Epistemologie ken(nis)leer / kentheorie Wetenschapsfilosofisch intermezzo Epistèmè = wetenschap...

Post on 12-May-2015

212 views 0 download

Transcript of Epistemologie ken(nis)leer / kentheorie Wetenschapsfilosofisch intermezzo Epistèmè = wetenschap...

Epistemologieken(nis)leer / kentheorie

Wetenschapsfilosofischintermezzo

Epistèmè =wetenschap (Gr.)

Wat is kennis?W

• Wat kunnen we eigenlijk weten?• Hoe weet je wat je weet?• Wat betekent ‘weten’?• Hoe komt kennis tot stand?• Wanneer heb je ergens kennis van / over?• Zijn er soorten kennis waarvan je absoluut

zeker kunt zijn?

Kennisoordelen• Kennisleer richt zich op kennis van feiten.• Uitgedrukt in kennisoordelen of cognitieve

uitspraken.Dit zijn uitspraken die kennis overdragen / informatie ergens over geven.cognitio (L.) = ‘het leren kennen’)

• Bijvoorbeeld:‘Ik weet dat dit een roos is’= ‘Dit is een roos’

• In ‘Ik weet dat p’ zitten vijf kennisclaims opgesloten.

1. Kennis van betekenis

• = weten wat met ‘p’ bedoeld wordt; begrijpen.• “Ik ben naar Saturnus geweest.”• Verkeerde interpretatie is fataal voor juiste

beoordeling van ‘p’.• Je kunt ook een term niet begrijpen, in m.n. het

natuurwetenschappelijk taalgebruik:

Lepton, gluon, atoom, gen, chromosoom, onderbewustzijn, supersymmetrie

vs.Fiets, man, muis, steen

2. Kenbaarheid

• = Ik kan ‘p’ weten

• Wat kunnen we weten?(Als je al iets kunt weten?)

Scepticus: ‘Niets!’• Waarvan kun je kennis hebben en waarvan niet?• Denk aan:– Oneindigheid– Meerdere dimensies; 3D voor Platlanders

3. Waarheid

• = ‘p’ is waar.• Iets is waar als het daadwerkelijk het geval is.• Maar:

mogelijkheid van vergissing, misleiding, bedrog!

• Gevaar: ‘p’ is onwaar, terwijl je denkt ‘p’ is waar schijnkennis (= ergste lot van een kennisclaim)

4. Zekerheid(zie later: fallibilisme)

• = Ik ben er van overtuigd dat ‘p’ /= Ik twijfel niet aan ‘p’

• Zoals waarheid het tegengestelde is van onwaarheid = zekerheid het tegenovergestelde van twijfel.

• Zekerheid is afwezigheid van twijfel• Maar: vergissen is altijd mogelijk;– in betekenis (kennisclaim 1)– In waarheid (kennisclaim 3)

• Is zekerheid garantie voor waarheid? We zijn wel geneigd een verband tussen beide te leggen.

Als zekerheid geen garantie is voor waarheid en dus niet voor kennis; wat dan wel?

5. Rechtvaardiging

• Ik heb redenen voor mijn overtuiging dat ‘p’.• Mijn overtuiging is gegrond of gerechtvaardigd• Waardoor gerechtvaardigd?

bijvoorbeeld door wetenschappelijk bewijs• Ofwel: welke redenen hebben naast

overtuigingskracht (kennisclaim 4) ook bewijskracht?

• Wanneer we de rechtvaardiging van wetenschappelijk kennis onderzoeken gaat de kenleer over in de wetenschapsfilosofie

Ideaal:

Kennis als juiste (3) en gerechtvaardigde (5) overtuiging (4)

Onder welke voorwaarden is deze zin waar?‘S weet dat p.’

– S weet wat p betekent.– p is kenbaar.– p is waar.– S is overtuigd van p.– S heeft redenen voor deze overtuiging.

De vijf kennisclaims

Wat zijn bronnen van kennis / bewijs?1. Zintuigen

zintuiglijke, uiterlijke waarneming als bron voor kennis over de wereld

2. Verstand / rede / ratio introspectie, redenering (innerlijke waarneming van innerlijke waarheid)

3. Herinnering4. Intuïtie (onmiddelijk inzicht)5. Getuigenissen (grijpen terug op eerdere vier)

Twee filosofische kampen

Empiristen vs. rationalisten:

Ofwelempeira = ervaring

danwelratio = rede verstand

… als enige bron van kennis

18e eeuw:Beide kampen gelijk én ongelijk:

Kennis ontstaat uitsluitend en alleen in nauwe onderlinge samenwerking tussen beide bronnen

Copernicaanse revolutie hier van grote betekenis:Tegen de getuigenis van de zintuigen in, maar met gelijk

aan zijn kant, zocht Copernicus de waargenomen beweging niet in de hemellichamen, maar in de waarnemer (= aardbewoner).

Dus: gebruik rede om zintuiglijke waarneming te begrijpen. Rede kan ook leiden tot voorspellingen m.b.t. zintuiglijke waarnemingen.

Galilei gebruikte zowel redenering als waarneming om onjuistheid Ptolemaeisch stelsel aan te tonen. Hoe?

Welke kenbron gebruiken voor kennisverwerving?

• Beide vermogens (rationeel en empirisch) even belangrijk

• Aanschouwing is blind zonder verstand; verstand is leeg zonder aanschouwing.

• Het menselijk kenvermogen is het samen laten komen van zintuigen + verstand bij het vellen van cognitieve oordelen.