Ester

Post on 21-Dec-2014

289 views 1 download

description

Voorganger mevr drs Kramerorganiste mevr van der Polluister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Ester

Welkom

Voorganger drs mevr Kramerorganiste mevr van der Pol

Thema:”Ester, een vrouw die haar leven op het spel zet

voor haar volk”

ELB 223 – 1, 2, 5

Ga niet alleen door 't leven,die last is u te zwaar.

1 Ga niet alleen door 't leven,die last is u te zwaar.Laat Eén u sterkte geven,ga tot uw Middelaar!Daar is zoveel te klagen,daar is zoveel geween,en zoveel leed te dragen,Ga niet alleen!En zoveel leed te dragen,Ga niet alleen!

2 Ga niet alleen, uw Koning wil komen in uw hart.Ach, geef het Hem ter woning, hoe stilt Hij dan uw smart.Wie kan er tranen drogen als Jezus? Immers geen!Richt dan de treurende ogen naar Jezus heen!Richt dan de treurende ogen naar Jezus heen!

5 Welzalig, die 't ervaren,dat Hij hun alles is;dan kennen z' in gevarenbezorgdheid noch gemis.Hij draagt dan in Zijn armen,door alle nood hen heen.Wie steunt op Zijn ontfermen,is nooit alleen!Wie steunt op Zijn ontfermen,is nooit alleen!

Welkom

Voorganger drs mevr Kramerorganiste mevr van der Pol

Thema:”Ester, een vrouw die haar leven op het spel zet

voor haar volk”

P 68 – 7, 12

God zij geprezen met ontzag.

7God zij geprezen met ontzag.Hij draagt ons leven dag aan dag,zijn naam is onze vrede.Hij is het die ons heeft gered,die ons in ruimte heeft gezeten leidt met vaste schreden.

Hij die het licht roept in de nacht,Hij heeft ons heil teweeggebracht,dat wordt ons niet ontnomen.Hij droeg ons door de diepte heen,de HERE Here doet alleenons aan de dood ontkomen.

12Gij mogendheden, zingt een lied,zingt Hem die koninklijk gebiedt,hier en in alle landen.Hij heft zijn stem, een stem van macht -uw sterkte zij Hem toegebracht,strekt tot Hem uit uw handen.

Zijn heerlijkheid en hoog bevelstaan wakend over Israël,geen wankeling gedogend.Doorluchtig is uw majesteit,geef aan uw volk standvastigheid,o Here God hoogmogend.

Stil gebedVotum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Introductie op het thema:

“Ester, een vrouw die haar leven op het spel zet voor haar volk”

P 107 – 1, 7

Gods goedheid houdt ons staande

1Gods goedheid houdt ons staandezolang de wereld staat!Houdt dan de lofzang gaandevoor God die leven laat.Al wie, door Hem bevrijduit ongastvrije streken,naar huis werd heengeleid,zal van zijn liefde spreken.

7Laat ons nu voor den HEREzijn goedertierenheidtoezingen en vererende God die ons bevrijdt.Want wie zijn hulp verlangt,Hem aanroept in gebeden,verlost Hij uit de angsten leidt Hij tot den vrede.

Gebed van verootmoediging.

Leefregel.

Opw 518

Heer, U doorgrondt en kent mij;

Heer, U doorgrondt en kent mij;mijn zitten en mijn staanen U kent mijn gedachten,mijn liggen en mijn gaan.De woorden van mijn mond, o Heer,die zijn voor U bekenden waar ik ook naar toe zou gaan,ik weet dat U daar bent.

Heer, U bent altijd bij mij,U legt uw handen op mijen U bent voor mijen naast mijen om mij heen.Heer, U bent altijd bij mij,U legt uw handen op mijen U bent voor mijen naast mijen om mij heen,elke dag.

Heer, U doorgrondt en kent mij,want in de moederschootben ik door U geweven;U bent oneindig groot.Ik dank U voor dit wonder, Heer,dat U mijn leven kenten wat er ook gebeuren zal,dat U steeds bij mij bent.

Heer, U bent altijd bij mij,U legt uw handen op mijen U bent voor mijen naast mijen om mij heen.Heer, U bent altijd bij mij,U legt uw handen op mijen U bent voor mijen naast mijen om mij heen,elke dag.

Gebed om de Heilige Geest.

God, die alles maakte,

de lucht en 't zonlicht blij,

1

God, die alles maakte,

de lucht en 't zonlicht blij,

de hemel, zee en aarde,

zorgt ook voor mij.

2

God die 't gras gemaakt heeft,

de bloemen in de wei,

de bomen, vruchten, vogels,

zorgt ook voor mij.

3

God die alles maakte,

de maan, de sterrenrij,

als duist're wolken komen,

zorgt steeds voor mij.

Wij gaan, tot straks!!

Lezen Ester 3 : 1 t/m 11

Bevelschrift tegen de Joden

1 Na verloop van tijd gaf koning Ahasveros een hoge positie aan Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag: hij plaatste hem boven alle rijksgroten aan zijn hof. 2 Alle hoge functionarissen van de koning die in de Koningspoort waren, vielen telkens voor Haman op de knieën en bogen zich voor hem neer, want zo had de koning het geboden.

Alleen Mordechai knielde of boog nooit voor hem. 3 De functionarissen van de koning in de Koningspoort spraken Mordechai daarover aan: ‘Waarom overtreedt u steeds het gebod van de koning?’ 4 Dit vroegen ze hem elke dag weer, zonder dat hij zich iets van hun woorden aantrok. Toen lichtten ze Haman erover in,

om te zien of Mordechai in zijn houding zou kunnen volharden; hij had hun namelijk verteld dat hij een Jood was. 5 Toen Haman te weten kwam dat Mordechai niet voor hem knielde of boog, werd hij woedend, 6 en hij besloot Mordechai uit de weg te ruimen. Maar nadat men hem had verteld uit welk volk Mordechai stamde,

was de dood van Mordechai alleen hem niet genoeg: vanaf dat moment zon Haman op middelen om alle Joden in Ahasveros’ rijk om te brengen, heel Mordechais volk. 7 In de eerste maand van het twaalfde regeringsjaar van koning Ahasveros, de maand nisan, liet Haman in zijn persoonlijke aanwezigheid het poer werpen

dat wil zeggen het lot, over alle dagen en over alle maanden, een voor een, tot en met de twaalfde maand, de maand adar. 8 Daarna zei Haman tegen koning Ahasveros: ‘Er is een bepaald volk dat over alle provincies van uw rijk verspreid leeft en te midden van de andere volken zijn eigen leven leidt.

Hun wetten verschillen van die van alle andere volken en aan de wetten van de koning houden ze zich niet. De koning is er niet bij gebaat hen maar rustig hun gang te laten gaan. 9 Als het de koning goeddunkt, laat er dan een bevel op schrift worden gesteld dat ze moeten worden uitgeroeid.

Dan zal ik tienduizend talent zilver afdragen aan de ambtenaren die de koninklijke schatkist beheren.’ 10 De koning deed zijn zegelring af en gaf die aan Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, de vijand van de Joden. 11 ‘Over uw zilver kunt u vrij beschikken,’ zei hij tegen Haman, ‘en ook over dat volk: doe ermee wat u het beste lijkt.’

G 297 – 1, 2

Toch overwint eens de genade,

1Toch overwint eens de genade,en maakt een einde aan de nacht.Dan onderwerpt de Heer het kwade,dan is de strijd des doods volbracht.De wereld treedt in 's Vaders licht,verheerlijkt voor zijn aangezicht.

2O welk een vreugde zal het wezen,als Hem elk volk is toegedaan.Uit aard' en hemel opgerezen,vangt dan het nieuwe loflied aan,als ieder voor de Heer zich buigten aller stem Gods lof getuigt.

Lezen Ester 4

Mordechais beroep op Ester

1 Toen Mordechai vernam wat er was gebeurd, scheurde hij zijn kleren, hulde zich in een rouwkleed en wierp stof over zijn hoofd. Zo ging hij de stad door, terwijl hij luid en bitter klaagde. 2 Voor de Koningspoort bleef hij staan, want het was niet toegestaan deze in rouwkleding binnen te gaan. 3 In alle provincies heerste onder de Joden diepe rouw

zodra het bevel en de wet van de koning er bekend werden: ze vastten, huilden en weeklaagden, en velen hulden zich in een rouwkleed en legden zich neer in het stof. 4 Esters dienaressen en de eunuchen die haar dienden, brachten Ester op de hoogte. De koningin was hevig geschokt en liet Mordechai kleren brengen,

opdat hij die zou dragen in plaats van zijn rouwkleed. Maar hij wilde ze niet aannemen. 5 Toen ontbood Ester Hatach, een van de eunuchen die de koning haar als persoonlijke dienaar had gegeven. Ze droeg hem op uit te zoeken wat de reden was van Mordechais gedrag. 6 Dus ging Hatach naar Mordechai, die op het stadsplein voor de Koningspoort stond.

7 Mordechai vertelde hem alles wat hem was overkomen. Ook wist hij hem precies mee te delen hoeveel zilver Haman beloofd had te zullen afdragen aan de koninklijke schatkist als hij de Joden mocht uitroeien. 8 Bovendien gaf hij hem een afschrift van de wet die in Susa was uitgevaardigd, waarin stond dat ze moesten worden omgebracht.

Dat moest Hatach aan Ester laten zien om haar op de hoogte te brengen. ‘En,’ zei hij, ‘verzoek haar met klem naar de koning te gaan. Ze moet hem om genade smeken en bij hem voor haar volk pleiten.’ 9 Hatach ging naar Ester terug en bracht haar Mordechais woorden over. 10 Ester droeg Hatach op om Mordechai het volgende te antwoorden:

11 ‘Alle dienaren van de koning en de inwoners van alle provincies van het koninkrijk weten dat er maar één wet geldt voor iedere man of vrouw die zonder ontboden te zijn naar de koning gaat en in de binnenhof komt: die persoon wordt ter dood gebracht. Alleen degene wie de koning zijn gouden scepter toesteekt, brengt het er levend af.

Wat mijzelf betreft, ik ben nu al in geen dertig dagen bij de koning ontboden.’ 12 Esters woorden werden aan Mordechai overgebracht. 13 Toen liet Mordechai het volgende antwoord aan Ester geven: ‘Beeld je maar niet in dat jij, omdat je in het koninklijk paleis woont, als enige van alle Joden zult ontkomen.

14 Als jij nu je mond niet opendoet, nu het moment daar is, komt er van een andere kant wel uitkomst en redding voor de Joden. Maar jij en je vaders familie komen dan om. Wie weet ben je juist koningin geworden met het oog op een tijd als deze.’ 15 Toen liet Ester het volgende antwoord aan Mordechai geven:

16 ‘Roep alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij: eet niet en drink niet, overdag niet en ’s nachts niet, drie dagen lang. Ook ik zal op die manier vasten met mijn dienaressen. En na die voorbereiding zal ik naar de koning gaan, al is dat tegen de wet. Moet ik omkomen, goed, dan zal ik omkomen.’ 17 Mordechai ging weg en deed wat Ester hem had opgedragen.

G 298 – 1, 2

Wij staan ten laatsten kamp gereed,

1Wij staan ten laatsten kamp gereed,een strijd van dood en leven!Houdt daarin moedig stand en weet:God zal u nooit begeven.De oude wereld komt ten val,zij stort in puin, maar Christus zalhet nieuwe rijk doen rijzen.

2Bazuingeschal verkondigt blij:- 't wordt overal vernomen -reeds komt de Heiland naderbij,zijn rijk zal weldra komen!Blijft tot het laatste toe bijeen,tezamen sterk en met Hem één:zo zult gij overwinnen.

Ester, een vrouw die haar leven op het spel zet voor

haar volk.

ELB 246

lk bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.

1lk bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.Niet eenzaam ga ik op de vijand aan.Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.Ik bouw op U en ga in uwen Naam.Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.Ik bouw op U, en ga in uwen Naam.

2 Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend.En telkens meer moet ik uw kracht verstaan.Toch rijst in mij een lied van overwinning.Ik bouw op U en ga in uwen Naam.Toch rijst in mij een lied van overwinning.Ik bouw op U en ga in uwen Naam.

3 Ik bouw op U, mijn schild en mijn Verlosser.Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd.In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaanin rust met U die mij hebt voortgeleid.In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaanin rust met U die mij hebt voortgeleid.

Dank- en voorbede.

Collecte

1ste Evangelisatie

2de eigen gemeente

ELB 247 - 1, 3, 4

In Gods overwinning trekken wij ten strijd.

1In Gods overwinning trekken wij ten strijd. Samen in zijn leger Hem ten dienst gewijd. Christus onze Koning stelt zich aan het hoofd. Hij heeft ons de zege in de strijd beloofd. Hij heeft ons de zege in de strijd beloofd.

3Tronen, machten, krachten zullen dra vergaan, waar de heil'gen samen vastgeworteld staan. Niets kan ons weerhouden, jagend naar het eind. Glorie voor de Schepper, nu en voor altijd. Glorie voor de Sche

4Volgt uw Meester, kind'ren, sluit u vast aaneen. Heft het schild als pijlen suizen om u heen. Hem zij eer, aanbidding, roem en heerlijkheid. Zingen wij tot glorie Hem in eeuwigheid. Zingen wij tot glorie Hem in eeuwigheid.

Zegen

3 x amen