Hoogbegaafdheid in de bovenbouw · Kopie 3 opdr.3 30 Toepassing 1: WB blz. 7-10. In tweetal. Moet...

Post on 06-Jun-2020

0 views 0 download

Transcript of Hoogbegaafdheid in de bovenbouw · Kopie 3 opdr.3 30 Toepassing 1: WB blz. 7-10. In tweetal. Moet...

Hoogbegaafdheid in de bovenbouw

SWV Passenderwijs23 september 2015

Monique van SelowKliq Onderwijsadvieswww.kliqonderwijsadvies.nl

Onderwerpen

Definitie hoogbegaafdheid

Verschil hoogbegaafde en hoogintelligente(slimme) leerling

Kenmerken van hoogbegaafdheid

Signalering

Onderwijsaanbod in de groep

Omgaan met onderpresteerders

Leren leren

Mindset

Is het een cheetah?

(Tijl Koenderink, Novilo)

https://www.youtube.com/watch?v=IvV5SaX6ED0

Hoogbegaafd-heid

Geen vaste definitie

Geen ‘stoornis’

Veel verschillende theorieën

Een aantal punten van overeenstemming

Hoogbegaafd vs.

hoogintelligent

Kinderen en deskundigen aan het woord

https://www.youtube.com/watch?v=Xy0VYuoIvT0

Kenmerken hoogbegaafde leerlingen

Doorzettingsvermogen/drive tot kennisopname

Creatief denkvermogen

Grote denksprongen maken

Grote behoefte aan autonomie

Perfectionisme, vaak in combinatie met hooggevoeligheid

Snelle vroege ontwikkeling

Uitblinken op gebieden

Verbanden leggen en problemen analyseren

Motivatie sterk bepalend voor interesse

Apart gevoel voor humor

Hoogbegaafde leerling Hoogintelligente leerling

Heeft altijd vragen Kent de antwoorden

Groot gisser (probeert uit context af te leiden)

Kan goed van buiten leren

Diep mentaal betrokken, wegdromend

Gefocust/oplettend tijdens de les

Hoe complexer, hoe beter Houdt van simpele logica

Probeert en test uit Werkt hard

Start “projecten” Maakt werk af

Complexe woordenschat Taalvaardig

Gaat in discussie Beantwoordt vragen

Hoogst zelfkritisch Tevreden over eigen leren en kunnen

Opdracht

Bespreek in je groepje jullie ervaringen. Welke kenmerken zie je bij de (mogelijk) hoogbegaafde leerling die je ooit in de groep had of nu hebt, en welke verschillen zie je met andere ‘slimme’ leerlingen?

Mogelijke problemen die je herkent…

Niet tot werken komen of snel afhaken bij moeilijke taken (leren leren, executieve functies)

Schuld buiten zichzelf leggen (mindset)

Irreële eisen aan zichzelf en anderen stellen

Uitdagen of juist terugtrekken

Thuis ander (boos) gedrag laten zien dan op school

Psychosomatische klachten

Afgehaakt in de motivatie voor school

Filmpje….

https://www.leraar24.nl/video/104/hoogbegaafdheid-onderpresteren#tab=0

Bekijk dit filmpje. Welk profiel of welke profielen van Betts & Neihart zie je bij deze jongen terug?

Structureel signaleren

In de onder- en middenbouw:

Structureel signaleren

In de bovenbouw:

Incidenteel signaleren

Incidenteel signaleren

Product-demonstratie:www.dhh-po.nl

Incidenteel signaleren: doortoetsen

Jaarlijkse signalering SIDI-3

Jaarlijkse signalering SIDI-3

Onderwijs-behoeften van hoog-begaafdeleerlingen

Open, complexe en betekenisvolle opdrachten

Aan kunnen nemen van een onderzoekende houding

Gevoel van autonomie

Stimuleren van metacognitieve vaardigheden

Stimuleren van motivatie

Stimuleren van executieve functies

Stimuleren van de groeimindset

Contacten met ontwikkelingsgelijken

Erkenning van de leerkracht

Doelen van compacten

Tijd efficiënter gebruiken door: Leerstappen te vergroten

Onnodige oefening en herhaling over te slaan

Met als doel: Tijd vrij te maken voor verrijking

De motivatie voor het leren te verhogen

Wat doe je wel/niet bij compacten?

Wel aanbieden: Introductie nieuw thema

Verkorte instructie

Ontdek- en onderzoeksactiviteiten

Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker is

Belangrijke leerstappen in de leerlijn

Betekenisvolle activiteiten

Schrappen: 50-75% van de oefenstof

75-100% van de herhalingsstof

Verrijking die meer van hetzelfde biedt

Voor wie compact je?

Voor leerlingen met een didactische voorsprong:

Tot ongeveer 6 maanden voorsprong: verrijking binnen de methode

6 maanden tot 1,5 jaar voorsprong: leerlijn 1

> 1,5 jaar voorsprong: leerlijn 2 (leerlijn 1/leerlijn 2: indeling volgens DHH: www.dhh-po.nl)

Vastgesteld hoogbegaafden en onderpresteerders

Hoe compact je?

Didactische voorsprong vaststellen

Compactingsrichtlijnen binnen de methode

Vooraf toetsen?

Compactingsrichtlijnen: SLO (routeboekjes) DHH (leerlijn 1 en leerlijn 2)

Opdracht

Bekijk in je groepje de compactingsrichtlijnen (DHH) voor rekenen.

Wat is je gevoel hierbij? Wat neem je hiervan mee? Wat zou je anders doen?

Eisen aan verrijkings-materiaal

Hoge moeilijkheidsgraad

Open opdrachten

Beroep doend op een kritische blik

Nieuwe leerstof (dus niet meer van hetzelfde….)

Onderzoekende houding

Samenhang/verbanden doorzien

Een kritische blik…

Bekijk de plustaken van de methode Wereld in Getallen.

Wat is je mening?

Welke opdrachten vind je geschikt?

Welke opdrachten vind je minder geschikt?

Verrijking binnen het vakgebied

Rekenen:Leerlijn 1: Kien, Rekentijgers, Sterrenwerk, Rekenen met… etc.etc.

Leerlijn 2: Rekentijgers, Bolleboos, Vierkant voor Wiskunde, Topklassers, etc.etc.

Taal: Leerlijn 1: Detective Denkwerk, Slimme Taal, Puzzelen met … spreekwoorden en gezegden, etc.etc.

Leerlijn 2: Zefstandige leergids, Slimme Taal, Cryptologisch, etc.etc.

Verrijking binnen het vakgebied

Spelling:Leerlijn 1 en 2: Creatief schrijfopdrachten, bijv. het Schrijfselboek, Schrijver in de dop, Schrijf ze, Kinderschrijflab, Spellingplezier, etc. etc.

Technisch/begrijpend lezen:Leerlijn 1 en 2: Zinder, Goed begrepen, etc.etc.

Dag-/weektaak

Taak Dag Methodestof T Af Verrijkingsstof T Af

Rekenen Ma LB: blz. 2 som 1,2,3

WB: blz. 2 som 1d,2c

50 LB: blz. 40 som 1 10

Di LB: blz. 3 som 1d,2d,3d,4d

WB: blz. 2 som 3d,4b

30 LB: blz. 40 som 2,3

www.fi.nl/wisweb

30

Woe LB: blz. 4 som 1,2,3

WB: blz. 3 som 1c,2c

50 LB: blz. 40 som 4 10

Do LB: blz. 5 som 1cd,2cd,3c

WB: blz. 3 som 3d

30 LB: blz. 41 som 5,6

www.fi.nl/wisweb

30

Vrij Rekentijgers 7a blz. 1,2 60

Taal Ma WB: blz. 2/3 opdr. 3,4

Kopie 3 opdr.3

30 Toepassing 1: WB blz. 7-10.

In tweetal. Moet deze week af.

15

Di LB: blz. 8/9 opdr. 4,5,6

LB: blz. 10/11 opdr. 2,3,4

60 Zie maandag. 15

Woe WB: blz. 5 opdr. 3,4

Kopie 4

30 Zie maandag. 15

Do LB: blz. 13 opdr. 5,6,7 30 Zie maandag. 15

Vrij Zie maandag. 15

Spelling WW Di LB: blz. 6 opdr. 4,5 30 Op ma, woe, do en vrij werk je aan een wijzer

door werkstuk.

Verrijking buiten het vakgebied

Vreemde taal

Filosofie

Ontdekkend en onderzoekend leren

Projecten

Taxonomie van Bloom

Meervoudige intelligentie (integratiematrix)

TASC-model

Prikkelen van nieuws-gierigheid: taxonomie van Bloom

Integratie-matrix

http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/hulpmiddel/1169-integratiematrix-bloom-gardner

Tips voor verrijkings-materialen (1)

Https://www.leraar24.nl/video/2117/hoogbegaafd-passend-onderwijs-levelwerk#tab=0

www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com

http://talentstimuleren.nl/

www.acadin.nl

http://begaafd.yurls.net/nl/page/

http://www.slo.nl/downloads/2010/leermiddelenlijst-hoogbegaafden-2011.pdf/

Tips voor verrijkings-materialen (2)

Wissel in groepjes uit met welke materialen of opdrachten/werkwijzen je goede ervaringen hebt.

Noteer één tip die je gehoord hebt, en die je mee wilt nemen voor in je eigen onderwijspraktijk.

Verrijkingsmaterialen

Discussiepunt:

De inzet van verrijkingsmateriaal is in veel gevallen geen doel op zich, maar ondersteunt de uitvoering van de

procesdoelen.

Doelen van verrijking

Leren leren: leerstrategieën, executieve functies

Leren denken: stimuleren van het associatief en top-down denken

Leren leven: ontmoetingen met ontwikkelingsgelijken, mindset

Aandachts-punten bij doelen stellen: de verrijking gaat niet vanzelf….

Onderliggende oorzaken (bij onderpresteren)

Niet kunnen: Executieve functies

Discrepanties in de ontwikkeling

Niet willen: Motivatieproblemen

Niet durven: Overtuigingen/mindset

Faalangst

Executieve functies (EF)

EF gericht op het denken (de cognitie): vaardigheden om een doel te bereiken

Werkgeheugen Planning & organisatie Timemanagement Metacognitie

EF gericht op het doen (het gedrag): vaardigheden om het eigen gedrag aan te sturen

Inhibitie Emotieregulatie Volgehouden aandacht Flexibiliteit

Motivatie

Kijk door de ogen van de leerling!

toenemen van een plezierige situatie verdwijnen van een onplezierige situatie het wegblijven van een onplezierige situatie die

wel werd verwacht

Mindset

Kinderen met een fixed mindset willen laten zien wat ze kunnen door opdrachten te doen die ze kunnen

“inspanning is een bewijs dat ik ergens niet goed in ben. Als ik ergens talent voor heb houdt dat toch automatisch in dat het me moeiteloos afgaat?”

Kinderen met een groeimindset willen zich ontwikkelen door opdrachten te doen waar ze een bepaalde uitdaging in zien

Casus Ronja

Lees de casus van Ronja door, een meisje met werkhoudingsproblemen.

Zoek je de oorzaak bij Ronja in de executieve functies, de mindset of de motivatie, of in een combinatie hiervan?

Wat zou het gedrag van Ronja in stand houden?

Wat zou je doen in de begeleiding van Ronja?

Mede-verantwoordelijk

maken!

doelgedrag concreet formuleren oefensituaties creëren leerling vragen: wat heb jij nodig? samen stappenplan bepalen samen beloning en consequenties bepalen

Volgende stap (bij Ronja): zelf tijdsinschatting maken evaluatie door de leerkracht evaluatie/zelfbeoordeling door de leerling

Doelen stellen: hoe doe je dat?

Niet willen/niet durven:

Leerling medeverantwoordelijk maken

Zelfreflectie

Belonen

Niet kunnen:

Rubrics

Beertjesmethode

Stappenplannen

Rubrics

Rubrics 1 2 3 4Taakgericht gedrag

tijdens werkles (bijv.

rekenen, taal, spelling)

Onderuit gezakt op

stoel,

Om je heen kijken,

Niets doen, beetje

tekenen in schrift

Af en toe een opdracht,

nog wel onderuitgezakt

op stoel, ongeveer de

helft van het werk af

Rechtop zitten, benen

nog wat wiebelend,

ongeveer ¾ van het

werk af

Goed op stoel zitten, op je

werk gericht, niet om je

heen kijken maar aan één

stuk door werken. Al het

werk is af.

Taakgericht gedrag

tijdens vrijere les

(projectles, crea)

Zit onderuitgezakt, kijkt

ergens anders naar,

doet nauwelijks iets dat

met de les te maken

heeft.

Zit onderuitgezakt, kijkt

regelmatig weg, is met

tussenpozen ongeveer

de helft van de tijd met

de opdracht bezig.

Wiebelt wat met benen,

doet meestal mee maar

niet altijd, kijkt af en toe

even weg.

Is voortdurend bezig met

het werk, voelt zich

gemotiveerd om te

werken en levert goed

werk af.

Gestructureerd werken

aan een taak (eerst

denken, dan doen)

Gaat gelijk aan het werk

zonder na te denken.

Kijkt het werk niet na

maar levert het zo in.

Bekijkt soms even wat

er gedaan moet

worden, of kijkt het

werk soms terug, maar

meestal niet.

Bekijkt kort wat er

gedaan moet worden,

maar kijkt het

naderhand niet terug.

Of andersom: begint

direct, maar kijkt nog

wel even terug.

Bekijkt eerst per opdracht

wat er gedaan moet

worden, en na het maken

of het werk goed gedaan

is. Pas daarna verder met

de volgende taak.

Omgaan met een

lastige opdracht

Als het niet lukt, word je

direct boos. Je krijgt het

gevoel dat je je werk

door wilt scheuren.

Je wordt boos als het

niet lukt en gaat om je

heen kijken.

Je voelt je een beetje

boos, kijkt wat om je

heen en vraagt om hulp.

Je probeert het niet zelf.

Je blijft rustig. Je probeert

het nog een keer en als

het dan nog niet lukt

vraag je om hulp.

Aanpak mindset

In de groep:

complimenten op proces en inspanning i.p.v. op product

leerkracht als rolmodel

focus op leren van fouten en blijven zien van individuele groei

Individueel:

geitenpaadje

Specifieke materialen voor hoog-begaafdeleerlingen

Tot slot: bedenk altijd…

Intelligentie kan op twee manieren ingezet worden:

1. Om een probleem op te lossen

2. Om een probleem te vermijden

Het (hoog)begaafde kind zal meestal eerst strategie 2 uitproberen, omdat dit de minste inspanning kost.

Pas wanneer strategie 2 meer inspanning gaat kosten dan strategie 1, zal de leerling uiteindelijk strategie 1 toe gaan passen.

Vragen??