Even aanmeren, zoekend naar uitzicht - Aswoensdag 2018

Post on 17-Mar-2018

16 views 0 download

Transcript of Even aanmeren, zoekend naar uitzicht - Aswoensdag 2018

1.

Mensenkind uit stof genomen ,

naar het beeld van God gemaakt

Stralend aan het licht gekomen,

door Gods adem aangeraakt..

Van de aarde zul je leven,

in haar schoot weer ondergaan,

Zij alleen is jou gegeven

als de grond van jouw bestaan.

2.

Mensenkind, leef van de bomen

in het goede paradijs:

Planting Gods aan waterstromen,

alle vrucht dient jou tot spijs.

Moeder aarde geeft te eten,

zij delt uit met gulle hand.

Mens noch dier zal zij vergeten,

Eden is ons moederland.

4.

Mensenkind, kort zijn de dagen,

donker is zo vaak de nacht.

Niemand kan de tijd verdragen,

als niet iemand op hem wacht

om het brood samen te delen

en de vreugde van de wijn,

om het samenspel te spelen,

als een vriend nabij te zijn.

1.

Mensenkind uit stof genomen ,

naar het beeld van God gemaakt

Stralend aan het licht gekomen,

door Gods adem aangeraakt..

Van de aarde zul je leven,

in haar schoot weer ondergaan,

Zij alleen is jou gegeven

als de grond van jouw bestaan.

2.

Mensenkind, leef van de bomen

in het goede paradijs:

Planting Gods aan waterstromen,

alle vrucht dient jou tot spijs.

Moeder aarde geeft te eten,

zij delt uit met gulle hand.

Mens noch dier zal zij vergeten,

Eden is ons moederland.

4.

Mensenkind, kort zijn de dagen,

donker is zo vaak de nacht.

Niemand kan de tijd verdragen,

als niet iemand op hem wacht

om het brood samen te delen

en de vreugde van de wijn,

om het samenspel te spelen,

als een vriend nabij te zijn.

1.

Mensenkind uit stof genomen ,

naar het beeld van God gemaakt

Stralend aan het licht gekomen,

door Gods adem aangeraakt..

Van de aarde zul je leven,

in haar schoot weer ondergaan,

Zij alleen is jou gegeven

als de grond van jouw bestaan.

2.

Mensenkind, leef van de bomen

in het goede paradijs:

Planting Gods aan waterstromen,

alle vrucht dient jou tot spijs.

Moeder aarde geeft te eten,

zij delt uit met gulle hand.

Mens noch dier zal zij vergeten,

Eden is ons moederland.

4.

Mensenkind, kort zijn de dagen,

donker is zo vaak de nacht.

Niemand kan de tijd verdragen,

als niet iemand op hem wacht

om het brood samen te delen

en de vreugde van de wijn,

om het samenspel te spelen,

als een vriend nabij te zijn.

1.

Mensenkind uit stof genomen ,

naar het beeld van God gemaakt

Stralend aan het licht gekomen,

door Gods adem aangeraakt..

Van de aarde zul je leven,

in haar schoot weer ondergaan,

Zij alleen is jou gegeven

als de grond van jouw bestaan.

2.

Mensenkind, leef van de bomen

in het goede paradijs:

Planting Gods aan waterstromen,

alle vrucht dient jou tot spijs.

Moeder aarde geeft te eten,

zij delt uit met gulle hand.

Mens noch dier zal zij vergeten,

Eden is ons moederland.

4.

Mensenkind, kort zijn de dagen,

donker is zo vaak de nacht.

Niemand kan de tijd verdragen,

als niet iemand op hem wacht

om het brood samen te delen

en de vreugde van de wijn,

om het samenspel te spelen,

als een vriend nabij te zijn.

Wat ik

gew

ild h

eb,

wat

ik g

edaa

n h

eb

wat

mij

gedaan w

erd

, w

at

ik m

isdaan h

eb,.

Wat ongeze

gd b

leef

wat

onverz

oen

dble

ef,

wat

nie

t gekend w

erd

wat

ongeb

ruik

t ble

ef

al het

bescham

end

e n

eem

het

van m

ij

en d

at

ik d

it w

as e

n g

een a

nder

dit o

vers

ch

ot

van s

tof

van d

e a

ard

e:

dit w

as m

ijn lie

fde.

Hie

r ben i

k.

Draag mij, God in barmhartigheid.

Til mij op uit al mijn kleinheid.

Koester mij in barmhartigheid:

Vader, Moeder, God met ons.

Heer ontferm U over ons

Christus ontferm U over ons.

Heer ontferm U

Draag mij, God in barmhartigheid.

Til mij op uit al mijn kleinheid.

Koester mij in barmhartigheid:

Vader, Moeder, God met ons.

(Oosterhuis/Oomen)

Heer ontferm U over ons

Christus ontferm U over ons.

Heer ontferm U

Dat wij onszelf gewonnen geven

aan het bevrijdende bestaan,

aan wat ons uitdaagt om te leven.

Dat wij de stille roep verstaan.

Dat wij versteende zekerheden verlaten om op weg te gaan.

Dat niet de greep van het verleden

ons achterhaalt en stil doet staan.

Omdat de huizen die wij bouwden geen onderkomen kunnen zijn.

Omdat het bloedeloos vertrouwde

ons achterdochtig maakt en klein.

Dat wat wij hebben ons niet gijzelt,

dat wij van elke dwang bevrijd

naar onbekende plaatsen reizen.

Dat Gij ons onderkomen zijt.

Wakend weten

dat mensen zijn,

stof van de aarde;

klei in Gods handen.

(peter biesbrouck / taizé)

1. Woorden verdwijnen, mensen gaan voorbij

onze namen kwijnen, flarden licht zijn wij.

Blinken wordt verbleken, macht raakt uitgeteld.

Wie de sterken leken, worden neergeveld.

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

2. Al wat wij deden voor de minste mens,

eigenbaat bestreden,

liefde zonder grens:

dit zal eeuwig duren,

niet in rook opgaan,

in het uur der uren

bij God voortbestaan

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

3.Armen en rijken, knoop dit in je oor:

als de dood komt kijken,

trekt hij niemand voor.

In ons aller doodshemd

zijn geen zakken meer.

Wie daarop zich afstemt

gedenkt, hoopt steeds weer:

Alles is eindig, maar de liefde blijft.

Zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid !

1. Woorden verdwijnen, mensen gaan voorbij

onze namen kwijnen, flarden licht zijn wij.

Blinken wordt verbleken, macht raakt uitgeteld.

Wie de sterken leken, worden neergeveld.

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

2. Al wat wij deden voor de minste mens,

eigenbaat bestreden,

liefde zonder grens:

dit zal eeuwig duren,

niet in rook opgaan,

in het uur der uren

bij God voortbestaan

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

3.Armen en rijken, knoop dit in je oor:

als de dood komt kijken,

trekt hij niemand voor.

In ons aller doodshemd

zijn geen zakken meer.

Wie daarop zich afstemt

gedenkt, hoopt steeds weer:

Alles is eindig, maar de liefde blijft.

Zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid !

1. Woorden verdwijnen, mensen gaan voorbij

onze namen kwijnen, flarden licht zijn wij.

Blinken wordt verbleken, macht raakt uitgeteld.

Wie de sterken leken, worden neergeveld.

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

2. Al wat wij deden voor de minste mens,

eigenbaat bestreden,

liefde zonder grens:

dit zal eeuwig duren,

niet in rook opgaan,

in het uur der uren

bij God voortbestaan

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

3.Armen en rijken, knoop dit in je oor:

als de dood komt kijken,

trekt hij niemand voor.

In ons aller doodshemd

zijn geen zakken meer.

Wie daarop zich afstemt

gedenkt, hoopt steeds weer:

Alles is eindig, maar de liefde blijft.

Zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid !

1. Woorden verdwijnen, mensen gaan voorbij

onze namen kwijnen, flarden licht zijn wij.

Blinken wordt verbleken, macht raakt uitgeteld.

Wie de sterken leken, worden neergeveld.

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

2. Al wat wij deden voor de minste mens,

eigenbaat bestreden,

liefde zonder grens:

dit zal eeuwig duren,

niet in rook opgaan,

in het uur der uren

bij God voortbestaan

Alles is eindig, maar de liefde blijft

zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid

3.Armen en rijken, knoop dit in je oor:

als de dood komt kijken,

trekt hij niemand voor.

In ons aller doodshemd

zijn geen zakken meer.

Wie daarop zich afstemt

gedenkt, hoopt steeds weer:

Alles is eindig, maar de liefde blijft.

Zij roept ons oneindig

naar Gods eeuwigheid !