Post on 06-Jul-2018
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
1/56
De Dynamische Verkeerscontrole
Het ‘Blauwe’ Boekje
1ste druk
januari 2015
D D R - 1 5 0 1 2 3
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
2/56
Colofon:
Over de auteurs
René Bultstra begon zijn loopbaan bij de Amsterdamse politie in 1994 in de Bijlmermeer. In
1998 maakte hij de overstap richting de recherche, naar Bureau Zware Criminaliteit van de
Regionale Recherche van de eenheid Amsterdam. In 2006 heeft Bultstra de leergang
Recherchekunde afgerond. Met zijn 15 jaar recherche ervaring houdt Bultstra zich nu vooral
bezig met het zoeken naar en het uitvoeren en ontwikkelen van nieuwe en innovatieve
recherchestrategieën.
E-mail: rene.bultstra@politie.nl
Barend Würth studeerde 1997 af in Nederlands Recht met de specialisatie criminologie.
Aansluitend trad hij in dienst bij de Amsterdamse politie waar hij na zijn opleiding aan de NPA
werkte bij verschillende korpsonderdelen. In 2005 maakte Würth de overstap naar Bureau
Zware Criminaliteit van de Regionale Recherche van de eenheid Amsterdam. In 2011 rondde
Würth de leergang Recherchekunde af. Februari 2014 heeft hij de politie verlaten.
eerste druk november 2014
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
3/56
INDEX
Hoofdstuk 1: Inleiding ..........................................................................................................................................5
1.1 Achtergrond....................................................................................................................................................... 5
1.2 Leeswijzer ........................................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2: Bewustwording ..........................................................................................................................9
2.1 Beroepscrimineel = Ondernemer ..............................................................................................................9
2.2 Herken de crimineel – Risicokenmerken ................................................................................................1 1
Hoofdstuk 3: Slimme plekken, oftewel: Sleutelplaatsen ..................................................................1 9
Hoofdstuk 4: De selectie ................................................................................................................................. 23
4.1 Selectie in het dagelijks politiewerk ...................................................................................................... 23
4.2 De selectie in georganiseerd verband .................................................................................................. 23
Hoofdstuk 5: De daadwerkelijke verkeerscontrole, Vragen Staat Vrij en vastlegging ........27
5.1 Zes stappen, drie scenario’s..................................................................................................................... 28
5.2 Vastlegging ..................................................................................................................................................... 38
5.3 Afhandeling..................................................................................................................................................... 40
Hoofdstuk 6: Wetgeving en jurisprudentie .............................................................................................. 4 1
6.1 Meest gebruikte wetgeving ....................................................................................................................... 4 1
6.2 Legitimatie werkwijze dynamische verkeerscontrole ....................................................................... 4 1
6.3 Jurisprudentie ................................................................................................................................................ 46
6.4 Conclusie .........................................................................................................................................................50
Hoofdstuk 7: Tips en Trucs .............................................................................................................................. 5 1
Hoofdstuk 8: Slotbeschouwing .................................................................................................................... 53
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
4/56
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
5/56
5
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Achtergrond
Wie tien jaar geleden beweerd zou hebben dat in 2012 rechercheurs van
Bureau Zware Criminaliteit met enige regelmaat hun uniform zouden aan-
trekken om verkeerscontroles uit te voeren, zou naar alle waarschijnlijkheid
op enige scepsis van zijn toehoorders hebben kunnen rekenen. Met deze zin
begonnen wij in 2013 het eerste boekje over de dynamische verkeerscontrole.
Inmiddels kunnen we met enige trots stellen dat deze methode niet alleen in
de eenheid Amsterdam, maar ook landelijk een begrip is geworden en dat het
in vele eenheden succesvol wordt toegepast.
De methode is niet in een dag ontwikkeld, maar is zeer geleidelijk ontstaan
en is tot op de dag van vandaag in ontwikkeling. Het begint wanneer recher-
cheurs van het bureau zware criminaliteit in 2004 gaan deelnemen aan grote,
multidisciplinaire verkeerscontroles en daar al snel ontdekken dat zij met een
andere blik kijken naar de aangeleverde voertuigen en inzittenden dan de
controlerende uniformcollega’s. Al snel levert dit kijken door een opsporings-
bril de nodige mooie aanhoudingen op als er wapens, verdovende middelen en
grote sommen contant geld worden aangetroffen. Omdat bij dergelijke grote
verkeerscontroles uiteraard niet alleen maar criminelen worden binnenge-
bracht, wordt geleidelijk aan duidelijk dat er anders geselecteerd moet worden
als je deze werkwijze effectief op beroepscriminelen wilt uitvoeren. Uiteinde-
lijk leidt dit besef in 2008 tot de eerste dynamische verkeerscontrole die vol-
ledig wordt uitgevoerd door rechercheurs van het bureau zware criminaliteit.
Door deze andere benadering van een verkeerscontrole, waarbij de controle
dus met name wordt uitgevoerd op personen die verondersteld worden crimi-
neel actief te zijn, het daarbij aangaan van - plat gezegd - een ‘praatje pot’
met alle inzittenden van een voertuig en vervolgens door middel van Vragen
Staat Vrij dóórvragen waar nodig, worden herhaaldelijk vuurwapens, verdo-
vende middelen of andere verboden goederen aangetroffen. Zaken die bij
een reguliere uitvoering van een verkeerscontrole niet aan het licht gekomen
zouden zijn.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
6/56
6
En hoewel het ooit als een aanvullende recherchestrategie is ontstaan, zien
wij de afgelopen jaren een belangrijke, en volkomen logische, verschuiving
ontstaan richting ‘het blauw’. Basiseenheden die de methode gebruiken om
veiligheidsproblemen aan te pakken, maar ook individuele collega’s die dit
toepassen in hun dagelijkse politiepraktijk. En helemaal enthousiast worden
wij van voorbeelden waarbij door het toepassen van deze methode wordt sa-
mengewerkt tussen ‘Grijs’ en ‘Blauw’.
Deze werkbeschrijving is voor een groot deel gebaseerd op het eerdere boekje
“De dynamische verkeerscontrole, controleren vanuit een opsporingsperspec-
tief”. In deze versie van het boekje geven wij een beknopt en vooral prakti-
sche overzicht van de methode bedoeld voor de collega die werkzaam is in debasispolitiezorg en die deze methode in georganiseerd verband of gewoon in
de dagelijkse politiepraktijk wilt toepassen. Hoe haal ik meer uit een verkeers-
controle? Hoe herken ik die crimineel en waar zijn ze te vinden? Hoe kan ik
komen tot een doorzoeking van een voertuig en tot fouillering van alle inzitten-
den? Mag ik daar zomaar toestemming voor vragen? Et cetera.
Wij hopen hiermee te bewerkstelligen dat de betreffende collega zich een
duidelijk beeld kan vormen van de achterliggende gedachte en de werkwijze
en zo voldoende handvatten krijgt aangereikt om zelf deze methode, op welke
wijze dan ook, succesvol toe te passen.
In Amsterdam heeft de eenheidsleiding oktober 2013 besloten om het gedach-
tegoed van de dynamisch verkeerscontrole en de daarbij horende methodiek
van het Vragen Staat Vrij in de gehele eenheid (blauw en grijs) te implemen-
teren en te borgen. De projectgroep die hiervoor is gestart heeft als opdrachtgekregen om in samenwerking met de schrijvers van dit boekje, alle execu-
tieve politiemedewerkers deze methode uit te leren. De projectgroep heeft
eveneens een handige intranetpagina gemaakt waarop alles wat deze methode
betreft is verzameld en waarop de laatste ontwikkelingen worden bijgehouden.
Hoe kun je deze site bezoeken? Ga via het Intranet naar de site van de eenheid
Amsterdam, dan naar Thema’s en vervolgens klikken op Dynamische Verkeers-
controle
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
7/56
7
1.2 Leeswijzer
In dit document zullen wij het regelmatig hebben over personen die veron-
dersteld worden crimineel actief te zijn. Wie bedoelen wij daar nu mee? Wij
doelen hiermee op personen die op structurele basis misdrijven plegen. Niet
iemand die een keer een fiets pikt, of iemand die in een jolige aangeschoten
bui een vernieling pleegt. Nee, wij bedoelen de inbrekers, de overvallers,
de drugs- en wapenhandelaars, de straatrovers, de witwassers, de mobiel
banditisten, etc. Personen die met hun daden stelselmatig onze samenleving
ondermijnen. In dit document zullen wij deze personen gemakshalve aandui-
den als: beroepscriminelen.
In hoofdstuk twee beschrijven wij dat als je die beroepscrimineel wilt con-
troleren, je deze ten eerste moet gaan herkennen. Vanuit de gedachte dat deberoepscrimineel vele overeenkomsten heeft met een bonafide ondernemer,
laten wij zien dat je vanuit dat gedrag veel zaken kunt herkennen. Zoals afwij-
kend kijkgedrag, gebruikmaken van afscherming zoals huur- en leasevoertui-
gen, het bij zich dragen van meerdere telefoons en ontmoetingen in persoon.
In hoofdstuk drie geven wij aan waar je de beroepscrimineel kunt vinden, waar
hij afspreekt, waarom hij daar afspreekt en hoe je deze ontmoetingen kunt
onderkennen. In het volgende hoofdstuk bespreken wij de selectie. Pas je de
methode toe in georganiseerd verband, of tijdens je dagelijkse surveillance?
Dat zal van invloed zijn op je beslissing wie je uiteindelijk aan de kant zet. Ga
je voor een ongeplande verkeerscontrole omdat dat voertuig toevallig in je
wijk rijdt en voldoet aan de kenmerken van een beroepscrimineel, of ben je in
georganiseerd verband bewust op zoek naar die inbreker of mensenhande-
laar? In hoofdstuk vijf bespreken wij de daadwerkelijke verkeerscontrole. Hoe
doe je dat, wanneer vraag je toestemming om te fouilleren en te doorzoeken
en wat doe je als iemand dat weigert? En hoe leg je dit uiteindelijk allemaalvast in een proces-verbaal? In hoofdstuk zes gaan we uitgebreid in op de wet-
telijke basis van deze methode en bespreken we de actuele jurisprudentie. In
het laatste hoofdstuk geven we op een overzichtelijke manier tips & trucs.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
8/56
8
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
9/56
9
Hoofdstuk 2: Bewustwording
Om de verkeerscontrole uit te voeren op personen die verondersteld
worden crimineel actief te zijn, moeten die personen natuurlijk wel
onderkend en gevonden worden. In dit hoofdstuk besteden wij aandacht
aan de kenmerken waaraan je deze personen kunt herkennen.
2.1 Beroepscrimineel = ondernemer
Ten eerste is het essentieel te beseffen dat een beroepscrimineel in wezen
maar weinig verschilt van een gewone ondernemer. Het verschil zit vooral in
het feit dat een gewone ondernemer zich in zijn onderneming over het alge-meen aan de voor hem geldende rechtsregels houdt en legale producten of
diensten levert. Een beroepscrimineel laat zich aan de gestelde rechtsregels
niets gelegen liggen en levert een product of dienst waar hij een markt voor
ziet. Los van de vraag of zij binnen dan wel buiten de wettelijke kaders opere-
ren, heeft zowel de gewone ondernemer als de beroepscrimineel een bedrijf
dat moet blijven draaien. Er moet omzet en winst gemaakt worden om inkomen
te genereren. Voor zowel de gewone ondernemer als de beroepscrimineel
betekent dit dat hij leveranciers moet zoeken en afnemers moet vinden. Dat
rekeningen moeten worden betaald en afspraken moeten worden nagekomen.
Dat producten en diensten moeten worden geleverd of ontvangen. Dat contac-
ten moeten worden onderhouden, et cetera. Anders gezegd: om hun onder-
neming rendabel te houden moeten zowel de beroepscrimineel als de gewone
ondernemer tijd steken in het onderhouden van hun netwerk.
Om in deze facetten van hun ondernemerschap te voorzien, zullen beidesoorten ondernemers regelmatig ‘op pad’ moeten. Voor de beroepscrimineel
zal dit in nog sterkere mate gelden dan voor de gewone ondernemer. Waar de
gewone ondernemer een aanzienlijk deel van zijn zaken kan regelen via de te-
lefoon en e-mail, en betalingen via de bank zal laten verlopen, brengt de aard
van het werk van de beroepscrimineel met zich mee dat hij hier geen gebruik
van zal maken. Juist vanwege de aard van zijn onderneming is de beroepscri-
mineel aangewezen op ontmoetingen in persoon. Dit betekent dat dagelijks
grote hoeveelheden verdovende middelen, vuurwapens en geldbedragen
over de weg worden vervoerd. Daarbij maken beroepscriminelen gebruik van
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
10/56
10
dezelfde wegen als gewone burgers en de politie. Juist in dit gegeven lig-
gen kansen. De circuits van politie en criminelen overlappen elkaar voor een
belangrijk deel op straat. Iedere politieman of -vrouw die op straat werkt, komt
beroepscriminelen tegen. Verkeerscontroles bieden daarom een uitgelezen
mogelijkheid om naast het controleren of de wegenverkeerswetgeving wordt
nageleefd, met beroepscriminelen in contact te komen, hen te spreken, infor-
matie te vergaren over hun actuele besognes en te onderzoeken of zij verbo-
den zaken bij zich hebben.
Helaas constateren wij dat de politie aan deze laatstgenoemde aspecten
veelal niet toekomt. Het is onze ervaring dat bij een reguliere verkeerscontrole
politiemedewerkers zich in het algemeen beperken tot het vorderen van rij- enkentekenbewijs, het afnemen van een ademtest en het natrekken van mogelijk
openstaande signaleringen. Daarnaast zien wij dat politiemedewerkers zich
tijdens een verkeerscontrole vrijwel uitsluitend richten tot de bestuurder van
het gecontroleerde voertuig en de passagiers laten voor wie ze zijn. Ook de
auto krijgt maar zelden de extra aandacht die deze verdient. Doordat in het
algemeen niet wordt doorgevraagd, blijft de verkeerscontrole oppervlakkig
van aard en zullen de resultaten navenant zijn. Bijvoorbeeld zullen eventuele
vuurwapens die de crimineel op dat moment vervoert, niet worden ontdekt.
Door deze oppervlakkige uitvoering van een verkeerscontrole raken beroeps-
criminelen geconditioneerd. Zij weten dat het risico dat zij grondig worden ge-
controleerd minimaal is en dat de politie nauwelijks van het controlemoment
gebruik maakt om verdiepingsvragen te stellen of zich tot alle inzittenden van
een auto te richten. Daardoor is bij beroepscriminelen het gevoel ontstaan dat
zij van de (uniform)politie niets te vrezen hebben. Immers, wanneer zij in eenverkeerscontrole belanden, hoeven zij er, gechargeerd gezegd, alleen maar
voor te zorgen dat ze hun rijbewijs en het kentekenbewijs van de auto kunnen
tonen. Verder kunnen zij volstaan met vriendelijk glimlachen. Naar alle waar-
schijnlijkheid zullen zij even later nagenoeg ongecontroleerd hun weg kunnen
vervolgen. Kortom: wij, de politie, maken het beroepscriminelen te gemakke-
lijk op de momenten dat wij contact hebben. Beroepscriminelen gedragen zich
dan ook op een te verwachten manier: zij zijn totaal niet van de politie onder
de indruk.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
11/56
11
Deze houding van zich veilig en onaantastbaar wanen kan beroepscriminelen
echter ook opbreken. Wanneer politieambtenaren zich bijvoorbeeld bij een
verkeerscontrole niet beperken tot de bestuurder zoals hierboven is beschre-
ven, maar zich veel meer richten op het samenstel van auto-bestuurder-
passagier(s) en durven dóór te vragen waar dat kan, zullen beroepscriminelen
zich overdonderd voelen. De politie die vervelende vragen stelt, dáár hadden
zij namelijk niet op gerekend. Door consequent dóór te vragen wanneer je bij
een verkeerscontrole te maken krijgt met beroepscriminelen, levert dit niet
alleen extra informatie op. Beroepscriminelen die op een grondige manier
worden gecontroleerd zullen ook zullen zich uiteindelijk ook minder veilig
voelen in hun contacten met de politie. Aan de manieren van ‘doorvragen’ en
‘doorpakken’ besteden we in hoofdstuk 5 uitgebreid aandacht.
2.2 Herken de crimineel - Risicokenmerken
Het is gemakkelijk hier te stellen dat doorgevraagd en doorgepakt moet
worden wanneer je in een verkeerscontrole wordt geconfronteerd met een be-
roepscrimineel. Dit betekent dat je op dat moment wél moet onderkennen dat
je – mogelijk – met een beroepscrimineel te maken hebt. Veel politiemedewer-
kers vertrouwen daarbij op hun onderbuikgevoel en ervaring. Of zij herkennen
een persoon van een eerdere gelegenheid. Hoe het cognitieve proces van het
onderkennen van een beroepscrimineel in zijn werk gaat, zal hier niet behan-
deld worden, dat gaat het bestek van deze werkbeschrijving te buiten. Wel
hebben wij gemerkt dat sommige politiemedewerkers als het ware een zesde
zintuig hebben voor het al op een kilometer afstand herkennen van mogelijke
beroepscriminelen terwijl anderen bij wijze van spreken nog geen crimineel
herkennen wanneer die pal voor hen staat en zich als zodanig aan hem/haar
voorstelt. Niet iedereen beschikt kennelijk over het juiste “Fingerspitzenge-fühl”.
Hieronder laten wij enkele ‘risicokenmerken’ de revue passeren die handvat-
ten bieden bij het herkennen van een beroepscrimineel. Wij wenden geenszins
voor met deze opsomming volledig te zijn. Wel is het zo dat wij op basis van
onze ervaringen personen die één of meerdere risicokenmerken vertonen,
sneller als mogelijke beroepscriminelen zullen beschouwen dan personen die
deze niet vertonen.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
12/56
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
13/56
13
dellijk oog voor mij hebben. Politie? Vijand? Bedreiging? Dat levert zicht-
baar afwijkend gedrag op.
b Zich niet houden aan verkeersregels.
Beroepscriminelen hebben er bewust voor gekozen zich niet aan de maat-
schappelijke regels te houden. Dat is een onderdeel van hun bestaan, dat
zich ondermeer uit in vaak uiterst assertieve verkeersgedrag. Voorbeelden
hiervan zijn: veelvuldig te hard rijden, door rood rijden, zowel links- als
rechts inhalen, over de trambaan rijden en asociaal parkeren. Uit onder-
zoek blijkt dat er een significante samenhang bestaat tussen het ver-
keersgedrag (het aantal overtredingen) van een persoon en zijn criminele
levensloop. Deze conclusie lijkt logisch en eenvoudig verklaarbaar. Ken-nelijk trekt iemand die ervoor heeft gekozen zich niet aan onze geldende
maatschappelijke normen te houden, zich ook in het verkeer weinig aan
van de geldende regels.
c Joviale houding ten opzichte van politie.
In een verkeerscontrole vertonen beroepscriminelen vaak redelijk jovi-
aal gedrag. Zij zijn immers gewend aan het omgaan met de politie, weten
ongeveer wat zij kunnen verwachten en zijn niet onder de indruk. Waar
normale burgers vaak enigszins gespannen zijn tijdens een verkeerscon-
trole en hopen dat zij zonder bekeuring weer verder mogen, zijn beroeps-
criminelen vaak volkomen op hun gemak. De politie past in hun natuurlijke
biotoop.
2 Combinatie bestuurder – voertuig
Net als bij het vorige risicokenmerk gaat het bij ‘bestuurder en voertuig’om combinaties die opvallen. Daarbij kan het gaan om zogenaamde pat-
serbakken met dito bestuurders, maar het kan ook gaan om combinaties
die opvallen omdat ze niet logisch lijken te zijn. Door het aanbrengen van
deze nuance willen wij voorkomen dat bij het selecteren van te controleren
voertuigen de focus uitsluitend op grote en/of dure auto’s komt te liggen.
Het gaat om het totaalplaatje: klopt dat?
Enigszins gechargeerd gezegd: een jonge jongen in een wat oudere BMW,
verlaagd en voorzien van diverse spoilers, dat plaatje klopt. Plaats die-
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
14/56
14
zelfde jongen in een gloednieuwe Chevrolet Matiz, Renault Twingo of een
Hyundai Atos en er ontstaat een ander beeld. Het ligt imagotechnisch meer
voor de hand dat deze jongen zijn spaargeld gestoken zal hebben in die
oude BMW die uiteindelijk te duur voor hem zal blijken te zijn, dan in een
nieuw klein autootje. Ongeveer hetzelfde gaat op voor de situatie waarin
vier van tatoeages voorziene, kaalgeschoren en overmatig gespierde man-
nen samen in een Suzuki Alto gepropt zitten. Ook in dit plaatje wringt er
iets. Veel meer voor de hand ligt dat zo’n kleine ‘truttenschudder’ bestuurd
wordt door een bejaarde man of vrouw. In veel gevallen zal in de hierboven
gegeven voorbeelden sprake zijn van het gebruik van een huurauto. Wat
ons brengt naar het volgende risicokenmerk.
3 Gebruik van huur- of leaseauto’s
Beroepscriminelen zijn in hun bezigheden zeer op hun hoede voor over-
heidsinterventie. Dit heeft er mee te maken dat beroepscriminelen zich
bewust zijn van het gegeven dat politie en justitie alles van waarde dat bij
een eventuele aanhouding bij hen wordt aangetroffen, wordt afgenomen.
Om het risico op interventie door de overheid zo klein mogelijk te maken
en zo onzichtbaar mogelijk te blijven, stellen zij van alles in het werk om
hun identiteit af te schermen. Een basale manier waarop zij zich afscher-
men is door gebruik te maken van huurauto’s en leaseconstructies. Het
kenteken van de auto waarin zij rijden, valt bij natrekken dan niet direct aan
hen te linken. Opvallend daarbij is dat beroepscriminelen zich vaak wenden
tot kleinere regionale of lokale autoverhuurbedrijven of leasebedrijven.
Dit doen zij omdat zij bij sommige van deze kleinere bedrijven de gelegen-
heid krijgen de huur- of leasepenningen contant te betalen en omdat deze
kleinere bedrijven in enkele gevallen wat onzorgvuldiger omgaan met hetvaststellen van de identiteit van de huurder dan de grote verhuur- en lease-
maatschappijen.
Enkele jaren geleden is er in de eenheid Amsterdam een project gestart
waarbij de autoverhuurbranche en de politie nauw samenwerken om
crimineel en anonieme autoverhuur tegen te gaan. Veel als ‘malafide’ om-
schreven verhuurbedrijven, blijken in werkelijkheid hardwerkende onder-
nemers te zijn die geen weet hebben van hun faciliterende rol. Na enkele
bewustwordingsgesprekken hebben zij het huurbeleid zodanig aangepast
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
15/56
15
dat hun faciliterende rol voorbij is. Indien je tijdens de verkeerscontrole te
maken krijgen met huurvoertuigen hebben wij nog enkele tips: Vraag ten
eerste altijd naar het huurcontract. De contractant (degene die het con-
tract is aangegaan met de autoverhuurder) is volgens de huurvoorwaarden
verplicht deze bij zich te hebben. Ook is het hem – of een eventueel in het
contract genoemde medebestuurder – verboden de auto uit te lenen aan
iemand anders. Dus als je een beroepscrimineel aantreft in een huurauto
en het blijkt dat hij niet op het contract staat vermeld, is het verstandig
dit niet zondermeer te accepteren. Het overgrote deel van de verhuurders
zal willen weten dat er sprake is van een niet-contractantsituatie in een
van zijn auto’s en zal maatregelen nemen. Ten slotte is de politie de enige
die deze constatering kan doen en zo kan voorkomen dat er sprake is vancrimineel- of anoniem autoverhuur. Overigens is het belangrijk dat je de
autoverhuurder niet vermeldt wie er tijdens de controle in de auto zat, dat
is, zonder convenant, namelijk in strijd met de geldende privacy regels.
Voor meer informatie over het project autoverhuur en de mogelijkheden die
je tijdens een verkeerscontrole hebt, kun je contact opnemen met één van
ons. Wij zijn op dit ogenblik bezig een speciale intranetsite voor de auto-
verhuur te ontwerpen waarop allerlei belangrijke informatie te vinden zal
zijn over de samenwerking met deze branche. Het adres daarvan zal in een
volgende editie van dit boekje worden opgenomen.
4 Meerdere telefoons
Een vierde risicokenmerk is het hebben van meerdere telefoons. Wie tij-
dens een verkeerscontrole in een auto vijf, zes of acht telefoons aantreft,
kan er vanuit gaan dat de bestuurder/gebruiker een beroepscrimineel is.Bedenk even: wie heeft er meer dan twee telefoons bij zich? Jijzelf niet?
En in je omgeving? Hoeveel mensen ken jij die er meer dan twee hebben?
Beroepscriminelen proberen zich niet alleen middels hun vervoer af te
schermen, ook hun communicatie willen zij zonder inmenging van de over-
heid laten verlopen. Beroepscriminelen gaan er vanuit dat zij, of hun con-
tacten, afgeluisterd worden. Daartegen proberen zij zich in te dekken. Het
aantreffen van meerdere telefoons is een aanwijzing voor het bestaan van
een gesloten netwerk. In een dergelijk gesloten netwerk wordt met een be-
paalde telefoon slechts gecommuniceerd met één ander telefoonnummer.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
16/56
16
Dit worden ook wel één op één lijnen genoemd. Zo is het voor de politie,
wanneer dat nummer getapt wordt, lastig een totaalbeeld te krijgen van de
communicatie. Voor de beroepscrimineel is het in sommige gevallen lastig
te onthouden wie hij nu ook weer belt met welk toestel. Hierdoor komt het
geregeld voor dat dergelijke telefoons voorzien zijn van een sticker met
een bepaalde aanduidingen. Wat tevens aan dergelijke toestellen opvalt
is dat vaak een van de batterijen uit het toestel is gehaald. Ook weer een
belangrijke aanwijzing dat de gebruiker van die telefoon zich afschermt.
Bang om toch gevolgd of afgeluisterd te worden, ondanks dat de telefoon
is uitgeschakeld.
Het aantreffen van dergelijke telefoons met de genoemde kenmerken kaneen belangrijke aanwijzing zijn dat je te maken hebt met een beroepscrimi-
neel en kan een grote rol spelen in de later beschreven scenario’s als het
gaat om het gebruik van bevoegdheden.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
17/56
17
5 Jammers
Er zijn momenten waarop een beroepscrimineel onzichtbaar wil zijn. En wil
voorkomen dat hij door gsm- of gps-signalen uit te zenden in beeld komt
bij de politie. Om deze signalen op bepaalde momenten te storen, weg te
drukken als het ware, wordt door beroepscriminelen steeds vaker gebruik
gemaakt van zogenaamde jammers. Jammers zijn apparaten die gsm- en/
of gps-signalen in een bepaalde straal rond het apparaat verstoren en
platleggen.
Louter het aanwezig of voorhanden hebben van een jammer is verboden en
is een misdrijf. Dit staat in artikel 161 sexies van het Wetboek van Straf-
recht. Op overtreding van dit artikel is voorlopige hechtenis toegelaten.
Jammers zijn er in veel verschillende verschijningsvormen. Vaak zijn hetmetalen kastjes voorzien van één of meerdere antennes. Ook komen ze
vermomd als bijvoorbeeld sigarettenpakje voor. Verder zijn er nog varian-
ten die in te pluggen zijn in de sigarettenaansteker of 12-volt aansluiting
van een auto. Wanneer je een klein apparaat met een antenne in de 12-volt
aansluiting ziet zitten, zou dit een jammer kunnen zijn. In ieder geval is er
dan alle reden om alert te zijn en door te vragen.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
18/56
18
6 Niet in GBA of geëmigreerd, of te wel: Spookburgers
Een spookburger is iemand die wel ergens in Nederland woont, maar
nergens is opgenomen in het gemeentelijk basisadministratie systeem.
Steeds meer beroepscriminelen passen deze afschermingsmethode toe. Zo
kan de overheid zonder aanvullend en vaak intensief onderzoek niet bepa-
len waar iemand woont of verblijft. En wordt er dus geen belasting betaald,
worden verkeersboetes niet geint en als je niet weet waar iemand verblijft,
kun je na een aanhouding ook geen doorzoeking doen.
7 Antecedenten
Een laatste risicokenmerk dat wij hier bespreken, ligt zeer voor de hand.
Wie zich in een verkeerscontrole geconfronteerd ziet met één of meerderepersonen die één of meer relevante antecedenten hebben, kan er vanuit
gaan te maken te hebben met beroepscriminelen. Antecedenten voor wit-
wassen, drugsdelicten of misdrijven uit de Wet Wapens en Munitie bieden
zeker aanknopingspunten om door te vragen. Maar ook antecedenten voor
mensenhandel, overvallen of andere geweldsdelicten zijn in dit kader van
belang. Op de vraag hoe oud deze antecedenten mogen zijn om nog bruik-
baar te zijn om ‘door te pakken’ is geen eenduidig antwoord te geven. Dat
hangt af van de samenhang met verschillende feiten en omstandigheden
zoals die in en voorafgaand aan de verkeerscontrole worden bevonden.
Overigens kan een persoon geen antecedenten hebben, terwijl uit BVH en
BlueView blijkt dat hij in verschillende eenheden regelmatig aandachts-
vestigingen heeft en dat hij voorkomt in verdachte situaties of met crimi-
nelen. Ook zonder antecedenten is dit een aanknopingspunt om te kunnen
vermoeden met een beroepscrimineel te maken te hebben en een reden om
de controle zo uitgebreid mogelijk uit te voeren.
In het bovenstaande hebben wij een aantal risicokenmerken besproken op
basis waarvan beroepscriminelen herkend kunnen worden. Wij zijn ons er ter-
dege van bewust dat deze opsomming niet uitputtend is. Wel denken wij dat
wij met het beschrijven van deze risicokenmerken een ondergrens te hebben
aangegeven.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
19/56
19
Hoofdstuk 3: Slimme plekken,
oftewel: SleutelplaatsenGoed, de beroepscrimineel herkennen we nu, maar waar is hij te vinden? In
dit hoofdstuk beschrijven wij de plekken waar ze vaak komen, wij noemen
deze plaatsen: sleutelplaatsen. Deze plaatsen zijn zeer divers en kunnen
uiteenlopen per eenheid. Wij hebben echter gemerkt dat er wel degelijk
overlappingen zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
• openbare parkeerplaatsen rondom ringwegen,
• parkeerplaatsen bij wegrestaurants en/of tankstations aan doorlopende wegen,
• horecagelegenheden,
• kantoren van woningbemiddelaars,
• autoverhuurbedrijven,
• vechtsportgala’s,
• spy- en growshops.
Onderstaand worden deze plaatsen kort besproken.
1 Parkeerplaatsen
De beroepscriminelen maken geen gebruik van sleutelplaatsen, zij creëren
in wezen de sleutelplaats. Daar waar een openbare parkeerplaats voor een
normale bezoeker van een stad gewoon een plaats is waar hij zijn of haar
voertuig kwijt kan, heeft deze plek voor de beroepscrimineel een andere
betekenis. Op deze – vaak gemakkelijk bereikbare – plaatsen kan hij inde anonimiteit van de massa persoonlijke ontmoetingen hebben en zijn
criminele zaken bespreken. Omdat beroepscriminelen rekening houden
met overheidsinterventies, zoals telefoon- en internettaps, hebben zij
een voorkeur voor persoonlijke ontmoetingen. En als de ene beroepscri-
mineel uit Hilversum komt en de ander uit Alkmaar, zal die persoonlijke
ontmoeting niet plaatsvinden in het centrum van Amsterdam. Dat is voor
beide partijen lastig te bereiken. In deze gevallen wijkt men uit naar de
genoemde gemakkelijk bereikbare openbare plaatsen. Denk bij dit soort
plekken aan: de parkeerplaatsen aan een ring- of rondweg, wegrestaurants
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
20/56
20
aan doorgaande wegen, de zogeheten Foodstrips aan doorgaande wegen,
waar veelal vestigingen van McDonalds en Burger King (of iets dergelijks)
gesitueerd zijn.
2 Woningbemiddeling
Als de overheid niet weet waar de beroepscrimineel woont of waar hij zijn
criminele goederen opslaat, zal er ook geen kunnen doorzoeking plaats-
vinden. Verschillende malafide woningbemiddelaars maken hier dankbaar
gebruikt van en bieden beroepscriminelen volledige anonimiteit aan in
wonen (en werken). Geen inschrijving in het GBA betekent geen volledige
registratie. Bovendien blijken deze woningbemiddelaars vaak contante be-
talingen te accepteren waardoor de beroepscrimineel die van hun dienstengebruik maakt ook hier geen “paper trail” achterlaat.
3 Autoverhuurbedrijven
Bij de autoverhuurders lijkt anonimiteit de grootste rol te spelen. Be-
roepscriminelen met voertuigen die op eigen naam staan, zijn een zeld-
zaamheid. Immers, het risico van inbeslagname en verbeurdverklaring is
in het huidige opsporingsklimaat te groot. Om dit te voorkomen, worden
voertuigen doorgaans op naam gesteld van al dan niet malafide lease- of
verhuurmaatschappijen. Omdat deze voertuigen veel gewisseld worden en
omdat de huur- of leasepenningen om begrijpelijke redenen ook nog eens
(maandelijks) contant worden afgerekend, worden autoverhuurbedrijven
veelvuldig bezocht door beroepscriminelen.
4 Horecagelegenheden en vechtsportgala’s
De genoemde horecagelegenheden en de verschillende gala’s worden doorberoepscriminelen vooral gebruikt om te netwerken. Rekeninghoudend
met infiltratie door de politie, worden hier wederzijdse relaties aan elkaar
voorgesteld en op die wijze nieuwe contacten gelegd.
5 Spyshops
Spyshops, noem ze maar even de Mediamarkt voor de beroepscrimineel.
Deze ondernemingen spelen al jaren een aantoonbare facilitaire rol in de
wereld van de criminaliteit. Alles is er – boven of onder de toonbank – te
koop; afluisterapparatuur, volgsystemen, jammers, kogelwerende vesten,
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
21/56
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
22/56
22
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
23/56
23
Hoofdstuk 4: De selectie
Nadat we in de voorgaande hoofdstukken hebben beschreven hoe je de
beroepscrimineel herkent en waar je deze kunt vinden, wordt in dit hoofd-
stuk de selectie van te controleren voertuigen / personen beschreven. Hoe
en wanneer je deze methode toepast is van belang op de wijze waarop je
deze selectie uitvoert. Zoals we al eerder aan hebben gegeven kun je de
methode op twee manieren toepassen; in je dagelijkse surveillance of in
georganiseerd verband. Het grote verschil zit hem in de wijze waarop je
iemand zal gaan selecteren.
4.1 Selectie in het dagelijkse politiewerk
De manier waarop je dit toepast in je dagelijkse politiewerk, is voor de hand
liggend. In plaats van een aselecte selectie, ga je met de hiervoor beschreven
kennis op zoek naar een sleutelplaats. En op deze sleutelplaats, of in de di-
recte omgeving daarvan, op zelfs op weg daar heen, selecteer je een voertuig
waarbij je gebruik maakt van de kenmerken die in de voorgaande hoofdstuk-
ken uitvoerig zijn beschreven. .
4.2 De selectie in georganiseerd verband
In georganiseerd verband zal de selectie waarschijnlijk door een veiligheids-
probleem worden bepaald. Als je de methode gebruikt om een criminele
jeugdgroep in kaart te brengen, zal je andere personen willen selecteren dan
wanneer je de methode gebruikt tijdens het zogeheten Donkere Dagen Of-
fensief om bijvoorbeeld inbrekers te pakken of te ontmoedigen. Onderstaand
gaan wij nader in op de wijze van selectie in georganiseerd verband
De wijze waarop de bestuurders worden geselecteerd,1 wijkt af van de manier
waarop dit bij reguliere of aselecte verkeerscontroles gebeurt. Daarbij zal
(de bestuurder van) een voertuig met een al dan niet verkeerstechnische
reden aan de kant gezet worden; men reed door rood of er is iets mis met het
voertuig. Bij grootschalige verkeerscontroles zal de selectie van voertuigen
vermoedelijk volledig aselect plaatsvinden.
1Hiermee wordt bedoeld: het moment van besl issen dat een bepaald voertuig wordt onderworpen aan een
verkeerscontrole
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
24/56
24
Bij de dynamische verkeerscontrole in georganiseerd verband is de selectie
allesbehalve aselect2. Er vinden doorgaans heimelijke – niet stelselmatige –
observaties plaats op een sleutelplaats. Daar wordt gekeken naar het gedrag
van de bezoekers van die sleutelplaats en wordt vooral gelet op het gedrag dat
afwijkt van het normale of gedrag dat juist aansluit bij een bepaalde doel-
groep. Uiteraard wordt ook gekeken naar de tenaamstellingen van de voertui-
gen en zal gelet worden op huur- en leasevoertuigen. Anders gezegd: bij de
selectie van te controleren voertuigen wordt vooral gelet op risicokenmerken,
al dan niet gerelateerd aan een specifiek veiligheidsprobleem.
Wanneer er in het kader van het Donkere Dagen Offensief een dynamische
verkeerscontrole wordt georganiseerd, zal bijvoorbeeld de selectie plaats-vinden met behulp van ANPR, waarbij een kentekenbestand met kentekens
van bekende inbrekers wordt ingezet en zal de sleutelplaats een toegangs- of
ontsluitingsweg zijn van een gebied waar veelvuldig wordt ingebroken.
Betreft het veiligheidsprobleem een horecagelegenheid waarbij de verdenking
is dat overmatig veel crimineel bezoek is en dat er gehandeld wordt in wapens
of verdovende middelen, zullen de bezoekers van die bewuste gelegenheid
doel zijn van de (verkeers)controle.
In een meer algemene situatie zonder specifiek veiligheidsprobleem, maar
met de wil om een boef te vangen, het volgende voorbeeld. Een grote open-
bare parkeerplaats, gelegen aan de ringweg van een grote stad. Een plaats
dus waar criminele ontmoetingen kunnen plaatsvinden. De reguliere bezoe-
ker daarvan zal een vooraf vastgesteld doel hebben: parkeren om bij de daar
gesitueerde snackbar een kroketje te eten; parkeren om vervolgens met hetopenbaar vervoer verder de stad in te reizen; parkeren om een daar woonach-
tig familielid te bezoeken, et cetera. Nu komt daar een voertuig aanrijden dat
ergens op de parkeerplaats wordt stilgezet. Vervolgens gebeurt er niets, er
stapt niemand in of uit. Door dit afwijkende gedrag is de auto al opgevallen bij
de observatie-eenheden, die het kenteken bevragen. Het blijkt te gaan om een
huurauto. Niet lang hierna komt een ander voertuig de parkeerplaats oprijden.
Dit voertuig wordt naast de huurauto gezet en er volgt een ontmoeting tussen
2Voor de juridische verandwoording daarvan, vewijzen wij naar het hoofdstuk Jurispudentie
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
25/56
25
de inzittenden van beide auto’s. Eén van deze voertuigen zal na de ontmoeting
worden onderworpen aan de dynamische verkeerscontrole. De uiteindelijke
keuze welk voertuig dat zal worden, zal in de praktijk afhangen van de tenaam-
stelling van het voertuig, het gedrag van de inzittenden, de indruk die zij ma-
ken op de observatie-eenheden en eventuele waarnemingen dat er goederen
overgaan van de ene naar de andere partij.
Kortom, de toepassingsmogelijkheden zijn legio.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
26/56
26
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
27/56
27
Hoofdstuk 5: De daadwerkelijke
verkeerscontrole, Vragen Staat Vrij
en vastleggingDe volgende stap in deze methode is wederom een logische; na de selectie
volgt de daadwerkelijke verkeerscontrole. Het moment waarop je iemand
‘aan de kant zet’ en Vragen Staat Vrij gaat toepassen. Om deze stap goed
te kunnen omschrijven, wordt het door ons verdeeld in zes stappen en drie
mogelijke scenario’s die daarop volgen.
Kern van deze methode is dat wij, wanneer wij bij het uitvoeren van de ver-
keerscontrole de indicatie hebben dat zich in de auto beroepscriminelen
bevinden, door het stellen van vragen zoveel mogelijk informatie proberen te
verzamelen over álle inzittenden. Verder vragen wij alle inzittenden om toe-
stemming zich aan de kleding te laten fouilleren en vragen wij de bestuurder
toestemming om de auto te mogen doorzoeken. Om goed met deze methode
te kunnen werken, is een paar dingen van belang. Ten eerste is het essentieel
dat de controlerende politieambtenaren juridisch goed onderlegd zijn. Zij die-
nen namelijk goed te weten of en welke bevoegdheden zij hebben en in welke
situatie zij deze bevoegdheden kunnen aanwenden als er onverhoopt geen
toestemming wordt gegeven. Ten tweede moeten de controlerende politie-
medewerkers beschikken over een gezonde portie durf. Durf om alle inzit-
tenden aan te spreken en durf om door te vragen en door te pakken wanneer
de situatie daarom vraagt. En tenslotte, maar zeker niet onbelangrijk, dienen
de politiemedewerkers zich vanaf het eerste contact met de bestuurder eneventuele inzittenden van het voertuig te realiseren dat er (bij voorkeur) wordt
toegewerkt naar een moment waarop toestemming wordt gevraagd om te
fouilleren en te doorzoeken. De toon van het gesprek is hierbij cruciaal en zal
van invloed zijn op het verkrijgen van toestemming of zorgen voor een weige-
ring. Als je onmiddellijk in een confronterende bekeuringssituatie belandt, zal
er later van toestemming en vrijwilligheid hoogstwaarschijnlijk geen sprake
zijn. De politiemedewerkers moeten dus in staat zijn om, met name in het
begin, het gesprek luchtig te houden en (in eerste instantie) de confrontatie te
vermijden.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
28/56
28
Hieronder zal de methode Vragen Staat Vrij stap voor stap vanuit het perspec-
tief van een georganiseerde controle worden besproken. Indien je de methode
toepast in je dagelijks politiewerk, zijn de stappen op zich hetzelfde, maar zal
je doorgaans iets minder startinformatie hebben en niet beschikken over een
ingerichte backoffice. In die gevallen zal je de navraag doen via een plot of
een daartoe geschikt mobiel systeem.
5.1 Zes stappen, drie scenario’s
Stap 1
Nadat een voertuig is geselecteerd en enige tijd is gevolgd, zal door politie-
medewerkers in een opvallende surveillanceauto aan de bestuurder van datvoertuig een stopteken worden gegeven met het doel een verkeerscontrole uit
te voeren. De wettelijke basis voor het geven van dit stopteken is te vinden in
artikel 160 WVW. Vervolgens geven de politiemedewerkers de bestuurder in
het eerste contact duidelijk aan dat hij aan een verkeerscontrole onderworpen
wordt en vorderen zij van hem zijn rijbewijs en het kentekenbewijs van de auto
ter inzage af te geven (art 160 WVW).
Het vorderen van het rij- en kentekenbewijs is de enige juiste manier om
een dynamische verkeerscontrole mee te beginnen. Iedere andere manier,
bijvoorbeeld het vragen naar een identiteitsbewijs, zal door de rechtbank wor-
den beoordeeld als détournement de pouvoir. Oftewel het misbruiken van de
bevoegdheden. Immers, het stopteken is gegeven op grond van de Wegenver-
keerswet met het oogmerk een verkeerscontrole uit te voeren. De rechter stelt
zich op het standpunt dat er daarna dan ook daadwerkelijk begonnen moet
worden met het uitvoeren van een verkeerscontrole. Door het vorderen van
rij- en kentekenbewijs wordt aan deze eis voldaan. Na het vorderen van rij- enkentekenbewijs kan zonder problemen worden overgeschakeld naar opspo-
ring. Door het vorderen van het rij- en kentekenbewijs is het voor de rechter
duidelijk dat de bestuurder niet uitsluitend voor opsporingsdoeleinden een
stopteken heeft gekregen, maar dat hij een stopteken heeft gekregen mede
voor het daadwerkelijk uitvoeren van een verkeerscontrole. Zie voor meer de-
tails hierover: hoofdstuk Jurisprudentie en de uitspraak “LJN: BK7410”.
Binnen het kader van het uitvoeren van een verkeerscontrole past uiteraard
ook het afnemen van een ademtest en bijvoorbeeld een gordelcontrole. Ieder,
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
29/56
29
in het kader van de WVW of het RVV opvallend element, zoals een kapotte
richtingaanwijzer of een geconstateerde verkeersovertreding is een goede
aanleiding voor een verkeerscontrole. Het is aan te raden de bestuurder en
de overige inzittenden direct na aanvang van de verkeerscontrole te vragen
de portieren van de auto te openen. Op die manier krijgen de controlerende
politiemedewerker een beter zicht op wat er in de auto aanwezig is en kan op
basis van wat zij zien wellicht later – indien nodig - worden overgegaan tot
het toepassen van bevoegdheden. Bijvoorbeeld wanneer in een portiervak een
sealbag voor hennep blijkt te zitten of er vijf a zes telefoons in het voertuig
aanwezig zijn.
Stap 2In de verkeerscontrole zullen de collega’s moeten beslissen of er indicaties
zijn, denk aan de eerder beschreven risicokenmerken, dat zij te maken heb-
ben met beroepscriminelen. Deze indicaties kunnen voortkomen uit de locatie
waar het geselecteerde voertuig is opgedaan, de rijstijl, de tenaamstelling van
het voertuig of het feit dat één van de inzittenden door een observerende poli-
tiemedewerker is herkend. Uiteraard zijn antecedenten van de bestuurder een
indicatie en ook de bejegening door de inzittenden van het voertuig kan een
indicatie zijn. Wanneer de selectie goed is gedaan, zal niet zelden sprake zijn
van beroepscriminelen. Zijn er indicaties dat de inzittenden beroepscriminelen
kunnen zijn, dan wordt de controle op uiterst grondige wijze voortgezet.
Is er echter geen indicatie dat er sprake is van beroepscriminelen in de
verkeerscontrole, dan zullen de controlerende politiecollega’s zich moeten
afvragen of het wel opportuun is de controle heel uitgebreid uit te voeren. In
deze gevallen kan volstaan worden met een reguliere en eenvoudige ver-keerscontrole. Het is van belang om te beseffen dat de uitgebreide manier
van controleren heel ver gaat en niet bedoeld is om ‘gewone burgers’ aan te
onderwerpen. Maar, het is al eerder vermeld, wanneer de selectie goed wordt
gedaan, zal deze situatie zich slechts zelden voordoen.
Terug naar de situatie dat de controlerende politiecollega’s bij aanvang van de
verkeerscontrole de indicatie hebben dat zij te maken hebben met beroepscri-
minelen. Nadat in deze situatie een aanvang is gemaakt met het uitvoeren van
een verkeerscontrole, moet de inzet worden gewijzigd. Dan moet geschakeld
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
30/56
30
worden naar opsporing. In dit bestek betekent dit dat in principe op basis van
vrijwilligheid en waar nodig op basis van bevoegdheden alle inzittenden van
de auto worden gefouilleerd en dat de auto wordt doorzocht voordat de con-
trole wordt afgesloten.
Stap 3
Nadat de verkeerscontrole is aangevangen met het vorderen van rij- en kente-
kenbewijs, worden de hierin vermelde gegevens doorgegeven aan de backof-
fice. Daar wordt met deze gegevens vervolgens een zoekslag gemaakt in alle
systemen die zij ter beschikking hebben. Doorgaans zal de backoffice al op
basis van het kenteken van het geselecteerde voertuig een zoekslag hebben
gemaakt om op die manier de controlerende politiemedewerkers met een in-formatievoorsprong de verkeerscontrole te laten beginnen.
Afhankelijk van of de bestuurder de te naam gestelde van de auto is en afhan-
kelijk van het aantal registraties en onderzoeken waarin hij voorkomt, is de
backoffice korte of langere tijd bezig met zoeken en terugkoppelen. De tijd die
ligt tussen het doorgeven van de persoonsgegevens en de terugkoppeling van
de backoffice kunnen de controlerende politiemedewerkers in stilte doorbren-
gen. Behalve dat de controlesituatie er niet minder gespannen door wordt, is
het ook niet productief. Een goede optie is om deze tijd te gebruiken om een
gesprek aan te gaan met de bestuurder en de overige inzittenden en op die
manier informatie over hen te vergaren, zodat de backoffice hiermee eventueel
gericht een volgende zoekslag kan maken. Het onderwerp van dit gesprek kan
door de controlerende politiemedewerkers geheel naar eigen inzicht worden
ingevuld. Het belangrijkste lijkt hier evenwel te zijn dat het gesprek niet op
een ambtelijk-formele toon wordt gevoerd. Het gaat er om dat de politiemede-werkers op gelijk niveau proberen te komen met de bestuurder en de overige
inzittenden en dat ze proberen te komen tot een zogenaamd ‘praatje pot’. Uit
onze ervaring is gebleken dat juist in deze informele gesprekken beroepscri-
minelen meer over zichzelf prijsgeven dan zij willen én dat de stemming rela-
tief ontspannen blijft. Wanneer het informele gesprek op gang komt, is dit ook
een prima gelegenheid om de bestuurder te vragen of hij wel eens met
politie en justitie in aanraking is gekomen. Zijn antwoord kan dan weer ge-
toetst worden aan de informatie die wordt teruggekoppeld door de backoffice
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
31/56
31
en kan iets zeggen over zijn oprechtheid in het gesprek (staat hij bijvoorbeeld
keihard te liegen?).
Wanneer de backoffice een terugkoppeling geeft, kan de indicatie dat de
bestuurder mogelijk een beroepscrimineel is, bevestigd worden. Deze beves-
tiging kan voortkomen uit het feit dat de bestuurder relevante antecedenten
heeft of dat uit verschillende registraties en onderzoeken blijkt dat hij zich met
enige regelmaat in verdachte situaties begeeft of dat hij om blijkt te gaan met
(bekende) criminelen. Wat relevante antecedenten zijn, hangt af van de om-
standigheden waarin de verkeerscontrole plaatsvindt. Ook kan de relevantie
van de antecedenten mogelijk te koppelen zijn aan de sleutelplaats waarvan-
daan de bestuurder is weggereden. Over het algemeen zijn antecedenten voorde WWM, de Opiumwet en voor witwassen aan te merken als relevante ante-
cedenten, net zoals antecedenten voor overvallen, inbraken of mensenhandel.
Op vragen omtrent de ‘uiterste houdbaarheidsdatum’ van antecedenten wordt
verderop in dit hoofdstuk teruggekomen.
Stap 4
Nadat de identiteit en de politiële geschiedenis van de bestuurder zijn vastge-
steld, wordt de aandacht verlegd naar de overige inzittenden en wordt van hen
een identiteitsbewijs gevorderd. Het is immers voor het goed en professioneel
uitvoeren van onze politietaak nodig om vast te stellen met wie de bestuur-
der, van wie is vastgesteld dat hij een beroepscrimineel is, in één auto zit. De
mogelijkheid voor het vorderen van een identiteitsbewijs van de overige inzit-
tenden vindt zijn grond in artikel 8 van de Politiewet 2012 juncto artikel 2 van
de Wet op de Identificatieplicht. Let op: het gaat erom dat het vaststellen van
de identiteit van de overige inzittenden redelijkerwijs noodzakelijk is voor deuitoefening van de politietaak. Zie hierover ook hoofdstuk Wetgeving en Juris-
prudentie. Dat dit zo is, zal heel duidelijk uit het proces-verbaal moeten blijken
wanneer de bevindingen van de verkeerscontrole leiden tot een zaak. Daarbij
zijn bijvoorbeeld de waarnemingen van de observanten, de tenaamstelling van
de auto en de antecedenten van de bestuurder relevant.
Wanneer bij het natrekken van de gegevens van de bestuurder blijkt dat hij
niet onmiddellijk als beroepscrimineel valt aan te merken, betekent dit niet
onmiddellijk dat het identiteitsbewijs van de overige inzittenden niet gevor-
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
32/56
32
derd kan worden. Wanneer bijvoorbeeld gezien is dat de auto vertrok vanaf
een sleutelplaats, dat de inzittenden daar ook gezien zijn, dat de auto op
naam staat van bijvoorbeeld een dubieus bedrijf of natuurlijke persoon zijn
er voldoende redenen aanwezig om in redelijkheid te kunnen veronderstellen
dat het vaststellen van de identiteit van de inzittenden noodzakelijk is voor de
uitoefening van de politietaak.
Wanneer een persoon van wie het identiteitsbewijs is gevorderd hieraan niet
voldoet kan hij, om het identiteitsbewijs te achterhalen, gefouilleerd worden
op basis van artikel 8 van de Politiewet 2012 juncto art 447e Strafrecht juncto
artikel 55b Strafvordering. Ook kan in dat geval de auto doorzocht worden. Zie
hierover uitgebreid hoofdstuk Wetgeving en Jurisprudentie.
Stap 5
Het moment waarop de identiteitsbewijzen van de overige inzittenden gevor-
derd worden, is in de meeste gevallen een geschikt moment om de betrokke-
nen uit te leggen waarom de controle zo grondig is en aanzienlijk verder gaat
dan zij verwachten of wellicht gewend zijn. Uit onze ervaring blijkt dat wanneer
je op een ontspannen toon uitlegt dat je deze controle zo grondig doet om de
stad Amsterdam veiliger te maken - ook voor de bestuurder en inzittenden van
het betreffende voertuig - je over het algemeen welwillend tegemoet wordt
getreden. Daarbij refereren wij vaak aan het feit dat Amsterdam een bijzon-
der gebied is in Nederland waar regelmatig onveilige situaties ontstaan door
bijvoorbeeld het bezit en het gebruik van vuurwapens en het gebruik van en
de handel in verdovende middelen. Daarbij geven wij aan dat wij deze controle
juist zo grondig uitvoeren om ons er van te vergewissen dat in de gecontro-
leerde auto geen zaken aanwezig zijn die verboden zijn. In het overgrote deelvan de gevallen geven de gecontroleerde personen te kennen dat zij goed
begrijpen dat wij daarom de controle grondig uitvoeren. Wij hebben gemerkt
dat het in de praktijk veel uitmaakt voor de bereidheid tot medewerking van de
betrokkenen wanneer je met hen een onderwerp aansnijdt waarover zij
dezelfde mening hebben, namelijk de (on)veiligheidssituatie in Amsterdam.
Niet elke bestuurder en inzittenden is natuurlijk oprecht wanneer door hen
geventileerd wordt dat zij zich net als wij zorgen maken over de mogelijke on-
veilige situatie in Amsterdam. Sommige van hen maken mogelijk juist deel
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
33/56
33
uit van de oorzaak van de onveiligheid. Maar toch zal dit al dan niet oprechte
gezamenlijke standpunt op dat ogenblik helpen bij de volgende stap.
Stap 6
Met deze laatste stap wordt aan de bestuurder en de overige inzittenden ge-
vraagd of zij verboden zaken bij zich hebben. Indien deze vraag deze vraag ne-
gatief wordt beantwoord, vragen wij toestemming om dit te controleren door
aan de bestuurder te vragen of hij toestemming geeft tot een doorzoeking
van zijn voertuig. Ook vragen wij alle inzittenden vervolgens of zij toestem-
ming geven tot een fouillering aan de kleding. Als hiervoor toestemming wordt
gegeven, zullen wij vervolgens eerst overgaan tot de fouillering en vervolgens
tot de doorzoeking. Immers, pas nadat wij de betrokkenen hebben gefouilleerden er zeker van zijn dat zij geen verboden goederen en/of wapens bij zich heb-
ben, kunnen wij relatief veilig onze aandacht richten op de auto. De fouillering
aan de kleding kan het beste worden uitgevoerd op de bij IBT aangeleerde
methode. Dragen de inzittenden tasjes bij zich, vraag dan direct of je ook het
tasje mag doorzoeken.
Het is overigens een misvatting dat de politie niet zou mogen vragen om toe-
stemming tot de fouillering of de doorzoeking van de auto. Uit jurisprudentie
blijkt dat geen rechtsregel in de weg staat dat toestemming wordt gevraagd
voor een onderzoek, ook niet wanneer de bevoegdheid tot een dergelijk onder-
zoek normaal wettelijk is geregeld en blijkt tevens dat de gegeven toestem-
ming voor de rechter ook daadwerkelijk rechtmatige toestemming is. Daarbij
speelt ook mee dat deze zeer grondige manier van controleren niet moet wor-
den toegepast op ‘normale en eerzame burgers’. Wanneer de selectie goed
wordt uitgevoerd, zullen louter mensen die één of meerdere risicokenmerkenvan beroepscriminelen vertonen gecontroleerd worden. Deze personen weten
goed hoe zij zich moeten gedragen in contact met de politie en zij weten heel
goed op welke vragen zij willen antwoorden. Ook weten zij heel goed waaraan
zij wel en niet willen meewerken. Kortom: vragen staat vrij, ook wanneer dit
vragen om toestemming behelst.
Nadat om toestemming voor een fouillering aan de kleding en een doorzoeking
van de auto is gevraagd, kunnen zich drie scenario’s voordoen.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
34/56
34
Deze scenario’s onderscheiden wij op basis van onze ervaringen en worden
hieronder besproken.
Scenario 1: Bestuurder en overige inzittenden geven
toestemming
De bestuurder en de overige inzittenden geven desgevraagd toestemming
om zich aan hun kleding te laten fouilleren en de auto te doorzoeken. Dit
is de ideale situatie omdat op deze manier geen gebruik gemaakt hoeft
te worden van wettelijke bevoegdheden. Nogmaals, om misverstanden
te voorkomen: de politie mag ‘gewoon’ deze vragen stellen. Wanneer de
betrokkenen instemmen en toestemming geven, is de daarop volgende
fouillering en de doorzoeking van de auto volledig rechtmatig. (zie daar-voor hoofdstuk Wetgeving en Jurisprudentie). Dit gaat zelfs op voor de
gevallen waarin later bleek dat de basisbevoegdheid op grond waarvan
toestemming was gevraagd mogelijk onterecht was toegepast. Toestem-
ming is simpelweg toestemming. Hoewel het onze ervaring is dat grofweg
tachtig procent van de gecontroleerde personen direct toestemming geeft
voor een fouillering en het doorzoeken van de auto, komt het met enige
regelmaat voor dat iemand in eerste instantie toestemming weigert te
geven. Wanneer deze situatie zich voordoet, gaan wij een stap terug in het
proces van de controle. Wij leggen in zo’n geval nogmaals uit waarom wij
de controle op een uitgebreide manier doen. Daarbij leggen we duidelijk uit
wat de bijzondere feiten en omstandigheden zijn die wij bij de combinatie
van bestuurder, inzittenden en auto constateren: bijvoorbeeld dat gezien is
dat zij vanaf een sleutelplaats (die wij niet als zodanig benoemen) vertrok-
ken; dat de auto waarin zij rijden een huurauto is en dat de inzittenden al-
len verschillende antecedenten hebben voor de Opiumwet en/of de WWMen wat dit kan betekenen. Daarbij geven wij onomwonden aan dat deze
feiten en omstandigheden onze professionele nieuwsgierigheid hebben
gewekt. Vervolgens vragen wij nogmaals toestemming voor een fouillering
en een doorzoeking van de auto. Ook in deze gevallen kunnen wij op basis
van onze ervaring stellen dat het overgrote deel van de gecontroleerde
personen na een eventuele tweede uitleg alsnog toestemming geeft voor
het fouilleren en het doorzoeken van de auto.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
35/56
35
Saillant detail: gecontroleerde personen geven vaak toestemming voor
een fouillering of doorzoeking, niet alleen in de gevallen waarin zij geen
verboden goederen bij zich hebben, maar opmerkelijk genoeg ook wan-
neer zij wél bijvoorbeeld drugs, wapens of grote hoeveelheden cash bij
zich hebben. Welke psychologische processen achter deze beslissingen
schuilgaan, gaat het bestek van deze beschrijving te buiten.
Scenario 2: Bestuurder en overige inzittenden weigeren toestem-
ming; inzet bevoegdheden
Misschien het meest lastige scenario en het moment dat er juridisch veel
mis kan gaan. In dit scenario weigeren de bestuurder en/of de overige
inzittenden toestemming te geven voor een fouillering of het doorzoekenvan de auto, eventueel ook na herhaald vragen en een uitgebreide uitleg
over de reden van het verzoek. In deze situatie kan, indien mogelijk, wor-
den overgegaan op het gebruik van wettelijke bevoegdheden die wellicht
aanwezig zijn om in het onderhavige geval de fouillering en de doorzoeking
op te kunnen baseren.
Als je met een dergelijke weigering wordt geconfronteerd zul je dus eerst
goed moeten nagaan of je in het bewuste geval kunt terugvallen op be-
voegdheden. Zodat je later in het proces-verbaal kunt verantwoorden hoe
en waarom jij en je collega wettelijke bevoegdheden hebben ingezet om te
fouilleren en te doorzoeken.
Het gaat erom dat je gefundeerd de beslissing kunt nemen de betrokken
personen te fouilleren en het voertuig te doorzoeken. Dit op basis van wat
gezien is op de sleutelplaats, het verkeersgedrag van de bestuurder, hetrijden in een lease- of huurauto, de houding van de gecontroleerde per-
sonen, hetgeen er zichtbaar in het voertuig ligt (meerdere telefoons, waar
eventueel de batterijen zijn uitgehaald), hun antecedenten of het gegeven
dat zij in één of meerdere rechercheonderzoeken voorkomen, enzovoorts.
Hierbij is het goed om je te realiseren dat het er in eerste instantie niet
om gaat dat je uit de feiten en omstandigheden direct genoeg bewijs weet
te halen om een eventuele zaak te kunnen bewijzen en iemand, alleen op
grond van die verdenking, later veroordeeld te krijgen. Het gaat er juist
om dat je uit de geconstateerde feiten en omstandigheden genoeg weet
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
36/56
36
te destilleren om een verdenking van enig strafbaar feit en het daaraan
gekoppelde gebruik van bevoegdheden te kunnen verantwoorden. Dit is
essentieel, met name met het oog op het later op te maken proces-verbaal.
Wij proberen in deze gevallen te komen tot een verdenking dat de in- of
opzittenden van een voertuig vermoedelijk zijn betrokken bij het plegen van
misdrijven genoemd in artikel 67, lid 1 van het Wetboek van strafvordering
(de zogeheten VH-feiten). Een verdenking van dit artikel levert simpelweg
de bevoegdheid tot het doorzoeken van een voertuig op (96B Sv). Let op!
Dit levert niet onmiddellijk de bevoegdheid tot fouilleren op! Daar komen
we later op terug.
Bij voorkeur blijven wij dus bij de doorzoekingsmogelijkheden die strafvor-dering ons biedt en wijken wij alleen in uiterste noodzaak uit naar bijzonde-
re wetten, zoals de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. Strafvordering
zal in bijna alle gevallen de mogelijkheden tot doorzoeking bieden, maar
niet onmiddellijk een reden geven om iemand aan de kleding te fouilleren.
Dat is alleen toegestaan bij een aangehouden verdachte en daar zal in dit
scenario nog geen sprake van zijn. De Opiumwet kent wel fouillerings-
bevoegdheid zonder dat iemand is aangehouden, maar artikel 9 van die
wet vereist een mate van ernstige bezwaren. Als die op dat moment nog
niet gevonden kunnen worden, kan dit worden opgelost door de werkwijze
iets aan te passen. Eerst aanvangen met de doorzoeking van het voer-
tuig en de inzittenden na het eventueel aantreffen van strafbare goederen
aan te houden en vervolgens te fouilleren. Als een van de inzittenden in
verband wordt gebracht met vuurwapenbezit, gaan wij doorgaans over tot
het uitvoeren van een veiligheidsfouillering. In de meeste gevallen op alle
inzittenden, aangezien een wapen op het moment dat men doorkrijgt doorde politie gecontroleerd te gaan worden snel overgegeven kan worden.
Immers het stopteken kondigt de verkeerscontrole doorgaans ruim op tijd
aan.
Ook de huidige jurisprudentie geeft in bepaalde gevallen extra mogelijkhe-
den wanneer bepaalde personen vrijwilligheid weigeren. In 2012 doet het
Hof Den Haag een uitspraak waaruit kan worden opgemaakt dat wanneer
een persoon een kogelwerend vest draagt of voorhanden heeft en rele-
vante antecedenten heeft, het niet onlogisch is te veronderstellen dat die
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
37/56
37
persoon in het bezit is van een vuurwapen. (zie voor de gehele uitspraak
het hoofdstuk Wetgeving en Jurisprudentie). Op basis van deze uitspraak
zullen wij personen die, zonder logische verklaring, een kogelvrijvest dra-
gen of in een gepantserd voertuig rijden (in onze ogen een vergelijkbare
situatie) na een weigering, onderwerpen aan een veiligheidsfouillering en
een doorzoeking van het voertuig op basis van strafvordering.
Nogmaals, het scenario waarin personen pertinent weigeren is het meest
moeilijke scenario. Ons advies is dan ook: Neem je tijd! Ga bij een wei-
gering niet onmiddellijk over tot fouillering, maar doe eerst even een stap
terug. Overleg met je collega en stel jezelf de volgende vragen: Wat heb-
ben we en is dat voldoende? Zet de feiten eerst op een rijtje alvorens jeeen vervolgstap neemt. En, zoals we hierboven ook proberen duidelijk te
maken, wees daarin niet te bang.
Scenario 3: Betrokkenen weigeren toestemming; geen grond
voor bevoegdheden
In deze variant wordt door de gecontroleerde personen iedere vorm van
medewerking aan de controle geweigerd en lijkt er op basis van de feiten
en omstandigheden onvoldoende grond te zijn om fouillerings- en doorzoe-
kingsbevoegdheden te kunnen inzetten. Wanneer de selectie op een juiste
manier plaatsvindt, zal deze situatie zich slechts zelden voordoen. Toch
vinden wij het van belang hier aandacht aan te besteden. Het kan namelijk
voorkomen dat een auto van een sleutelplaats vertrekt met daarin op het
oog interessante personen die aan verschillende risicokenmerken voldoen,
maar dat in de controle blijkt dat de inzittenden op geen enkele relevante
wijze voorkomen in de politiesystemen. Hiermee bedoelen wij dat zij geenantecedenten of veroordelingen hebben en ook niet in aandachtsvesti-
gingen of rechercheonderzoeken voorkomen. De auto blijkt in de controle
bijvoorbeeld op naam te staan van de bestuurder en de bestuurder heeft op
zijn beurt een plausibel verhaal over hoe hij de auto heeft verworven.
Word je tijdens een verkeerscontrole onverhoopt met een situatie als
hierboven beschreven geconfronteerd en je hebt ondanks het ontbreken
van harde aanwijzingen toch een bepaald onderbuik gevoel, beperk je dan
tot het uitgebreid muteren van alle bijzonderheden die aan de controle te
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
38/56
38
ontlenen zijn. Denk daarbij aan alle NAW-gegevens van de inzittenden,
van wie de auto is, waar zij naartoe gaan, waarom zij gezamenlijk in de
auto zitten, dat zij elkaar kennen etc. Deze informatie kan later, wanneer
deze personen bij een andere gelegenheid worden gecontroleerd, cruciaal
blijken te zijn en dan wel net voldoende aanleiding geven om van wettelijke
bevoegdheden tot fouillering of doorzoeking gebruik te kunnen maken.
In het bovenstaande hebben wij in zes stappen en in drie scenario’s de me-
thode Vragen staat Vrij besproken. Hoewel in de inleiding al is aangegeven dat
de controlerende politiecollega’s juridisch goed onderlegd moeten zijn en over
een gezonde portie durf moeten beschikken, is de praktijk toch altijd weerbar-
stiger dan de theorie. Wij hebben gemerkt dat het niet iedereen even gemak-kelijk afgaat om de te controleren personen op de hierboven beschreven wijze
tegemoet te treden en aan te spreken. De ene collega zal zich in de rol van
‘controleur’ meer of eerder op zijn of haar gemak voelen dan de andere, maar
ook hier geldt ons inziens dat oefening kunst baart.
5.2 Vastlegging
Het is al verschillende keren ter sprake geweest; wat en hoe zet je nu in het
proces-verbaal? Ook hier hebben wij de afgelopen jaren behoorlijk wat erva-
ring in opgedaan en door schade en schande wijs geworden, is het ons inmid-
dels volstrekt duidelijk dat de vastlegging cruciaal is. We hebben verschil-
lende voorbeelden van perfect uitgevoerde dynamische verkeerscontroles met
een prachtig resultaat, die door verkeerde vastlegging, niet tot veroordelingen
hebben geleid. Dat is zonde van alle inspanningen en bovendien redelijk ge-
makkelijk te voorkomen.
Allereerst is het van belang duidelijk te beschrijven dat er sprake is van een
dynamische verkeerscontrole. Dan weet men dat er waarschijnlijk gericht is
gecontroleerd op personen die verondersteld worden crimineel actief te zijn
en dat er na het gebruik van de controlebevoegdheid van de Wegenverkeers-
wet is doorgepakt. Geef duidelijk aan dat je de bestuurder hebt aangegeven
dat het een verkeerscontrole betreft en dat je zijn rij- en kentekenbewijs
vraagt / vordert en dus voldoet aan de eisen die de Hoge Raad destijds aan
een verkeerscontrole heeft gesteld.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
39/56
39
Als er sprake is van een sleutelplaats, omschrijf dat kort waarom dit een
sleutelplaats is en wat de kenmerken daarvan zijn. Dit kan zeer kort, want een
uitgebreide schriftelijke onderbouwing daarvan is niet noodzakelijk. Kies je
bijvoorbeeld een openbare parkeerplaats aan een ringweg, vermeld dan dat
het je bekend is dat daar criminele ontmoetingen plaatsvinden.
Leg in duidelijke bewoording vast waarom je besluit om de bestuurder en
(wellicht) de overige inzittenden te vragen om vrijwillig mee te werken aan
een fouillering en een doorzoeking, immers de huidige jurisprudentie laat zien
dat je dit niet zonder enige aanleiding mag vragen. Dat komt in het hoofdstuk
Wetgeving en Jurisprudentie nader aan de orde.
Als er toestemming wordt gegeven, geef deze dan zo veel mogelijk letterlijk
weer. De rechter moet zich kunnen overtuigen dat er sprake is van toestem-
ming. Dus zeg niet: “hij gaf toestemming”, maar geef woordelijk aan wat de
bestuurder tegen je zei: “Geen probleem hoor, u mag zoeken” of (in een Am-
sterdams geval):”Geen probleem pik, ga lekker je gang”.
Als er sprake is van een weigering en je gaat over tot het gebruik van be-
voegdheden, geef dan duidelijk aan welke bevoegdheid je gebruikt en op basis
van welke bijzonderheden je hiertoe komt. Benoem dus de waarnemingen van
de sleutelplaats, het ( joviale) gedrag, de antecedenten, de informatie vanuit
de politiesystemen (zoals aandachtvestigingen), de vijf mobiele telefoons in
het voertuig waarvan er bij een van de toestellen een batterij was uitgehaald,
et cetera. Geef ook aan wat je daaraan verbindt (één op één communicatie en
criminaliteit). Geef aan dat je door dit alles het vermoeden hebt gekregen dat
de inzittenden van het voertuig zich schuldig maken aan het plegen van straf-bare feiten genoemd in artikel 67, lid 1 WvS.
In de eenheid Amsterdam hebben wij over de vastlegging goede afspraken
kunnen maken met het OM. Ondanks dat elke situatie tijdens een dynamische
verkeerscontrole anders zal zijn, is er in samenspraak met het OM een voor-
beeld proces-verbaal opgemaakt. Dit voorbeeld geeft je enkele handvatten om
een zaak op een heldere wijze te verbaliseren. Het voorbeeld proces-verbaal
is als bijlage bij deze werkbeschrijving gevoegd en is terug te vinden op de
Amsterdamse intranetsite Dynamische Verkeerscontrole. .
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
40/56
40
5.3 Afhandeling
Als je deze methode veel zal gaan toepassen, ben je bijna gegarandeerd van
mooie aanhoudingen. En aanhoudingen brengen uiteraard werk met zich mee:
het opmaken van processen-verbaal, inbeslagnemingen, doorzoekingen,
verhoren, voorgeleidingen et cetera. In je dagelijkse werk zal de afhandeling
hiervan in de gebruikelijke procesgang geregeld zijn. De ene keer zal jij zelf
voor de afhandeling zorgen, in andere gevallen zal die zaak terecht komen bij
de recherche van het wijkteam of van het district.
Wanneer je echter een dynamische verkeerscontrole in georganiseerd verband
gaat uitvoeren, is het aan te raden om voorafgaand aan die controle goede
afspraken te maken over de afhandeling en opvolging daarvan. Betrek bij voor-keur de wijkteam- of districtsrecherche bij de voorbereidingen, zodat je niet
de hele actie moet afbreken als er een (mooie) aanhouding plaatsvindt.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
41/56
41
Hoofdstuk 6: Wetgeving en
jurisprudentie
In dit hoofdstuk besteden wij aandacht aan de wetgeving die ten grond-
slag ligt aan de dynamische verkeerscontrole en de actuele jurisprudentie
die daar over te vinden is. Of te wel, mag het? Kan het? En waar staat dat
dan?
Wij proberen het document elk jaar te herzien en te voorzien van de meest
actuele jurisprudentie. Peildatum nu is: september 2014.
6.1 Meest gebruikte wetgeving
Tijdens de dynamische verkeerscontrole maken wij gebruik van verschillende
wetgeving. Twee onderdelen daarvan zijn verreweg de belangrijkste: de con-
trolebevoegdheid uit artikel 160, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en de
identificatieplicht genoemd in artikel 8 van de Politiewet 2012, als gevolg van
de Wet op de Identificatieplicht (Wet ID).
Verder is de methode vooral gebaseerd op het vrijwillig meewerken en het
verkrijgen van toestemming, om zo nodig over te gaan tot doorzoeking van het
voertuig en fouillering van de inzittenden. Doordat toestemming of vrijwillig-
heid niet zijn opgenomen in wetgeving, zijn daar in de loop van de tijd veel
uitspraken over gedaan. De belangrijkste daarvan worden in dit hoofdstuk
behandeld.
6.2 Legitimatie werkwijze dynamische verkeerscontrole
Détournement de pouvoir (misbruik bevoegdheden) en eerdere verdenkingen
De uitspraken van de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad zijn
eenduidig ten aanzien van eventueel misbruik van de in artikel 160 Wegenver-
keerswet genoemde controlebevoegdheid . Namelijk, zolang de controlebe-
voegdheid3 niet uitsluitend is gebruikt voor een ander doel dan de Wegenver-
keerswetgeving, is er van détournement de pouvoir geen sprake. In de praktijk
komt het erop neer dat je bij aanvang van de daadwerkelijke verkeerscontrole
vraagt naar het rij- en kentekenbewijs. Hiermee laat je zien dat je de gebruikte
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
42/56
42
controlebevoegdheid ook echt toepast. Als je deze controlebevoegdheid zou
gebruiken om iemand alleen maar naar zijn identiteitsbewijs te vragen, is dat
dus niet toegestaan.
Ook eventuele verdenkingen die men koestert tegen inzittenden van een te
controleren voertuig, staan, blijkens verschillende uitspraken, een verkeers-
controle niet in de weg. Met andere woorden: het uitvoeren van een verkeers-
controle gericht op een persoon waarvan je veronderstelt dat hij stelselmatig
strafbare feiten pleegt, is toegestaan.
Ter illustratie een passage uit een Amsterdams vonnis, direct gerelateerd aan
een dynamische verkeerscontrole (LJN: BK7410): Het uitoefenen van een con-trolebevoegdheid is onrechtmatig indien vast komt te staan dat de bevoegd-
heid uitsluitend is gebruikt voor een ander doel (…). Indien de opsporingsamb-
tenaren de bevoegdheid mede hebben uitgeoefend om zich te vergewissen van
de naleving van de voorschriften van de Wegenverkeerswetgeving, dan doet
aan de rechtmatigheid van die controle niet af, dat die controle is aangewend
naar aanleiding van informatie die zou kunnen wijzen op betrokkenheid van
één of meerdere van de inzittenden van het voertuig, bij enig strafbaar feit.
Toestemming
Maar mogen wij zomaar toestemming vragen? Het antwoord is kort en
simpel: Ja! Het Hof in Den Haag was hierover in 2012 zeer duidelijk
(GHSGR:2012:BY1441): (…) geen rechtsregel staat in de weg dat toestemming
wordt gevraagd voor een onderzoek, ook niet wanneer de bevoegdheid tot
een dergelijk onderzoek normaal wettelijk is geregeld (…). Dus ook voor iets
dat normaal alleen maar is toegestaan met een wettelijke bevoegdheid, zoalsdoorzoeken, onderzoek kleding en identiteitscontrole. Maar uit de uitspraak
komt ook naar voren dat dit niet zomaar mag, er moet een aanleiding voor zijn.
Geen verdenking of ernstige bezwaren, maar gewoon een logische reden. Zo-
als bijvoorbeeld: mogelijke afscherming door gebruik te maken van een huur-
auto, een relevant antecedent, een gedraging op een sleutelplaats et cetera.
3In dit hoofdstuk worden verschillende uitspraken verkort weergegeven. Voor de volledige uitspraken verwijzen wij
naar www.rechtspraak.nl
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
43/56
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
44/56
44
160 WVW 1994 rechtmatig is wanneer deze bevoegdheid (mede) wordt ge-
bruikt ter controle op de voorschriften genoemd in de Wegenverkeerswetge-
ving. Enige verdenking jegens inzittenden van het voertuig staat een verkeers-
controle niet in de weg. Hoe in dat soort gevallen de selectie tot stand komt,
lijkt niet ter zake te doen.
Wet ID / artikel 8 Politiewet 2012
Ook deze bevoegdheid blijkt een uitstekend en succesvol instrument om te
gebruiken bij de dynamische verkeerscontrole. In verschillende arresten zijn
de rechtbanken, Hoven en de Hoge Raad wederom eenduidig. Ze baseren
zich op de Memorie van Toelichting (MvT) bij de Wet op de Identificatieplicht.
In het kort komt de betreffende MvT erop neer dat in de gehele politietaak,namelijk strafrechtelijke handhaving, handhaving van de openbare orde en
hulpverlening, sprake moet zijn van een redelijke taakuitoefening.
Basisprincipe hierbij is de in het proces-verbaal beschreven noodzaak waarom
de politie in een specifieke situatie gemeend heeft van personen een in de
Wet ID genoemd legitimatiebewijs te moeten vorderen. Wanneer dit louter
en alleen gebeurt op grond van uiterlijke kenmerken, is deze vordering niet
toegestaan (LJN: BJ1570). Gaat het om een inzittende van een voertuig waar-
van de bestuurder / te naam gestelde antecedenten heeft vanwege inbraken
en wordt het voertuig midden in de nacht gecontroleerd in een buurt waarvan
bekend is dat er regelmatig wordt ingebroken, dan is dit geen enkel probleem.
Zaak is dus dat de redenen voor de vraag naar het legitimatiebewijs uitvoerig
worden weergegeven in het proces-verbaal. Gevoel en ervaring van de contro-
lerende politiemensen telt hierbij absoluut mee.
Wanneer een persoon niet aan de vordering kan voldoen, kan gebruik gemaakt
worden van verschillende dwangmiddelen, zoals doorzoeking van voertuig en
bagage, alsmede fouillering van de verdachte. Overigens wordt in verschil-
lende uitspraken benadrukt dat een doorzoeking van (bijvoorbeeld) een voer-
tuig in dit geval, met de benodigde behoedzaamheid moet geschieden, maar
bijzonder grondig mag zijn. Zie hiervoor ondermeer LJN: BO2992.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
45/56
45
Vormverzuim en niet-ontvankelijkheid
De angst dat bepaalde handelingen, zoals vragen stellen en het vorderen van
identiteitsbewijzen tijdens de dynamische verkeerscontrole een zaak zouden
kunnen schaden, lijkt vrijwel ongegrond. Hoewel in de rechtspraak zeer ern-
stig en onherstelbaar vormverzuim kan leiden tot de zwaarste straf, niet-ont-
vankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie, gebeurt dit alleen in gevallen
waarin een ernstige inbreuk plaatsvindt op de beginselen van de behoorlijke
procesorde, waarbij doelbewust of door grove veronachtzaming de belangen
van de verdachte en diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak zijn
geschonden.
Het gebruik van bevoegdheden die naar later blijkt ten onrechte zijn ingezet,leidt in geen van de in deze paragraaf beschreven zaken tot niet-ontvankelijk-
heid. In enkele gevallen zal de zittende magistratuur hiervan slechts melding
maken, zonder daaraan sancties te verbinden. In andere gevallen, waarin dit
als onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek
van Strafvordering wordt aangemerkt, zal een afweging gemaakt worden tus-
sen de ernst van het verzuim en de ernst van het feit. Op grond van deze afwe-
ging zal een passende voorwaarde worden bepaald, zoals strafvermindering
of, in enkele gevallen, bewijsuitsluiting.
Een goed voorbeeld van deze situatie is terug te vinden in de uitspraak van de
rechtbank in Rotterdam uit juni 2009 (LJN BJ1570). Hier wordt tijdens een ver-
keerscontrole op een personenauto van de bijrijder zijn legitimatiebewijs ge-
vorderd. De verbalisanten geven als reden op dat de bijrijder aan de uiterlijke
kenmerken voldoet van een Antiliaan en de verbalisanten geven aan te weten
dat Antilianen veelvuldig actief zijn in de criminaliteit. De bijrijder voldoet wel-iswaar aan de vordering, maar neemt de benen als hij hoort dat hij vanwege
een signalering moet worden aangehouden. Bij zijn vlucht gooit deze bijrijder
een doorgeladen vuurwapen met geluidsdemper weg. Ondanks de vlucht zien
de verbalisanten kans hem aan te houden. In de uitspraak noemt de rechtbank
de vordering van het legitimatiebewijs (in dit specifieke geval) niet redelijker-
wijs noodzakelijk voor de uitoefening van de politietaak. Hij definieert dit als
een onherstelbaar vormverzuim, maar niet als een inbreuk op de behoorlijke
procesgang. Als gevolg van dit verzuim kent de rechtbank de verdachte 2
maanden strafkorting toe, en veroordeelt hem tot 6 maanden gevangenisstraf.
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
46/56
46
Een zeer duidelijk voorbeeld van een niet-ontvankelijkverklaring is het volgen-
de. Uit de uitspraak van het Hof Arnhem (LJN: BO2126) komt naar voren dat
een verbalisant in een proces-verbaal naar aanleiding van een verkeerscon-
trole heeft opgenomen dat de verdachte tegen hem heeft gezegd: “Ik weet dat
mijn rijbewijs is ingevorderd”. Later bleek deze verdachte ten gevolge van een
hersenbloeding niet in staat te spreken. Hij kan dit dus nooit tegen de verba-
lisant hebben gezegd. Het hof heeft daarom geoordeeld dat hier sprake is van
een onherstelbaar vormverzuim waarbij een zeer ernstige inbreuk is gemaakt
op de behoorlijke procesorde. Het Openbaar Ministerie werd niet-ontvankelijk
verklaard en de verdachte vrijgesproken.
6.3 JurisprudentieNog even de essentie van de meest relevante uitspraken op een rij4:
LJN: AY9670, Hoge Raad, november 2006
Geen détournement de pouvoir omdat de verbalisanten de controlebevoegd-
heid uit 160 WVW 1994 niet uitsluitend hebben gebruikt voor een ander doel.
En het redelijk vermoeden dat iemand zich heeft strafbaar gemaakt aan enig
strafbaar feit, staat een verkeerscontrole niet in de weg.
LJN: BA7855, Hof Den Bosch, juni 2007
Geen bewijsuitsluiting omdat de controlebevoegdheid aantoonbaar niet uit-
sluitend is gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is verleend, nu de
verdachte (onder meer) is gevraagd naar diens rijbewijs.
LJN: BG7758, Hoge Raad, februari 2009
(Onder meer) Het gegeven stopteken met als doel de identiteit van de inzit-tenden te controleren, is gezien de omstandigheden (inbraakmelding, nachte-
lijke uren, antecedenten tenaamgestelde) toegestaan.
LJN: BJ1570 Rechtbank Rotterdam, juni 2009
Vordering ID op grond van aannames en uiterlijke kenmerken niet toegestaan.
Vormverzuim met tot gevolg strafvermindering.
4Peildatum september 2014
8/17/2019 Dynamische Verkeerscontrole - blauwe boekje
47/56
47
LJN: BJ5573, Rechtbank Amsterdam, augustus 2009
Geen rechtsregel verzet zich er tegen dat een opsporingsambtenaar aan een
betrokkene vraagt vrijwillig medewerking te verlenen aan een onderzoek, dat
zonder die vrijwillige medewerking slechts kan plaatsvinden op basis van een
wettelijke regeling.
LJN: BK7410, Recht