Computer Idee - recherchewerk via sociale media

1
Uitsmijter 66 www.computeridee.nl k 13 k 2014 Recherchewerk met sociale media Onderzoeker Arnout de Vries en politiechef Frank Smilda schreven een boek over het gebruik van sociale media in de opsporing. Oproep Doet u iets bijzonders met uw pc? Of hebt u een handige softwareoplossing voor uw hobby bedacht? Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Creatief met de pc’ naar [email protected]. Wie weet komt u ermee in Computer Idee. A rnout de Vries is onderzoeker en advi- seur op het gebied van sociale media en maat- schappelijke veiligheid bij TNO. Frank Smilda is politie- chef bij de Nationale Politie Eenheid Noord-Nederland. Samen schreven ze een boek waarin ze uitleggen hoe bur- gers en politie het beste kun- nen samenwerken bij recher- chewerk op sociale media als Twitter en Facebook. Hoe kunnen burgers helpen? Arnout de Vries: “Dat kan in de eerste plaats door zelf oogge- tuigenverslagen te maken. Daar bestaan zelfs speciale apps voor. Met de Britse ‘Self Evident’-app kun je bijvoor- beeld als slachtoffer of getuige een behoorlijk compleet ver- slag maken, inclusief eigen foto’s en films van de plaats delict en een Google Maps- kaartje. En er bestaat ook een app waarmee je zelf een compo- sitietekening kunt maken van de dader. Behalve door foto’s en filmpjes te maken, kunnen burgers helpen bij het signale- ren van online delicten, zoals doodsbedreigingen via Twitter of identiteitsfraude. Veel men- sen zien internet als een vrij- plaats om zich te misdragen, maar zo zou het niet moeten zijn. Het is goed als mensen ook online op hun gedrag wor- den aangesproken. Wanneer de politie in Haren bijvoor- beeld door meer mensen op Project X was gewezen, was de situatie daar misschien minder uit de hand gelopen.” Hoe gebruikt de politie sociale media? “Politieagenten twitteren en gebruiken Facebook. Bijvoor- beeld bij evenementen, om burgers te informeren en instructies te geven, of om sig- nalementen te verspreiden van vermiste personen. Daarnaast zijn er wijkagenten die aange- sloten zijn bij WhatsApp-groe- pen van burgerwachten in bepaalde wijken, om zo beter geïnformeerd te zijn. Daarbij is het wel zaak dat ze de juiste verwachtingen scheppen, zodat burgers bijvoor- beeld niet den- ken dat wanneer ze een berichtje op WhatsApp zetten binnen zo’n groep, de politie dus automatisch ook op de hoogte is. Daarnaast is ‘crowdsour- cing’ een veelbe- lovende mogelijk- heid. Wanneer de politie opsporingsdos- siers online zou zetten, inclusief foto’s, video’s, kaarten en reconstructies, kan dat veel creatieve ideeën en expertinformatie opleveren. Dat deed Maurice de Hond bij- voorbeeld, in de Deventer moordzaak, met de website www.geenonschuldigenvast. nl. Dankzij de inzet van burger- experts is volgens De Hond in die zaak veel relevante infor- matie bijeen gebracht.” Hoe moet het niet? “Wanneer overenthousiaste burgers heksenjachten ontke- tenen, wanneer ze de privacy schenden van medeburgers of wanneer ze waardevolle aan- wijzingen weggeven. De politie schrikt zich regelmatig een hoedje doordat familieleden Wie: Arnout de Vries Waar: Online Wat: Twitter en Facebook Waarom: Opsporing van een slachtoffer bijvoor- beeld op Facebook allerlei opsporingsinformatie wegge- ven, terwijl de zaak nog loopt. Tijdens de jacht op de daders van de dubbele bomaanslag van de Boston-marathon waren er mensen die de politiescan- ner afluisterden en elke bewe- ging van de politie live uittik- ten. Dat wil je niet, want de voortvluchtigen kunnen dat ook lezen. Die aanslag is een perfect voorbeeld van een zaak waarbij burgers online op grote schaal meedachten. Je zag toen ook meteen de gevaren daar- van: op een bepaald moment was iedereen ervan overtuigd dat een bepaalde jongen met een rugzak de dader was. Ach- teraf bleek dat niet zo te zijn. Ik ben er daarom voorstander van dat de politie zoveel moge- lijk van dit soort crowdsour- cing zelf in handen houdt, door tools beschikbaar te stellen en speciale Facebook-pagina’s of samenwerkingsplatformen op te richten. Nu plaatsen burgers steeds vaker, in de hoop dat daders zo sneller gepakt wor- den, zelf opsporingsdata online. Het is beter wan- neer dat gebeurt in over- leg met de politie. Die kan beter beoordelen welke informatie wel en niet onli- ne kan, in het belang van het onderzoek en met het oog op de privacybescherming.” t Tekst: Jolein de Rooij SITES 1 socialmediadna.nl 1 politie.nl 1 www.justevidence.org

Transcript of Computer Idee - recherchewerk via sociale media

Page 1: Computer Idee - recherchewerk via sociale media

Uitsmijter

66 www.computeridee.nl k 13 k 2014

Recherchewerk met sociale mediaOnderzoeker Arnout de

Vries en politiechef

Frank Smilda schreven

een boek over het

gebruik van sociale

media in de opsporing.

Oproep

Doet u iets bijzonders met uw pc? Of hebt u een handige softwareoplossing voor uw hobby bedacht? Stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘Creatief met de pc’ naar [email protected]. Wie weet komt u ermee in Computer Idee.

Arnout de Vries is

onderzoeker en advi-

seur op het gebied van

sociale media en maat-

schappelijke veiligheid bij

TNO. Frank Smilda is politie-

chef bij de Nationale Politie

Eenheid Noord-Nederland.

Samen schreven ze een boek

waarin ze uitleggen hoe bur-

gers en politie het beste kun-

nen samenwerken bij recher-

chewerk op sociale media als

Twitter en Facebook.

Hoe kunnen burgers helpen?Arnout de Vries: “Dat kan in de

eerste plaats door zelf oogge-

tuigenverslagen te maken.

Daar bestaan zelfs speciale

apps voor. Met de Britse ‘Self

Evident’-app kun je bijvoor-

beeld als slachtoffer of getuige

een behoorlijk compleet ver-

slag maken, inclusief eigen

foto’s en films van de plaats

delict en een Google Maps-

kaartje. En er bestaat ook een

app waarmee je zelf een compo-

sitietekening kunt maken van

de dader. Behalve door foto’s

en filmpjes te maken, kunnen

burgers helpen bij het signale-

ren van online delicten, zoals

doodsbedreigingen via Twitter

of identiteitsfraude. Veel men-

sen zien internet als een vrij-

plaats om zich te misdragen,

maar zo zou het niet moeten

zijn. Het is goed als mensen

ook online op hun gedrag wor-

den aangesproken. Wanneer

de politie in Haren bijvoor-

beeld door meer mensen op

Project X was gewezen, was de

situatie daar misschien minder

uit de hand gelopen.”

Hoe gebruikt de politie sociale media?“Politieagenten twitteren en

gebruiken Facebook. Bijvoor-

beeld bij evenementen, om

burgers te informeren en

instructies te geven, of om sig-

nalementen te verspreiden van

vermiste personen. Daarnaast

zijn er wijkagenten die aange-

sloten zijn bij WhatsApp-groe-

pen van burgerwachten in

bepaalde wijken, om zo beter

geïnformeerd te zijn. Daarbij

is het wel zaak dat ze de

juiste verwachtingen

scheppen, zodat

burgers bijvoor-

beeld niet den-

ken dat wanneer

ze een berichtje

op WhatsApp

zetten binnen

zo’n groep, de

politie dus

automatisch

ook op de

hoogte is.

Daarnaast is

‘crowdsour-

cing’ een veelbe-

lovende mogelijk-

heid. Wanneer de

politie opsporingsdos-

siers online zou zetten,

inclusief foto’s,

video’s, kaarten en

reconstructies, kan

dat veel creatieve

ideeën en

expertinformatie opleveren.

Dat deed Maurice de Hond bij-

voorbeeld, in de Deventer

moordzaak, met de website

www.geenonschuldigenvast.

nl. Dankzij de inzet van burger-

experts is volgens De Hond in

die zaak veel relevante infor-

matie bijeen gebracht.”

Hoe moet het niet?“Wanneer overenthousiaste

burgers heksenjachten ontke-

tenen, wanneer ze de privacy

schenden van medeburgers of

wanneer ze waardevolle aan-

wijzingen weggeven. De politie

schrikt zich regelmatig een

hoedje doordat familieleden

Wie: Arnout de Vries

Waar: Online

Wat: Twitter en Facebook

Waarom: Opsporing

van een slachtoffer bijvoor-

beeld op Facebook allerlei

opsporingsinformatie wegge-

ven , terwijl de zaak nog loopt.

Tijdens de jacht op de daders

van de dubbele bomaanslag

van de Boston-marathon waren

er mensen die de politiescan-

ner afluisterden en elke bewe-

ging van de politie live uittik-

ten. Dat wil je niet, want de

voortvluchtigen kunnen dat

ook lezen. Die aanslag is een

perfect voorbeeld van een zaak

waarbij burgers online op grote

schaal meedachten. Je zag toen

ook meteen de gevaren daar-

van: op een bepaald moment

was iedereen ervan overtuigd

dat een bepaalde jongen met

een rugzak de dader was. Ach-

teraf bleek dat niet zo te zijn.

Ik ben er daarom voorstander

van dat de politie zoveel moge-

lijk van dit soort crowdsour-

cing zelf in handen houdt, door

tools beschikbaar te stellen en

speciale Facebook-pagina’s of

samenwerkingsplatformen op

te richten. Nu plaatsen burgers

steeds vaker, in de hoop dat

daders zo sneller gepakt wor-

den, zelf opsporingsdata

online. Het is beter wan-

neer dat gebeurt in over-

leg met de politie. Die kan

beter beoordelen welke

informatie wel en niet onli-

ne kan, in het belang van

het onderzoek en met het

oog op de

privacybescherming.”t

Tekst: Jolein de Rooij

SITES

1socialmediadna.nl

1politie.nl

1www.justevidence.org