Dobberen op het water

Post on 06-Aug-2015

207 views 0 download

Transcript of Dobberen op het water

WelkomVoorganger ds Wiekeraad

Organist Johannes de Vries.

VDD ELB 215

O, wil toch de hemel scheuren

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

O wil toch de hemel scheuren (EL 215) t. K.H.B. Bolwijn; m. Freylinghausen

Welkom

Voorganger ds Wiekeraad

Organist Johannes de Vries.

P 36 – 2

Uw heil is als de hemel hoog

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Votum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

P 36 – 3

Bij U heer is de levensbron

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Psalm 36 (LvdK) t. A.C. den Besten, W.J. van der Molen; m. Straatsburg 1539/Genève 1551

Gods wet,

daarna G 19 – 1, 3

Uit angst en nood stijgt mijn gebed

Uit angst en nood stijgt mijn gebed (LvdK 19) t. J. Wit; m. Wittenberg 1524

Uit angst en nood stijgt mijn gebed (LvdK 19) t. J. Wit; m. Wittenberg 1524

Uit angst en nood stijgt mijn gebed (LvdK 19) t. J. Wit; m. Wittenberg 1524

Uit angst en nood stijgt mijn gebed (LvdK 19) t. J. Wit; m. Wittenberg 1524

Gebed

ELB 422

Als je geen liefde hebt voor elkaar

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg

Wij gaan, tot straks!!

Lezen Ex 2 : 1 t/m 10 (HSV)

De geboorte van Mozes

1 Een man uit het geslacht van Levi ging en nam een dochter van Levi tot vrouw. 2 De vrouw werd zwanger en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij mooi was, verborg zij hem drie maanden. 3 Maar toen zij hem niet langer kon verbergen, nam zij voor hem een mandje van biezen en bestreek het met asfalt en pek.

Zij legde het kind daarin en zette het tussen het riet aan de oever van de Nijl. 4 En zijn zuster ging op een afstand staan om te weten te komen wat er met hem gedaan zou worden. 5 Toen daalde de dochter van de farao af om zich te wassen in de Nijl. Terwijl haar dienaressen langs de kant van de Nijl liepen,

zag zij het mandje midden in het riet. Zij stuurde haar slavin om het te halen. 6 Toen zij het opendeed, zag zij hem, het kind. En zie, het jongetje huilde. Zij kreeg medelijden met hem en zei: Dit is een van de Hebreeuwse kinderen. 7 Toen zei zijn zuster tegen de dochter van de farao: Zal ik voor u een voedster uit de Hebreeuwse vrouwen gaan roepen, die dat kindje voor u de borst kan geven?

8 De dochter van de farao zei tegen haar: Ga maar. Toen ging het meisje de moeder van het kind roepen. 9 En de dochter van de farao zei tegen haar: Neem dit kind mee en geef het voor mij de borst. Ikzelf zal u uw loon geven. De vrouw nam het jongetje mee en gaf het de borst.

10 En toen het jongetje groot geworden was, bracht zij hem bij de dochter van de farao, en hij werd haar tot zoon. Zij gaf hem de naam Mozes. Want, zei ze, ik heb hem uit het water getrokken.

ELB 81 – 1, 2

Zing met ons mee uit alle macht,

Elb. 81 : 2

In vuur en vlam zet ons de Geest

gegeven op het pinksterfeest,

het licht dat, op ons uitgestort,

weerkaatst, vermenigvuldigd wordt.

Elb. 81 : 1

Zing met ons mee uit alle macht,

zing met ons mee te middernacht;

al zien wij nog de morgen niet,

wij zingen toch dit vrolijk lied!

Lezen Hand. 7 : 17 t/m 22

(HSV)

17 Naarmate echter de tijd van de belofte die God aan Abraham gezworen had, naderbij kwam, groeide het volk en nam in aantal toe in Egypte, 18 totdat er een andere koning opstond, die Jozef niet gekend had. 19 Die ging listig met ons geslacht om en behandelde onze vaderen slecht door hen hun jonge kinderen te vondeling te laten leggen, opdat zij zich niet zouden voortplanten.

20 In die tijd werd Mozes geboren. Hij was bijzonder mooi. Hij werd drie maanden opgevoed in het huis van zijn vader. 21 En toen hij te vondeling gelegd was, nam de dochter van de farao hem op in haar huis en voedde hem voor zichzelf op als een zoon. 22 En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in woorden en in daden.

20     In die tijd werd Mozes geboren. Hij was bijzonder mooi.     Hij werd drie maanden opgevoed in het huis van zijn vader. 21 En toen hij te vondeling gelegd was, nam de dochter van de farao hem op in haar huis en voedde hem voor zichzelf op als een

zoon. 22 En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid van de Egyptenaren en was machtig in woorden en in daden.

ELB 81 – 4, 6

Soms is ons lied een vuurkolom

Elb. 81 : 4

Soms is ons lied een vuurkolom,

soms blaast een psalm de muren om

dan is te horen, onverwacht,

hoe wie gelooft ten laatste lacht!

Elb. 81 : 6

Zing met ons mee, uit alle macht,

zing met ons mee te middemacht,

zing met de hele kerk in koor,

en geef dit licht de wereld door!

Verkondiging.

G 109 – 1, 3, 5

Hoor een heilig koor van engelen,

allen:

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Hoor een heilig koor (LvdK 109) t. Chr. Wordsworth; v. W. Barnard; m. c. 1700

Gebeden.

Collecte

1ste Litindo

2de eigen gemeente

ELB 263 – 1, 2, 4

Door de wereld gaat een woord

Elb. 263 : 1

Door de wereld gaat een woord

en het drijft de mensen voort:

"Breek uw tent op, ga op reis

naar het land, dat Ik u wijs."

(refrein:)

Here God, wij zijn vervreemden

door te luist' ren naar uw stem.

Breng ons saam met uw ontheemden

naar het nieuw Jeruzalem.

Door de wereld gaat een stoet

die de ban brak van het bloed.

Die bij wat op aarde leeft

nu geen burgerrecht meer heeft.

(refrein:)

Here God, wij zijn vervreemden

door te luist' ren naar uw stem.

Breng ons saam met uw ontheemden

naar het nieuw Jeruzalem.

Door de wereld klinkt een lied

tegen angsten en verdriet,

tegen onrecht, tegen dwang

richten pelgrims hun gezang.

(refrein:)

Here God, wij zijn vervreemden

door te luist' ren naar uw stem.

Breng ons saam met uw ontheemden

naar het nieuw Jeruzalem.

Zegen

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!