4 interessante vragen

Post on 07-Jul-2015

758 views 0 download

description

Voorganger dhr BruinenbergOrganist JohannesLuister en kijk mee viawww.audioserver.nl ofwww.kerknoordwolde.nl

Transcript of 4 interessante vragen

“4 interessante vragen"

Voorganger: Dhr. Bruinenberg

Organist: Johannes de vries

Op Sions berg sticht God zijn heilge stede

Psalm 87

Lied voor de dienst

1

Op Sions berg sticht God zijn heilge stede.

Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof.

O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof:

door uwe poort zal ieder binnentreden.

2

Rahab en Babel zullen u behoren.

Ja volk na volk buigt eenmaal voor Hem neer

en ieder land erkent Hem als de HEER.

O moederstad, uit u is elk geboren!

3

God zal hen zelf bevestigen en schragen

en op zijn rol, waar Hij de volken schrijft,

hen tellen, als in Isrel ingelijfd,

en doen de naam van Sions kindrendragen.

4

Zij zullen saam, de groten met de kleinen,

dansend de harpen en cymbalen slaan,

en onder fluitspel in het ronde gaan,

zingend: "In U zijn al onze fonteinen".

“4 interessante vragen"

Voorganger: Dhr. Bruinenberg

Organist: Johannes de vries

Omdat Hij leeft

Opwekking 47

Omdat Hij leeft,

ben ik niet bang voor morgen.

Omdat Hij leeft,

mijn angst is weg.

Omdat ik weet,

Hij heeft de toekomst.

En het leven is

het leven waard

omdat Hij leeft.

Bron van licht en leven

Opwekking 180

Bron van licht en leven,

wij aanbidden U.

Onze God voor eeuwig.

Heer, wij danken U.

Laat de zon van uw

gerechtigheid

opgaan over ons leven;

en wij zien U

in uw heerlijkheid,

halleluja.

U bent onze Vader,

wij aanbidden U.

U geeft ons genade,

Heer, wij eren U.

Laat de zon van uw

gerechtigheid

opgaan over ons leven;

en wij zien U

in uw heerlijkheid,

halleluja.

U bent onze Koning,

wij aanbidden U.

U wilt bij ons wonen,

Heer, wij prijzen U.

Laat de zon van uw

gerechtigheid

opgaan over ons leven;

en wij zien U

in uw heerlijkheid,

halleluja.

Ik weet niet waarom Gods gena

Joh.deHeer 112

1Ik weet niet waarom Gods genâaan mij ook werd betoond,en Hij mij, gans onwaardig mens,steeds zoveel liefde toont.

Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,tot die dag bewaart voor mij.

2Ik weet niet, hoe 't geloof in mijdoor God werd ingewerkt,of hoe Hij door Zijn Heil'ge Geestmij vrede in 't harte werkt.

Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,tot die dag bewaart voor mij.

3Ik weet niet, hoe Gods geest de mensvan zonde ook overtuigten Jezus openbaart aan 't hart,dat voor Hem nederbuigt.

Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,tot die dag bewaart voor mij.

4Ik weet niet hoe mijn weg zal zijn,die Hij voor mij bereidt;wat kruis ik draag, voordat ik Hemzal zien in heerlijkheid.

Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,tot die dag bewaart voor mij.

5Ik weet niet, wen mijn Heer weêrkomt,of waar ik Hem begroet,of dat 'k moet sterven voordat ikHem in de lucht ontmoet.

Maar ik weet, in Wie 'k geloofd heb,en ben verzekerd: mijn Heer is machtig,dat Hij het pand, Hem toevertrouwd,tot die dag bewaart voor mij.

Ik wil streven rein te leven

Joh.deHeer 536

Ik wil streven, rein te leven,

Volgend steeds Uw wil.

In mijn handel en mijn wandel

need’rig zijn en stil.

Kom, met moed te vijand tegemoet,

met het zwaard des Geestes hem begroet;

vlees en zinnen t’overwinnen,

dat is ‘s Heren wil.

Eens verloren, ben ‘k herboren

tot de zaligheid:

Jezus’ sterven deed mij erven

d’eeuw ‘ge heerlijkheid

Daarom, dat ‘k getuig van Jezus’ naam

en mij ‘t Evangelie gans niet schaam;

na dit lijden komt verblijden

tot in eeuwigheid.

‘k Richt mijn ogen naar de hogen,

waar mijn Heiland is;

ben ‘k onmachtig, Hij is krachtig,

Zijne hulp gewis.

Nimmer, dat vergeefs ik Hem iets vroeg,

Zijn genâ is altijd mij genoeg

‘k blijf geloven, mij wacht boven

d’ eeuw’ge erfenis.

Schriftlezing

MATTHEUS 22: 15-46

De belasting aan de keizer

15 Toen gingen de Farizeeën weg en beraadslaagden hoe zij Hem op Zijn woorden konden vangen.

16 En zij stuurden hun discipelen naar Hem toe, met de Herodianen, en zeiden: Meester, wij weten dat U waarachtig bent en de weg van God in waarheid onderwijst en Zich door niemand laat beïnvloeden, want U ziet de persoon van de mensen niet aan. 17 Zeg ons dan: Wat denkt U? Is het geoorloofd de keizer belasting te betalen of niet?

18 Maar Jezus, die hun boosaardigheid kende, zei:

19 Huichelaars, waarom verzoekt u Mij? Toon Mij de belastingmunt. En zij brachten Hem een penning.

20 En Hij zei tegen hen: Van wie is deze afbeelding en het opschrift?

21 Zij zeiden tegen Hem: Van de keizer. Toen zei Hij tegen hen: Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.

22 En toen zij dit hoorden, verwonderden zij zich; en zij verlieten Hem en gingen weg.

De Sadduceeën en de opstanding

23 Op die dag kwamen er Sadduceeën naar Hem toe, die zeggen dat er geen opstanding is, en zij vroegen Hem:

24 Meester, Mozes heeft gezegd: Als er iemand sterft die geen kinderen heeft, dan moet zijn broer diens vrouw trouwen en voor zijn broer nageslacht verwekken.

25 Nu waren er bij ons zeven broers; en de eerste trouwde en stierf; en omdat hij geen nageslacht had, liet hij zijn vrouw na aan zijn broer.

26 Zo ook de tweede en de derde, tot de zevende toe.

27 Ten slotte stierf na allen ook de vrouw.

28 In de opstanding dan, van wie van die zeven zal zij de vrouw zijn? Want zij hebben haar allen als vrouw gehad.

29 Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: U dwaalt, omdat u de Schriften niet kent en ook niet de kracht van God.

30 Want in de opstanding nemen ze niet ten huwelijk en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar ze zijn als engelen van God in de hemel.

31 En wat de opstanding van de doden betreft, hebt u niet gelezen wat door God tot u gesproken is, toen Hij zei:

32 Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? God is niet een God van doden, maar van levenden.

33 En toen de menigte dit hoorde, stonden ze versteld van Zijn onderricht.

Het grote gebod

34 Toen de Farizeeën gehoord hadden dat Hij de Sadduceeën de mond gesnoerd had, kwamen zij bijeen.

35 En een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem te verzoeken:

36 Meester, wat is het grote gebod in de wet?

37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.

38 Dit is het eerste en het grote gebod.

39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.

40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.

Christus Davids Zoon en Heere

41 Toen de Farizeeën bijeenwaren, vroeg Jezus hun:

42 Wat denkt u over de Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tegen Hem: Davids Zoon.

43 Hij zei tegen hen: Hoe kan David Hem dan, in de Geest, zijn Heere noemen, als hij zegt:

44 De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?

45 Als David Hem dan zijn Heere noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?

46 En niemand kon Hem een woord antwoorden, en ook durfde niemand Hem vanaf die dag meer iets te vragen.

"4 interessante vragen"

Verkondiging

Lof zij de Heer

Joh.deHeer 153

1

Lof zij de Heer,de almachtige Koning der ere!Dat aard' en hemelde lof Zijner glorie vermere!Meng in 't geklank,ziel, uw aanbiddende dank:zing al wat ademt de Here!

2Lof zij de Heer,die de werelden dacht, en zij waren,die al de dropp'lengeteld heeft der golvende baren,die met Zijn stafheerst van de weg tot het graf:psalmzing' uw hart met de snaren!

3Lof zij den Heer,die U bootst' uit vergank'lijke aarde,maar al zijn volheiduw eeuwige geest openbaarde!Hij had u lief,die tot zijn kind u verhief,hoger dan d' eng'len in waarde.

4Lof zij den Heer,van wiens leiding de sterren gewagen,die ook uw levenop adelaarswiek heeft gedragen:breed en geduchtwas zijn aanbidd'lijke vlucht,ruisend met machtige slagen!

5Lof zij den Heer,die uw bevende vrees zal beschamen!Noem Hem uw Vader,de kroon van Zijn heerlijke namen!Dwars door de doodneemt Hij u op in zijn schoot;loof Hem in eeuwigheid!Amen!

Collecte

1e: Christenen voor Israël

2e: Kerk

Jezus is bij mij

Joh.deHeer 829

1

Jezus is bij mij, als de zon in ‘t westen daalt

en ook des nachts is Hij mij nabij;

tot de eeuw’ge morgen aanbreekt op deez’ donk’re aard,

altijd blijft mijn Heiland dicht, dicht aan mijn zij.

Jezus, mijn Heiland,

blijf nabij mij t’ allen tijd;

dan slechts ben ‘k veilig,

als Gij met mij zijt.

2

Niemand als Jezus geeft mij zoveel zielevreugd,

wit als de sneeuwvlok maakt Hij eens mijn kleed;

dies zal ‘k in de schaduw Zijner vleug’lenrustig gaan,

tot ‘k in ‘s hemels zalen d’aardse smart vergeet.

Jezus, mijn Heiland,

blijf nabij mij t’ allen tijd;

dan slechts ben ‘k veilig,

als Gij met mij zijt.

3

Kom, blijde morgen, dag van grote vreugd’ en rust,

dag van Zijn kroning, als deez’ aarde juicht!

Kom, o morgensterre, blinkende met volle pracht,

als voor mijn Verlosser alle knie zich buigt.

Jezus, mijn Heiland,

blijf nabij mij t’ allen tijd;

dan slechts ben ‘k veilig,

als Gij met mij zijt.

Zegen