Materniteit infoavond

812 -

ZN

A319 -

ver

sie

1007

Materniteit infoavondInformatie voor patiënten

ZNA319_Brochure_297x210.indd 2 7/07/10 10:14

De verloskamer

Jullie kijken er naar uit om je baby te verwelkomen en wachten in spanning af tot de geboorte zich aankondigt. Maar wat staat er jullie allemaal te wachten en wanneer moeten jullie naar het ziekenhuis komen?

Wat is de arbeid?De arbeid is de fase die de bevalling voorbereidt. De weeën zorgen ervoor dat de baarmoederhals korter wordt en zich opent. Het hoofdje van de baby zal tijdens de arbeid dieper in het baringskanaal zakken. Wanneer de baarmoederhals volledig open is, kan de bevalling beginnen.

Wanneer moet ik naar het ziekenhuis komen?Een arbeid kan zich op verschillende manieren aankondigen. Soms breken eerst de vliezen, je verliest dan plots veel vruchtwater of de hele tijd kleine beetjes vocht. Als je vermoedt dat de vliezen gebroken zijn, dan kan je best naar het ziekenhuis komen. Je hoeft niet zoals in de fi lms holder de bolder te vertrekken. Maak je rustig klaar, indien je dat wenst kan je nog even douchen. Eenmaal de vliezen gebroken zijn, zullen de weeën meestal niet lang meer op zich laten wachten.Een andere mogelijkheid is dat je eerst weeën krijgt. De pijn begint vaak als een ongemakkelijk gevoel in je onderbuik, rug en of bovenbenen. Deze wordt geleidelijk aan heviger en regelmatiger. Bij een eerste zwangerschap kan je best naar het ziekenhuis komen als de weeën ongeveer elke 5 minuten komen. Vanaf de tweede zwangerschap raden we aan te komen als je contracties hebt om de tien minuten.Neem een warm bad als je twijfelt of de weeën echt begonnen zijn. Indien de pijn geleidelijk aan verdwijnt, gaat het meestal om ‘oefenweeën’.


Wanneer je bloedverlies hebt, moet je altijd naar het ziekenhuis komen.

Wanneer je ongerust bent, de baby minder voelt bewegen of twijfelt, kan je best even langs komen.

De onderzoekskamerAls je op de verloskamer aankomt, zal de vroedvrouw je eerst naar de onderzoekskamer begeleiden. Zij zal je vragen wat de klachten zijn en je onderzoeken.Het onderzoek bestaat uit het aanleggen van de monitor. Die registreert de harttonen van je baby en de weeën. De vroedvrouw zal je ook vaginaal onderzoeken om te voelen of er al ontsluiting is. Met deze gegevens kunnen we een beeld vormen over het welzijn van je baby op dat moment en of de arbeid al dan niet begonnen is. We bespreken dit samen met de gynaecoloog en die beslist of je opgenomen wordt of niet.

De arbeids- en verloskamerWanneer de dokter beslist dat je opgenomen moet worden, brengen we je naar de arbeids-verloskamer. Daar zal je eventueel een lavement krijgen zodat de darmen leeg zijn.

We leggen je regelmatig aan de monitor. Het resultaat van de monitor wordt afgeprint op een papierstrook, maar deze wordt ook weergegeven op computerschermen in het verpleegstation. De vroedvrouw kan dus het welzijn van de baby controleren zonder de hele tijd bij jou in de kamer te zijn. Zo hebben jullie meer privacy. Op gepaste tijdstippen zal de vroedvrouw een inwendig onderzoek doen om te zien of de ontsluiting vordert.Gedurende de hele arbeid wordt de gynaecoloog op de hoogte gehouden van de vorderingen en bepaalt die het beleid. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de weeën niet sterk genoeg zijn, kan de arts ons vragen om de vliezen te breken of medicatie te starten.


Als het tijd is om te bevallen zal de vroedvrouw het bed ombouwen tot een verlostafel. Zo hoeven we op dat spannende moment niet meer naar een andere kamer te verhuizen. De arts wordt tijdig gewaarschuwd en zal je samen met de vroedvrouw begeleiden tijdens de bevalling.

De bevalling Als de baarmoederhals voldoende geopend is en hoofdje volledig ingedaald, zal je persdrang krijgen. Dit kan je vergelijken met het gevoel dat je stoelgang moet maken. Tijdens de zwangerschap kan bij een kinesist of vroedvrouw puf- en perstechnieken te leren. Maar ook zonder voorbereiding lukt dit. Je lichaam vertelt wat je moet doen en ook wij geven de nodige instructies.Tijdens elke perswee schuift je baby een beetje op. De persfase kan bij een eerste kindje tot een uur duren. Bij een tweede of derde kindje gaat dit iets sneller.We proberen ervoor te zorgen dat de bevalling zo natuurlijk mogelijk verloopt, maar soms kan het nodig zijn om een knip te plaatsen.


De geboorte Wanneer het baby’tje geboren is, leggen we hem/haar onmiddellijk bij mama op de buik. Papa mag de navelstreng doorknippen als hij dit wenst. Nadat jullie rustig kennis gemaakt hebben met de baby, is het tijd voor zijn verzorging. Dit gebeurt in de verloskamer zelf. De baby wordt gewogen, aangekleed en gemeten. Ook krijgt het kindje vitamine K toegediend, een belangrijke vitamine die pasgeborenen nog niet zelf kunnen aanmaken. Om een oogontsteking te vermijden doen we oogdruppeltjes in de ogen.Soms kan het zijn dat je kindje onmiddellijk extra zorgen nodig heeft. In de ‘reanimatieruimte’, naast de verloskamer, kunnen we o.a. slijm uit de luchtwegen zuigen, zuurstof bijgeven… Als het kindje even heeft kunnen bekomen van de bevalling kan hij of zij meestal terug naar mama en papa. Als je baby’tje extra zorg of toezicht nodig heeft, zal de kinderarts beslissen dat je kindje moet worden opgenomen op de prematurenafdeling.

Na de geboorteNa de geboorte van de baby volgt nog de geboorte van de placenta of moederkoek. Als de placenta klaar is om geboren te worden zal de gynaecoloog je vragen nogmaals te persen. Mits een laatste keer duwen gaat geboorte van de moederkoek meestal vlot. Soms kan het even duren alvorens de moederkoek los komt, het kan dan helpen om je kindje borstvoeding te geven. Door het zuigen aan de borst zal de baarmoeder samentrekken, wat de geboorte van de placenta bevordert. Als die eenmaal geboren is, zal de gynaecoloog, indien nodig, hechtingen aanbrengen. Na het harde werk frissen we mama op en installeren we haar samen met de baby terug in bed. Dit is het ideale moment voor de eerste borstvoeding.Daarna brengen we jullie naar de kamer op de materniteit.


De natuurlijke bevalling

We proberen er voor te zorgen dat de arbeid en bevalling zo natuurlijk mogelijk verlopen. We trachten rekening te houden met je wensen en verwachtingen.

Natuurlijke pijnbestrijdingDe vroedvrouw geeft tips om je te helpen de arbeid zo goed mogelijk te doorstaan. We kunnen je ademhalingstechnieken aanleren en/of je partner tonen hoe hij je rug kan masseren om de pijn draaglijker te maken. Ook kunnen we een relaxatiebal aanbieden, hierop moet je niet stilzitten en heb je de ideale houding om de indaling van het hoofdje te bevorderen.Elke verloskamer beschikt over een bad om je te helpen ontspannen. Het bad biedt voldoende ruimte om de houding te kiezen die voor jou het prettigste is. Indien je partner dat wil, kan hij mee in bad.

BadbevallingHet warme badwater kan voor de vrouw rust en ontspanning brengen, wat een gunstig effect heeft op het verloop van de ontsluiting. Ook massage van de buik met de warmwaterstraal kan helpen de weeën beter op te vangen. Ook tijdens een arbeid in bad worden de harttonen regelmatig gecontroleerd en een inwendig onderzoek kan in het bad plaatsvinden. Hoe lang je in bad wil blijven, kan je zelf kiezen.Indien de omstandigheden het toelaten kan je ook bevallen in het bad. Dit wordt omschreven als één van de zachtste methodes om te bevallen en biedt een aantal voordelen. Zo geeft een badbevalling minder kans op scheuren t.h.v de bilnaad. Voor het kindje gebeurt de overgang van het leven in de baarmoeder naar het leven na de geboorte op een zachte manier. De baby wordt op buik van mama gelegd, met zijn hoofdje boven water en zijn lichaampje nog in het warme water.


Mag iedereen in bad?Het bad is niet aangewezen bij: › Zwangerschap van minder dan 34 weken › Bloedverlies › Hoge bloeddruk › Koorts › Bij tekens van of vermoeden van foetale nood › Bij infectie (bv herpes genitalis, HIV, hepatitis B, hepatitis C)

Als er tijdens de arbeid of bevallingen tekens zijn dat het kindje het moeilijk heeft, zal er gevraagd worden om het bad te verlaten.

Epidurale Verdoving

Of je nu voor de eerste maal bevalt of het al eens hebt meegemaakt, je weet nooit helemaal wat je kan verwachten van de weeën. Als je dit wenst kan er gekozen worden voor een bevalling met epidurale verdoving. Deze keuze maak je best al op voorhand, maar dit is zeker niet noodzakelijk.

Wanneer kan je een epidurale verdoving krijgen?Dit kan vanaf het moment dat de weeën sterk genoeg zijn om ervoor te zorgen dat de baarmoederhals zich opent. Als je om een epidurale verdoving vraagt, overleggen we dit eerst met de gynaecoloog.

Tot wanneer je verdoving kan krijgen, is afhankelijk van het verloop van de arbeid, bij een eerste kind duurt dit vaak wat langer. Een epidurale verdoving kan je dan krijgen tot op 7 of 8 cm ontsluiting. Vanaf een tweede kindje vordert de ontsluiting vaak sneller, in dat geval schatten we individueel in tot wanneer een epidurale mogelijk is.

Meld bij opname aan de vroedvrouw of je wil bevallen met of zonder epidurale, zo kunnen wij onze begeleiding aanpassen.


Kan iedereen een epidurale verdoving krijgen?Patiënten met stollingsstoornissen komen soms niet in aanmerking voor een epidurale verdoving. In het begin van de zwangerschap neemt je gynaecoloog bloed. Hierbij test hij eveneens de stolling en is meteen geweten of er eventueel problemen zijn. Ook een rugprobleem kan het plaatsen van de epidurale verdoving bemoeilijken maar is daarom niet altijd een tegenindicatie. Indien je rugproblemen hebt, zal in overleg met de anesthesist beslist worden of een epidurale mogelijk is.

Zijn er risico’s verbonden aan een epidurale verdoving?De medicatie die wordt ingespoten bij een epidurale verdoving is laag gedoseerd, zodat er geen direct risico bestaat voor het kind. Jouw bloeddruk kan soms dalen. We proberen dit te vermijden door vooraf een infuus te plaatsen.Door de verdoving kan het zijn dat je minder persdrang hebt. Met de instructies van de vroedvrouw en arts proberen we een zo natuurlijk mogelijke bevalling te bereiken. De verdoving is een paar uur na de bevalling uitgewerkt. Het kan soms zijn dat je nadien last hebt van hoofdpijn als je te snel na de bevalling opstaat. Ook jeuk of pijn in de rug ter hoogte van de inprikplaats kan. Deze pijn is van voorbijgaande aard.Dit zijn de belangrijkste en meest voorkomende risico’s verbonden aan een epidurale verdoving. Andere risico’s die op internet en dergelijke besproken worden zoals bv. ernstige zenuwbeschadiging, verlamming en hersenvliesontsteking zijn uiterst zeldzaam.

Hoe gaat het plaatsen van een epidurale verdoving?De epidurale verdoving wordt toegediend door een anesthesist. Overdag is die altijd aanwezig in het ziekenhuis. ’s Nachts komt de dokter van thuis. Voor de arts de epidurale kan plaatsen, is het nodig dat je een infuus


krijgt. Dit vocht heeft als doel de bloedvaten extra op te vullen om een te sterke daling van de bloeddruk te voorkomen.De anesthesist zal vervolgens vragen om recht te zitten met een bolle rug, die dan wordt ontsmet. Vervolgens zal de dokter de huid t.h.v. de inprikplaats lokaal verdoven, dit voelt aan als een klein prikje. Daarna brengt hij de epidurale naald in, dit geeft een drukkend gevoel in de rug. De dokter zal een eerste dosis verdoving inspuiten, daarna wordt via deze naald de epidurale katheter ingebracht. Dit is een fi jn plastic slangetje. Het kan zijn dat je tijdens het inbrengen van de katheter elektrische schokjes voelt in je benen, dit is volledig normaal. De naald wordt nadien verwijderd, de katheter zelf blijft ter plaatse en wordt verbonden met een pomp. Via deze pomp krijg je continu een kleine hoeveelheid verdoving, de verdoving kan dus niet uitwerken. Voel je toch terug pijn, dan kan je zelf via een knopje een extra dosis toedienen. De pomp is zo ingesteld dat de dosis nooit te hoog is. Reeds enkele minuten na het toedienen van de verdoving zal je merken dat je voeten en benen warm worden en dat de pijn vermindert.

Hoe verloopt de arbeid verder?Na het plaatsen van de epidurale verdoving zal je in bed moeten blijven. We controleren regelmatig je bloeddruk en continu de hartslag van de baby. Aangezien je benen zwaar en gevoelloos kunnen zijn, moet je in bed blijven en kan je dus niet meer in bad. Ook zullen we regelmatig je blaas leegmaken.Je hebt nu geen pijn meer en kan genieten van wat rust. Hopelijk zal de arbeid nu goed vorderen omdat je helemaal kan ontspannen. Soms kan je als je volledige ontsluiting hebt, toch nog persdrang voelen. Is dit niet geval, dan kan de gynaecoloog ons vragen om de epidurale pomp te stoppen. De verdoving kan dan gedeeltelijk uitwerken waardoor je drukgevoel krijgt en de bevalling zelf vlot kan verlopen.Na de bevalling wordt de katheter verwijderd. De eerste uren nadien vragen we om in bed te blijven en zeker niet alleen op te staan. Wanneer het gevoel in de benen terug is, kan je samen met de vroedvrouw voor de eerste keer opkomen.De epidurale verdoving heeft geen invloed op de borstvoeding, het kindje mag dan ook meteen drinken aan de borst.


Borstvoeding of fl esvoeding, een bewuste keuze

Een nieuw kindje is spannend maar vraagt veel voorbereiding. Zo is het handig om al voor de geboorte te weten welke voeding jullie aan de baby willen geven. Natuurlijk willen alle ouders het beste voor hun kindje. Het is dus belangrijk om samen op voorhand voldoende informatie te verzamelen, om tot een bewuste en persoonlijke keuze te komen.

Je lichaam verandertWelke keuze je ook maakt, het lichaam bereidt zich tijdens de zwangerschap voor om moedermelk te maken. Vanaf het begin van de zwangerschap worden je borsten zwaarder en voller, dit komt door de uitbreiding van het melkklierweefsel. Tijdens de laatste maanden bereiden ook de tepels en het tepelhof zich voor op het geven van borstvoeding, ze worden groter en donkerder.

Hoe wordt moedermelk gemaakt?Vanaf de vijfde zwangerschapsmaand kan het zijn dat je borsten, onder invloed van het hormoon prolactine, al een beetje melk aanmaken. De prolactine en dus ook de melkproductie, wordt tijdens de zwangerschap onderdrukt door de hormonen van de placenta. Eenmaal het kindje geboren is, vallen deze hormonen weg en start de melkproductie. Als je baby aan de borst zuigt, wordt er een signaal naar de hersenen gestuurd. De hersenen worden geprikkeld om prolactine af te scheiden, die gaat op zijn beurt de melkkliertjes stimuleren om melk te produceren. Hoe vaker de baby dus aan de borst drinkt, hoe meer melk er wordt gemaakt.


Waarom moedermelk?Borstvoeding heeft heel wat voordelen voor baby en mama maar zelfs ook voor de samenleving:

Voordelen voor de baby › Moedermelk is rijk aan antistoffen. Deze beschermen je baby

tegen allerhande infecties. Hoe langer die borstvoeding krijgt, hoe groter de voordelen zijn.

› Borstvoeding zou een beschermende werking hebben voor allergieën. › Moedermelk is licht verteerbaar, de samenstelling en hoeveelheid

zijn altijd aangepast aan de behoefte van het kindje. › Door te zuigen aan de borst oefent de baby de kaak- en

tongspieren. › Er zijn argumenten die doen vermoeden dan borstvoeding de

kans op overgewicht bij kinderen en adolescenten vermindert.

Voordelen voor de mama › Borstvoeding is gemakkelijk: de moedermelk is altijd klaar en op

de juiste temperatuur. › Borstvoeding is gratis › Bij het geven van borstvoeding herstelt je lichaam sneller van de

zwangerschap. Het hormoon dat er voorzorgt dat de moedermelk vrijkomt, zorgt er ook voor zorgen dat je baarmoeder samentrekt. Hierdoor neemt deze sneller haar oorspronkelijke vorm, grootte en plaats aan. Ook het bloedverlies wordt hierdoor verminderd.

› Borstvoeding geven vraagt veel energie, waardoor je sneller je oorspronkelijk gewicht bereikt.

› Borstvoeding zorgt voor een optimale moeder en kind binding. › Het risico op borstkanker en eierstokkanker vermindert als je

minstens 3 maand uitsluitend borstvoeding geeft. › De kans op osteoporose (botontkalking) vermindert.

Voordelen voor de samenleving › Borstvoeding is ecologisch: je creëert minder verpakkingsafval. › Kindjes die borstvoeding krijgen zijn minder vaak ziek en kosten

minder aan het gezin en de gezondheidszorg.


Borstvoeding geven, rozengeur en maneschijn?Borstvoeding geven moet je leren. Niet alleen heb je zelf de tijd nodig handig te worden in het voeden, maar ook de baby leert stap voor stap. Dit is een groeiproces met vallen en opstaan. In het begin vraagt borstvoeding veel inspanningen van de pas bevallen mama en kan dit leiden tot gevoelens van onzekerheid. Een aantal nadelen zijn o.a. › Je weet niet hoeveel de baby drinkt. Je moet erin vertrouwen dat

je lichaam voldoende melk aanmaakt. Een baby die tevreden is na de voeding, goed plast en voldoende ontlasting heeft, krijgt voldoende melk.

› De eerste dagen drinkt de baby 8 tot 12 keer per dag. Eenmaal de borstvoeding goed op gang is vermindert de aanlegfrequentie. Toch blijf je als vrouw gebonden aan de voedingen. Wil je eens een avondje uit zonder de baby dan kan je eenmalig kolven.

› Alleen mama kan borstvoeding geven, hierdoor kan papa zich soms wat uitgesloten voelen. Natuurlijk is borstvoeding geven niet de enige manier om een band met je baby te krijgen. Door je kindje te knuffelen, te verluieren, een badje te geven, creëer je een even sterke band.

Door samen op zoek te gaan naar informatie, zijn jullie beter voorbereid op eventuele ongemakken. Als er tijdens de borstvoedingsperiode moeilijke momenten komen, is het belangrijk dat jullie bij elkaar terecht kunnen.


De baby is geboren en ik wil borstvoeding geven. Wat nu?Het beste moment om met borstvoeding te beginnen is vlak na de geboorte. Het eerste uur na de bevalling is de baby heel alert en gaat hij vaak zelf op zoek naar de tepel. In de mate van het mogelijke helpen we je om al aan te leggen in de verloskamer. Soms heeft een kindje iets meer tijd nodig en wil hij of zij niet onmiddellijk drinken. Door de baby naakt op je blote buik te leggen, krijgt hij of zij in alle veiligheid en warmte de kans even te bekomen en kennis te maken met mama. Vaak zal de baby na een tijdje zelf op zoek gaan naar de tepel.

Na de eerste voeding valt je baby meestal in een diepe slaap. Ook je kindje heeft hard moeten werken om geboren te worden.

Nadien leg je de baby aan als deze hongersignalen geeft: de oogjes gaan open, hij of zij wordt beweeglijker, sabbelt op de handjes. Huilen is meestal een laat honger signaal. We moeten er wel rekening mee houden dat sommige kindjes de eerste dagen nog niet zelf naar de voeding vragen. Daarom geven we als richtlijn mee om 8 tot 12 keer per dag aan te leggen.

Het maagje is de eerste dagen ongeveer even groot als een knikker. Als je kindje een paar druppels melk gedronken heeft, is dat voldoende. Je baby heeft de eerste dagen dus niet veel melk nodig, maar wel regelmatig. De eerste melk heet colostrum en zit boordevol vitaminen en antistoffen.

Maak je geen zorgen als je kindje de eerste dagen afvalt. Dit is normaal, ook baby’s die fl esvoeding krijgen vallen de eerste dagen af.


Tips voor een geslaagde borstvoeding › Het is belangrijk dat je op een goede manier aanlegt. Wij helpen

je graag en proberen je bij te staan met allerhande tips. We tonen verschillende borstvoedingshoudingen, zo kan je zoeken welke voor jou de beste is. Vraag in het begin hulp bij elke voeding tot je zeker bent.

› Telkens je baby een hongersignaal geeft, is het aan te raden om hem de borst aan te bieden. Juist daarom raden we het gebruik van een fopspeen de eerste dagen af. Die kan de hongersignalen onderdrukken en zo worden belangrijke voedingsmomenten overgeslagen.

› Soms geeft je baby op korte tijd veel hongersignalen. Het lijkt dan alsof hij niet voldoende melk krijgt en dit kan je als mama ongerust maken. Dit is echter volledig normaal. Bijvoeding geven is dan niet nodig en eerder nadelig voor de melkproductie.

› Om je kindje te leren kennen is het belangrijk om zoveel mogelijk bij elkaar te zijn. Daarom laten we gezonde kindjes altijd bij mama op de kamer slapen.Als je thuis vragen hebt of problemen ondervindt met de borstvoeding, dan kan je een afspraak maken op de consultatie van onze lactatiedeskundige.

Als de baby wordt opgenomen op de n*dienstOok op de prematurenafdeling proberen wij ervoor te zorgen dat de borstvoeding een succes wordt. De meeste baby’s dienen daar volgens advies van de kinderarts bijgevoed te worden met je afgekolfde moedermelk of kunstvoeding. Specifi eke informatie, krijg je dan ter plaatse.


Waarom fl esvoedingJe hebt gekozen voor fl esvoeding, dit biedt een aantal voordelen: › Je weet exact hoeveel de baby drinkt. › Ook de papa of oma kan eens een fl esje geven › Je kunt de voedingen plannen op regelmatige uren

Maar › Je moet altijd het nodige materiaal bij de hand hebben: fl esje en

speen, melkpoeder, water, microgolfoven of fl essenwarmer › De fl esjes en spenen moeten gesteriliseerd worden › Kunstvoeding is duur

Tips voor vrolijke fl esbaby’s › De eerste dagen kan je kindje soms nog misselijk zijn. Bied het

fl esje aan en laat je baby drinken wat hij wil. Wees niet ongerust als de baby maar een beetje drinkt.

› Sommige baby’s zijn net erg gulzig. Bouw de voeding geleidelijk aan op, elke dag een beetje meer.

› Laat je kindje tussendoor en nadien boeren. Hierdoor zal hij of zij minder terug geven nadien.

› Zorg dat jij en de baby in een comfortabele houding zitten voor je aan de voeding begint


Je verblijf op de materniteit

Welkom op onze materniteit! Hier begint het avontuur waar jullie negen maanden naar hebben uitgekeken. Op onze kraamafdeling staan mama en baby centraal. We willen ervoor zorgen dat jullie als kersverse ouders je kindje in alle rust kunnen leren kennen. Gedurende het verblijf tonen we hoe je de baby op een veilige manier kunt verzorgen. We kijken er op toe dat de mama vlot herstelt na de bevalling en het kindje goed groeit.

Een dag op de kraamafdelingOm jullie zoveel mogelijk in de watten te kunnen leggen, beschikken we over een enthousiast team van vroedvrouwen, kinderverzorgsters, gynaecologen en kinderartsen.

Een dag bij ons verloopt als volgt:’s Ochtends wordt je verzorgd door een vroedvrouw, zij voelt aan de buik om na te gaan of de baarmoeder geleidelijk aan terugkeert naar de oorspronkelijke grootte en plaats. Ook het bloedverlies wordt gecontroleerd. Indien er hechtingen zijn, wordt toegezien op een goede heling. Enkele dagen na de bevalling gaan we na of je ijzertabletten nodig hebt, dit doen we door een bloedstaal af te nemen.

De kinderverzorgster geeft je kindje een badje, controleert het gewicht en verzorgt het naveltje. De eerste dagen van het verblijf wordt het badje door ons gegeven, zodat je de kans krijgt te rusten. Nadien tonen we je stap voor stap hoe je zelf je kindje kan baden. De laatste dagen van het verblijf kan je zelfstandig het badje geven.

Na 4 dagen voeren we de ‘hielprik’ uit. Dit is een controle op stofwisselingsziekten die in België bij alle pasgeborenen wordt uitgevoerd. Het gebeurt door middel van een bloedafname, meestal in het handje.


In de loop van de voormiddag komt er een gynaecoloog langs om te kijken of alles goed gaat, stel gerust vragen. Je eigen gynaecoloog komt in de mate van het mogelijke één of meerdere malen langs gedurende je verblijf. Formulieren voor je werkgever, verzekering e.d. kun je het beste dan laten invullen.

De kinderarts kijkt ’s ochtends de pasgeboren kindjes volledig na. Hij of zij test o.a. de refl exen en luistert naar het hartje en de longen. Ook de kindjes die naar huis gaan, worden nog eens van kop tot teen nagezien. Indien alles goed gaat, wordt je baby dus tweemaal gecontroleerd door de kinderarts. Een extra bezoek van de kinderarts kan nodig zijn als er tijdens het verblijf problemen zijn bijv. een gele kleur, geen goede gewichtstoename of als je je zorgen maakt.

‘s Middags wordt het naveltje van de baby voor een tweede maal verzorgd. Jijzelf wordt ’s middags en ’s avonds nogmaals nagezien.

Er zijn geen vaste begeleidingsmomenten voor borstvoeding aangezien elk kind zijn eigen ritme heeft. We proberen je daarom dag en nacht bij te staan zodat borstvoeding geven een fi jn ervaring wordt.

Tijdens het verblijf mag je een bezoek van de kinesist verwachten. Zij zal informatie geven over postnatale oefeningen. Een voedingsassistent komt langs om je voorkeur van de maaltijden te noteren. Ook een verpleegster van Kind en Gezin komt kennismaken en geeft je alle informatie over de verdere opvolging van je kindje. Verder komt ook eenmalig tijdens je verblijf onze fotograaf langs.

Indien gewenst kan onze medewerkster van de sociale dienst je advies geven over administratieve en/ of psychosociale problemen. Zij kan je ook informatie geven over kraamhulp en dergelijke.


PrematurenafdelingEen gezonde baby kan bij mama op de kamer blijven maar soms heeft het kindje extra zorg of toezicht nodig en dat kan het beste op onze prematurenafdeling.

Soms is het direct na de geboorte nodig om het kindje te laten verblijven op de n*dienst; o.a. als het kindje minder dan 2500 g. weegt of meer dan 4500 g.

Het kan ook zijn dat er tijdens de eerste dagen problemen optreden bijv. kindjes die veel gewicht verliezen, koorts krijgen of geel worden…

Op de prematurenafdeling kan men met een monitor o.a. het hartritme en de ademhaling continu observeren. Ook zijn er couveuses voor kindjes die niet voldoende in staat zijn om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Indien nodig kunnen we ook extra zuurstof bijgeven.

Soms krijgen baby’s na de geboorte een gele kleur. Dit is te wijten aan de afvalstof bilirubine. Deze stof komt vrij wanneer het lichaam het teveel aan rode bloedcellen afbreekt. Normaal gezien verwerkt de lever deze stof zodanig waarna we deze gewoon uitplassen. Maar de lever van pasgeboren baby’s kan dit soms nog niet voldoende waardoor deze stof zich ophoopt onder de huid, dit geeft een gele kleur. Meestal gebeurt dit 2 à 3 dagen na de geboorte.

Als de kinderarts vindt dat de baby te geel is, zal er een bloedstaal afgenomen worden. Het labo kan in enkele uren tijd bepalen of er teveel van deze afvalstof aanwezig is in het bloed. Als dit het geval is, dan kunnen we dit verhelpen door het kindje onder een speciale lamp te leggen.


Gedurende de periode dat het kindje opgenomen is op de prematurenafdeling, proberen we er zoveel mogelijk voor te zorgen dat mama en baby toch samen zijn. Jullie zijn dus steeds welkom op de afdeling en ’s ochtends mogen jullie het kindje wassen en verzorgen. Indien je borstvoeding wilt geven doen we ons best om je hierbij te begeleiden. Ook de fl esjes mogen de mama’s en papa’s zelf geven als de baby fl ink drinkt.

Omdat deze baby’s veel rust nodig hebben, mogen enkel de ouders op elk moment bij het kindje. Gedurende één uur per dag mogen ook de grootouders hun kleinkind komen bewonderen.

Indien de kindjes erg klein zijn of ernstig ziek zijn, kan het nodig zijn dat ze moeten worden getransfereerd naar een meer gespecialiseerde dienst in een ander ziekenhuis. We proberen ook altijd zo snel mogelijk de mama mee te transfereren naar het betreffende ziekenhuis, zodat moeder en kind zo min mogelijk van elkaar gescheiden worden.


Wat mee te brengen?

Administratief › Identiteitskaart › SIS-kaart › Moederboekje › Bloedgroepkaartje › Indien niet getrouwd en als je wenst dat het kindje de

achternaam van de vader krijgt een erkenningsformulier (erkenning is ook nog mogelijk na de geboorte)

› Eventuele formulieren hospitalisatieverzekering, werkgever, mutualiteit…

Voor de mama › Een losse T-shirt voor de bevalling › Pyjama’s › Onderbroeken voor grote maandverbanden › Indien borstvoeding, borstvoedings-bh › Toiletgerief › Washandjes en handdoeken › Eventueel borstvoedingkussen (kan je ook gebruiken van ons) › Eventueel fototoestel en/of videocamera › Eventueel eigen medicatie

Voor de baby › Eventueel dagelijkse kledij › Handschoentjes › Sokjes › Kledij om het ziekenhuis te verlaten › Reiswieg of Maxi-Cosi® om de baby veilig naar huis te vervoeren


Elke mama krijgt bij opname op onze kraamafdeling een setje met verzorgingsproducten van Galenco. Dit bevat een wasgel, badolie, luiercreme, coldcreme, fl aconnetjes fysiologische water en een thermometer. Het setje wordt aangerekend. Indien je dit wenst, kan je ook verzorgingsproducten naar keuze meebrengen.Elke baby krijgt één doos pamperdoekjes, ook pampers worden voorzien en worden dagelijks aangevuld. Het kindje mag gedurende zijn verblijf kleedjes (hemdje en truitje) van het ziekenhuis gebruiken.Voor de mama’s zijn er grote maandverbanden en wegwerpbroekjes voorhanden. In geval van een onvoorziene opname kunnen wij tijdelijk het nodige toiletgerief voorzien.


De duur van je verblijfBij een normale bevalling is de duur van het verblijf 5 dagen, de dag van de bevalling niet meegerekend. Bij een keizersnede telt het verblijf 7 dagen, de dag van de ingreep niet meegerekend.Indien alles vlot verloopt en je graag sneller naar huis wenst te gaan, kan dit mits toestemming van de gynaecoloog en kinderarts. Als je voor de geplande ontslagdatum wenst te vertrekken, vragen wij om dit minstens één dag op voorhand te melden aan het team. Zo kunnen wij ervoor zorgen dat zowel mama als kind tijdig en volledig nagezien worden, en jullie met een gerust gevoel huiswaarts kunnen keren. Het kan soms zijn dat de kinderarts zal vragen om na enkele dagen terug te komen voor een extra controle.


KamersOnze kraamafdeling beschikt over drie verschillende kamertypes:Tweepersoonskamers (3), eenpersoonskamers (12) en grote eenpersoonskamers (3). Al onze kamers zijn uitgerust met badkamer en babybox. De grote eenpersoonskamers zijn voorzien van een slaapbank zodat de papa comfortabel kan overnachten.De kamers kunnen niet vooraf gereserveerd worden, het volstaat om je kamerkeuze te melden bij opname op de verlosafdeling of na de bevalling. We zorgen er dan in de mate van het mogelijke voor dat je kunt verblijven op de kamer van je keuze. Indien deze niet beschikbaar is, proberen we je gedurende het verblijf nog te ‘verhuizen’. De exacte prijs van je verblijf is afhankelijk van eventuele extra onderzoeken of consulten, al dan niet epidurale verdoving e.d. een kostenvoorbeeld kun je vinden in de brochure ‘site-informatie’.


www.zna.be

812 -

ZN

A319 -

ver

sie

1007

ZNA Sint-Erasmus

MaterniteitLuitenant Lippenslaan2140 Borgerhout03 270 80 11


Materniteit infoavond

Documents

Transcript of Materniteit infoavond