Hydrologische inrichting in historisch perspectief (zand- en zandleemstreek in W.- Vl.)

Post on 12-May-2015

214 views 0 download

Transcript of Hydrologische inrichting in historisch perspectief (zand- en zandleemstreek in W.- Vl.)

Hydrologische inrichting in historisch perspectief

(zand- en zandleemstreek in W.-Vl.)

Leidmotief 1:

• De historische ligging van hooilanden in het landschap is niet toevallig: ze konden nergens anders liggen.

Leidmotief 2:

• Men ‘maakte’ een bepaald graslandtype

• Het hele gebied werd ingericht op de maximalisatie van de oppervlakte van het doeltype

Dotterhooiland

• Plasdras in de winter

• Grondwaterstand omtrent 40-60 cm onder maaiveld in de zomer

• Mineraalrijk grondwater

Grote vossestaartgrasland

• Herhaaldelijk (maar niet al te lang naeen) overstroomd in de winter

• Voedsel- en slibrijk overstromingswater en/of bodem is venig

• Grondwaterstand dieper wegzakkend in de zomer

Glanshaverhooiland

• Slechts uitzonderlijk overstroomd

• Op goed ‘wateropzuigende’ bodem, daarom geen droogtestress voor de planten

• Zware mineraalrijke bodem

Leidmotief 3:

• Zomer: vegetatie verbruikt meer water dan er neerslag valt

• Winter: vegetatie verbruikt minder water dan er neerslag valt

Hydrologische basisinfrastructuur

• Sloten

• Laantjes

• Stuw

• Sifon

Sloot

• Watertransport

• Peil sloot bepaalt peil grondwater

Laantjes

• Bepalen kwaliteit grondwater

• Versnellen ontwatering in het voorjaar (start grasgroei)

• Bodem laantje = slootpeil zomer

• Bij veel kwel: zuiver ontwaterende functie

Stuw

• Zorgt voor peilverschil

• Verhindert ev. dat waters van verschillende kwaliteit zich mengen

Sifon

• Laat waterlopen kruisen zonder te mengen

• Laat toe twee peilen te hanteren in het zelfde gebied

Paleovallei: 8000-2000 BP

In cultuur gebracht landschap: 2000-200 BP

Voorbeeld komgronden met leigrachten

Rechtgetrokken rivier: 200-50 BP

Voorbeeld 2: Gaver Assebroek