zorg

88 6-2006 > zorg & financiering

Voor logopedisten is bij de GGD steeds minderruimte, signaleert de beroepsvereniging vanlogopedisten (de Nederlandse Vereniging voorLogopedie en Foniatrie, NVLF). Ze dreigen hunbaan te verliezen omdat steeds meer GGD’enhun logopedische diensten schrappen.

De NVLF vindt dat gemeenten voor het aanbodvan logopedische diensten gebruik moetenmaken van de gelden die ze krijgen van hetministerie van Onderwijs. Hiermee zou ook eenlogopedisch spreekuur bij het consultatiebureaukunnen worden bekostigd, aldus NVLF.‘We vinden dat dit onderdeel moet worden van

de jeugdgezondheidszorg en dat gemeenten erstructureel geld voor moeten vrijmaken, bijvoor-beeld uit het budget voor voorschoolse educa-tie’, zegt Ruud Nannes van NVLF. ‘Er zijn her ender wel proeven opgezet, maar het blijft steedsin de proeffase hangen.’De vereniging van logopedisten vreest dat eengroep kinderen met taal- en spraakproblemenover het hoofd zal worden gezien door gebrek-kige controles door artsen van de consultatiebu-reaus. ‘Een logopedist kan beter dan een artstaal- en spraakproblemen signaleren, vaststellenen behandelen.’Bron: Binnenlands Bestuur, 28 juni 2006<

> paramedische zorg

842 logopedisten vrezen voor hun positie bij ggd

843 ruim een op de zes nederlanders naar fysiotherapeut

In 2005 had ruim één op de zes Nederlanderscontact met een fysiotherapeut. Begin jarentachtig was dit nog één op de veertien.

De toename van het aantal Nederlanders dat defysiotherapeut bezoekt is voor ongeveer tienprocent toe te schrijven aan de veroudering vande bevolking in de afgelopen 25 jaar. De stijgingis vooral het gevolg van de beschikbaarheid vanmeer en betere behandelingsmethoden. Tevensis de toegankelijkheid voor fysiotherapeutischezorg verbeterd door de toename van het aantalextramuraal werkzame fysiotherapeuten.Het aantal behandelingen per patiënt is afgeno-men van gemiddeld twintig per jaar eind jarentachtig tot zeventien per jaar vandaag de dag.Dit komt door beperkende maatregelen,waardoor het aantal behandelingen per patiëntwerd gebonden aan maxima.

Fysiotherapie naar soort therapie

Onder fysiotherapie zijn in de gezondheids-

enquête ook andere therapieën begrepen diegericht zijn op het bewegend functioneren,zoals manuele therapie en de oefentherapieënCesar en Mensendieck. Deze andere therapieënbetreffen ruim een kwart van het totaal. Over deperiode 1997-2005 was het aantal behandelin-gen per patiënt per jaar voor manuele therapietwaalf en voor Mensendieck en Cesar veertien envijftien.

Veel jonge patiënten bij Mensendieck- enCesartherapie

Ongeacht de soort therapie is het merendeel vande patiënten tussen 25 en 64 jaar. Voor manueletherapie geldt dit zelfs voor vier op de vijfpatiënten. Een op de vijf patiënten die gebruik-maakt van fysiotherapie is ouder dan 65 jaar.Onder de patiënten die de oefentherapieën Men-sendieck en Cesar volgen zijn relatief veel jonge-ren. Zo zijn bijna twee van de vijf Cesarpatiëntenjonger dan 25 jaar.Bron: bericht CBS, 12 juni 2006<

ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:11 Pagina 88