Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

22
Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 De middeleeuwen 1 Les 2 Les 2 Een nieuw geloof Een nieuw geloof

Transcript of Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Page 1: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Hoofdstuk 4Hoofdstuk 4De middeleeuwen De middeleeuwen

11

Les 2Les 2

Een nieuw geloofEen nieuw geloof

Page 2: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Een slimme koningEen slimme koning

Rond 500 hadden de Franken een slimme en Rond 500 hadden de Franken een slimme en machtige koning: Clovis.machtige koning: Clovis.

Hij veroverde veel gebieden. Hij liet mensen Hij veroverde veel gebieden. Hij liet mensen schattingen betalen. Dat is een soort schattingen betalen. Dat is een soort belasting.belasting.

Bijna iedereen was bang voor hem, omdat Bijna iedereen was bang voor hem, omdat hij dorpjes plunderde en hij liet koningen hij dorpjes plunderde en hij liet koningen vermoorden en nam hun rijk in. vermoorden en nam hun rijk in.

Hij kreeg steeds meer macht en zijn land Hij kreeg steeds meer macht en zijn land werd steeds groter.werd steeds groter.

Hij viel ook het Romeinse Gallië aan. Dat ligt Hij viel ook het Romeinse Gallië aan. Dat ligt nu in Frankrijk.nu in Frankrijk.

Page 3: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Koning Clovis

Page 4: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Licht blauw = rijk van de Franken

Page 5: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Clovis wordt christenClovis wordt christen

Clovis geloofde in de Germaanse Clovis geloofde in de Germaanse goden. Maar veel mensen in Gallië goden. Maar veel mensen in Gallië waren christen. Hij kon dus ook maar waren christen. Hij kon dus ook maar beter christen worden. Mensen beter christen worden. Mensen zouden hem dan meer vertrouwen en zouden hem dan meer vertrouwen en gehoorzamen.gehoorzamen.

Clovis liet zich dus dopen. Nu kreeg hij Clovis liet zich dus dopen. Nu kreeg hij ook steun van de kerk.ook steun van de kerk.

Page 6: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 7: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Verandering Verandering KersteningKerstening

De kerk begreep dat Clovis alleen christen De kerk begreep dat Clovis alleen christen wilde worden om meer macht te krijgen. wilde worden om meer macht te krijgen.

Clovis was de koning van het Frankische Clovis was de koning van het Frankische Rijk. De kerk hoopte dat er dus ook meer Rijk. De kerk hoopte dat er dus ook meer Franken christen zouden worden. Franken christen zouden worden.

E hadden gelijk. Langzaam verdween het E hadden gelijk. Langzaam verdween het geloof in de Germaanse goden. geloof in de Germaanse goden.

Vroeger heette een christen “kersten”. Vroeger heette een christen “kersten”. Daarom heet deze verandering Daarom heet deze verandering kerstening.kerstening.

Page 8: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

WilibrordWilibrord In het jaar 700 waren veel Franken christen In het jaar 700 waren veel Franken christen

geworden. Er werden overal kerken en geworden. Er werden overal kerken en kapellen gebouwd. Ze vonden dat andere kapellen gebouwd. Ze vonden dat andere volken ook christen moesten worden. volken ook christen moesten worden.

Omdat te bereiken stuurden ze predikers Omdat te bereiken stuurden ze predikers naar de mensen toe. Dat zijn mensen die naar de mensen toe. Dat zijn mensen die vertellen over Christus. Ze probeerden de vertellen over Christus. Ze probeerden de andere volken over te halen. andere volken over te halen.

Een bekend prediker was Wilibrord. Hij Een bekend prediker was Wilibrord. Hij zorgde ervoor dat de eerste kerk in zorgde ervoor dat de eerste kerk in Nederland werd gebouwd, in Utrecht.Nederland werd gebouwd, in Utrecht.

Page 9: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 10: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

BonifatiusBonifatius

Bonifcius was een andere prediker. Hij Bonifcius was een andere prediker. Hij was de leerling van Wilibrord. Hij liet was de leerling van Wilibrord. Hij liet in Duitsland veel kerken bouwenin Duitsland veel kerken bouwen..

Page 11: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Harde werkersHarde werkersKloosters Kloosters

Een klooster is een plaats waar mensen Een klooster is een plaats waar mensen wonen die god heel belangrijk vinden. Zij wonen die god heel belangrijk vinden. Zij houden zich aan strenge regels. Zij bidden houden zich aan strenge regels. Zij bidden veel en werken hard. Wij noemen hen veel en werken hard. Wij noemen hen kloosterlingen.kloosterlingen.

Mannen in een klooster heten monniken.Mannen in een klooster heten monniken.

Vrouwen heten nonnen.Vrouwen heten nonnen.

Het hoofd van een klooster is de abt. Als het Het hoofd van een klooster is de abt. Als het een vrouw is een abdis. een vrouw is een abdis.

Het woord klooster komt uit het latijs Het woord klooster komt uit het latijs “clusea”. Dat betekent afgesloten ruimte.“clusea”. Dat betekent afgesloten ruimte.

Page 12: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 13: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

De eerste kloostersDe eerste kloosters

In de Middeleeuwen ontstonden veel In de Middeleeuwen ontstonden veel kloosters. Veel gelovige mensen wilden in kloosters. Veel gelovige mensen wilden in een klooster wonen. Ook geleerden een klooster wonen. Ook geleerden werkten er. Ook arme mensen werden werkten er. Ook arme mensen werden vaak kloosterling. vaak kloosterling.

Veel kloosters waren rijk en machtig. Dat Veel kloosters waren rijk en machtig. Dat kwam omdat ze veel land hadden; grote kwam omdat ze veel land hadden; grote akkers en velden. akkers en velden.

De akkers werden bewerkt door boeren en De akkers werden bewerkt door boeren en monniken. De opbrengst was voor het monniken. De opbrengst was voor het klooster.klooster.

Page 14: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Werken in een Werken in een kloosterklooster

Kloosterlingen brachten hun dag door met Kloosterlingen brachten hun dag door met bidden en werken. Ze gingen vaak naar de bidden en werken. Ze gingen vaak naar de kerk. Soms wel 7 keer per dag. Tijdens het kerk. Soms wel 7 keer per dag. Tijdens het eten werd voorgelezen uit de bijbel.eten werd voorgelezen uit de bijbel.

De monniken droegen lange pijen. Dat De monniken droegen lange pijen. Dat droegen ze om te laten zien dat ze allemaal droegen ze om te laten zien dat ze allemaal gelijk waren. gelijk waren.

Aan hun pij zat een soort muts: een Aan hun pij zat een soort muts: een monnikskap.monnikskap.

Page 15: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 16: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 17: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Klooster als herbergKlooster als herberg

Een klooster was ook een soort herberg.Een klooster was ook een soort herberg.Reizigers en zwervers waren altijd welkom. Reizigers en zwervers waren altijd welkom.

Zelf misdadigers mochten binnenkomen. Zelf misdadigers mochten binnenkomen.

Soms werkten monniken ook buiten het Soms werkten monniken ook buiten het klooster. In sommige streken hielpen zij klooster. In sommige streken hielpen zij met het bouwen van dammen en dijken. met het bouwen van dammen en dijken. Ze hielpen iedereen zo veel mogelijk.Ze hielpen iedereen zo veel mogelijk.

Page 18: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

MonnikenwerkMonnikenwerk

Kloosterlingen waren vaak geleerde mensen. Kloosterlingen waren vaak geleerde mensen. Er waren artsen en apothekers bij. Ook Er waren artsen en apothekers bij. Ook waren er verplegers, boekenschrijvers en waren er verplegers, boekenschrijvers en leraren. leraren.

Bij veel kloosters hoorde een school: Bij veel kloosters hoorde een school: kloosterschool. Dit waren de eerste echte kloosterschool. Dit waren de eerste echte scholen. Ze waren bedoeld voor kinderen scholen. Ze waren bedoeld voor kinderen die later priester wilde worden. Priesters die later priester wilde worden. Priesters werkten in de kerk.werkten in de kerk.

Op een kloosterschool leerden zij lezen, Op een kloosterschool leerden zij lezen, schrijven, rekenen en zingen.schrijven, rekenen en zingen.

Page 19: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Wat deden de monniken?Wat deden de monniken?

Land bewerkenLand bewerken Groenten kwekenGroenten kweken Kruiden kwekenKruiden kweken Brood bakkenBrood bakken Wijn en bier makenWijn en bier maken Zieke en oude mensen verplegen in Zieke en oude mensen verplegen in

speciale ziekenzalen. Veel speciale ziekenzalen. Veel ziekenhuizen zijn vroeger door ziekenhuizen zijn vroeger door kloosters gesticht.kloosters gesticht.

Page 20: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

Lezen en schrijvenLezen en schrijven

De meeste mensen konden nog niet lezen of De meeste mensen konden nog niet lezen of schrijven.schrijven.

In kloosters werden al wel boeken gemaakt. In kloosters werden al wel boeken gemaakt. Ze werden op perkament geschreven. Dit Ze werden op perkament geschreven. Dit is net een soort papier. is net een soort papier.

Monniken waren soms wel jaren bezig met Monniken waren soms wel jaren bezig met het maken van een boek.het maken van een boek.

De eerste letter van een bladzijde werd De eerste letter van een bladzijde werd prachtig versierd.prachtig versierd.

Page 21: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.
Page 22: Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1 Les 2 Een nieuw geloof.

4 vragen4 vragen

Wat deed Clovis zodat het volk hem Wat deed Clovis zodat het volk hem beter zou vertrouwen?beter zou vertrouwen?

Hoe heette het rijk van koning Hoe heette het rijk van koning Clovis?Clovis?

Welke prediker zorgde voor de eerste Welke prediker zorgde voor de eerste kerk in Nederland?kerk in Nederland?

Wat deden de kloosterlingen/ Wat deden de kloosterlingen/ monniken in het klooster?monniken in het klooster?