Post on 20-Aug-2018
De Bijen Bestuivingstechniek v.o.f.
Roeland Segers & Martijn Segers
150 bijenvolken Apis mellifera (carnica)
Metselbijen:
Osmia cornuta
Osmia bicornis
Bestuiving aardbeien, courgettes en aubergines.
Kersen en blauwe bessen met metselbijen
Teelt honingbijen en metselbijen
Bestuiving algemeen
Angiospermea (bedektzadigen, bloemplanten) 1/6 van alle levende organismen
Interacties van groot belang voor de meeste ecosystemen
Kringlopen van voedsel en energie
Bloemen zijn bijzondere structuren met vele functies
Productie geslachtscellen – generatieve voortplanting
Bescherming delicaat weefsel
Kruisbestuiving vs zelfbestuiving
Ontvangst en geleiding van binnenkomend stuifmeel
Adverteren van voedselbron
Abiotische en biotische bestuiving – wind en water vs dierlijke bezoekers
Een dierlijke bezoeker wil geen goede bestuiver zijn
<1%
90% van alle bloemplanten wordt door dieren bestoven
Welke dieren bezoeken bloemen (voor voedsel)
130,000 diersoorten, 25,000 bijensoorten wereldwijd
Vogels, vleermuizen, vliegen, kevers, vlinders motten
Bloemeters
Bloemverzamelaars
Waarom bezoeken dieren bloemen?
Voedsel, nectar en stuifmeel
Olien
Hars
Afscheidingen van de stigma
Geuren
Broedlocatie
Bescherming en warmte
Hoe lokken bloemen bezoekers?
Kleur en verandering van kleur, pigmentatie
Geur
Vorm
Wat maakt een bezoeker een goede bestuiver?
Fysieke aspecten
Gedragsaspecten
Keuze plaats en tijd
Werkwijze en werktempo
Beweging tussen planten
Poetsgedrag en eetgedrag
Bloemvastheid
Fysiologische aspecten: endo vs exo, droog vs nat, licht vs donker
Van alle bezoekers zijn bijen bijzonder effectief
Verzamelen alleen op bloemen
Alle levensfasen vergen voeding met stuifmeel en nectar
Vaak een zeer goede fysieke match
Omvang, haar, tong, vermogen om te leren, bloemvastheid, endothermisch vermogen
De teler
De behoefte van de teler en het doelgewas staat centraal
Advies
Tijdige levering
Gezonde bijen
Verantwoorde prijs
Gewasbescherming
Bestuiversmix
De verwachting overtreffen
Het gewas
De bijen staan in dienst van het gewas
Insecticiden, fungiciden
Werken in het gewas
Overkapping
Ken je gewas
Overkapping en temperatuur – zoete kers
10 °C 20°C 30°C
aantal gehechte stuifmeelkorrels 320 290 400
aantal ontkiemde stuifmeelkorrels 230 150 100
precentage ontkiemde stuifmeelkorrels 72% 52% 25%
10 °C 20°C 30°C
succes ratio 4,5 11 7
Aantal volgroeide pollenbuizen / aantal ontkiemde stuifmeelkorrels x
1000
Honingbijen
3- gangenmenu
Broedloze kunstzwermen
Geen vegers tijdens bloei
Teelt met drieramers
Kas 7 of 10 raams
Wisselen bijenvolken
Voeren wel of niet
Opruimen
Locatie in de kas
Afsluitbaar
Inkomsten uit honing
Vervoer bijen
Reisramen?
Dubbelasser
Kastsoort
Verstoring tijdens transport
Warm lopen
Lekkende kasten
Vervoer overdag?
Bestuiving door solitaire bijen
Japan, Osmia cornifrons, appels
Amerika, Osmia lignaria, amandelen
Canada, Megachile rotundata, alphalpha (luzerne)
Amerika, Nomeria melanderi, alphalpha
Nederland , Osmia cornuta en Osmia bicornis, appels, peren, kersen, blauwe bessen
Osmia cornuta, Gehoornde metselbij en Osmia bicornis, Rosse metselbij
Levencyslus
• Fase 1 uitlopen en paren
• Fase 2 rijpen
• Fase 3 nestbouw
• Fase 4 ontwikkeling
• Fase 5 voorwinter
• Fase 6 winter
Fase 1 uitlopen en paren (vanaf eind februari)
• Bijen overwinteren in cocon als volwassen
individu (vorstresistent)
• Vrouwtjes achterin, mannetjes voorin
• Mannetjes lopen eerder uit
• Cornuta februari/maart
• Bicornis april/mei
• Winterduur en voorjaarstemperatuur
• Paring na het uitlopen
• Een mannetje paart met meerdere vrouwtjes
• Gemiddelde grootte
• Lange vibraties
• Geur en genetische verwantschap
Fase 3 Nestbouw• Zoeken van een nest
• Spoor van vetzuren
• Hout, riet, bamboe, steen,
• Doorsnede 0,6-0,9 cm
• Lengte 5 tot 21 cm
• Plamuren achterkant
• Verzamelen in tandem
• Eerst de nectar mengen dan stuifmeel
deponeren, dan muurtje metselen etc
• Vrouwtjes krijgen meer stuifmeel
• Voor één broedcel gemiddeld 1400
bloembezoeken
• 8 cellen per nest
• 14.000 bloembezoeken vrouwtje
• Actieradius tot 600 meter
• Vrijwel al het stuifmeel verzameld op
doelgewas (cornuta)29-03-2014 06-04-2014 16-04-2014
Fase 4 ontwikkeling
• Pollen/nectarmassa
• Cornuta meer nectar
• Eitjes op de massa geplakt
• Losstoten is verlies
• Eitje en eerste fase larve eten nog niet
• Gevoelig voor aanvallen van mijten
(Chaetodactylus spp)
• Van ei tot vijfde fase die cocon spint duurt
ongeveer 40 dagen
• Stuifmeel wordt helemaal opgegeten
• Larve ontlast zich geregeld
• Rechtsboven geïnfecteerde cel
Fase 4 ontwikkeling
• Bovenste nest vette cornuta larven
• Stuifmeel is op
• Beginnen aan spinnen van cocon
• Onder bicornis, relatief droog stuifmeel
• Loopt maand achter, jongere larven
• Cocon spinnende larven
• Gaan daarna over in prepupa fase
• Zomer diapauze
• Bij hitte wordt de prepupafase verlengd
• Prepupafase 30-90 dagen
• pop (30-40 dagen)
• Eind augustus volwassen bij in Cocon
Bestuiving door metselbijen, voordelen
Ze dragen het stuifmeel op hun buik waardoor er gemakkelijk contact wordt
gemaakt met de stamper van een bloem.
Het stuifmeel wordt droog vervoerd zodat het de kiemkracht behoudt en makkelijk
loskomt van de bij. Honingbijen en hommels mengen het verzamelde stuifmeel
met wat nectar. Hierdoor gaat de kiemkracht verloren.
Ze landen bij het aanvliegen van de fruitbloemen van pruim, kers, peer en appels
direct op de meeldraden van de bloem. Een bloembezoek is dan ook vrijwel direct
een succesvol bestoven bloem.
Ze beginnen vroeger met vliegen en eindigen later op de dag dan honingbijen.
(vooral de Gehoornde metselbij)
Ze vliegen bij bewolkte hemel.
Ze bezoeken meer bloemen per minuut dan honingbijen.
Bestuiversmix
Voorbereiding
Twee weken voor bloei aanbrengen nestgelegenheden
Diverse nestblokken (houtsoort, opstelling, diameter)
Twee weken voor de bloei uitleggen van cocons
Timing is cruciaal
Langere overwintering betekent korter uitlopen
Hogere wintertemperatuur betekent eerder uitlopen
Uitlopen bijen synchroniseren met de primaire bloei!
Tijdens de vlucht
Bicornis wil graag zon
Cornuta is weerbarstiger
Zorgdragen voor voldoende geschikte specie
Stuifmeel voor en na de bloei hoofdgewas
Bescherming nestgelegenheden met gaas – vogels
Vliegende parasieten metselbijvliegje en muurrouwzwever
Bij milde temp en vocht: mijten! (C. Osmiae)
Stuifmeel van doelgewas, beperkte actieradius
Na de vlucht
Nesten laten staan of binnenhalen
Waar wegzetten?
Moment van oogsten bepalen
Oogsten van cocons
Moment van koelen bepalen
Koelen en bewaren van cocons
Bestuiving door metselbijen alleen
Stel dat u een perenboomgaard heeft van 5 hectare. Per hectare staan er 2400 bomen met ongeveer 1500 bloemen per boom. Dat zijn 3,6 miljoen bloemen. De bloemen worden twee keer bezocht. Dat betekent 7,2 miljoen bloembezoeken in totaal. Een vrouwtje van de Gehoornde metselbij bezoekt in haar leven, ervan uitgaande dat ze 8 broedcellen produceert en dat voor één broedcel gemiddeld 1400 bloembezoeken nodig zijn, 11200 bloemen. Dat komt neer op 642 nestelende vrouwtjes per hectare. Stel dat de aan te kopen populatie een sex ratio heeft van 1:1.5 dan heeft u dus 1605 cocons nodig. Er is echter nog een factor waar rekening mee moet worden gehouden, namelijk het vervliegen van vrouwtjes, veroorzaakt door vrouwtjes die geen nest beginnen in de aangeboden nestgelegenheden. Deze vervlieging kan hoog oplopen, tot meer dan 60%. Om hiervoor te compenseren gaan wij uit van een vervlieging van gemiddeld 30%, dat betekent dat u dus nog een derde meer cocons nodig heeft om het benodigde aantal nestelende vrouwtjes te verkrijgen. Nog 535 cocons extra, samen 2140 cocons voor één hectare. Voor vijf hectare heeft u dan 10.700 cocons nodig. U koopt dan zoveel cocons dat u bij goed onderhoud van de populatie metselbijen nooit meer hommels of honingbijen nodig heeft. U kunt deze populatie ook in enkele jaren opbouwen zodat de investering niet direct hoog is. U heeft tot de tijd dat de populatie Gehoornde metselbijen groot genoeg is nog honingbijen nodig.
Bestuiving door Osmia cornuta
Pruim - bloeitijd: begin april - één nestelend vrouwtje per twee bomen
Kers - bloeitijd: begin april - één nestelend vrouwtje per boom
Peer - Bloeitijd: midden april - één nestelend vrouwtje per drie bomen
Appel - Bloeitijd midden april - één nestelend vrouwtje per drie bomen
Bessen (Ribes) - bloeitijd eind april - alleen als onderdeel van een bestuiversmix
met hommels of honingbijen - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Blauwe bessen - Bloeitijd eind april/mei - alleen als onderdeel van een
bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per
hectare
Bestuiving door Osmia bicornis
Appels - bij vroege bloei en als onderdeel van een bestuiversmix met Gehoornde metselbijen en/of honingbijen - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Appels - alleen Rosse metselbijen: één nestelend vrouwtje per drie bomen (let op de bloeitijd)
Bessen (Ribes) - bloeitijd eind april - alleen als onderdeel van een bestuiversmix met hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Blauwe bessen - bloeitijd eind april/mei/juni alleen als onderdeel van een bestuiversmixmet honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Aardbeien - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Bramen - bloeitijd mei/juni - als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
Frambozen - bloeitijd mei/juni - als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare