnelweg

• Minimumsnelheid?

–70 km/u

• Maximumsnelheid?

– 120 km/u

– 90 km/u voor vrachtwagens en

autobussen

89

Autoweg

• Minimumsnelheid?

NEEN

• Maximumsnelheid?

Afhankelijk van de plaatsgesteldheid

– Binnen of buiten de bebouwde kom

– Aantal rijstroken

– Fysieke scheiding aanwezig?

90

Autosnelweg

• Autosnelweg oprijden

– Voorrang verlenen

– Richtingsaanwijzer gebruiken

– Uw snelheid = snelheid verkeer op de autosnelweg

91

Autosnelweg

• Zo rechts mogelijk rijden,

behalve bij druk verkeer

• Behalve

92

Autosnelweg

• Autosnelweg verlaten

– Bij het begin van de afrit

– Anderen niet hinderen

– Zich opnieuw aanpassen 93

Bijzondere overrijdbare bedding

94

Busstrook

95

Rotonde

96

Aquaplanning

97

Veiligheidsafstand • Wat is de veilige afstand die je dient te

bewaren ten opzichte van je voorligger?

• Snelheid vb: 60 km/uur: 30 m

2 98

Veiligheidsafstand • Twee-seconden-regel

99

Gebruik van de lichten

• Je dim- of grootlichten moet je gebruiken

– Tussen het vallen van de avond en het

aanbreken van de dag

– Wanneer de zichtbaarheid beperkt is tot

minder dan 200 m

100

Gebruik van de lichten

• Je grootlichten moet je doven en

vervangen door dimlichten

– Bij het naderen van een tegemoetkomende

WEGGEBRUIKER

– Bij het naderen van een spoorvoertuig of boot

101

Gebruik van de lichten

• Je grootlichten moet je doven en

vervangen door dimlichten

– Wanneer je een ander voertuig volgt op

minder dan 50 m, behalve als je het inhaalt

– Als de rijbaan voortdurend en voldoende

verlicht is, zodat je tot op ongeveer 100 meter

duidelijk kunt zien

102

Gebruik van de lichten

• Achtermistlicht: Gebruik VERPLICHT

– Zichtbaarheid minder dan 100 m door

• Mist

• Sneeuwval

– Bij felle regen

103

Gebruik van de lichten

• Voormistlichten: Gebruik TOEGELATEN bij:

– Mist

– Sneeuwval

– Felle regen

Zij mogen de dimlichten of de grootlichten vervangen, of gelijktijdig met deze lichten branden.

104

Gebruik van de lichten

• Gebruik van de 4 richtingsaanwijzers:

– Voor schoolbussen als ze kinderen laten in- of uitstappen

– Als je voertuig defect is en je er niet mag stilstaan of parkeren

– Om te waarschuwen voor een dreigend gevaar: staart file, bruusk remmanoeuvre,…

105

Doorlopende witte streep

106

Fietspad - fietssuggestiestrook

• Fietspad

• Suggestiestrook voor fietsers

107