beroepsuitoefening

101zorg & financiering > 2-2006

ging. ‘Tot nader order’ geldt een bewaartermijnvan vijftien jaar, of zoveel langer als redelijker-wijs nodig is voor goede hulpverlening. Oudegegevens mogen ook langer bewaard blijven,

tot 1 april 2010. Inmiddels werkt binnen hetMinisterie van VWS een commissie aan een wet-telijke regeling voor de lange termijn. Bron: bericht KNMG, 16 februari 2006<

Prik- en snijaccidenten, waarbij artsen de kanslopen op besmetting met hepatitis B, C en hiv,worden weinig tot niet gemeld bij de Arbeids-inspectie. Dat zeggen de Arbeidsinspectie enhet Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.

Prik- en snijaccidenten waarbij er een kans is opbesmetting horen verplicht gemeld te wordenbij de Arbeidsinspectie. Toch gebeurt dit weinigtot niet, constateert bedrijfsarts Harry Stinis vanhet Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.Ook worden volgens Stinis op de werkplek noglang niet altijd de juiste preventieve maatregelen

genomen om accidenten en mogelijke besmet-ting te voorkomen.Ook bij de Arbeidsinspectie leeft volgens woord-voerder Marda de Vetten het gevoel dat ermomenteel sprake is van ondermelding, ook alstaat er een forse boete op het niet melden vaneen accident. Precieze cijfers over het totale aan-tal jaarlijkse incidenten zijn overigens niet voor-handen. De meldingen die wel bij Arbeids-inspectie binnenkomen worden verdisconteerdin de statistieken van de bedrijfsongevallen. Bron: MedNet, 8 februari 2006<

282 artsen melden prik- en snijaccidenten nauwelijks

AVVV, NVVA en Sting, de beroepsorganisatiesvan verpleegkundigen, verpleeghuisartsen enverzorgenden, hebben onlangs de handreiking‘Zorgvuldige zorg rond het levenseinde’ uitge-bracht.

De handreiking biedt aanknopingspunten vooreen goede samenwerking tussen de verschillen-de zorgverleners van oudere zorgvragers metcomplexe gezondheidsproblemen in verpleeg-huizen. Dit legt een fundament voor de communicatiemet patiënten en hun naasten over de zorg rondhet levenseinde. Deze communicatie moet tijdigstarten, zodat een dialoog ontstaat tussen zorg-verlener en zorgvrager over de zorg bij hetlevenseinde en over de visie van de zorgvragerhierop. Wanneer het levenseinde van een zorg-vrager nadert, ligt er een basis waarop allebetrokken partijen terug kunnen vallen.

Een belangrijk onderdeel van de handreikingzijn de eenduidige beschrijvingen van kern-begrippen in de zorg rond het levenseinde.Deze termen zijn geschikt voor gebruik dooralle betrokken zorgverleners: verzorgenden,verpleegkundigen en verpleeghuisartsen.Bovendien zijn de begrippen helder voor dezorgvragers en hun vertegenwoordigers. Daarnaast benoemt de handreiking aandachts-punten voor zorgverleners en geeft adviezenover de optimale handelwijze. De beroepsorganisaties AVVV, NVVA en Stingadviseren hun leden om de handreikingZorgvuldige zorg rond het levenseinde te integreren inde zorg die zij bieden. De handreiking wordtverspreid onder de achterban. De handreiking Zorgvuldige zorg rond het levensein-de kwam tot stand in opdracht van het Ministerievan VWS en is het eindresultaat van een uitvoe-

283 handreiking zorg rond het levenseinde

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:38 Pagina 101