09 11 18 MD presentatie KVIV-Erenov 18 11 09 anm4x -...

Post on 04-Jun-2021

1 views 0 download

Transcript of 09 11 18 MD presentatie KVIV-Erenov 18 11 09 anm4x -...

Na-isolatie van

spouwmuren:

mogelijkheden &

prestatiesprestaties

A. Janssens, M. Delghust

Bouwfysica Groep

Vakgroep Architectuur & Stedenbouw

Faculteit Ingenieurswetenschappen (Firw)

Universiteit Gent (Ugent)

studiedag "Doorgedreven energetische renovatie van woongebouwen" – 18 november 2009 – Brussel

Na-isolatie van

spouwmuren:Mogelijkheden & prestaties

1. Achtergrond1. Achtergrond

•Onderzoek

•Na-isolatie

2. Labo-metingen & simulaties

•In labo (thermisch & hygrisch)

•Computersimulaties (koudebruggen)

3. In-situ: metingen & praktijk

•U-waarde

studiedag "Doorgedreven energetische renovatie van woongebouwen" – 18 november 2009 – Brussel

•U-waarde

•Luchtdichtheid

•Koudebruggen

•Energiebesparing

Achtergrond - onderzoek

TETRA-project 2007-2009

‘Na-isolatie van bestaande spouwmuren’‘Na-isolatie van bestaande spouwmuren’

• Coördinatie Ugent

• Partners:

– CIR (Isolatie Raad)

– Sint-Lucas

– WTCB

• Gefinancierd door IWT &

gebruikerscommissie van bedrijven

WTCB

Achtergrond - onderzoek

TETRA-project 2007-2009

‘Na-isolatie van bestaande spouwmuren’• Kennis verzamelen i.v.m. materialen en technieken

• Verbeterde technische richtlijnen– Voorstudie, uitvoering, nazorg

• Kwaliteitsbewakingskader

• Informatie over resultaten na-isolatieprojecten– Energiebesparing

‘Na-isolatie van bestaande spouwmuren’

– Energiebesparing

– Kosteneffectiviteit

Het onderzoeksproject ‘Na-isolatie van bestaande spouwmuren’ wil richtlijnen en informatie ontwikkelen die bijdragen tot de kwaliteitsvolle toepassing van na-isolatiein bestaande spouwmuren met het oog op een grootschalige thermische renovatie van

woningen.

Achtergrond – na-isolatie spouwWat?

1. Beoordeling

spouwmuur3. Vullen

van de

2. Boren

vulopeningen

van de

spouw

vulopeningen

4. Opvoegen

en nazorg

Achtergrond – na-isolatie spouwWaarom?

VEA REG-enquete 2008

Verwarmde ruimtes isoleren

96

90

4

10

eet- en zitkamer

keuken

Q25: Welke ruimtes worden er overdag verwarmd als er

iemand thuis is?

Niet het vorstvrij houden van verwarming. (basis: allen)

VEA REG-enquete 2008

20

67

26

79

32

68

0 20 40 60 80 100

slaapkamer(s)

badkamer(s)

hal

%

Ja Neen

Waarom een ‘oude’ isolatietechniek nieuw leven inblazen?

Achtergrond – na-isolatie spouwWaarom?

• Verbetering

muurisolatie

bestaande woningen

evolueert traag

• Nood aan maatregel

50%

75%

100%

Figures: Flemish Energy Agency

• Nood aan maatregel

– Pragmatisch

– Goedkoop0%

25%

1999 2001 2003 2005

double glazing roof insulation

floor insulation wall insulation

Achtergrond – na-isolatie spouwopties?

isolatie van buitenmuren_renovatie

buiten-isolatie binnen-isolatie spouwisolatie

ruim

te&

esth

etie

k

binnenafwerking ~ongewijzigd vervanging ~ongewijzigd

buitenafwerking vervanging ~ongewijzigd ~ongewijzigd

binnenruimte ~ongewijzigd ruimteverlies ~ongewijzigd

buitenruimte rooilijn verschoven ~ongewijzigd ~ongewijzigd

ther

mis

ch

hygr

isch maximale isolatiedikte

(ifv rooilijn, afbreken gevelsteen…) (ifv resterende binnenruimte) =spouwbreedte

ther

mis

ch&

hygr

isch (ifv rooilijn, afbreken gevelsteen…) (ifv resterende binnenruimte) =spouwbreedte

thermische massa ~ongewijzigd verkleind ~ongewijzigd

koudebruggen & vocht ifv detaillering! ! kritisch ! analyse nodig ! ~ongewijzigd (zie verder)

uitv

oerin

g tijd vaak ≤ dag

detailleringuiterst belangrijk uiterst belangrijk & kritisch (dichten van kieren)

Inve

s-te

ring

kostprijs≥ 100€/m² (incl. en ifv afwerking) ~18 à 25 €/m²

Achtergrond – na-isolatie spouw

Ervaring in buitenland: Groot-Brittanië

• Navulling van bestaande

spouw is veel toegepaste en

gesubsidiëerde

isolatietechniek

• Opvolging vanuit centrale

garantie-instelling CIGA,

• Geschat aantal woningen met

ongeïsoleerde spouw:

7 à 9 miljoen

(op 26 miljoen woningen)

• Aantal nagevulde woningen

sinds 1995: 3 miljoengarantie-instelling CIGA,

gefinancierd door hele

industrie

– CIGA: Cavity Insulation

Guarantee Agency

sinds 1995: 3 miljoen

(momenteel 2500 / dag)

Onderzoek - materialen

• Schuimen

Materiaal-soorten

• Korrels• Schuimen

- PUR: polyurethaan

- UF: ureumformaldehyde

• Korrels

- EPS: polystyreenparels

- EP: perliet

- EV: vermiculiet

- SLS: silicaatschuim

• Vezels

- MW: rotswol, glaswol

Onderzoek – materialenthermisch – in labo & theoretisch

Thermische eigenschappen

0.05

0.03

0.035

0.04

0.045

0.05

λλ λλ-w

aard

e (W

/mK

)

k.σλ

0.03UF PUR EPS-w EPS-s RW GW EP

droog vochtinvloed veroudering

=> Warmtegeleidingscoëfficiënt λ:•Gedeclareerde waarden 0.040 à 0.050 W/mK

•Bevestigd door eigen metingen

�Densiteit

�Vochtgehalte

�Veroudering

�…

Onderzoek – materialenthermisch – in labo & theoretisch

Berekende U-waarde

1.80

0.00

0.30

0.60

0.90

1.20

1.50

1.80U

-waa

rde

(W/m

²K)

zwaar

halfzwaar

licht

0.00ongeïsoleerd na-geïsoleerd

5 cmna-geïsoleerd

6 cm

• Niet-geïsoleerd: 1.1 à 2.2 W/m²K

• Geïsoleerd: 0.44 à 0.71 W/m²K

• Vermindering warmteverliezen: factor 2 à 3

• Prestatie hangt af van:

– Type metselwerk (licht-zwaar)

– Effectieve breedte spouw

– λ-waarde isolatiemateriaal

Onderzoek – materialenhygrisch

Regenwerende functie spouwmuur

• Spouwmuur = • In nagevulde spouwmuur • Spouwmuur = tweetrapsdichting

• Luchtspouw = capillaire snede tussen binnen- en buitenspouwblad

• In nagevulde spouwmuur moet isolatiespouw deze functie vervullen

• Voorwaarden:

– Onbeschadigd gevelmetselwerk (scheuren, gevelmetselwerk (scheuren, voegwerk)

– Verwaarloosbare wateropname isolatiemateriaal

Onderzoek – materialenhygrisch

Wateropname isolatiematerialen(gedeeltelijke onderdompeling EN1609)

0.5

1.0

1.5

2.0

2.5

Wat

erop

nam

e na

24

h (k

g/m

²)

Toelaatbare wateropname

MW prEN 14064-1

Toelaatbare wateropname

regenwerende buitenpleister

0.0

0.5

UF PUR EPS-w RW GW

Wat

erop

nam

e na

24

h (k

g/m

²)

• Gemeten wateropname zeer klein– Kleiner dan maximaal toelaatbare wateropname van regenwerende

buitenpleister

– Geen gevaar voor regendoorslag t.g.v. capillariteit isolatiemateriaal

Onderzoek – koudebruggencomputersimulaties

Koudebruggen:– Simulaties– Metingen

• Koudebrug blijft, maar:– Warmer binnenoppervlak

– Kleiner risico op schimmel & – Metingen– Toetsen tov binnenklimaat

• Traditionele details met spouwsluitingen

– Kleiner risico op schimmel & condensatie bij gelijk binnenklimaat

(ook afh. van dampdrukken binnen & buiten)

θsi

Luchtspouw Nagevulde

spouw

Onderzoekvalidatie noodzakelijk

• Materiaal & uitvoering– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?

• Koudebruggen– (2) Verlaagt het risico op condens en schimmel bij koudebruggen, bij gelijk

binnenklimaat, ook in de praktijk?

• Andere factoren, neveneffecten en bevindingen?– (3) Vaststellen van positieve en/of negatieve neveneffecten?

• Energieverbruik– (4) Reële besparingen?

Case-studies

Prestaties in-situ ?

Metingen & analyses van case-studies

Selectie: Oproep energieforaContacten bedrijven

Case-studies: verschillen

– Bouwjaar : (1940)1956 - 1994

– Jaar na-isolatie: 1967 – 2008(2009)

– Woning-typologie: (gesloten), half-open, open bebouwing– Woning-typologie: (gesloten), half-open, open bebouwing

– Afmetingen, compactheid,…

– Samenstelling gebouwschil• Spouw-isolatie

– Spouw-isolatie: spouwbreedte

– Spouw-isolatie: materiaal (6)

» UF (5)

» PUR (4)

» EPS (5)

» Rotswol (4)

⇒ Niet rechtstreeks

kwantitatief

vergelijkbaar

(individuele analyse!)

⇒ Complementair» Rotswol (4)

» Glaswol (3)

» Silicaatschuimkorrels (2)

– Functies en bezetting: telkens woningen, maar soms ook kantoorruimte…

– esthetische en praktische aspecten

– oriëntatie

– bestaande technieken (HVAC)

– …

⇒ Complementair

& leerrijk

Case-studies: meetgegevens

Verzamelde gegevens per case

• Gegevens:• Gegevens:– Data:

• Plannen

• Energiefacturen & meterstanden

• Bewonerservaringen & waarnemingen

• …

– Metingen

• U-waardemeting

• Gebouwluchtdichtheid & thermografie

• Binnenklimaat & • Binnenklimaat & temperatuurfactor koudebruggen

• …

• Analyses voor en na uitvoering na-isolatie

– In helft van cases (11)

(van in totaal : 23 cases = 34 meetperiodes)

Onderzoekvalidatie noodzakelijk

• Materiaal & uitvoering– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?

• Koudebruggen– (2) Verlaagt het risico op condens en schimmel bij koudebruggen, bij gelijk

binnenklimaat, ook in de praktijk?

• Andere factoren, neveneffecten en bevindingen?– (3) Vaststellen van positieve en/of negatieve neveneffecten?

• Energieverbruik– (4) Reële besparingen?

In-situ casesin-situ meting_U-waarde

BUITENθse

• Continue monitoring:– Oppervlaktetemperaturen θsi en θse

– Warmteflux q

BINNEN

BUITEN

θsi

se

qsi

∑n

– Warmteflux qsi

– Gedurende een week

• Bepaling U-waarde na uitmiddelen

=

=

−=

n

j

sij

sej

n

j

sij

M

qR

1

)

1

( θθ

111 )( −++=ei hMhM RU

t

2,50

U-waarde

In-situ casesoverzicht_U-waarde

1,00

1,50

2,00

U [

W/(

m².

K)]

VOOR

NA

Nie

t-g

eïs

ole

erd

1.1

à >

2.1

W/m

²K0

.40

à 0

.65

W/m

²K

0,00

0,50

Case-studies [-]

NA

Na

-ge

ïso

lee

rd

0.4

0 à

0.6

5 W

/m²K

materialenuitvoeringsdatum

100%

U-waarde_relatief

In-situ casesoverzicht_U-waarde

(~warmte-verlies over de spouwmuren)

40%

50%

60%

70%

80%

90%

U-w

aa

rde

_re

lati

ef

VOOR

NA

50% 50%

overschot besparing

0%

10%

20%

30%

Case-studies [-]

NA

30% 70%

�Meetresultaten bevestigen berekende thermische prestaties na-geïsoleerde spouwmuren:

•0.40 à 0.65 W/m²K (90% case-studies)•Reductie warmteverlies met factor 2 à 3

In-situ casesoverzicht_U-waarde

1,00U-waarde

•Reductie warmteverlies met factor 2 à 3

�Verschillen tussen isolatiematerialen niet groter dan verschillen ten gevolge van andere bouwlagen (bijv. metselwerk)

�Geen significante verschillen tussen oude en recent gerealiseerde projecten

0,00

0,50

U [

W/(

m².

K)]

Case-studies [-]

NA

Onderzoekvalidatie noodzakelijk

• Materiaal & uitvoering– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?

• Koudebruggen– (2) Verlaagt het risico op condens en schimmel bij

koudebruggen, bij gelijk binnenklimaat, ook in de praktijk?

• Andere factoren, neveneffecten en bevindingen?– (3) Vaststellen van positieve en/of negatieve neveneffecten?

• Energieverbruik– (4) Reële besparingen?

In-situ case X1 : PUR koudebruggen

Koudebruggen:– Simulaties

– Metingen

Temperatuursfactor:

f = (θsi – θae) / (θai – θae)

hoe groter f , – Metingen– Toetsen tov binnenklimaat

hoe groter f ,

des te kleiner het risico

op condens en schimmel

In-situ case X1 : PUR koudebruggen

Koudebruggen:– Simulaties

– Metingen

Temperatuursfactor:

f = (θsi – θae) / (θai – θae)

hoe groter f , – Metingen– Toetsen tov binnenklimaat

hoe groter f ,

des te kleiner het risico

op condens en schimmel

In-situ (voorbeeld):

voor: f = 0,71

In-situ case X1 : PUR koudebruggen

Koudebruggen:– Simulaties

– Metingen

Temperatuursfactor:

f = (θsi – θae) / (θai – θae)

hoe groter f , – Metingen– Toetsen tov binnenklimaat

hoe groter f ,

des te kleiner het risico

op condens en schimmel

In-situ (voorbeeld):

voor: f = 0,71

na: f = 0,74

⇒verbetering ook

gemeten in-situ

�Condens en schimmel

othermisch: θsi!odampdrukken

�Thermisch: warmteverlies

Onderzoekvalidatie noodzakelijk

• Materiaal & uitvoering– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?

• Koudebruggen– (2) Verlaagt het risico op condens en schimmel bij koudebruggen, bij gelijk

binnenklimaat, ook in de praktijk?

• Andere factoren, neveneffecten en bevindingen?– (3) Vaststellen van positieve en/of negatieve neveneffecten?

• Energieverbruik– (4) Reële besparingen?

100%

infiltratie_relatief

In-situ casesoverzicht_luchtdichtheid

95% 5%

overschot besparing

40%

50%

60%

70%

80%

90%

infi

ltra

tie

bij

50

Pa

_re

lati

ef

VOOR

NA

95%

80%

5%

20%

0%

10%

20%

30%

infi

ltra

tie

bij

50

Pa

_re

lati

ef

Case-studies [-]

NA

In-situ casesoverzicht_luchtdichtheid

Na-isolatie verhoogt de luchtdichtheidNa-isolatie verhoogt de luchtdichtheid

( 5 à 20 % minder in-/ex-filtratie)

•Stijging van de luchtdichtheid is klein => weinig invloed op energetisch vlak

•Ongeacht het gebruikte isolatiemateriaal

•Afhankelijk van beginsituatie (Wat waren de voornaamste luchtlekken?)

Ook bij andere isolatie-ingrepen!! (bijv. vervangen schrijnwerk, isoleren van daken Ook bij andere isolatie-ingrepen!! (bijv. vervangen schrijnwerk, isoleren van daken

en aanbrengen van onderdaken…)

⇒Stijgend belang van ventilatie bij stijgende luchtdichtheid!

In-situ casesluchtdichtheid & koudebruggen

na-vulling van spouwen: na-vulling van spouwen:

Goede vulling en dichting mogelijk

van kieren, spleten en ter hoogte van moeilijke aansluitingen,

om de continuïteit van de isolatielaag zo hoog mogelijk te houden.

Belang van goede uitvoering! (o.a. boorpatroon, densiteit, …)

(Voordelen ook toepasbaar bij nieuwbouw!)(Voordelen ook toepasbaar bij nieuwbouw!)

Onderzoekvalidatie noodzakelijk

• Materiaal & uitvoering– (1) Worden de berekende U-waarden gehaald in de praktijk?

• Koudebruggen– (2) Verlaagt het risico op condens en schimmel bij koudebruggen, bij gelijk

binnenklimaat, ook in de praktijk?

• Andere factoren, neveneffecten en bevindingen?– (3) Vaststellen van positieve en/of negatieve neveneffecten?

• Energieverbruik– (4) Reële besparingen?

In-situ case X2 : UF

• Vrijstaande woning °1994– Beschermd volume 749 m³

– Bruto vloeroppervlakte 265 m²

• Navulling spouwmuur 2008

– Ongevuld: U = 1.4 W/m²K

– Nagevuld: U = 0.5 W/m²K

oppervlakte-verdeling

[m²]

poorten & deuren:

2,63%

– Bruto vloeroppervlakte 265 m²

– Verliesoppervlakte 514 m²

• Oorspronkelijke isolatie:– Houten ramen - dubbel glas

– Dakisolatie 12 cm

– Nagevuld: U = 0.5 W/m²K

• Analyse energiegebruik:

– Aardgasfacturen

0,00

100,00

200,00

300,00

400,00

500,00

600,00

[m²] 2,63%

raam: 4,76%

dak: 11,27%

plafond: 18,28%

gevel: 35,88%

vloer: 27,18%

In-situ case X2 : UF meetresultaten

Flux- luchtdichtheids-meting

meting

1,40

1,00

1,50

2,00

U [

W/(

m².

K)]

gemeten U-waarden

5,93

4

6

8

v5

0 [

m³/

(h.m

²)]

gemeten v50-waarden

- 66%

- 16%

1,40

0,47

0,00

0,50

voor na (droog)

U [

W/(

m².

K)]

5,934,97

0

2

voor na (droog)

v5

0 [

In-situ case X2 : UFprestatie-indicatoren

E-peil & K-peil

EPB

- E = 31

- K = 24

EPB

voor-na

100

150

E = 105

E = 74K = 78

K = 54

- K = 24

0

50

E voor K voor E na K na

In-situ case X2 : UFtheoretisch vs. werkelijk verbruik

energieverbruik

verwarming & sanitair warm water(per jaar, per m² vloeroppervlakte)

29,96

29,96

- 50,12

EPB

voor - na

werkelijk

voor - na

EPB

vs.

werkelijk

100

150

200

[kW

h/(

m².

j)]

(per jaar, per m² vloeroppervlakte)

besparing

sww

136,44

86,3271,70

57,50

29,96

11,00

11,00

- 14,20

0

50

100

E/S

vlo

er

[k

Wh

/(m

².j)

]

sww

verw

In-situ case X2 : UFtheoretisch vs. werkelijk verbruik

energieverbruik & besparing

verwarming & sanitair warm water(per jaar, per m² vloeroppervlakte en procentueel)

116,28 kWh/(m².j)

68,50 kWh/(m².j)

50,12 kWh/(m².j)

14,20 kWh/(m².j)

-30,12%

EPB

-17,17%

werkelijkEPB

vs.

werkelijk

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ve

rbru

ik &

be

spa

rin

g,

[E/S

vlo

er

[kW

h/(

m².

j)]

& [

%]

(per jaar, per m² vloeroppervlakte en procentueel)

besparing

0%

10%

20%

30%

40%

EPB werkelijk

ve

rbru

ik &

be

spa

rin

g,

[E/S

verbruik NA

(verw & sww)

Case-studies

Bevestigen de metingen in-situ

de metingen in labo & de theoretische berekeningen?de metingen in labo & de theoretische berekeningen?

JA:-U-waarde

-Koudebruggen

NEE:-Energiebesparing

<>

?Voornaamste verklaringen:

o.a. te zoeken in de klimaatmetingen

&

Gebruiksinvloeden

(+ theoretische berekeningen, vereenvoudigingen en aannames)

?

In-situ case X2 : UFanalyse binnenklimaat

25

temperaturen_1.6-NA1nat

-5

0

5

10

15

20

e iL iK iC iSo iSk iSk

tem

pe

ratu

ur

θ [

°C]

buiten / binnenruimtesbuiten / binnenruimtes

• Verschillen naargelang de lokalen ≠ EPB: 18°C

• Spreiding

lee

fru

imte

keu

ken

circ

ula

tie

Slp

k-

ou

de

rs

Slp

k–

kin

d1

Slp

k–

kin

d2

bu

ite

n

Spreiding 1

binnenklimaat

ifv

In-situ case X2 : UFanalyse binnenklimaat

25

temperatuur: gemiddeld dagverloop_1.6-NA1nat

EPB=18°Cifv

dagcyclus(buitenklimaat

&

gebruik)

5

10

15

20

25

ge

mid

de

lde

te

mp

era

tuu

r θ

[°C

]

EPB=18°C

e

iL

iK

iC

iSo

iSk

iSk

-

-

-

leefruimte

keuken

circulatie

Slpk - ouders

Slpk – kind1

Slpk – kind2

buiten

-5

0

5

00

:15

01

:15

02

:15

03

:15

04

:15

05

:15

06

:15

07

:15

08

:15

09

:15

10

:15

11

:15

12

:15

13

:15

14

:15

15

:15

16

:15

17

:15

18

:15

19

:15

20

:15

21

:15

22

:15

23

:15

ge

mid

de

lde

te

mp

era

tuu

r θ

[

uur [uu:mm]

-

-

In-situ case X2 : UFanalyse binnenklimaat

30

daggemiddelde temperatuur_1.6-NA1nat

θgem,i = θgem,e

Spreiding 2

binnenklimaat

ifv

15

20

25

30

bin

ne

nte

mp

era

tuu

r: d

ag

-ge

mid

de

lde

θi

[°C

]

θgem,i = θgem,e

EPB=18°C

gem_iL

gem_iK

gem_iC

gem_iSo

gem_iSk

gem_iSk

-

-

-

leefruimte

keuken

circulatie

Slpk - ouders

Slpk – kind1

Slpk – kind2

ifv

buitenklimaat

5

10

-5 0 5 10 15

bin

ne

nte

mp

era

tuu

r

dag-gemiddelde buitentemperatuur θe [°C]

-

-

In-situbewonersgedrag

• Besparing t.o.v. ongeïsoleerde • Verwarmingsgedrag verklaart

Aangepaste theoretische berekening => besparing

• Besparing t.o.v. ongeïsoleerde woning met dubbel glas

• Bij toepassing HR-glas + dakisolatie 18 cm + muurisolatie 6 cm

• Verwarmingsgedrag verklaart afwijking theoretisch-werkelijk verbruik in case-studies

– Verschil absolute besparing > factor 3

– Kleinere relatieve besparing

100000

120000

140000

Ene

rgie

besp

arin

g (M

J)

30%

35%

40%

45%

Ene

rgie

besp

arin

g (%

)

0

20000

40000

60000

80000

rij hoek vrij

Ene

rgie

besp

arin

g (M

J)

alles verwarmd leefruimtes verwarmd

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

rij hoek vrij

Ene

rgie

besp

arin

g (%

)

alles verwarmd leefruimtes verwarmd

In-situ casestheoretisch vs. werkelijk verbruik

analyse E-verbruik:

AbsoluutAbsoluut

•verbruik werkelijk vaak < ½ x theoretisch verbruik volgens EPB

•besparing werkelijk < < theoretische besparing volgens EPB•EPB: binnentemperatuur constant = 18 °C <> werkelijk gemiddelde binnentemperatuur, zowel

ruimtelijk als in de tijd! (gebruikspatronen)

•Overige aannames, vereenvoudigingen enz. bij berekeningen

Relatief

•Proportionele besparing werkelijk <> theorethisch

+ Na-isolatie van wanden ter hoogte van de meest verwarmde ruimtes + Na-isolatie van wanden ter hoogte van de meest verwarmde ruimtes

(leefruimtes op gelijkvloers)

+ Operatieve temperatuur vs. luchttemperatuur

(stralingstemperatuur van de wanden verhoogt)

=> sommige gebruikers: “thermostaat lager nà het na-isoleren”

- “reboundeffect”, evenwicht tussen winsten

energetisch-ecologisch-financieel vs. comfort-Bewust of onbewust

-Ifv haalbaar binnencomfort vóór de ingreep

-Bewoners gaan mogelijk minder opletten op hun verbruik

In-situ casestheoretisch vs. werkelijk verbruik

< Parameters bij analyse E-verbruik:

•Bouwfysische theorieEPB: statisch <> werkelijkheid: dynamisch•EPB: statisch <> werkelijkheid: dynamisch

•Vereenvoudigingen, onbekenden…

•Gebouwparameters•Materiaal- en installatie-eigenschappen, afmetingen, aansluitingen, plannen vs.

uitvoering…

•Soms waarden bij ontstentenis (vnl. bij oudere woningen) (bijv. luchtdichtheid v50)

•Gebruiksparameters•Ruimtelijk (bijv. leefruimtes <> slaapkamers…)•Ruimtelijk (bijv. leefruimtes <> slaapkamers…)

•Tijdsgebonden (gebruikscycli… vnl. dagcycli, uitzonderingen bijv. vakantie…)

•Klimaatgebonden (adaptatie tov buitenklimaat)

•Gebonden aan de gebouwprestaties (comfort/besparing)!

(wijzigend voor<>na renovatie! (bijv. thermostaat lager: θlucht,i <> θoperatief,i)

•Klimaatparameters•EPB: statisch, vnl. maandgemiddelde waardes <>

•Wijzigend buitenklimaat in werkelijkheid

In-situ casespraktijk-analyses

Metingen van prestaties: Vullen elkaar aan(*)

Analyses & keuzes : kritisch, genuanceerd en meerzijdig (*)

Metingen van prestaties:

– Klimaat-metingen

– Koudebrug-metingen

– Flux-metingen

– Luchtdichtheid

– Thermografisch onderzoek

Vullen elkaar aan(bijv. thermografie & flux-meting)

Invloeden onderscheiden(bijv. gebruiker vs. gebouw)

1. vooraf

(*)

(*)

(*)

(*)

– Endoscopisch onderzoek

Toetsen van resultaten:

– Verbruikgegevens

– Bewonerservaringen

– …

Totaalaanpak(bijv. isolatie &

luchtdichtheid/ventilatie)

op maatvan de gebruiker

& het gebouw

1. vooraf

Controle & nazorg leerschool

2. na

(*)

(*)

(*)

In-situ casestheoretisch vs. werkelijk verbruik

Lager werkelijk energiebesparing

•is niet eigen aan na-isolatie van spouwmuren

•wil niet zeggen dat de gewenste isolatiewaarde niet gehaald zou zijn(zie o.a. flux-metingen en aangepaste theoretische berekeningen)

-- -

⇒Meer maatregelen nodig om de beoogde energetische, financiële en

ecologische doelstellingen te halen

⇒Totaal-aanpak, op maat nodig (na individuele analyse: hiërarchie van

de maatregelen is case-afhankelijk)

⇒Ook de mens inrekenen: balans met comfort-winsten

⇒Geen ongenuanceerde beloftes maken!

⇒Sensibilisering van de bewoner

⇒‘handleiding’ van de woning geven aan de bewoner

voorlopig einde