Van tekst tot CSE
Esther Cremers
Evelyn Reichard
Pauline Schuurman
Landelijke Studiedag Levende Talen 2014
Programma
• Van brontekst tot examen; hoe komt een
CSE tot stand?
• Welke vragen zijn er zoal?
• Zelf vragen maken
• Screening van elkaars werk
• Bespreking van de screening
• Plenaire afsluiting
Actoren en hun taken
• Opdrachtgever
– Ministerie van OC&W
– College van Toetsing en Examens (CvTE)
– Vaststellingscommissie (vaksectie)
• Opdrachtnemer
– Cito
– Toetsdeskundige(n)
– Constructiegroep (CG)
– Screeners (in- en extern)
Constructieproces - 1
• Constructieopdracht (CvTE)
• Tekst + tekstkeuring
• Conceptvragen + bewerking tekst tot
eerste concept
• Interne screening toetsdeskundigen
Constructieproces - 2
• Verwerking commentaar tot tweede concept
• Externe screening vaststellingscommissie
• Verwerking commentaar tot derde concept
• Samenstelling examen met vragen en
correctievoorschrift (cv)
Vaststelling en controles
• Externe screeningsronde
• Verwerking commentaar + definitief voorstel
• Vaststelling
• Nog enkele verwerkingsrondes met als laatste
stap de erratumcontrole
Soorten vragen
• MC-vraag 3/4 keuze doeltaal/moedertaal
• Open vraag kort antwoord in Nederlands
beantwoorden
• Matrixvraag beweringenvraag juist/onjuist
voor een tekstgedeelte met veel verschillende
informatie
• Gap-vraag gaten in tekst
Meerkeuze vragen
Voordelen
• Makkelijk beoordelen
• Objectief
• Weinig schrijftijd nodig
• Efficiënt
• Heel betrouwbaar
• Bevragen van veel verschillende dingen
• Automatisch nakijken
• Verschillende versies
Nadelen
• Hoog denkniveau, creativiteit en competenties moeilijk te toetsen
• Constructie kost veel tijd
• Halfgoede antwoorden bestaan niet
• Vereist leesvaardigheid
• Mogelijkheid tot gokken
• Toets moet van flinke lengte zijn om betrouwbaar te zijn
Veelgebruikte opbouw meerkeuzevraag
Wat is het doel van de advertentie? >stam
reclame maken voor >voorloper
A een caloriearm dieet >afleider
B een cursus zelfverdediging >afleider
C een gezondheidsproduct >sleutel
D een sportschool >afleider
Afleiders en sleutel heten samen: alternatieven
Opdracht 1: vragen maken
• Verdeel de tekst in stukken waarbij een
vraag mogelijk is.
• Maak 3 meerkeuzevragen bij de tekst.
• De vragen bestaan elk uit 4 alternatieven.
• Gebruik ‘de adviezen en richtlijnen’ bij het
maken van de vragen.
• Maak per groep 1 set van 3 vragen.
Adviezen en richtlijnen - 1
• Formuleer eerst het goede antwoord,
daarna pas de afleiders.
• Gebruik als afleiders vergissingen die de
leerlingen zouden kunnen maken.
• Maak alleen afleiders waarvan u verwacht
dat leerlingen die ook werkelijk kiezen.
Adviezen en richtlijnen - 2
• Vermijd ontkenningen in de stam
(negatieve elementen eventueel vet maken
of onderstrepen)
• Vermijd formuleringen waarbij het goede
antwoord direct opvalt (echo / valse echo).
• Formuleer de antwoorden zo, dat de
onderlinge verschillen tussen de afleiders
duidelijk uitkomen.
Adviezen en richtlijnen - 3
• Zorg ervoor dat de alternatieven logisch zijn
gerangschikt.
• Zorg ervoor dat alle alternatieven
grammaticaal correct aansluiten op de
gestelde vraag.
• Zorg ervoor dat de alternatieven ongeveer
even lang zijn.
Adviezen en richtlijnen - 4
• Zorg ervoor dat alle alternatieven ongeveer
dezelfde zinsbouwconstructie hebben (let op
tijd waarin werkwoord staat).
• Zorg ervoor dat er geen overbodige informatie
in de vraag zit.
Opdracht 2: Screening
• Ruil de set van 3 vragen met die van een
andere groep van dezelfde taal.
• ‘Screen’ het werk van de andere groep:
– geef commentaar op alles wat opvalt;
– doe verbetervoorstellen;
– raadpleeg hierbij steeds de 'adviezen en
richtlijnen’.
Bespreking van de screening
• Licht commentaar en verbetervoorstellen toe
aan de groep van wie het werk gescreend is.
• Twee leden van de verschillende groepen
wisselen van plaats.
Afsluiting
• Ervaringen met de workshop
• Vragen
• …
Top Related