Post on 01-Feb-2018
1
2011 een terugblik
Versneller van duurzaamheid
2
2011 was voor de Milieufederatie Noord-Holland een enerve-
rend jaar. In deze publicatie berichten wij u over de resultaten
van onze activiteiten ten behoeve van een mooie en duurzame
provincie. In het bijzonder wil ik de resultaten noemen die
behaald zijn met ons project ‘CO2 ambitie’. Een voorbeeld van
een project waarin wij door samenwerking met bedrijven
substantiële energiebesparing hebben kunnen realiseren.
Een ander mooi resultaat is de samenwerking met agrariërs
op Marken voor het behoud van weidevogels. Dit is een voor-
beeld waarin een wij-zij benadering is omgebogen naar een
constructieve samenwerking.
Wat onze projecten bijzonder maakt, is dat wij daar waar dat
nuttig is lokale initiatieven betrekken. Zo hebben onze lidor-
ganisaties weer massaal gehoor gegeven aan het organiseren
van activiteiten voor de Nacht van de Nacht en hebben wij een
provinciale lichthinderkaart samengesteld op basis van een
groot aantal lokale meldingen. Ook voor het onderwerp Wind
op Land is de samenwerking met lokale (bewoners)organisa-
ties van cruciaal belang. Wind op land realiseren met (alleen)
een top down benadering leidt tot veel weerstand en vaak tot
suboptimale plannen. Wij zien een rol voor onszelf weggelegd
in het organiseren van draagvlak mét alle belanghebbenden.
Naast de uitvoering van ons werkplan 2011, hebben wij in het
afgelopen jaar veel energie gestoken in twee zaken die ik hier
graag nader benoem. Bezuinigingen maakten het noodzake-
lijk afscheid te nemen van een aantal collega’s, wat natuurlijk
een grote impact op de organisatie heeft. De bezuinigingen
alsmede andere maatschappelijke ontwikkelingen stimuleren
ons om goed na te denken hoe wij op andere manieren aan
voldoende inkomsten voor het realiseren van onze doelstel-
lingen kunnen komen. Dit vergt een andere manier van
werken en bewegen in de wereld om ons heen. De negatieve
aanleiding van bezuinigingen buigen wij om naar een span-
nende speurtocht naar partijen die onze diensten gericht op
het versnellen van duurzaamheid in Noord-Holland willen
afnemen.
De bezuinigingen op onze organisatie staan niet op zich. Deze
hangen samen met de bezuinigingen waar heel veel sectoren
en organisaties op dit moment mee te maken hebben. Hoewel
overheden minder geld en aandacht lijken te hebben voor
duurzaamheid, zien wij een enorme energiestroom ontstaan
van mensen die besluiten het heft in eigen handen te nemen.
Initiatieven gericht op ‘zelf doen’ op gebieden als duurzame
energie en lokale voedselvoorziening schieten als padden-
stoelen uit de grond. Dit geeft aan dat de duurzaamheidsbe-
weging springlevend is. MNH ziet voor zichzelf een belangrijke
rol in het ondersteunen en versterken van deze duurzaam-
heidsbeweging. Zo heeft het ondersteunen van lokale energie
initiatieven een belangrijke plek in het werkplan van 2012.
Coen Looij
Voorzitter a.i.
Van de voorzitter
3
7
14
4
10
6
8
11
15
9
12
16
6
8
13
2011 in vogelvlucht
Samen zelf energie
opwekken
Hoe verder met het overschot aan kantoren en bedrijfsterreinen?
Boeren op Marken
Nacht van de nacht
Huisvuil centrale pakt logistieke keten aan
Kust
Cradle tocradle in
de praktijk
Nationale Postcode Loterij
Herstructurering bedrijventerreinen
kansrijk
Duurzaam Noordzee kanaalgebied
Vergroot jespeelveld
Vooruitblik 2012
Heeft AmstelVecht plaats voor
windenergie?
Herbezinning toekomst landelijk gebied
Activieiten2012
4
”Dit energiebedrijf maakt mogelijk wat consumenten willen: zelf
energie opwekken en energie besparen. De grote energieleveran-
ciers maken nog geen aanstalten om dit te realiseren. Onze droom
wordt nu werkelijkheid met ‘We Generate!‘ “
Dit zei Volkert Vintges, afgevaardigde van De Natuur en
Milieufederaties, na het in ontvangst nemen van de cheque
van 13,5 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij voor
het ‘beste baanbrekende, innovatieve goede doelen-initiatief
van 2011’. De Natuur en Milieufederaties mogen met dit
geld samen met Stichting DOEN het ‘energiebedrijf van de
toekomst’ inrichten.
Hoofddoel van dit initiatief is vanuit de mensen zelf een
beweging voor lokaal opgewekte duurzame energie voor
elkaar te krijgen waardoor een duurzame energievoorziening
voor Nederland dichterbij komt. Dat betekent dat we ‘We
Generate!‘ -huishoudens via energiebesparing en het zelf
opwekken (bijvoorbeeld met zonnepanelen) energieneutraal
maken, zonder allerlei extra gedoe. Niet ieder huishouden
kan hierin natuurlijk meteen slagen, denk bijvoorbeeld aan
appartementen zonder dak voor panelen. Energiecoöperaties
kunnen daarom inspringen: mensen kunnen lid worden
van een lokale energiecoöperatie die in de buurt duurzaam
energie opwekt (via windmolens, een biomassacentrale of een
zonneweide) en zo toch bijdragen aan en meeprofiteren van
lokale energie-opwekking.
Wij zagen de afgelopen jaren veel lokale duurzame energie-
initiatieven ontstaan. Tegelijkertijd constateerden we dat het
nog weinig initiatieven lukt om belangwekkende hoeveel-
heden energie te produceren. Een enquête in Noord-Holland
onder ons Groene Peiler-panel wees in 2011 uit dat veel
respondenten wel iets met een energiecoöperatie willen,
maar er in de buurt geen kennen. Hier ligt duidelijk een rol
voor De Natuur en Milieufederaties: onderzoek welke energie-
initiatieven er zijn, kijk hoe deze meer slagkracht kunnen
krijgen en ondersteun ze waar gewenst met kennis, en
contacten. MNH heeft een uitgebreide inventarisatie gedaan
en heeft de eerste contacten gelegd met allerlei initiatiefne-
mers. De eerste indruk is dat alle initiatieven in Noord-Holland
tezamen een indrukwekkende reus vormen, die maar weinig
nodig heeft om in de toekomst een geweldig energieke
vuist te maken voor de duurzame energievoorziening die we
allemaal verdienen.
Manuel den Hollander, m.den.hollander@mnh.nl
Samen zelf energie opwekken
5
HVC Alkmaar en Milieufederatie Noord-Holland hebben in het
kader van het landelijke samenwerkingsproject ’CO2 ambitie’,
een CO2 reductieovereenkomst ondertekend. In die overeen-
komst is vastgelegd welke maatregelen HVC Inzameling, het
logistieke onderdeel van HVC, de komende jaren gaat nemen
om de uitstoot van CO2 te verminderen.
De maatregelen zijn in samenspraak met de Milieufederatie
en het adviesbureau Ecofys opgesteld. De belangrijkste
maatregelen zijn: het aanschaffen van aardgas- en biogas-
inzamelvoertuigen en het bevorderen van zuiniger rijgedrag
bij de chauff eurs van de 160 inzamelauto’s en andere bedrijfs-
voertuigen. “Voor ons is dit een belangrijke stap op weg naar
CO2-neutraliteit”, zegt Nico Mensing, directeur HVC Inzameling.
HVC wil in de toekomst graag overgaan op elektrische mobiliteit
en uiteindelijk komt dan de brandstofcel (waterstofcel) in beeld.
Het samenwerkingsproject ‘CO2 ambitie’, is een landelijk
samenwerkingsproject tussen het bedrijfsleven en de Natuur-
en Milieufederaties met het doel extra CO2-reductie te bereiken.
Staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu is enthou-
siast over deze samenwerking ”Om de Europese doelstelling om
een CO2-reductie van 20% in 2020 te realiseren, zijn nieuwe vormen
van samenwerking nodig tussen overheden, bedrijfsleven, kennis-
instellingen en maatschappelijke organisaties. Het project ‘CO2
ambitie’ waar milieufederaties en bedrijfsleven slim en effectief
samen optrekken is een uitstekend voorbeeld dat wat mij betreft
navolging verdient“, aldus Atsma.
Rolf van Arendonk, r.van.arendonk@mnh.nl
Huisvuilcentrale pakt logistieke keten aan
Klimaat & EnErgiE
6
Tussen de Noordzee en Amsterdam loopt het Noordzeekanaal
dwars door duinen en polders en tussen steden en bedrijven-
terreinen door. Het lijkt een onmogelijke opgave om voor dit
gebied een duurzame toekomst te ontwerpen met meer haven
en werk en meer wonen en meer landschap en leefkwaliteit.
Wanneer we de bestaande krachten de toekomst van het
Noordzeekanaalgebied laten bepalen, krijgen we vrijwel zeker
geen echt duurzaam gebied. De Milieufederatie werkt aan het
realiseren van een visie die wél toekomstbestendig is. Door
samen met vernieuwende ondernemers, de bewoners en onze
lidorganisaties in het gebied een duurzame visie te creëren,
willen we de bestuurders verleiden de lat hoog te leggen.
In 2011 hebben we hiervoor de eerste stappen gezet. In 2012
werken we aan een vervolg.
Kenmerkend voor grote delen van het gebied is onverschillig-
heid. Buiten de haven ligt het recreatiegebied te wachten tot
het wordt opgeslokt om te veranderen in havengebied. In het
havengebied zelf wachten de braakliggende bedrijfsterreinen
tot kopers zich aandienen. Met de identiteit van een gebied
waar dat aan de hand is, voelt niemand zich verbonden. En dat
blijkt ook wel. Met zijn opmerking “In Rotterdam zijn de mensen
trots op de haven. De haven bestaat niet voor Amsterdammers.”,
becommentarieert een enthousiaste directeur van een op- en
overslagbedrijf de situatie in het gebied.
In 2007 sloten De Natuur en Milieufederaties de campagne
“Zuinig op Ruimte” af. In deze campagne, die wij samen
voerden met Natuur&Milieu, riepen wij op de verromme-
ling van het landschap te stoppen. Irritatie nummer 1 van de
Nederlander waren de bedrijventerreinen die overal maar
uit de grond schoten. Wij konden cijfermatig aantonen dat
hiernaar geen vraag was maar kregen geen gehoor: noch bij
overheden noch bij ontwikkelaars. Wat is de tijd veranderd!
Anno 2012 zal er, zo schat men nu in, voor € 17 miljard moeten
worden afgeschreven aan waardeloze kantoren en bedrijven
op balansen van investeerders. De vastgoed-bubble is voorbij.
MNH is sinds 2011 lid van de commissie die zwaarwe-
gend adviseert aan de bestuurders van de Metropoolregio
Amsterdam over hoe dit probleem op te lossen en ook hoe het
systeem zo te veranderen dat échte vraag en aanbod weer met
elkaar in balans zijn. Bijzonder is dat MNH nu aan tafel zit met
banken, makelaars en ontwikkelaars om samen tot een oplos-
sing te komen. Hier zit de essentie van de door MNH gehan-
teerde werkwijze: voor het vinden van een echt duurzame
oplossing moeten alle relevante spelers met elkaar aan tafel en
worden in goed overleg de P’s van Planet, People en Profit met
elkaar in balans gebracht.
Duurzaam Noordzeekanaalgebied
Hoe verder met het overschot aan kantoren en bedrijfsterreinen?
DuurzamE ranDstaD
7
De kust: een uitgestrekt natuur-
landschap dat van groot belang is
voor veiligheid en economie. Dit is
ons uitgangspunt als het gaat om
toekomstige ontwikkelingen in het
kustgebied. Wij kiezen voor opties
die bijdragen aan een (nog) aantrek-
kelijker kustgebied.
In het kustgebied van de Kop van
Noord-Holland zijn veel verouderde
recreatieparken te vinden. MNH
verkent samen met partijen als de
Kamer van Koophandel Noordwest-
Holland, het Ontwikkelingsbedrijf
Noord-Holland Noord, de Recron
(koepel van recreatieondernemers)
en Provincie Noord-Holland hoe die
parken een kwaliteitsslag kunnen
maken. De inzet van MNH is dat
hierbij meteen aan landschap en
natuur een kwaliteitsimpuls wordt
gegeven. Zonering van het kust-
gebied is één van de speerpunten
van de natuurorganisaties die MNH
vertegenwoordigt in het overleg over
de Strategische Agenda Kust van de
Provincie Noord-Holland. Zonering
wil zeggen dat men onderscheid
maakt tussen gebieden waar het
‘druk en bruisend’ mag zijn, zoals de
badplaatsen, en gebieden waar de
natuur en de natuurgenieter meer
aan hun trekken kunnen komen.
Deze scheiding van rust en reuring
is mede dankzij onze inzet op de
strategische agenda van de Provincie
geplaatst. Om de rustige kant van
de zonering invulling te geven is wel
de nodige creativiteit vereist. MNH
gaat in 2012 verder onderzoeken
hoe dat op vernieuwende manieren
mogelijk is.
Erna Krommendijk,
e.krommendijk@mnh.nl
En wat adviseerden we in 2011. Ten eerste: schrap
miljoenen overbodige vierkante meters aan plannen
voor nieuwe kantoren en honderden hectaren
aan bedrijventerreinen. Ten tweede: bepaal welke
bestaande locaties ook in de toekomst kansrijk
blijven en welke kansloos zijn en waar een andere
bestemming voor moet worden gevonden, bijvoor-
beeld woningbouw. Ten derde: zorg dat er zicht
komt op de reële vraag en zorg dat deze zoveel
mogelijk een plek krijgt binnen bestaand vastgoed
(al dan niet getransformeerd).
Dit alles is niet minder dan een omwenteling in
cultuur. Voor gebruikers, bouwers, financiers én
overheden. Deze omwenteling heeft nu een kans
doordat het geld er niet meer is om de desastreuze
werkwijze van begin jaren 2000 te continueren.
Laten we die kans maximaal verzilveren: ons land-
schap vaart er wel bij!
Ernest Briët, e.briet@mnh.nl
Natuurlandschap kust
Als de beleidsregels ondoorzichtig zijn en van geza-
menlijke visie geen sprake is, maken bestuurders geen
keuzes. Niet voor slechte, maar ook niet voor goede en
duurzame initiatieven. “Als tegenbeweging op de bestuur-
lijke patstelling ontstaan er initiatieven op eigen kracht.
Mensen willen deelnemen in processen”, is het vervolg-
commentaar van een andere bevlogen expert. Juist van
die kracht van mensen willen we gebruik maken in 2012.
Dit om, ook samen met overheden en bestuurders, te
komen tot een écht duurzaam Noordzeekanaalgebied.
Juriaan Jansen, j.jansen@mnh.nl
FOTO
: Ju
RJE
N_N
L
Kust
8
Het behoud van de weidevogels is voor MNH een groot goed. In het bijzonder
in het Nationaal Landschap “Laag Holland”, waar het typische Hollandse veen-
weidelandschap niet kan zonder de roep van de Grutto of Kievit. De situatie van
veel weidevogels is echter zeer precair. Ondanks beleid van verschillende over-
heden loopt de weidevogelstand steeds verder terug. Maar het eiland Marken
blijkt ook nu nog een Walhalla voor diverse soorten weidevogels. Reden genoeg
voor een uniek samenwerkingsverband tussen MNH en agrariërs op Marken.
De weidevogel kan niet zonder een agrarisch landschap. Echter, niet in elk agra-
risch landschap voelt de weidevogel zich thuis en daar knelt het. De weidevogel
houdt van een hoge grondwaterstand, kruidenrijk grasland, voldoende rust
Boeren op Marken
8
Samen met Ontwikkelingsbedrijf Noord-
Holland Noord heeft MNH het bedrijven-
terreinenbeleid in West-Friesland onder de
loep genomen. Met de zeven Westfriese
gemeenten is de conclusie getrokken dat
de focus wordt verlegd van aanleggen van
nieuwe bedrijventerreinen naar herstructu-
rering van verouderde bedrijventerreinen.
Een belangrijke stap voor het landschap.
Zeven gemeenten in West-Friesland
hebben het afgelopen jaar de handen
ineen geslagen om een vergaande
praktische samenwerking te starten
in planning en herstructurering van
bedrijventerreinen. De gemeenten
werden hierbij ondersteund door de
Westfriese Bedrijvengroep (WBG), de
Provincie Noord-Holland en de Kamer
van Koophandel. MNH is erbij betrokken
vanuit het Innovatieprogramma “Mooi
Nederland”. Wij hebben kritisch meege-
keken, met name voor de aspecten
ruimtewinst, intensief ruimte gebruik,
verrommeling, landschappelijke inpassing
en ruimtelijke kwaliteit.
De belangrijkste conclusie van de samen-
werking is dat ondanks het feit dat de
gemeenten de veroudering van bedrijven-
terreinen goed in beeld hadden gebracht,
de nadruk nog te veel lag op de aanleg
van nieuwe terreinen en te weinig op de
mogelijkheden die bestaande bedrijven-
terreinen bieden. De focus verleggen
naar herstructurering van oude terreinen
is niet alleen goed voor het landschap,
maar ook in het belang van de bedrijven
zelf die gebaat zijn bij kwalitatief goede
bedrijventerreinen en bij maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Wij realiseren ons dat de prille samen-
werking tussen de gemeenten, die wij en
onze achterban van harte ondersteunen,
niet meteen leidt tot een totale omme-
keer in het beleid. Een cultuur van tien-
tallen jaren is niet in één handomdraai
om te buigen. Er worden echter door de
regio belangrijke stappen gezet.
Peter Grubben, p.grubben@mnh.nl
Herstructurering bedrijventerreinen kansrijk
samEnwErKing in DE rEgio
9
Omdat windenergie een goed ontwikkelde
techniek is, kan het een belangrijke bijdrage
leveren aan de transitie naar een duurzame
energievoorziening. Tegelijkertijd roepen de
prominent in het landschap aanwezige molens
vaak veel weerstand op. Dit heeft er toe geleid
dat de ambities van de Provincie voor wind op
land geminimaliseerd zijn. Vanuit het oogpunt
van een duurzame energievoorziening wil MNH
bijdragen aan het doorbreken van deze impasse.
Onze rol is het bij elkaar brengen van verdeelde
partijen en het nadrukkelijk betrekken van
bewoners bij het ontwikkelen van plannen.
Amsterdam Zuidoost stond in onze publi-
catie ‘Meer windenergie meer landschap’ al als
zoeklocatie genoemd en de gemeente Diemen
had al ambities voor windenergie. Toch richtten
wij ons draagvlakonderzoek in 2011 op de
hele regio Amstel-Vecht. Dit omdat de hoogte
van moderne windmolens én de problematiek
van duurzame energievoorziening het lokale
overstijgen en omdat dit gebied een duidelijke
landschappelijke eenheid vormt.
In een eerste atelier hebben wij met regionaal
opererende natuur- en milieuorganisaties
gekeken naar structuren en kwaliteiten van
landschap en natuur en naar do’s/dont’s en
wensen en eisen bij eventuele plaatsing van
windmolens. Opvallend was - dat merken wij
keer op keer - dat ook gepassioneerde bescher-
mers van natuur en landschap vóór windenergie
kunnen zijn, maar dat alles valt of staat bij het
proces en de randvoorwaarden op de weg naar
definitieve plaatsing van windmolens. Conclusie
is dat de streek in en om Diemen zich het beste
lijkt te lenen voor windmolens.
Een volgende stap in ons proces was dan ook
het gesprek met de lokale maatschappelijke
organisaties in die streek. uiteraard keek men
daar zeer kritisch aan tegen de impact die
windmolens op landschap en natuur kunnen
hebben. Toch lijkt het er op dat we een stap
verder zijn gekomen; we werken aan een conve-
nant waarin maatschappelijke organisaties en
bewoners samen aangeven dat windenergie in
de streek wel degelijk mogelijk is als maar aan
de juiste voorwaarden wordt voldaan. Ook voor
MNH vormen respect voor landschap, natuur
en een zorgvuldig proces dé pijlers voor het
vormgeven van duurzaam en gedragen beleid
voor wind op land.
Manuel den Hollander, m.den.hollander@mnh.nl
Heeft AmstelVecht plaats voor windenergie?
tijdens het broeden en het veilig grootbrengen van de “pullen”
(jonge vogeltjes). Dat zijn wensen die nog al eens haaks staan
op de wensen van de hedendaagse boer.
De Stichting “Veehouder op Marken” heeft onlangs gezocht
naar een balans tussen het behoud van het boerenareaal
voor de weidevogel en ontwikkelruimte voor boeren die
een nieuw bestaan willen opbouwen. In deze zoektocht
werd volgens MNH toch te weinig rekening gehouden met
de wensen van de weidevogels. Zo wilde men het waterpeil
stevig verlagen. Door om de tafel te gaan zitten met verte-
genwoordigers van de stichting zijn wij tot een constructieve
samenwerking gekomen. Gezamenlijk is een nieuw plan
opgesteld voor de komende vijf jaar, waarbij de ontwikke-
ling van de weidevogelstand nauwgezet wordt gemonitord
door twee onafhankelijke experts. Zij geven, op basis van
deze monitoring, richtinggevende beheeradviezen aan de
boer. Het belangrijke winstpunt van deze samenwerking
is dat daardoor niet slechts één belangrijke factor wordt
beïnvloed, namelijk het waterpeil, maar dat alle relevante
factoren worden besproken en zo in goed overleg voor een
langere periode een goede balans wordt gevonden tussen
de toekomst van de weidevogels op Marken en de toekomst
van de boer.
Ernest Briët, e.briet@mnh.nl
1010
Het concept cradle to cradle (C2C) is aan een stevige opmars
bezig, maar er zit nog een groot verschil tussen theorie en
praktijk. In Noord-Holland werkt MNH samen met NPSP
Composieten om te bewijzen dat C2C wel degelijk werkt.
De fi losofi e achter C2C is aantrekkelijk: ontwerp producten
en gebouwen op zo’n manier dat er geen afval ontstaat. Een
wereld zonder afval is een wereld van kringlopen. Daar moeten
we naar toe omdat grondstoff en opraken en we steeds meer
consumeren. Nodig zijn producten, gebouwen en gebieden
die geen negatieve impact hebben op het milieu. Of nog
beter: die iets toevoegen aan hun omgeving. Dit is makkelijker
gezegd dan gerealiseerd. Zeven Natuur en Milieufederaties
hebben vanaf 2009 samen met bedrijven uit het midden- en
klein bedrijf gewerkt aan de totstandkoming van C2C (geïn-
spireerde) producten.
In Noord-Holland hebben wij de samenwerking gezocht
met NPSP Composieten; een bedrijf dat duurzame, vezel-
versterkte kunststoff en maakt voor bouw, design, mobiliteit
en industrie. NPSP is koploper in deze sector als het gaat
om het verduurzamen van composieten. NPSP werkt op
alle fronten aan het terugdringen van milieubelasting en
wil C2C straatmeubilair ontwikkelen. Samen met MNH en
adviesbureau Partners for Innovation wil NPSP bewijzen dat
C2C werkt, zegt Willem Böttger, directeur van NPSP. Omdat
er in deze sector nog veel gebruik gemaakt wordt van
milieuonvriendelijke kunststofharsen, zoals polyester, moet
er veel gebeuren voordat een product C2C is. Er is gezocht
naar milieuvriendelijke alternatieven, zoals bioharsen.
De grootste uitdaging ligt in het industrieel verwerkbaar
maken van deze harsen. Ze kunnen qua kostprijzen nu al
concurre ren met conventionele kunstharsen, terwijl de
milieu belasting zo’n tachtig procent lager is, aldus Böttger.
De verwachting is dat NPSP een dezer maanden voor
één van haar basisproducten een C2C certifi caat krijgt.
Vervolgens wordt hiervan C2C straatmeubilair gemaakt.
Straatmeubilair kom je in allerlei vormen tegen, denk aan
afval- en papierbakken, zitbanken, bushokjes, fi etsrekken,
maar ook oplaadpunten voor elektrische auto’s. Wat zou
het mooi zijn als dit duurzame meubilair straks grootschalig
toegepast kan worden.
Rolf van Arendonk, r.van.arendonk@mnh.nl
Cradle to cradle in de praktijk
Het project Cradle to cradle is in
2011 afgerond met het magazine
‘Stof’ waarin de zeven verhalen
staan over de totstandkoming van
C2C (geïnspireerde) producten.
10
1111
In het project ‘Vergroot je speelveld’ hebben MNH, de Kamer
van Koophandel Noord-West Holland en bureau C-Realist een
gespreksmethode ontwikkeld om partijen die elkaars tegen-
strever lijken op een specifi ek duurzaamheidsissue, samen
naar de toekomst te laten kijken. Een goede kennismaking en
gezamenlijk analyseren wat er speelt, biedt de basis om ook
samen te zoeken naar gedeelde oplossingen. Het resultaat van
dit project is dat de ‘speelvelden’ rond onderwerpen als ganzen-
overlast, ontwikkelingen in Werelderfgoed De Beemster, wind
op land, strandovergangen en energiebesparing vergroot zijn.
Energiebesparing bij een woningcorporatie: Een bewoners-
groep en een onderhoudsdirecteur hebben hetzelfde doel,
energiebesparing, maar werken langs elkaar heen vanwege
hun verschillende schaalniveaus. De één zet zich in voor 35
woningen, de ander voor duizenden tegelijk. ‘Vergroot je
Speelveld’ bracht hen in contact met elkaar. Samen ontwik-
kelden ze een procedure waardoor de bewonersgroepen en
woningcorporatie elkaar wel makkelijk ontmoeten.
Wat levert het op als je in gesprek gaat volgens deze methode?
De 50 deelnemers aan het slotsymposium probeerden het uit
en ontdekten: openheid, vertrouwen, begrip en waardering
over en weer. Spontaan ontspon zich een discussie over het
wantrouwen dat goed overleg zo vaak in de weg staat. Ernest
Briët (MNH): “Door Vergroot je Speelveld leer je elkaar persoon-
lijk kennen en je vrienden verlink je niet!”. MNH is trots op de
ontwikkelde methodiek, die zij in voorkomende gevallen zal
aanbevelen. De methode kan een duurzaam resultaat dich-
terbij brengen.
Han Hefting, wethouder uit de Beemster en één van de
deelnemers aan het project zegt over zijn ervaring: ‘De
gesprekken met mijn ‘tegenstrever’ hebben mij geholpen
inzicht te krijgen in zijn denken. Dat heeft mij de ogen geopend;
het is belangrijk om in een vroeg stadium inzicht te krijgen
in de beweegredenen van protesterende burgers. Door deze
gesprekken zoeken wij elkaar nu makkelijker op en dat komt
ten goede aan ontwikkelingen in de Beemster.’
Door dit project zijn de banden tussen MNH en de Kamer
van Koophandel verstevigd. In een gesprek tussen direc-
teuren van beide organisaties, begeleid met de methode,
werden vooroordelen weggenomen en ideeën uitgewisseld.
De doelen ‘economische vitaliteit’ en ‘duurzaamheid’ blijken
elkaar te kunnen versterken. Ook ondernemers willen duur-
zame energie, duurzame voedselvoorziening en duurzame
recreatie. Ook milieu-belangenbehartigers zijn gebaat bij
een economisch vitale regio. Activisme en strijd leiden maar
al te vaak tot vertraging, stilstand en frustratie. De toekomst
van de provincie is gebaat bij samenwerking tussen de
belangenbehartigers. Samenwerken volgens ‘Vergroot je
Speelveld’ heeft banden gecreëerd waarop verder voortge-
bouwd kan worden.
Erna Krommendijk, e.krommendijk@mnh.nl
Vergroot je Speelveld
11
In februari 2011 organiseerde MNH
samen met onze lidorganisaties en
het Natuurbeheerdersoverleg Noord-
Holland (NBO) in het kader van de
provinciale verkiezingen de Hart voor
Natuur fl ashmob-actie ‘Stem met je
Hart voor Natuur op 2 maart’ op de
Dam in Amsterdam. We konden toen
niet vermoeden dat de aangekondigde
rijksbezuinigingen van 70% op natuur
en landschap aan het einde van het
jaar nog recht overeind zou staan. Op
dat moment was ook de voor de natuur
desastreuze nieuwe Natuurwet nog niet
in zicht. Onze actie heeft al dit onheil
niet kunnen voorkomen.
In oktober 2011 vond op initiatief
van de Provincie Noord-Holland een
bestuurlijke conferentie plaats over de
toekomst van het landelijk gebied, een
toekomst met minder geld. De provincie
komt voor belangrijke keuzen te staan
waar het geld in de komende jaren aan
moet worden uitgegeven. Voor zowel
provincie, natuurorganisaties en andere
maatschappelijke partijen, startte
daarmee een herbezinning periode.
De aangekondigde bezuinigingen
nopen provincie en terreinbeheerders
tot kostenbesparingen in aankoop,
beheer en organisatie. Maar wat is hierin
haalbaar? Wat is reëel? Tegelijkertijd
wordt het belangrijker om meer samen
te werken, kansen te grijpen in de vorm
van alternatieve fi nancieringsbronnen
en slimme integrale gebiedsagenda’s. Dit
alles moet in 2012 leiden tot een nieuwe
provinciale agenda Natuur, Recreatie en
Landschap.
Nationaal Landschap Laag-Holland is
een voorbeeld van een gebied waarin
keuzes moeten worden gemaakt. Er is
een structureel fi nancieel tekort in het
beheer van het landschap. Vanwege de
terugloop van het aantal weidevogels
en het opbranden van het veen door de
lage waterstanden, is de vraag dringend
geworden of alle - vaak tegenstrijdige -
beleidsdoelen in Laag-Holland wel met
elkaar te verenigen zijn en of het geld
wel goed wordt besteed. De Provincie
Noord-Holland is daarom gestart
met een maatschappelijke kosten/
baten analyse (MKBA). De MKBA moet
inzichtelijk maken welke ontwikkelings-
richtingen voor het gebied denkbaar
zijn en wat dat voor kosten en baten
oplevert en bij wie die kosten en baten
terecht komen. MNH neemt, als lid van
de Stuurgroep Laag-Holland, deel aan
de begeleidingsgroep van de MKBA. De
resultaten van het MKBA worden in het
voorjaar van 2012 bekend. Daarna volgt
de maatschappelijke discussie die uitein-
delijk zal moeten leiden tot politieke
besluitvorming.
Peter Grubben, p.grubben@mnh.nl
Herbezinning toekomst landelijk gebied
12
13
De Nacht van de Nacht is door de jaren
heen steeds bekender geworden, en
bij de viering ervan hebben wij dus een
naam hoog te houden. Dit jaar is een
link gelegd met een actueel project:
de lichthinderkaart. Vele mensen in de
provincie hebben bijgedragen aan het
samenstellen van deze kaart. De kaart
werd tijdens de Nacht op 29 oktober
aangeboden aan Gedeputeerde Tjeerd
Talsma.
Wie lichthinder ondervond, kon dat
voorafgaand aan de Nacht aangeven
op de interactieve kaart van de website
www.nachtvandenacht.nl. Van alle
provincies waarin dat gebeurde, zijn op
de Noord-Hollandse lichthinderkaart
veruit de meeste meldingen geplaatst,
ongeveer 300. Dit zegt iets over de
lichtvervuiling in Noord-Holland en
ook over de inzet van MNH om mensen
te bereiken die er hun ei over kwijt
wilden. MNH heeft zelf het traject voor
het oplossen van drie lichthinderpro-
blemen in drie gemeenten ingezet en
de provincie wil graag een paar van de
complexere gevallen samen met ons
oplossen. Maar ook zijn er lichthinder-
problemen opgelost door enthousiaste
burgers. Zo ontvingen wij bijvoorbeeld
het volgende bericht: “Afgelopen najaar
heb ik voor de lichthinderkaart van
Noord-Holland de felle lampen van het
Nova College aan de Zijlweg te Haarlem
aangemeld. Deze melding is op de licht-
hinderkaart opgenomen. Het doet me
veel plezier om u te kunnen melden dat
de locatiemanager van het Nova College
onmiddellijk actie heeft ondernomen
op mijn vraag of de lampen in de nacht
uitgeschakeld konden worden. Gevolg:
na de avondlessen gaan de felle lampen
uit, alleen de lampen t.b.v. beveili-
gingscamera’s blijven nu branden. Een
eenvoudig verzoek kan soms wonderen
verrichten.”
Ook in andere opzichten was de Nacht
opnieuw een succes: ongeveer 30
initiatiefnemers organiseerden het
recordaantal van 43 excursies tijdens
de Nacht op 29 oktober. Wij schatten
dat zo’n 2000 Noord-Hollanders deel-
namen aan een waaier van activiteiten:
van spooktochten, donkere vaarroutes
en vleermuisexcursies tot huiskamer-
concerten en ‘duistere dichters’. Talloze
bedrijven (waaronder Tata Steel)
deden hun lichten uit en ook vijftien
gemeenten. In samenwerking met
gemeente Zaanstad organiseerden wij
op de Zaanse Schans een nachtelijke
happening, waarbij Gedeputeerde
Tjeerd Talsma onze speciale gast
was. Bij aankomst in de schemering
met de gedeputeerde en wethouder
Linnekamp zagen wij een grote
vleermuis boven de Zaanse Schans
vliegen; dat was een goed voorteken.
Talsma constateerde dat hij de viering
van de Nacht al veel in de media was
tegengekomen. Daar hadden wij dan
ook volop op ingezet, onder andere via
social media, zoals twitter.
Dit jaar besloten we nog meer
persoonlijke aandacht te geven aan de
bezoekers van nachtelijke excursies. Zo
konden we (via sponsoring door HVC)
een speciale duurzame Nacht van de
Nacht-tas laten maken, die we 1000
bezoekers aanboden.
Manuel den Hollander,
m.den.Hollander@mnh.nl
Nacht van de Nacht
13
14
mEDEwErKErs En BEstuurslEDEnin 2011
wErKtEn DE volgEnDE mEnsEn op hEt BurEau
van DE miliEufEDEratiE noorD-hollanD:
Rolf van Arendonk, duurzame economie en industrieErnest Briët, directeurWim Combrink, middelenJosien Geerdink, communicatie, vormgeving, webredactieTon Geraedts, agrarische sector en natuur (tot april 2011)Peter Grubben, duurzame leefomgevingManuel den Hollander, klimaat en energieLinda van Hout, secretariaatJuriaan Jansen, klimaat en energie, duurzame RandstadErna Krommendijk, water, kust en plaatsvervangend directeurAnja Lansen, secretariaat (tot december 2011)Jos Oude Elferink, mobiliteit en lokale planologie (tot juli 2011)Lex de Savornin Lohman, juridische zakenPaula Zaal, secretariaat.
in 2011 BEstonD hEt BEstuur van
DE vErEniging uit DE volgEnDE pErsonEn:
Arthur KappenburgBart Lankester (sinds november 2011)Josca Ligteringen (tot juni 2011)Coen Looij, secretaris, plaatsvervangend voorzitterEric Rijnders (tot juni 2011)Marijke van SchendelenJan Sevink (sinds november 2011)Herman Verhagen (sinds november 2011)Kees Vriesman, voorzitter (tot november 2011)Luzette WagenaarKroon, penningmeesterJan Wentink
De Natuur en Milieufederaties werken nauw samen met de Nationale
Postcode Loterij. In november 2010 is door de loterij bekrachtigd dat
de Natuur en Milieufederaties de komende vijf jaar partner van de
Nationale Postcode Loterij blijven. De federaties worden sinds 1996
gesteund door de grootste goede doelen loterij van Nederland.
In 2011 ontvingen de Natuur en Milieufederaties een bedrag van
2,25 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij voor hun werk
voor natuur, milieu en landschap in de provincies. De cheque werd
overhandigd tijdens het Goed Geld Gala 2011 in Laren. In totaal
verdeelde de Postcode Loterij 270 miljoen euro onder haar goede
doelen. De Milieufederatie Noord-Holland heeft in 2011 dankzij
de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij onder meer de
projecten Cradle to Cradle, CO2 Ambitie en Nieuwe Binding kunnen
realiseren.
De Natuur en Milieufederaties, stichting DOEN en de HIER klimaat-
campagne kregen bovendien in 2011 een extra bijdrage van 13,5
miljoen euro uit het Droomfonds voor de oprichting van een nieuw
energiebedrijf. ‘We Generate!’ wordt het eerste energiebedrijf dat het
voor de klant mogelijk maakt zelf groene energie op te wekken en
energie te besparen. In 2012 zal het droomproject in uitvoering gaan.
Vertegenwoordigers van De Natuur en
Milieufederaties, Stichting DOEN en de HIER
Klimaatcampagne zijn in hun nopjes met de
cheque van 13,5 miljoen euro van de Nationale
Postcode Loterij voor de oprichting van het
energiebedrijf van de toekomst: We Generate! FOTO
: RO
y B
EuSK
ER
Nationale Postcode Loterij
15
MNH zal ook in 2012 hard werken aan het versnellen van
duurzaamheid in Noord-Holland.
Dat DoEn wij Door:
• Inspirerende voorbeelden te tonen en een inspirerend
voorbeeld te zijn.
• Door de juiste partijen bij elkaar te brengen
• Mensen en organisaties te ondersteunen bij het verwezen-
lijken van hun duurzame ambities.
Deze terugblik 2011 getuigt van onze overtuiging dat streven
naar duurzaamheid ons veel te bieden heeft. Zo wordt
onze lucht schoner, blijft landschap en natuur behouden,
kan er fijner worden gerecreëerd én valt er ook nog geld te
verdienen. Dit alles is alleen te verwezenlijken als alle rele-
vante spelers rondom een thema samen willen werken. De
eerste stap om dat te bereiken is begrip én respect te hebben
voor elkaars wensen en ambities. En vervolgens te kijken hoe
die wensen van de verschillende spelers elkaar onderling
kunnen versterken. Dát is ons startpunt en niet de punten
waar belangen zouden kunnen botsen.
mnh ziEt zich zElf als BruggEnBouwEr.
Eén brug die wij, al van oudsher, slaan is die tussen politieke
beslissers en mensen in het veld. Mensen die, al dan niet
verenigd in een lokale organisatie, zich hard maken voor het
behoud van een open polder of de kwaliteit van de lucht
die zij inademen. Maar steeds vaker slaan wij ook een brug
tussen partijen die door samen te werken een initiatief meer
body kunnen geven waardoor de impact van dat initiatief
vele malen groter wordt.
Graag licht ik dat toe aan de hand van een concreet voor-
beeld. In 2012 gaan wij stevig verder met ons landelijke
project “Hier opgewekt” voorheen ‘We Generate!‘ waarbinnen
MNH de rol heeft om initiatieven gericht op de lokale
opwekking van duurzame energie te ondersteunen. In
Noord-Holland zijn vele mensen bereid duurzame energie af
te nemen, liefst nog van Noord-Hollandse bodem. Er is een
groot aantal initiatieven van mensen die energie zelf willen
opwekken. Maar eenvoudig is dat niet. Hoe maak je jouw
initiatief tot een succes? En hoe lever je die duurzame energie
aan de potentiële afnemers? MNH organiseert dat initiatief-
nemers van elkaar kunnen leren en bemiddelt bij het vinden
van ondersteuning bijvoorbeeld bij het aanboren van finan-
ciering of het organiseren van de facturering. Ook zal MNH
samen met de Stichting Doen zorgen voor een PR-campagne
waarvan lokale initiatieven kunnen profiteren zonder dat dit
ten koste gaat van hun lokale positie en herkenbaarheid.
Nadrukkelijk wil MNH ook in 2012 de politieke besluitvor-
mers inspireren. Wij zullen onze aandacht meer richten
op de gemeenten: de overheidslaag dichtbij mensen
met duurzame ambities. Maar natuurlijk vergeten wij de
provincie Noord-Holland niet. In 2012 zullen wij Provinciale
en Gedeputeerde Staten in ieder geval blijven prikkelen
om écht werk te maken van duurzame energie. Wij blijven
pleiten voor het belang van “Wind op Land”. Ook zullen wij de
provincie proberen te verleiden naast een top-down bena-
dering ten aanzien van duurzame energie óók initiatieven
van inwoners bottom-up te ondersteunen. Tenslotte zullen
wij actief meedenken hoe met teruglopende budgetten onze
natuur en ons landschap ook voor toekomstige generaties
behouden blijven.
Ziet u een kans tot samenwerken?
Laat het mij weten!
Ernest Briët, e.briet@mnh.nl
VOOruITBLIk 2012
Milieufederatie NoordHollandVersneller van Duurzaamheid
colofon
Milieufederatie Noord-HollandStationsstraat 381506 DH Zaandamtel 075 – 635 1598fax 075 – 670 4636mnh@mnh.nlwww.mnh.nl
Vormgeving: Sinas, HaarlemDruk: Damen Grafi a, Haarlem
De Milieufederatie Noord-Holland wordt fi nancieel ondersteund door de Nationale Postcode Loterij en de Provincie Noord-Holland
Milieufederatie Noord-HolandStationsstraat 381506 DH Zaandam
075 63 515 98mnh@mnh.nlwww.mnh.nl
Activiteiten 2012 In de loop van dit jaar wordt de Energie in de re-
gio Kaart gepresenteerd. Op deze kaart komen de
in ontwikkeling zijnde dan wel gerealiseerde Ener-
gie in de Regio projecten te staan. Dat zijn pro-
jecten waarbij slimme koppelingen zijn gemaakt
tussen bedrijven onderling of tussen bedrijven en
woningbouw op het gebied van het benutten van
(rest)warmte, energie, stoom, CO2.
Voor het thema Kust plannen wij een werksessie
met gemeenten, waterbeheerders, natuurbeheer-
ders en ondernemers om innovatieve invullingen
te bedenken voor ‘zonering’ langs de kust, met
name gericht op het creëren van rustige plekken
voor natuur en rustige vormen van recreatie.
Op zondag 8 juli vindt om klokslag 15 uur op heel
veel plekken in Europa de Big jump plaats. Wij
beogen in Noord-Holland aan dit evenement mee
te doen, met als doel aandacht te vragen voor het
belang van schoon water voor mens en natuur.
In september organiseren wij samen met de
Noord-Hollandse Energie Coöperatie een bijeen-
komst met initiatiefnemers op het gebied van
lokale duurzame energie.
Op zaterdag 27 oktober vindt de achtste editie van
de nacht van de nacht plaats.
In november presenteren wij samen met HVC de
voortgang van de gemaakte afspraken die de
Milieufederatie Noord-Holland in 2011 met hvc
inzameling heeft gemaakt in het kader van het
project de CO2 ambitie om hun CO2 uitstoot te
verminderen. Afgesproken is dat HVC Inzameling
aardgas/biogas inzamelvoertuigen gaat aanschaf-
fen en dat zij een verbeterd, zuiniger rijgedrag bij
hun chauff eurs gaan bevorderen.
In november/december organiseren wij een
maatschappelijk debat over wensen en perspectie-
ven voor een duurzame energievoorziening van
Noord-Holland.
In 2012 willen wij in enkele gebieden komen tot
een maatschappelijk convenant windenergie.
Hierin hebben maatschappelijke organisaties en
bewoners duidelijk aangegeven aan welke voor-
waarden voldaan moet worden om op bepaalde
plekken tot windmolenopstellingen te komen.