Ben ik een verloren zoon of dochter?

Post on 10-Jul-2015

369 views 0 download

description

Voorganger Joost van den BrinkOrganist Johannes de VriesLuister mee viawww.audioserver.nl ofwww.kerknoordwolde.nl

Transcript of Ben ik een verloren zoon of dochter?

Welkom bij de ochtenddienst

Voorganger: J. van den Brink

Organist: Johannes

Thema: Ben ik een verloren zoon of dochter?

Hosanna, hosanna, de Koning komt

Opwekking 240

Hosanna, hosanna,

de Koning komt,

in de naam van de God van Israël.

Hosanna, hosanna,

de Koning komt,

in de naam van de God van Israël.

Refrein:

Hosanna, hosanna,

de Koning van Israël.

Hosanna, hosanna,

de Koning van Israël.

Wees welkom, wees welkom

o Vredevorst

in de naam van de God van Israël.

Wees welkom, wees welkom

o Vredevorst

in de naam van de God van Israël.

Gij geeft ons het leven en overvloed

in de naam van de God van Israël.

Gij geeft ons het leven en overvloed

in de naam van de God van Israël.

Gij brengt en verkondigt het jubeljaar

in de naam van de God van Israël.

Gij brengt en verkondigt het jubeljaar

in de naam van de God van Israël.

Gij zendt van de Vader

de heil'ge Geest

in de naam van de God van Israël.

Gij zendt van de Vader

de heil'ge Geest

in de naam van de God van Israël.

Welkom bij de ochtenddienst

Voorganger: J. van den Brink

Organist: Johannes

Thema: Ben ik een verloren zoon of dochter?

Zegen, mijn ziel

Psalm 103

Vers 1

Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN,

laat al wat binnen in mij is Hem eren,

vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid,

gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,

die u geneest, die uit het graf uw leven

verlost en kroont met goedertierenheid.

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Stil gebedVotum en groet

Gebed

Neem mijn leven, laat het, Heer

Gezang 473

Vers 6

6

Neem mijn zonden en mijn schuld

in 't beleid van uw geduld.

Maak dat ik, opstandig kind,

steeds de weg tot U hervind.

Zegen, mijn ziel

Psalm 103

Vers 3 en 4

3

Hij is een God van liefde en genade,

barmhartigheid en goedheid zijn de daden

van Hem die niet voor altijd met ons twist,

die ons niet doet naar alles wat wij deden,

ons niet naar onze ongerechtigheden

vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.

4

Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen

boven de aarde, is voor wie Hem vrezen

zijn liefde en zijn goedertierenheid.

Zo ver verwijderd 't westen is van 't oosten,

zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten

de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd.

Leefregel

Neem mijn leven, laat het, Heer

Gezang 473

Vers 1 en 5

1

Neem mijn leven, laat het, Heer,

toegewijd zijn aan uw eer.

Maak mijn uren en mijn tijd

tot uw lof en dienst bereid.

5

Neem mijn wil en maak hem vrij,

dat hij U geheiligd zij.

Maak mijn hart tot uwe troon,

dat uw Heilge Geest er woon'.

Gebed om de Heilige Geest

U wil ik kennen

U wil ik kennen

Opwekking 422

U wil ik kennen,

U wil ik kennen,

en steeds met U wandelen

door U met de waarheid bekleed.

'k Heb mijn ogen op U gericht.

Heer, toon mij uw aangezicht.

Ik bouw mijn geloof op U.

Vertrouw U mijn leven toe.

U wil ik kennen,

leer mij U kennen,

meer van U houden,

Heer, Jezus, Jezus.

Wij gaan, tot straks!!

SchriftlezingLucas 15: 1-3 en 11-32

15 De zorg om wat verloren is

1 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren.

2 Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’

3 Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis:

11 Vervolgens zei hij: ‘Iemand had twee zonen. 12 De jongste van hen zei tegen zijn vader:

“Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn

vermogen onder hen.

13 Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar

hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14 Toen hij alles had

uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te

lijden.

15 Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16 Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten

kregen, maar niemand gaf ze hem.

17 Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in

overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18 Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de

hemel en tegen u,

19 ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20 Hij vertrok meteen en ging

op weg naar zijn vader.

Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel

hem om de hals en kuste hem.

21 “Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben

het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22 Maar de vader zei tegen zijn

knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn

vinger en geef hem sandalen.

23 Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24 want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij

was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren.

25 De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij

muziek en gedans. 26 Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te

betekenen had.

27 De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste

kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28 Hij werd woedend en

wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren.

29 Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam

geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor

hem het gemeste kalf geslacht.”

31 Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar we konden toch niet anders dan

feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren

en is teruggevonden.”’

Zegen, mijn ziel

Psalm 103

Vers 5

5

Zoals een vader liefdevol zijn armen

slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen

God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,

Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht gekomen,

slechts leven op de adem van zijn stem.

Ben ik een verloren zoon of dochter?

Deel 1

Ik heb mijn God, dat is genoeg

Gezang 466

Vers 3

3

Ik heb mijn God, dat is genoeg,

ik wens mij niets daarneven.

Veel meer dan 't meeste, dat ik vroeg,

is mij in Hem gegeven:

mijn hoogste goed, mijn troost in smart,

het enig rustpunt van mijn hart,

mijn eeuwig licht en leven.

Ben ik een verloren zoon of dochter?

Deel 2

Abba, Vader

Opwekking 136

Abba, Vader, U alleen,

U behoor ik toe.

U alleen doorgrondt mijn hart,

U behoort het toe.

Laat mijn hart steeds vurig zijn,

U laat nooit alleen.

Abba, Vader, U alleen

U behoor ik toe.

Abba, Vader, laat mij zijn

slechts van U alleen.

Dat mijn wil voor eeuwig zij

d'uwe en anders geen.

Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.

Laat mij nimmer gaan.

Abba, Vader, laat mij zijn

slechts van U alleen.

Abba, Father, let me be

Yours and Yours alone.

May my will forever be

evermore Your own.

Never let my heart grow cold.

Never let me go.

Abba, Father, let me be

Yours and Yours alone.

Dank- en voorbeden

Collecte1ste Christenen voor Israël2de voor eigen gemeente

O grote God die liefde zijt

Gezang 481

Vers 1, 2 en 4

1

O grote God die liefde zijt,

o Vader van ons leven,

vervul ons hart, dat wij altijd

ons aan uw liefde geven.

Laat ons het zout der aarde zijn,

het licht der wereld, klaar en rein.

Laat ons uw woord bewaren,

uw waarheid openbaren.

2

Maak ons volbrengers van dat woord,

getuigen van uw vrede,

dan gaat wie aarzelt met ons voort,

wie afdwaalt met ons mede.

Laat ons getrouw de weg begaan

tot allen die ons verre staan

en laat ons zonder vrezen

de minste willen wezen.

4

Wij danken U, o liefde groot,

dat Christus is gekomen.

Wij hebben in zijn stervensnood

uw diepste woord vernomen.

Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht

en het wordt overal volbracht

waar liefde wordt gegeven,

wij uit uw liefde leven.

Zegenbede

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!

Een fijne zondag en tot vanavond bij:

Voorganger: Dhr Bruinenberg

Thema: 4 interessante vragen