Er komen stromen van zegen

Post on 15-Apr-2017

157 views 0 download

Transcript of Er komen stromen van zegen

Pinksteren

Welkom

Voorganger ds Douma – v/d MolenOrganist Johannes de Vries

Thema: ”Stromen van zegen”

VDD Roept uit aan alle stranden

Roept uit aan alle stranden, 

Verbreidt van oord tot oord, 

Verkondigt allen landen 

Het Evangeliewoord!

Roept uit den Heer der Heeren, 

Als aller volkren vriend! 

De volkren moeten leeren 

Wat tot hun vrede dient.

Verbreekt de vreemde altaren 

En bouwt des Heeren huis! 

De wereld moet zich scharen, 

Zich scharen om het kruis.

De dooven moeten hooren. 

De onkundigen verstaan, 

Den blinden 't heillicht gloren, 

De kreuplen leeren gaan;

De treurenden vergeten 

Hun leed en droefenis, 

En al wat arm is weten 

Dat daar een Heiland is!

Roept uit aan alle stranden 

Verbreidt van oord tot oord, 

Verkondigt allen landen 

Het Evangeliewoord!

Pinksteren

Welkom

Voorganger ds Douma – v/d MolenOrganist Johannes de Vries

Thema: ”Stromen van zegen”

ELB 382Heer uw licht en uw liefde

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (EL 382)

t. & m. G. Kendrick; v. K. Stelma

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

ELB 147Heer ik hoor van rijke zegen

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Heer, ik hoor van rijke zegen (EL 147)) t. E. Codner; m. W.B. Bradbury

Genadeverkondiging:

Johannes 14: 15 Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden.

16 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd

bij je zal zijn:

17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet

hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in

jullie blijven.

18 Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.

ELB 79Vrede zij u

Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

Gebed om de verlichting met de Heilige Geest.

Kinderlied ELB 148Heilige Geest van God

Heilige Geest van God (EL 148) t. & m. P. Armstrong; v. Y. Hoekendijk

Heilige Geest van God (EL 148) t. & m. P. Armstrong; v. Y. Hoekendijk

Wij gaan

Lezen uit de Heilige Schrift: Ez 47:1-12 en Hand 2:1-13 HSV

1 Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis. En zie, er stroomde water uit, van onder de drempel van het huis naar het oosten, want de voorkant

van het huis lag naar het oosten. Het water stroomde naar beneden van onder de rechterzijde van het huis, ten zuiden

van het altaar.

2 Vervolgens bracht Hij mij naar buiten via de noorderpoort en leidde mij buitenom

rond naar de buitenpoort, in de richting die naar het oosten gekeerd is. En zie, uit de

rechterzijde borrelde water.

3 Toen de Man naar het oosten naar buiten ging, was er een meetlint in zijn hand. Hij mat duizend el en liet mij door het water

gaan: het water kwam tot de enkels.

4 Hij mat weer duizend el en liet mij door het water gaan: het water kwam tot de knieën.

Toen mat Hij er weer duizend en liet mij erdoor gaan: het water kwam tot de heupen.

5 Nog eens mat Hij duizend el: het was een beek waar ik niet door kon gaan, want het

water was heel hoog – water waar men alleen zwemmend door kon, een beek waar

men anders niet door kon gaan.

6 Hij zei tegen mij: Hebt u het gezien, mensenkind? Toen leidde Hij mij en

bracht mij terug naar de oever van de beek.

7 Toen ik teruggekeerd was, zie, bij de oever van de beek stonden zeer veel

bomen, aan deze kant en aan de andere kant.

8 Hij zei tegen mij: Dit water stroomt weg naar het oostelijke

gebied en stroomt in de Vlakte naar beneden en komt in de zee. In de zee uitgestort, wordt het water gezond.

9 Het zal gebeuren dat alle levende wezens die er wemelen, overal waar een

van beide beken naartoe komt, zullen leven. Daar zal zeer veel vis zijn, omdat

dit water daarheen komt, en alles waarheen deze beek komt, zal gezond

worden en leven.

10 Verder zal het gebeuren dat er vissers langs zullen staan vanaf Engedi tot En-Eglaïm. Er zullen droogplaatsen voor

sleepnetten zijn. Hun vis zal van elke soort zijn, zeer talrijk, zoals de vis in de Grote

Zee.

11 Maar de moerassen ervan en de poelen ervan zullen niet gezond worden: ze zijn

aan het zout prijsgegeven.

12 En langs de beek, langs de oever ervan, zullen aan deze kant en aan de

andere kant allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan het blad niet zal

verwelken en waarvan de vrucht niet zal opraken. Elke maand zullen ze nieuwe

vruchten voortbrengen, want het water ervoor stroomt uit het heiligdom. De

vrucht ervan zal tot voedsel dienen en het blad ervan tot genezing.

G 75 – 4, 5U kennen uit en tot U leven

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

Lezen uit de Heilige Schrift: Hand 2:1-13 HSV

De uitstorting van de Heilige Geest

1 En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind

bijeen.

2 En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij

zaten.

3 En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op

ieder van hen.

4 En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in

andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.

5 Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die

er onder de hemel zijn.

6 Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal

spreken.

7 En zij waren allen buiten zichzelf en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs

die daar spreken?

8 En hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij

geboren zijn?

9 Parthen, Meden en Elamieten en zij die inwoners zijn van Mesopotamië, Judea,

Cappadocië, Pontus en Asia,

10 Frygië, Pamfylië, Egypte, en de streken van Libië, dat bij Cyrene ligt, alsook de nu hier verblijvende Romeinen, zowel Joden

als proselieten,

11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van

God spreken.

12 En zij waren allen buiten zichzelf en raakten in verlegenheid, en de één zei

tegen de ander: Wat wil dit toch zeggen?

13 Anderen zeiden spottend: Zij zijn vol zoete wijn.

G 75 – 6O Christus, ons van God gegeven

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

U kennen, uit en tot U leven (LvdK 75) t. A.C. den Besten; m. G. Neumark

Stromen van zegen

G 242 – 2, 6, 7O Geest der eeuwigheid

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Komt laat ons deze dag (LvdK 242) t. E. Löscher; v. J. Wit; m. J.S. Bach

Dankgebed en voorbede

Collecte 1ste Kindertehuis Horeb2de eigen gemeente

Slotlied JdH 57Er komen stromen van zegen

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Er komen stromen van zegen (JdH 57)(OT 113) t. J. de Heer; m. J. McGranahan

Zegening,3 x amen