Een hartverwarmend geloof

Post on 10-Jun-2015

226 views 0 download

Transcript of Een hartverwarmend geloof

Welkom

Voorganger dhr VosOrganist dhr Meinema.

Thema: ”Een hartverwarmend geloof”

VDD G 449 – 1, 5

God enkel licht,

1

God enkel licht,

wiens aangezicht

zo blinkend is van luister,

ziet ons onrein,

ziet hoe wij zijn

vervallen aan het duister.

5

God onze Heer,

wil tot uw eer

ons klein geloof versterken.

Dan zullen wij

Hem, waarlijk vrij,

volgen in goede werken.

Welkom

Voorganger dhr Vos

Organist dhr Meinema.

Thema: ”Een

hartverwarmend geloof”

P 62 – 1, 4, 5, 6

Mijn ziel is stil tot God mijn Heer,

1

Mijn ziel is stil tot God mijn Heer,

van Hem verwacht ik altijd weer

mijn heil, - op Hem toch kan ik bouwen.

Ik wankel niet, want Hij staat vast:

mijn toevlucht, als het water wast,

mijn rots, mijn enige vertrouwen.

4

Wees stil, mijn ziel, tot God uw Heer,

Hij immers schenkt u altijd weer

zijn heil, - op Hem toch kunt gij bouwen.

Wankel dan niet, want Hij staat vast,

Hij is, ook als het onheil wast,

uw rots, uw enige vertrouwen.

5

Voorwaar, Hij is mijn heil, mijn rots,

mijn naam rust in de schutse Gods.

O volk, uw God laat u niet vallen.

Als gij voor Hem uw hart uitstort,

vertrouw dat gij gezegend wordt:

God is een schuilplaats voor ons allen.

6

Zet nooit uw hart op geld of goed,

zie toe dat gij geen onrecht doet,

want alle macht is snel vervlogen.

't Zij hoog of laag, 't zij arm of rijk,

gij zijt een ademtocht gelijk,

lucht, in een weegschaal afgewogen.

Votum en groet

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

G 397 – 1, 2, 3, 6

O God, die droeg ons voorgeslacht,

1

O God, die droeg ons voorgeslacht,

in nacht en stormgebruis,

bewijs ook ons uw trouw en macht,

wees eeuwig ons tehuis!

2

De schaduw van uw troon omsloot

uw heiligen weleer,

bij U beveiligd is ons lot

en zeker ons verweer.

3

Gij zijt, van voor Gij zee en aard'

hebt door uw woord bereid,

altijd dezelfde, die Gij waart,

de God der eeuwigheid!

6

O God, die droeg ons voorgeslacht

in tegenspoed en kruis,

wees ons een gids in storm en nacht

en eeuwig ons tehuis!

Lezen Lucas 8 – 1, 2, 3

De vrouwen die Jezus dienden

1 En het geschiedde kort daarna, dat Hij van stad tot stad en van dorp tot dorp trok, verkondigende het evangelie van het Koninkrijk Gods, en de twaalven met Hem, 2 en enige vrouwen, die genezen waren van boze geesten en van ziekten: Maria, met de bijnaam: van Magdala, van wie zeven boze geesten uitgegaan waren,

3 en Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna en vele andere, die hen dienden met hetgeen zij bezaten.

ELB 299

Welk een vriend is onze Jezus,

1

Welk een vriend is onze Jezus,

die in onze plaats wil staan!

Welk een voorrecht, dat ik door Hem

altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede,

dikwijls drukt ons zonde neer,

juist omdat wij 't al niet brengen

in 't gebed tot onze Heer.

2

Leidt de weg soms door verzoeking,

dat ons hart in 't strijduur beeft,

gaan wij dan met al ons strijden,

tot Hem, die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen,

dan Hij, die ons lijden draagt!

Jezus biedt ons aan genezing;

Hij alleen is 't die ons schraagt.

3

Zijn wij zwak, belast, beladen,

en ter neer gedrukt door zorg,

dierb're Heiland! Onze Toevlucht!

Gij zijt onze Hulp en Borg.

Als soms vrienden ons verlaten,

gaan wij biddend tot de Heer;

in zijn armen zijn wij veilig.

Hij verlaat ons nimmermeer.

Gebed

ELB 170

Groot is uw trouw o Heer, mijn God en Vader.

1

Groot is uw trouw o Heer, mijn God en Vader.

Er is geen schaduw van omkeer bij U.

Ben ik ontrouw,

Gij blijft immer dezelfde,

die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu.

Groot is uw trouw o Heer,

groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

AI wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

2

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,

en uw nabijheid, die sterkt en die leidt;

kracht voor vandaag,

blijde hoop voor de toekomst.

Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Groot is uw trouw o Heer,

groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

AI wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Lezen Marcus 14 : 1 – 9

De zalving en het verraad

1 Nu was het na twee dagen Pascha en het feest der ongezuurde broden. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem door list in handen zouden krijgen en doden. 2 Want zij zeiden: Niet op het feest, opdat er geen opschudding kome onder het volk. 3 En toen Hij te Betanië was in het huis van Simon de melaatse,

kwam, terwijl Hij aan tafel aanlag, een vrouw met een albasten kruik vol echte, kostbare nardusmirre; en zij brak de albasten kruik en goot (de mirre) over zijn hoofd. 4 En sommigen spraken verontwaardigd tot elkander: Waartoe dient die verkwisting der mirre? 5 Want deze mirre had voor meer dan driehonderd schellingen verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden.

En zij waren zeer verstoord tegen haar. 6 Maar Jezus zeide: Laat haar begaan; waarom valt gij haar lastig? Zij heeft een goede daad aan Mij verricht. 7 De armen hebt gij immers altijd bij u en gij kunt hun weldoen, wanneer gij maar wilt; maar Mij hebt gij niet altijd. 8 Zij heeft gedaan, wat zij kon; van tevoren heeft zij mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis.

9 Voorwaar, Ik zeg u, overal waar het evangelie verkondigd zal worden, over de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft.

ELB 302

Heer, ik kom tot U,

1 Heer, ik kom tot U,

hoor naar mijn gebed.

Vergeef mijn zonden nu

en reinig mijn hart.

2 Met uw liefde, Heer,

kom mij tegemoet,

nu ik mij tot U keer,

en maak alles goed.

3 Zie mij voor U staan,

zondig en onrein.

O Jezus, raak mij aan,

van U wil ik zijn.

4 Jezus, op uw Woord

vestig ik mijn hoop.

U leeft en U verhoort

mijn bede tot U.

Een hartverwarmend geloof.

ELB 371

Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend,

1

Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend,

want U nam de straf op U die ik had verdiend.

De grote Verlosser, mijn Redder bent U;

'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

2

Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij,

toen U aan het kruis hing, een wond in uw zi,j.

Voor mij de genade, een doornenkroon voor U;

'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

3

Ik zal van U houden in leven en dood

en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood.

Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:

'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

4

Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom,

Dan buig ik mij voor U in uw heiligdom.

Gekroond met uw heerlijkheid zal 'k zingen voor U:

'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.

Dankgebed

Collecte

1ste voor het jeugdwerk

2de voor eigen gemeente

G 291

Nooit kan ‘t geloof te veel verwachten

1

Nooit kan 't geloof te veel verwachten,

des Heilands woorden zijn gewis.

't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,

maar nooit een vriend als Jezus is.

Wat zou ooit zijne macht beperken?

't Heelal staat onder zijn gebied!

En wat zijn liefde wil bewerken,

ontzegt Hem zijn vermogen niet.

2

Die hoop moet al ons leed verzachten.

Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!

Voor hen, die 't heil des Heren wachten,

zijn bergen vlak en zeeën droog.

O zaligheid niet af te meten,

o vreugd, die alle smart verbant!

Daar is de vreemdlingschap vergeten

en wij, wij zijn in 't vaderland!

Zegenbede

3 x amen

ELB 376

Abba, Vader, U alleen

1

Abba, Vader, U alleen,

U behoor ik toe.

U alleen doorgrondt mijn hart,

U behoort het toe.

Laat mijn hart steeds vurig zijn.

U laat nooit alleen.

Abba, Vader, U alleen,

U behoor ik toe.

2

Abba, Vader, laat mij zijn,

slechts voor U alleen.

Dat mijn wil voor eeuwig zij

d'uwe en anders geen.

Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.

Laat mij nimmer gaan.

Abba, Vader, laat mij zijn,

slechts van U alleen.

3

Abba, Father, let me be

yours and yours alone.

May my will forever be

evermore your own.

Never let my heart grow cold.

Never let me go.

Abba, Father, let me be

yours and yours alone.