Post on 18-Jul-2015
Uitsmijter
66 www.computeridee.nl k 13 k 2014
Recherchewerk met sociale mediaOnderzoeker Arnout de
Vries en politiechef
Frank Smilda schreven
een boek over het
gebruik van sociale
media in de opsporing.
Oproep
Doet u iets bijzonders met uw pc? Of hebt u een handige softwareoplossing voor uw hobby bedacht? Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Creatief met de pc’ naar redactie@computeridee.nl. Wie weet komt u ermee in Computer Idee.
Arnout de Vries is
onderzoeker en advi-
seur op het gebied van
sociale media en maat-
schappelijke veiligheid bij
TNO. Frank Smilda is politie-
chef bij de Nationale Politie
Eenheid Noord-Nederland.
Samen schreven ze een boek
waarin ze uitleggen hoe bur-
gers en politie het beste kun-
nen samenwerken bij recher-
chewerk op sociale media als
Twitter en Facebook.
Hoe kunnen burgers helpen?Arnout de Vries: “Dat kan in de
eerste plaats door zelf oogge-
tuigenverslagen te maken.
Daar bestaan zelfs speciale
apps voor. Met de Britse ‘Self
Evident’-app kun je bijvoor-
beeld als slachtoffer of getuige
een behoorlijk compleet ver-
slag maken, inclusief eigen
foto’s en films van de plaats
delict en een Google Maps-
kaartje. En er bestaat ook een
app waarmee je zelf een compo-
sitietekening kunt maken van
de dader. Behalve door foto’s
en filmpjes te maken, kunnen
burgers helpen bij het signale-
ren van online delicten, zoals
doodsbedreigingen via Twitter
of identiteitsfraude. Veel men-
sen zien internet als een vrij-
plaats om zich te misdragen,
maar zo zou het niet moeten
zijn. Het is goed als mensen
ook online op hun gedrag wor-
den aangesproken. Wanneer
de politie in Haren bijvoor-
beeld door meer mensen op
Project X was gewezen, was de
situatie daar misschien minder
uit de hand gelopen.”
Hoe gebruikt de politie sociale media?“Politieagenten twitteren en
gebruiken Facebook. Bijvoor-
beeld bij evenementen, om
burgers te informeren en
instructies te geven, of om sig-
nalementen te verspreiden van
vermiste personen. Daarnaast
zijn er wijkagenten die aange-
sloten zijn bij WhatsApp-groe-
pen van burgerwachten in
bepaalde wijken, om zo beter
geïnformeerd te zijn. Daarbij
is het wel zaak dat ze de
juiste verwachtingen
scheppen, zodat
burgers bijvoor-
beeld niet den-
ken dat wanneer
ze een berichtje
op WhatsApp
zetten binnen
zo’n groep, de
politie dus
automatisch
ook op de
hoogte is.
Daarnaast is
‘crowdsour-
cing’ een veelbe-
lovende mogelijk-
heid. Wanneer de
politie opsporingsdos-
siers online zou zetten,
inclusief foto’s,
video’s, kaarten en
reconstructies, kan
dat veel creatieve
ideeën en
expertinformatie opleveren.
Dat deed Maurice de Hond bij-
voorbeeld, in de Deventer
moordzaak, met de website
www.geenonschuldigenvast.
nl. Dankzij de inzet van burger-
experts is volgens De Hond in
die zaak veel relevante infor-
matie bijeen gebracht.”
Hoe moet het niet?“Wanneer overenthousiaste
burgers heksenjachten ontke-
tenen, wanneer ze de privacy
schenden van medeburgers of
wanneer ze waardevolle aan-
wijzingen weggeven. De politie
schrikt zich regelmatig een
hoedje doordat familieleden
Wie: Arnout de Vries
Waar: Online
Wat: Twitter en Facebook
Waarom: Opsporing
van een slachtoffer bijvoor-
beeld op Facebook allerlei
opsporingsinformatie wegge-
ven , terwijl de zaak nog loopt.
Tijdens de jacht op de daders
van de dubbele bomaanslag
van de Boston-marathon waren
er mensen die de politiescan-
ner afluisterden en elke bewe-
ging van de politie live uittik-
ten. Dat wil je niet, want de
voortvluchtigen kunnen dat
ook lezen. Die aanslag is een
perfect voorbeeld van een zaak
waarbij burgers online op grote
schaal meedachten. Je zag toen
ook meteen de gevaren daar-
van: op een bepaald moment
was iedereen ervan overtuigd
dat een bepaalde jongen met
een rugzak de dader was. Ach-
teraf bleek dat niet zo te zijn.
Ik ben er daarom voorstander
van dat de politie zoveel moge-
lijk van dit soort crowdsour-
cing zelf in handen houdt, door
tools beschikbaar te stellen en
speciale Facebook-pagina’s of
samenwerkingsplatformen op
te richten. Nu plaatsen burgers
steeds vaker, in de hoop dat
daders zo sneller gepakt wor-
den, zelf opsporingsdata
online. Het is beter wan-
neer dat gebeurt in over-
leg met de politie. Die kan
beter beoordelen welke
informatie wel en niet onli-
ne kan, in het belang van
het onderzoek en met het
oog op de
privacybescherming.”t
Tekst: Jolein de Rooij
SITES
1socialmediadna.nl
1politie.nl
1www.justevidence.org