366»Jaarverslag 2012
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
2 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
De chemische industrie kende een goed
jaar. Wel gaven de laatste maanden van
2012 een afvlakking van de productie te
zien. De chemische industrie is sterk
afhankelijk van de conjuncturele
ontwik keling. Nederland raakte in het
laatste kwartaal van 2012 voor de derde
keer in vier jaar tijd in recessie.
Het consumentenvertrouwen bleef laag
en als gevolg van de eurocrisis in
Europa moest het kabinet-Rutte 2
forse bezuinigingen in het vooruitzicht
stellen. Eind 2012 waren er nog geen
signalen dat de economie in 2013 zou
aantrekken.
Een ontwikkeling die in 2012 onze volle aandacht vroeg, was de
energie- en grondstofsituatie in Europa ten opzichte van andere
delen in de wereld. Daarbij gaat het voornamelijk om de rol van
schaliegas in de Verenigde Staten. Niet alleen is de prijs van
energie in de VS dankzij schaliegas sterk gedaald, (schalie)gas is
ook een grondstof voor de productie van ethyleen. De verschillen in
(productie)kosten tussen Europa en de VS lopen dan ook ver uiteen,
met alle negatieve gevolgen van dien voor onze concurrentiepositie.
Voorwoord voorzitter Werner Fuhrmann
Europa loopt achter
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
3 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Wat investeringsklimaat betreft verliest Nederland het op twee
gebieden: van de VS vanwege de lage energie- en grondstofprijzen
en van Azië vanwege de daar groeiende marktkansen. Er zal dus
iets moeten gebeuren en het zal snel moeten gebeuren, anders
dreigen Europa en Nederland zich uit de markt te prijzen.
Daarnaast is het streven van landen in het Midden-Oosten om
chemie meer downstream in te zetten, een ontwikkeling die
grote gevolgen heeft voor de mondiale verhoudingen en dus voor
de chemische industrie in Europa.
Hoe problematisch de vooruitzichten op korte termijn ook zijn,
op lange termijn heeft de in Noordwest-Europa gevestigde
chemische industrie uitstekende vooruitzichten, mits de ener-
gie- en grondstofsituatie wordt verbeterd. Dat is ook de conclusie
van het onderzoek naar de toekomstkansen van de chemie dat
de VNCI samen met adviesbureau Deloitte in 2011 liet uitvoeren
en begin 2012 tijdens een goedbezocht symposium presenteerde.
Welk scenario zich ook ontvouwt, de chemie blijft een noodzakelijke
industrietak om de uitdagingen van de toekomst op gebieden als
duurzaamheid, voedselvoorziening en klimaatbeheersing met
succes te kunnen aangaan. Dat rechtvaardigt enerzijds ons opti-
misme voor de lange termijn en zou aan de andere kant overheden
moeten aansporen op korte termijn maatregelen te treffen die ons
concurrerend houden. Hoewel Nederland eigen goedkoop winbaar
gas heeft, hebben Nederlandse bedrijven geen toegang tot gas
tegen op de wereldmarkt concurrerende prijzen. Daar moeten we
een oplossing voor vinden, want de beschikbaarheid van voldoende,
betaalbare energie en grondstoffen is voor de chemische industrie
een eerste levensbehoefte.
Werner Fuhrmannvoorzitter VNCI
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
4 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
In januari 2012 presenteerden VNCI en
organisatieadviesbureau Deloitte de Visie
2030-2050. Het rapport legt lijnen naar de
toekomst van de chemische industrie in
Nederland en Noordwest-Europa.
De belangrijkste aandachtspunten uit de
Visie vormden in 2012 de leidraad voor
de activiteiten van de VNCI. Dat gebeurde
langs de volgende lijnen:
1. De Visie wijst erop dat de chemische industrie voorop moet lopen
in operational excellence en resource efficiency en excellent moet
presteren op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. In
2012 is intensief aandacht besteed aan resource efficiency door
het creëren van de Routekaart Chemie, die de weg wijst naar
efficiënt energiegebruik en vermindering van onze CO2-emissie.
Daarnaast is hard gewerkt aan het uitvoeren van het
programma Veiligheid Voorop (om alle bedrijven mee te tillen
naar excellent opereren op veiligheidsgebied) en is de
ecologische footprint van de sector in kaart gebracht.
Voorwoord directeur Colette Alma
Visie 2030 leidraad in 2012
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
5 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
2. De Visie wijst ook op het belang van feedstock-flexibiliteit: het
inzetten van fossiele en niet-fossiele grondstoffen. In 2012 is dat
onder meer vertaald in de vorm van het Topconsortium Kennis
& Innovatie Biobased Economy (TKI-BBE). Dit topconsortium
gaat het cross-sectorale programma Biobased Economy uitvoe-
ren, een onderdeel van de Topsector Chemie. TKI-BBE draagt
zo bij aan het realiseren van de biobased economy in Neder-
land. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband Woodspirit
een toezegging van 199 miljoen euro Europese subsidie ontvan-
gen voor de bouw van een grootschalige biomassaraffinaderij
in Delfzijl en zijn er initiatieven voor samenwerking van agro-,
chemie- en papierindustrie ontplooid. De sterke ontwikkeling
van schaliegas in andere delen van de wereld heeft de noodzaak
van feedstock-flexibiliteit extra onderstreept.
3. Een derde pijler van de Visie is het open innovatie ecosysteem.
Daarvoor zijn samenwerkingen op het gebied van innovatie en
de beschikbaarheid van talent nodig. Via de Regiegroep Chemie,
de Topsector Chemie en de TKI’s zijn veel initiatieven ontplooid
rond onderzoek en innovatie. Daarin kwamen ook nieuwe
samenwerkingsverbanden tot stand. Een stuurgroep onderne-
merschap gaf speciale aandacht aan participatie van het mkb.
De Visie wijst erop dat het tekort aan gekwalificeerde medewer-
kers een belemmering kan vormen voor de groeipotentie van de
chemische industrie. Via initiatieven als het Masterplan Bèta en
Technologie wordt geprobeerd die belemmering weg te nemen.
De chemiesector initieerde in 2012 ook de Topsector Chemie-
beurs voor excellente studenten. De langetermijnambitie is dat
40 procent van alle afgestudeerden een bèta- of technologi-
sche opleiding heeft genoten. Momenteel is dat 25 procent. Als
onderdeel van deze ambitie stellen de topsectoren zich als doel
om gedurende een langere periode minstens 40.000 bèta-tech-
nologische mensen per jaar extra aan te trekken door opleiding
en zij-instroom.
4. Een laatste pijler van de Visie is heldere regelgeving. Wat dat
betreft bieden de ambities uit het Regeerakkoord (heldere
regelgeving en vermindering van regeldruk) hoop. Intensief
overleg met de overheid heeft er in 2012 toe geleid dat de Euro-
pese IED-richtlijn vrijwel één-op-één in nationale wetgeving is
geïmplementeerd.
Samenvattend: de activiteiten van de vereniging stonden in 2012
voor een groot deel in het teken van de Visie 2030-2050 en het is te
voorzien dat dit de komende jaren zo zal blijven.
Colette Almadirecteur VNCI
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
6 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
De chemische industrie verbruikt veel energie. Dit is eigen aan de sector.
De vervaardiging van chemische producten vraagt vaak hoge verwerkings-
temperaturen. Leden van de VNCI zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid
om de chemie te laten bijdragen aan een duurzame en energie-efficiënte wereld.
Energie en Klimaat
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
7 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Routekaart
De VNCI heeft in 2012 de
Routekaart Chemie 2030
geïntroduceerd. De che-
mische industrie heeft de
sleutel in handen om een
substantiële bijdrage te
leveren aan verduurzaming
en CO2-reductie, in de
eigen, maar ook in
andere sectoren.
De Routekaart is een concrete uitwerking
van de manier waarop de chemische
industrie die sleutelrol wil waarmaken.
Zij geeft een beeld van de mogelijkheden
om de CO2-uitstoot tussen nu en 2030 te
reduceren en biedt inzicht in de verschil-
lende wegen naar duurzaamheid en vitali-
teit die de sector bewandelt en kan
bewandelen. Dit gebeurt door actief te
werken aan randvoorwaarden en risico’s,
innovatie te sturen en te monitoren.
Binnen de sector zijn projecten geïdenti-
ficeerd die op verschillende niveaus gaan
bijdragen aan de reductie. De VNCI heeft
hierin een belangrijke coördinerende en
sturende rol. De Routekaart werd in de
tweede helft van 2012 aangeboden aan
het ministerie van Economische Zaken,
Landbouw & Innovatie (EL&I). Na de
introductie is de VNCI actief aan de slag
gegaan met bedrijven, onder meer om de
mogelijkheden van CO2-reductie door inzet
van biocokes, verwaarding van propaan en
certificering van biogas te onderzoeken.
Chris Buijink (secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken ontvangt de
Routekaart Chemie 2030). Vlnr: Chris Buijink, Gerard van Harten, Colette Alma en Reinier Gerrits
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
8 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Per bedrijf variëren de kosten van het
Europees emissiehandelssysteem ETS
sterk. Voor de 25 procent installaties
met de hoogste kosten per medewerker,
bedragen de gemiddelde ETS-kosten ruim
80.000 euro per medewerker (uitgaande
van een prijs van dertig euro per ton CO2).
Ongeveer tweederde daarvan is een gevolg
van doorberekening van ETS-kosten via
elektriciteit (doordat elektriciteitsbedrijven
hun extra kosten voor ETS doorberekenen
aan hun klanten). Dat is de conclusie van
een onderzoek dat de VNCI in 2012 onder
haar leden hield naar de effecten van
ETS op de bedrijfsvoering. Het onderzoek
maakte duidelijk dat chemiebedrijven
gemiddeld 7 procent minder emissierechten
krijgen dan dat zij nodig hebben.
Tellen ze de indirecte uitstoot (die door-
berekend wordt in de stroomprijs) van
elektriciteits leveranciers hierbij op,
dan stijgt dit naar 28 procent. Bij een prijs
per emissierecht van 30 euro betekent dat
gemiddeld een kostenpost van 2,7 miljoen
euro per installatie. De VNCI heeft er daar-
om ook in 2012 bij de Nederlandse overheid
voor gepleit om de indirecte ETS-kosten te
compenseren. Duitsland, Vlaanderen en
Engeland hebben al aangegeven dit te
zullen doen. Zonder compensatie wordt
het gelijke speelveld voor Nederlandse
bedrijven in Europa ernstig geschaad.
De werkgroep ETS van VNO-NCW is nieuw
leven ingeblazen. Aanleiding hiervoor zijn
de gesprekken die de VNCI en VNO-NCW
hebben gevoerd met de ministeries van
Infrastructuur & Milieu (I&M) en Economische
Zaken (EZ) over structurele verbeterings-
voorstellen voor het handelssysteem.
Daarnaast heeft de VNCI Europarlemen-
tariërs geïnformeerd over de wijze waarop
de Europese Commissie haar voorstel voor
backloading in ETS wil doordrukken en
waarom dit voorstel in haar ogen niet zinvol
is. De uitgifte van CO2-emissierechten is
een onderdeel van het Europese emissie-
handelssysteem. In het voorgestelde plan
zou tussen 2013 en 2015 een miljard
emissierechten niet worden geveild.
Tussen 2019 en 2020 zouden deze dan
alsnog verkocht worden. Backloading is
gericht op het verhogen van de prijs van
emissierechten. Volgens de VNCI is dat
niet de oplossing voor de (lagere dan bij de
start verwachte) prijs voor emissierechten,
aangezien het geen oplossing biedt voor
de manier waarop nu emissierechten
uitgegeven worden. Toegewezen rechten
zijn nu gebaseerd op historische gegevens
en houden te weinig rekening met actuele
gebeurtenissen. De huidige crisis zorgt
er bijvoorbeeld voor dat er meer rechten
beschikbaar zijn, aangezien de productie
achterblijft bij de prognose. Ook in het
geval van economische groei kan het
systeem niet meebewegen.
Europees emissie handelssysteem ETS
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
9 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
SchaliegasDe ontwikkelingen rond schaliegas in de Verenigde Staten
beheersten in 2012 het nieuws, op zijn minst het nieuws rond de
chemische industrie. De grootschalige winning van gas leidde in de
VS tot een substantiële daling van de energie- en grondstofprijzen
(ethaan) en daardoor tot verstoorde concurrentieverhoudingen op
de wereldmarkt. Door de lage kosten werd het bovendien rendabel
voor de in de VS gevestigde chemische industrie om te investeren
in nieuwe installaties. De VNCI heeft de ontwikkelingen in de VS
(en inmiddels ook in China) met zorg gevolgd. Ze heeft bij de
Nederlandse overheid het belang benadrukt van de beschikbaar-
heid van energie en grondstoffen tegen concurrerende prijzen op
de wereldmarkt. Ze heeft aangedrongen op het nemen van
passende maatregelen. De minister van Economische Zaken
heeft laten weten dat hij zich bewust is van het probleem.
Die erkenning is nog niet omgezet in adequaat beleid.
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
10 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
WarmteIn 2012 heeft de VNCI, samen met de VNPI
(raffinaderijen), de VNP (papierindustrie)
en Deltalinqs een warmte-inventarisatie
uitgevoerd onder haar leden. Het onderzoek
dekt circa 90 procent van de warmtevraag
van de chemie-, aardolie- en papier- en
kartonindustrie. Het geeft een gedetailleerd
inzicht in het huidige warmte- en elektrici-
teitsverbruik en het verbruik in 2020.
Uit het onderzoek blijkt dat in de huidige
periode de warmte verantwoordelijk is
voor meer dan 80 procent van het energie-
verbruik. De rest van de verbruikte energie
wordt ingezet als elektriciteit. Warmte op
basis van fossiele brandstoffen is bepalend
voor meer dan 70 procent van het energie-
verbruik in deze sectoren tot en met 2020.
Grootste verwachte verandering tot 2020
is de gerapporteerde sterke afname van
warmte-krachtkoppeling, met circa 37
procent in 2020 ten opzichte van de huidige
situatie. VNCI, VNPI, VNP en Deltalinqs
zijn met dit rapport in de hand in overleg
gegaan met het ministerie van EZ over de
vraag hoe deze warmtevraag de komende
jaren ingevuld kan worden in relatie tot
de gestelde duurzaamheidsambities van
overheid en industrie.
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
11 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
In 2012 is een start gemaakt met het eva-
lueren van de energieconvenanten MJA3 en
MEE. De Nederlandse chemie is in beide
convenanten de sector met het grootste
energieverbruik. Als zodanig is de VNCI
betrokken bij de evaluatie ervan. Convenan-
ten staan politiek onder druk omdat een
aantal partijen in de Tweede Kamer hogere
energie besparingscijfers verwacht dan dat
een aantal sectoren, waaronder de chemie,
kan waarmaken. Vanuit de sector worden
beide convenanten als positief ervaren.
Ze bieden een goed platform om met de
overheid te kunnen overleggen over de
randvoorwaarden en belemmeringen voor
investeringen in energie-efficiency.
Een van de onderwerpen die in de sector
als onderdeel van de convenanten is opge-
pakt in 2012, is het CARE+ project, dat
gericht is op energiemanagementsystemen
in de chemie. In dat kader zijn pilots gedaan
bij lidbedrijven met de door AkzoNobel
ontwikkelde en gehanteerde methodiek.
Daarnaast is in 2012 de Energy efficiency
directive (EED) in Europa aangenomen.
Deze richtlijn moet halverwege 2014 in de
EU-lidstaten geïmplementeerd zijn. Over
de wijze van implementatie en eventueel
daaruit voortvloeiende gevolgen voor de
industrie, overlegt de VNCI met de Neder-
landse overheid.
Energieconvenanten en de EED
Europees emissie-handelssysteem
Schaliegas WarmteEnergieconvenan-
ten en de EEDEcologische impact chemische industrie
Routekaart
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
12 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Tijdens de Stakeholderdialoog van de VNCI
in 2010 kwam de wens van deelnemers
naar voren om een beter inzicht te krijgen
in de ecologische voetafdruk van de Neder-
landse chemische industrie. De sector is
uiteraard ook zelf geïnteresseerd in die
gegevens, want ze maken duidelijk waar
belangrijke verbeteringen kunnen worden
bereikt. In 2012 kwamen de eerste
resultaten van onderzoek beschikbaar in
het rapport The environmental impact of
the Dutch chemical industry.
Door de complexiteit van de Nederlandse
chemische sector was het nog niet mo-
gelijk een nauwkeurig beeld te schetsen.
Wel werd duidelijk dat er grote verschillen
bestaan tussen eindproducten als het gaat
om de berekening van hun ecologische
voetafdruk. Andere producten realiseren
bij toepassing of gebruik milieuwinsten die
ruimschoots opwegen tegen de milieu-
impact tijdens de productie (isolatiemateriaal
is daarvan een voorbeeld). De winst kan
een factor 1,5 tot 15 zijn.
Ecologische impact Nederlandse chemische industrie
KenniscentraTopsector
ChemiebeursInnovatiecontract
ChemieTopsectorTechniekpact
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
13 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Het tekort aan geschoolde technici in
Nederland dreigt op te lopen naar meer
dan 150.000 mensen in 2016. In februari
2012 is het Masterplan Bèta en Technologie
gepresenteerd met plannen om het tekort
aan bètaopgeleide mensen in de negen
topsectoren aan te pakken. Het plan is
aangeboden aan de minister van Econo-
mische Zaken, Landbouw en Innovatie in
het eerste kabinet-Rutte. De leiding en
coördinatie van het Masterplan waren in
handen van de VNCI en de Topsector Chemie.
Publiek-private samenwerking (tussen
onderwijs en industrie) was een tendens
die zich in 2012 versterkt doorzette.
Dat was bijvoorbeeld goed zichtbaar in
de ‘HBO Centres of expertise’ en de ‘MBO
Centra voor innovatief vakmanschap’,
samenwerkingsverbanden die zich richten
op een (top)sector of (economisch) speer-
punt die in de regio sterk vertegenwoordigd
is. Uitgangspunt is dat de centra binnen vijf
jaar zelfstandig opererend en toekomst-
bestendig zijn, met een onderliggend
business model dat waarde biedt voor
student, docent en ondernemer.
Onderwijs en innovatie
Ook in 2012 heeft de VNCI zich in-
tensief beziggehouden met verbete-
ring van de relatie tussen onderwijs
en industrie. Door een combinatie
van vergrijzing en ambitieuze plan-
nen van de sector, heeft de chemi-
sche industrie de komende jaren
behoefte aan instroom van voldoen-
de en voldoende gekwalificeerd per-
soneel. Om dat te bereiken ontwik-
kelt de VNCI plannen en participeert
zij in initiatieven.
KenniscentraTopsector
ChemiebeursInnovatiecontract
ChemieTopsectorTechniekpact
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
TechniekpactIn december 2012 kondigde minister Kamp van Economische
Zaken aan in het voorjaar van 2013 met werkgevers, onderwijs en
vakbeweging een Techniekpact te willen sluiten. Het pact moet de
aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksectoren
versterken en het tekort aan technisch personeel tegengaan.
In het Techniekpact komen concrete afspraken waaraan de
ondertekenaars zich moeten houden.
Met het Techniekpact wordt aan bedrijven en onderwijs gevraagd
wat ze daadwerkelijk gaan doen. Namens het kabinet nemen het
ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Sociale Zaken &
Werkgelegenheid deel.
KenniscentraDe aanhoudende recessie en de noodzaak voor de overheid om
te bezuinigen hadden in 2012 ook gevolgen voor het onderwijs.
Slachtoffer van de bezuinigingen zijn bijvoorbeeld de kenniscentra
beroepsonderwijs bedrijfsleven. Zij zijn in het leven geroepen als
schakel tussen het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het
bedrijfsleven. In de kenniscentra maken bedrijfsleven en onderwijs
afspraken over de inhoud van mbo-opleidingen. De centra delen
daarnaast certificaten uit aan de leerbedrijven en geven begelei-
ding aan bedrijven bij hun onderwijstaak. Er zijn zeventien ken-
niscentra, die elk een sector van het bedrijfsleven onder hun hoede
hebben. Het kabinet kondigde aan in 2016 een bezuiniging van 80
miljoen euro op de centra te willen realiseren. De VNCI, daarin
gesteund door ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-
NCW, wil dat dat voornemen wordt herzien. De ondernemersorga-
nisaties zijn van mening dat het samenvoegen van de overlegplat-
forms voor het bedrijfsleven en het middelbaar beroepsonderwijs
negatieve gevolgen zal hebben: door de bezuinigingen zullen de
taken van de kenniscentra worden weggevaagd.
VOLGENDE »« VORIGE14 | VNCI Jaarverslag 2012
KenniscentraTopsector
ChemiebeursInnovatiecontract
ChemieTopsectorTechniekpact
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
15 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Eind juni werd bekendgemaakt welke vijf
veelbelovende scheikundestudenten de
Topsector Chemiebeurs kregen voor hun
studie aan de Universiteit Utrecht. De beurs
van 5000 euro per jaar is een initiatief van de
VNCI en bestaat uit een toelage boven op de
studiefinanciering. De chemiebedrijven
AkzoNobel, Teijin Aramid, Sachem, Van Wijhe
Verf en Synbra stelden elk een beurs be-
schikbaar. In totaal deden dertig talentvolle
aankomende studenten scheikunde mee
aan de gezamenlijke selectieprocedure van
de chemiebedrijven en Universiteit Utrecht.
De chemische industrie beschouwde het
initiatief als een welkom instrument om de
belangstelling voor een vervolgopleiding
scheikunde aan te wakkeren. De Topsector
Chemiebeurs zal naar verwachting ook
helpen het verwachte tekort aan bèta’s en
technici terug te dringen. De chemische
industrie heeft toptalent nodig om de
ambities van de sector te realiseren.
Zo wil ze in 2050 in de wereldwijde Top-3
van slimme materialen staan.
Topsector Chemiebeurs
KenniscentraTopsector
ChemiebeursInnovatiecontract
ChemieTopsectorTechniekpact
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
16 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Afgevaardigden van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de
overheid ondertekenden in 2012 het Innovatiecontract Chemie.
Het contract maakt onder meer duidelijk dat het de langetermijn-
ambitie van de sector is om een mondiale toppositie te bereiken
in ‘groene chemie’ en ‘slimme materialen’. Ook vormt het een
startpunt voor het realiseren van de ambities uit de actieagenda
New earth, new chemistry en het businessplan voor de biobased
economy. Het Innovatiecontract concentreert zich op drie grote
innovatiedomeinen die volledig aansluiten op de kracht van de
Nederlandse chemiebedrijven én op de sterkten van het
wetenschappelijk chemieonderzoek in Nederland: smart polymeric
material, procestechnologie en biobased economy. Daarnaast biedt
chemie ook ruime gelegenheid voor fundamenteel onderzoek,
inclusief publiek-privaat onderzoek naar katalyse, één van de
andere sterktes van het chemieonderzoek in Nederland.
Voor het uitvoeren van het Innovatiecontract wordt voortgebouwd
op het governance model voor de uitvoering van het Businessplan
Chemie, dat zijn waarde in de praktijk al heeft bewezen. De drie
thema’s krijgen ieder hun eigen TKI (Topconsortium voor Kennis
en Innovatie). Daarnaast wordt een TKI Nieuwe Chemische
Innovaties gestart waar nieuwe innovatiethema’s kunnen rijpen.
Deze ontstaan vanuit het gehele terrein van fundamenteel
wetenschappelijk (chemie)onderzoek.
Innovatiecontract Chemie
KenniscentraTopsector
ChemiebeursInnovatiecontract
ChemieTopsectorTechniekpact
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
17 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
TopsectorHet verslagjaar stond in het teken van verdere transitie van
het vroegere Sleutelgebied Chemie naar Topsector Chemie.
De Regiegroep Chemie vervult de rol van Topteam Chemie en
hielp bij de totstandkoming van de vier TKI’s. TKI’s zijn Top consortia
voor Kennis en Innovatie: samenwerkingsverbanden waarin
ondernemers en wetenschappers zoeken naar manieren om
vernieuwende producten of diensten op de markt te brengen.
Dat onderzoek kan puur wetenschappelijk zijn (in een labora-
torium), maar ook heel praktisch, bijvoorbeeld in de vorm van
het bouwen van prototypes voor een nieuwe vinding.
Rein Willems nam in 2012 afscheid als ‘boegbeeld’ van de
Topsector Chemie. Hij werd opgevolgd door Gerard van Harten.
Inspectiedruk Security Basisnet Emplacementen OvervulbeveiligingVeiligheid Voorop Druppellekkage
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
18 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
De grote brand bij verpakkingsbedrijf
Chemie-Pack op industrieterrein Moerdijk
in januari 2011 had in 2012 nog grote
gevolgen. Veiligheid stond ook afgelopen
jaar hoog op de agenda van bedrijven en
organisaties. Dat leidde onder meer tot
initia tieven als Veiligheid Voorop. Daarnaast
kwamen inspecties onder toenemende druk
van maatschappij en politiek te staan.
Ze reageerden daarop met verhoogde inspectiedruk, waarbij in
sommige gevallen naleving van de regels belangrijker leek dan
bestrijding van werkelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s.
In de communicatie rond de resultaten van inspecties werd weinig
onderscheid gemaakt tussen hoofd- en bijzaken, waardoor
maatschappelijke onrust ontstond. Daarnaast bemoeilijkte de
reorganisatie van inspecties, onder meer door de vorming van
Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s), het overleg tussen overheden
onderling en soms ook het overleg tussen overheden en bedrijven.
Veiligheid, Gezondheid en Security
Inspectiedruk Security Basisnet Emplacementen OvervulbeveiligingVeiligheid Voorop Druppellekkage
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
19 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
In 2012 werd het in 2011 gepresenteerde
plan Veiligheid Voorop verder uitgewerkt.
In het plan zeggen branches, waaronder de
VNCI, toe om aan de hand van tien actie-
punten de veiligheid in bedrijven verder te
verbeteren. Uitgangspunt is dat een betere
veiligheidscultuur zich niet alleen door
wetgeving laat afdwingen; het gaat om de
houding en het gedrag van iedereen die in
het bedrijf werkt. Het actieplan van het
bedrijfsleven moet ertoe leiden dat bij
iedereen en op elke plek in het bedrijf
veiligheid voorop staat. In het verslagjaar
zijn veel inspanningen verricht om bedrijven
ertoe te bewegen het plan met actiepunten
in de bedrijfsvoering te integreren (het naar
de werkvloer te brengen) en het te propa-
geren in de keten. De VNCI heeft daarvoor
nauw samengewerkt met de regionale
veiligheidsnetwerken en de werkgroep
procesveiligheid. De opgedane kennis
werd eind september gedeeld tijdens de
jaarlijkse Veiligheidsdag van de VNCI.
InspectiedrukDe VNCI is in 2012 veel in overleg geweest
met toezichthoudende instanties. Los van
de vorming van de RUD’s stonden de
organisaties in 2012 vaak onder
zware druk. Niet alleen vanwege
de nasleep van de brand bij
Chemie-Pack, maar ook naar
aanleiding van nieuwe inciden-
ten, zoals bij tankopslagbedrijf
Odfjell en bij Organik Kimya in
het Botlekgebied, waarover de
Inspectie SZW in eerste instan-
tie ten onrechte meldde dat
het bedrijf zou zijn stilgelegd.
In toenemende mate bleek uit
ervaringen van lidbedrijven dat
de inspecties soms dispropor-
tioneel optraden. Bovendien
klaagden bedrijven dat te weinig
onderscheid werd gemaakt tussen
hoofd- en bijzaken in de geconstateerde
tekortkomingen. De VNCI heeft gevraagd
om genuanceerde rapportages. In het overleg
met de Lande lijke Aanpak Toezicht Risico-
beheersing Bedrijven (LAT RB) is daarvoor
begrip getoond. In 2013 en volgende jaren zou
dat begrip in actie moeten worden omgezet.
Veiligheid Voorop
Inspectiedruk Security Basisnet Emplacementen OvervulbeveiligingVeiligheid Voorop Druppellekkage
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
20 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
SecuritySecurity behelst de weerbaarheid van
bedrijven tegen criminele en terroristische
aanslagen. In 2008 maakten het kabinet
en de olie- en de chemische industrie
afspraken om de beveiliging van bedrijven
tegen aanslagen te verbeteren. Die af-
spraken werden vastgelegd in een security
convenant. Bedrijven die het convenant
ondertekenden, verplichtten zich ertoe
om een securitymanagementsysteem in
te voeren. Inmiddels is gebleken dat de
afspraken uit het convenant niet optimaal
werden nageleefd. Evaluatie bracht aan
het licht dat onvoldoende duidelijk was
gemaakt voor welke bedrijven naleving
van het convenant relevant was. In het
verslagjaar is afgesproken dat in 2013 een
nieuwe selectie zal plaatsvinden en dat
bedrijven actief zullen worden benaderd.
Inspectiedruk Security Basisnet Emplacementen OvervulbeveiligingVeiligheid Voorop Druppellekkage
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
21 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
BasisnetIn het Basisnet ligt vastgelegd wat de
regels zijn voor bebouwing en veiligheid bij
vervoer over weg, water en spoor. De VNCI
zag tot haar tevredenheid dat in 2012,
na zes jaar overleg, de Wet Basisnet voor
het vervoer van gevaarlijke stoffen is aan-
genomen door het parlement. Er waren wel
kanttekeningen. De Tweede Kamer gaf aan
dat innovaties die de veiligheid vergroten
niet alleen ten goede moeten komen aan
het bedrijfsleven (zodat meer vervoerd
kan worden), maar ook aan bebouwing en
burgers in de buurt. Volgens de VNCI wordt
hiermee een belangrijke prikkel voor het
bedrijfsleven tenietgedaan om via innova-
ties de veiligheid te vergroten. In de Eerste
Kamer zegde de minister voor Infrastruc-
tuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening toe dat
bedrijven deze verplichting niet zal worden
opgelegd als zij op middellange termijn
tegen de grenzen van de groei aanlopen.
Er zitten volgens de VNCI ook positieve
kanten aan de nieuwe wet. Zo kunnen
individuele vervoerders of verladers direct
beloond worden als zij veiligheidsmaat-
regelen nemen, bijvoorbeeld door voorrang
op het spoor te krijgen op partijen die niet
investeren. Ook is de VNCI blij dat na een
traject van zes jaar iedereen nu weet waar
hij aan toe is.
VOLGENDE »« VORIGE21 | VNCI Jaarverslag 2012
Inspectiedruk Security Basisnet Emplacementen OvervulbeveiligingVeiligheid Voorop Druppellekkage
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
22 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
EmplacementenEen ander probleem rond het Basisnet dat de VNCI in 2012 aan-
hangig maakte, is dat emplacementen in het wetsvoorstel geen
onderdeel vormen van het Basisnet spoor. Dit beperkt de zekerheid
dat treinen met gevaarlijke stoffen hier altijd kunnen doorrijden.
De bedrijfszekerheid van het vervoer loopt daardoor gevaar.
De VNCI kaartte dit probleem aan via de Commissie Transport
Gevaarlijke Goederen (CTGG).
Hiermee hangt de kritiek van gemeenten samen dat burgemeesters
geen zeggenschap hebben over het vervoer door gemeenten
waar een emplacement is gevestigd. In de loop van 2013 moet
dit vraagstuk tot een afronding komen.
OvervulbeveiligingDe VNCI was in 2012 vaak in gesprek met onder meer de Inspectie
SZW over de aanwezigheid van een instrumentele onafhankelijke
overvulbeveiliging op opslagtanks. Sinds de brand in de aardolie-
opslagplaats van Buncefield in Groot-Brittannië (in 2005) wordt
geadviseerd opslagtanks te voorzien van zo’n extra beveiliging.
De aanbeveling is opgenomen in de richtlijn PGS 29. De inspectie
stelt zich op het standpunt dat alle tanks verplicht van zo’n overvul-
beveiliging moeten zijn voorzien, los van de vraag of een risico-
analyse duidelijk maakt dat de voorziening noodzakelijk is.
De VNCI heeft gewezen op de enorme kosten die met het
ombouwen van bestaande tanks gemoeid zijn en de mogelijke
consequenties voor de bedrijfsvoering, terwijl de risico’s niet
noemenswaardig worden verminderd.
DruppellekkageDruppellekkage in het spoorvervoer was een ander onderwerp dat
in 2012 om aandacht vroeg. In samenwerking met vervoerder DB
Schenker zocht de VNCI naar verbeteringen in het proces,
onder meer door de bewustwording van het probleem in de keten
te vergroten, zodat ook de geringste lekkage achterwege blijft.
BiodiversiteitNOx-handel afgeschaft
Resource efficiency
EU-richtlijn emissies (IED)
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
23 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Milieu
Het Nederlands milieubeleid is geregeld in wet- en regelgeving. De Europese regel-
geving speelt een steeds belangrijkere rol bij het opstellen van regels en emissienormen.
De VNCI richt haar activiteiten dan ook op zowel het Europese als het nationale milieu-
beleid. Daarbij wordt ook voor milieunormen gestreefd naar een Europees gelijk
speelveld, zodat bedrijven hun ambities kunnen realiseren.
BiodiversiteitNOx-handel afgeschaft
Resource efficiency
EU-richtlijn emissies (IED)
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
24 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Daarin zijn de IPPC en zes andere richtlijnen
voor industriële emissies van verontreinigende
stoffen samengevoegd. Daarnaast worden
de best beschikbare technieken (BBT) uit
de Brefs (beschrijving van wat de meest
milieuvriendelijke technieken zijn die een
bedrijf kan toepassen) bindend toegepast in
de vergunningverlening. EU-lidstaten kregen
twee jaar de tijd om de IED in nationale
wetgeving om te zetten. De VNCI heeft zich
gedurende die periode sterk gemaakt voor
behoud van de ruimte die de IED biedt in
nationale regelgeving.
De Nederlandse overheid heeft ervoor ge-
kozen de emissie-eisen van de IED-richtlijn
op te nemen in het Activiteitenbesluit (AB).
Daarnaast is het AB ook van toepassing
geworden op de IPPC-bedrijven. Eind 2012
zijn de gewijzigde onderdelen van dit besluit
gepubliceerd; ze zijn van toepassing per 1
januari 2013. Nieuw is dat IPPC-bedrijven
die nu ook onder het Activiteitenbesluit
vallen, naast de regels voor emissies
ook rekening moeten houden met de
andere regels van het zeer omvangrijke
Activiteitenbesluit.
De VNCI begrijpt dat de Nederlandse
overheid wetgeving zo veel mogelijk in
algemene regels wil uitvoeren. Zij vreest
echter dat het Activiteitenbesluit de lasten
voor chemiebedrijven niet vermindert.
In de huidige situatie is er sprake van een
integrale benadering: alle milieuaspecten
van chemiebedrijven worden bekeken, en
op basis daarvan wordt maatwerk geleverd.
De VNCI hoopt daarom dat de overheid
praktisch omgaat met het nieuwe beleid
en oog heeft voor het voor de chemie
noodzakelijke maatwerk.
Er is in 2012 veel overleg geweest om te
garanderen dat geen nationale normen
boven op de EU-richtlijn gestapeld zouden
worden. Daarbij zijn praktische situaties
voorgelegd en bedrijfsbezoeken georgani-
seerd. Verder heeft de VNCI ervoor gepleit
dat niet-commercieel gas erkend wordt
en dat bepaalde procesinstallaties niet als
stookinstallatie maar als reactor moeten
worden beschouwd. Het gaat namelijk om
niet-standaard omstandigheden die in de
ogen van de VNCI een aparte behandeling
rechtvaardigen. Bovendien heeft de
vereniging ervoor gepleit om een bubble-
benadering toe te passen voor alle onder-
delen van een installatie. Daarbij telt de
totale uitstoot van een fabriek in plaats van
de afzonderlijke schoorstenen.
EU-richtlijn emissies (IED)
Sinds 1996 vielen chemiebedrijven onder de Europese IPPC-
richtlijn (Integrated pollution prevention and control). De richtlijn
was bedoeld om de uitstoot naar water, lucht en bodem te
reguleren. In 2011 is de IPPC-richtlijn vervangen door de
richtlijn Industriële emissies (IED).
BiodiversiteitNOx-handel afgeschaft
Resource efficiency
EU-richtlijn emissies (IED)
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
25 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
BiodiversiteitWereldwijd neemt het aantal planten- en
diersoorten in hoog tempo af. De belang-
rijkste oorzaak voor het verlies vormen de
activiteiten van de mens. Het behoud van
biodiversiteit is een voorwaarde voor het
voortbestaan van ons leven. Ook de chemi-
sche industrie heeft daarmee te maken.
De Europese Commissie en de Nederlandse
overheid willen het verlies aan biodiversiteit
in 2020 tot staan gebracht hebben.
Het jaar 2012 stond bij de VNCI voor een
belangrijk deel in het teken van vergroting
van de bewustwording van het belang van
biodiversiteit en het identificeren van de rol
die de chemische industrie daarin kan spelen.
De Europese koepelorganisatie Cefic onder-
zocht in 2012 welke beleidsontwikkelingen
voor biodiversiteit de chemische industrie
zullen raken en hoe chemiebedrijven biodi-
versiteit en ecosysteemdiensten betrekken
bij hun besluitvorming.
De VNCI was direct betrokken bij deze studie.
Daarnaast is gewerkt aan de publicatie van
Cefic ‘Biodiversity and ecosystem services,
what are they all about?’, om de bewust-
wording onder bedrijven te vergroten.
Oud-VNCI-voorzitter Rein Willems werd
voorzitter van het platform Biodiversiteit,
Ecosystemen en Economie (Platform BEE),
een initiatief van VNO-NCW en IUCN NL.
BiodiversiteitNOx-handel afgeschaft
Resource efficiency
EU-richtlijn emissies (IED)
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
26 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
NOx-handel afgeschaftIn 2012 werd in de ministerraad besloten dat de emissiehandel in
stikstofoxide (NOx) na 2013 wordt stopgezet omdat het systeem
niet functioneert. De VNCI heeft haar tevredenheid over het besluit
kenbaar gemaakt. Volgens het kabinet waren er twee redenen
waarom de Nederlandse NOx-emissiehandel stopgezet kan
worden: de handel is in Nederland niet op gang gekomen, en de
handel vond in de rest van Europa niet plaats. De VNCI had zich al
eerder uitgesproken tegen emissiehandel in stikstofoxide vanwege
onder meer de administratieve-lastendruk, waaronder extra
metingen, verificaties, vergunningen en toezicht. Bovendien werkt
het dubbele regelgeving in de hand, aangezien bedrijven moeten
voldoen aan de NOx-emissiehandel én Europese wetgeving.
Resource efficiencyChemiebedrijven zullen in de toekomst nog meer oog moeten
hebben voor de impact van hun activiteiten op de omgeving.
Dat lijkt af te leiden uit het voorstel van de Europese Commissie
voor het nieuwe, zevende Milieuactieprogramma (MAP), dat eind
2012 werd gepubliceerd. In dit programma staan voorstellen om
de natuur te beschermen en om duurzame groei te stimuleren.
Volgens de VNCI maakt het actieplan duidelijk dat chemiebedrijven
goed moeten nadenken over hun voetafdruk. Van bedrijven wordt
bijvoorbeeld verwacht dat ze producten moeten maken die eenvoudig
zijn te recyclen en die duurzamer zijn. Ze moeten dus minder
energie verbruiken, langer meegaan en beter te repareren zijn.
Dat heeft ook consequenties voor activiteiten eerder in de
productieketen, zoals in de chemische industrie.
In het MAP staan onder meer voorstellen om subsidies die
schadelijk zijn voor het milieu, af te schaffen. Daarnaast wordt
voorgesteld om belasting op vervuiling (in plaats van op arbeid)
te heffen. Ook pleit het programma voor samenwerking tussen
lidstaten bij invoering van Europese milieuwetgeving. Ondernemers
gaan dit merken, aangezien de Commissie hiermee ook banen en
economische groei wil creëren.
De aandacht voor duurzaamheid neemt toe en zal worden vastgelegd
in Europese wetgeving. Uit de routekaart Resource efficiency is al
te concluderen dat industrieën mogelijk meer moeten rapporteren
over emissies en meer moeite moeten doen om deze terug te win-
nen. De Europese Commissie zal werken aan een markt voor se-
cundaire grondstoffen en aan het einde-afvalcriterium. Afval wordt
meer gekoppeld aan het instrument beprijzing. Ook is er aandacht
voor het verminderen van de effecten van de productie-activiteiten
van de chemische industrie en de producten die ze vervaardigt.
Nanodeeltjes Reach en MKBSlim geregeld,
goed verbondenInspectiesReach en CLP
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
27 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Een andere belangrijke Europese ‘wet’ is
de CLP-verordening voor stoffen en meng-
sels (Classification, Labelling en Packaging),
die de industrie verplichtingen oplegt om
chemische stoffen en mengsels in te delen,
te etiketteren en te verpakken volgens
deze regels. Die verordening is bedoeld om
gezondheids-, veiligheids- en milieurisico’s
van stoffengebruik te beheersen. Om de
werkbaarheid van regelgeving te verbeteren,
werkt de VNCI nauw samen met overheden
en andere brancheorganisaties. Bij de nale-
ving van de stoffenwetgeving voorziet zij
leden bovendien van praktische begeleiding.
Stoffen
Chemiebedrijven vervaardigen
stoffen en zijn tegelijkertijd
gebruiker van stoffen. Het is voor
hen een belangrijke verantwoor-
delijkheid om aan alle regelgeving
te voldoen en risico’s te minima-
liseren. Ze doen dat op basis van
Europese stoffenwetgeving,
zoals Reach (Registratie, Evaluatie
en Autorisatie van Chemische
stoffen), de Europese verordening
voor chemische stoffen die
bedrijven verplicht de risico’s te
kennen van stoffen die ze produ-
ceren, verwerken of verhandelen.
Nanodeeltjes Reach en MKBSlim geregeld,
goed verbondenInspectiesReach en CLP
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
28 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Reach en CLPDe Europese wet- en regelgeving voor stoffen (Reach en CLP) is de
afgelopen jaren het belangrijkste aandachtspunt geweest voor het
VNCI-speerpunt Stoffen. In 2012 was dat niet anders. Tot in 2011
ging het vooral om zaken rond de registratie van de belangrijkste
industrieproducten en de zogenoemde ‘zorgstoffen’ bij het Euro-
pees Chemicaliënagentschap. Maar het doel van Reach is niet om
alle gegevens op te slaan in een databank, maar duurzaam veilig
gebruik van chemische stoffen. Dat houdt in dat de bevindingen
van Reach door moeten werken in diverse Europese en nationale
regelgeving.
In 2012 is naast in de Europese stoffenregelgeving zelf, ook veel tijd en energie gestoken in:
• DevraaghoeReachenCLPdoorwerkenindeEuropese
en Nederlandse arbeidsomstandigheden- en milieuregel-
geving. Zo werden er intensieve gesprekken gevoerd met
het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) over een
handreiking voor vergunningverleners. Die handreiking zou
behulpzaam moeten zijn bij beantwoording van de vraag hoe
om te gaan met aanvragen van bedrijven voor de vervaardiging
en/of het gebruik van ‘zeer zorgwekkende stoffen’.
• HetoverlegmetdeministeriesvanI&MenSZWoverbetere
afstemming van het Nederlandse arbobeleid met de Europese
stoffenregels. De VNCI heeft daarbij het standpunt ingenomen
dat de Nederlandse normen gebaseerd moeten zijn op de
informatie uit Reach en CLP. Dit om te voorkomen dat
‘koppen’ boven op de EU-regelgeving worden gezet.
Ook pleitte de VNCI er in 2012 voor om het Nederlandse
beleid ten aanzien van de ‘stoffen van zeer ernstige zorg’
in lijn te brengen met het Europese beleid.
• Dediscussieoverhetomgaanmet‘tussenstoffen’.Ditzijn
chemische stoffen die als intermediair worden gebruikt om
andere chemische stoffen of andere producten te vervaar-
digen, maar die niet meer in het eindproduct voorkomen.
Onderwerpen die aan de orde kwamen waren de definitie
van tussenstoffen en de vraag wat precies verstaan moet
worden onder ‘strikt gecontroleerde condities’.
Nanodeeltjes Reach en MKBSlim geregeld,
goed verbondenInspectiesReach en CLP
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
29 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
NanodeeltjesIn 2009 publiceerde de SER zijn advies
‘Veilig omgaan met nanodeeltjes op de werkplek’.
Als vervolg daarop bracht het overlegorgaan
van sociale partners in 2012 het advies
‘Voorlopige nanoreferentiewaarden voor
synthetische nanomaterialen’ uit.
Werkgevers en vakbonden namen gezamenlijk
het initiatief om voorlopige referentiewaarden
voor te stellen voor het werken met synthetische
nanodeeltjes, gebaseerd op het voorzorgsbeginsel.
De VNCI was nauw betrokken bij de totstand-
koming van het advies.
Nanodeeltjes Reach en MKBSlim geregeld,
goed verbondenInspectiesReach en CLP
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
30 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Reach en mkbUit onderzoek van de Europese Commissie
in 2012 bleek Reach goed te functioneren
en te presteren op alle doelen die op dat
moment bereikt konden worden. Tegelijker-
tijd constateerde de Commissie problemen
bij het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Reach is in het stadium gekomen waarin
stoffen geregistreerd moeten worden die
in relatief kleine hoeveelheden worden
gemaakt of geïmporteerd. Voor mkb-
bedrijven, die doorgaans niet zelf over
mensen en middelen beschikken om zo’n
registratie te doen, is dat een flinke uitdaging.
Aan de ene kant zijn zij minder goed op
de hoogte van hun verplichtingen, aan de
andere kant drukken de kosten zwaar op
hun schouders. De Europese Commissie
stelde daarom oplossingen voor om het
kleinere bedrijven makkelijker te maken,
zoals lagere kosten voor registraties en
meer ondersteuning vanuit de Europese
Unie. De VNCI heeft er steeds voor gepleit
rekening te houden met de hoge admini-
stratieve lasten en bedrijfskosten voor
het midden- en kleinbedrijf. In 2013 zal de
problematiek van het mkb tot een oplossing
moeten komen.
Nanodeeltjes Reach en MKBSlim geregeld,
goed verbondenInspectiesReach en CLP
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
31 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Slim geregeld, goed verbondenIn het verslagjaar werden in het project ‘Slim geregeld, goed verbon-
den’ oplossingen gevonden voor de problemen rond de verspreiding
van veiligheidsinformatiebladen, zoals Reach verplicht. Het pro-
gramma heeft publiek-private ketens ondersteund bij het verlagen
van regeldruk voor ondernemingen en verbetering van efficiency en
dienstverlening door overheden. Het programma liep van januari
2009 tot december 2012.
InspectiesDe Inspectie SZW kondigde in 2012 aan de handhaving van het
beleid rond de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te intensiveren.
Van bedrijven wordt veel gevraagd. Zo moeten ze hun stoffen en
mengsels in kaart brengen en vaststellen welke van deze stoffen
risico’s voor werknemers kunnen veroorzaken. Het gaat daarbij
overigens niet alleen om de gevaarlijke stoffen in de zin van de EU-
verordening CLP, maar ook om stoffen die door de omstandigheden
tijdens hun verwerking risico’s kunnen veroorzaken. Vervolgens
wordt van bedrijven verwacht dat ze grenswaarden voor deze stof-
fen vaststellen.
Namens de industrie voerde de VNCI overleg met SZW over een
zelfinspectietool die ondernemers helpt bij het doorlopen van een
eenvoudig stappenplan, waarmee aan dit onderdeel van het arbo-
beleid kan worden voldaan. Reach zou de gegevens moeten leveren
op basis waarvan grenswaarden kunnen worden vastgesteld. SZW
publiceerde een handreiking over de relatie tussen Reach en Arbo.
OctrooiwetgevingRegelingen en
subsidiesWabo en
OmgevingswetImplementatie IED
& Activiteitenbesluit
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
32 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Als opvolger van de Europese IPPC-richtlijn (Integrated prevention of
pollution and control, ofwel de geïntegreerde preventie en bestrijding
van verontreiniging) kwam in 2010 de richtlijn IED (Industrial emissions
directive) tot stand. Voor de omzetting hiervan in Nederlandse regel -
geving is zo veel mogelijk gekozen voor algemene regels. Tegelijk met de
implementatie van de IED-richtlijn is een wijziging in gang gezet waardoor
IPPC-bedrijven ook onder het Activiteitenbesluit zijn gebracht. De VNCI
heeft zich hier altijd tegen verzet en betreurt het dat er desondanks voor
is gekozen.
Daarnaast is in maart 2012 het wetsvoorstel ‘Implementatie richtlijn
industriële emissies’ bij de Tweede Kamer ingediend. Hierin werden twee
onderwerpen uit de richtlijn op wetsniveau geregeld. In 2012 heeft de
VNCI zich hier intensief mee beziggehouden, samen met VNO-NCW.
Er is verzet aangetekend tegen het voornemen van de wetgever om de
vergunninghouder te verplichten maatregelen te treffen die niet in de
vergunningaanvraag zijn opgenomen. Reden: de overheid zou hiermee te
zeer op de stoel van de ondernemer kunnen gaan zitten. Bovendien is de
VNCI van mening dat de wetgever de mogelijkheid moet creëren om in de
vergunning voor een plant de bedrijven te onderscheiden die er produceren.
Dat is van groot belang als er aansprakelijkheid moet worden toegewezen.
In de loop van 2013 zal duidelijk worden in hoeverre de wetgever naar de
wensen van VNO-NCW en de VNCI heeft geluisterd.
Daarnaast is er in het verslagjaar gezocht naar de mogelijkheden van
verdere verlaging van de administratieve-lastendruk voor de industrie,
in samenwerking met VNO-NCW en in Brussel met Cefic.
Wet- en regelgevingImplementatie IED en Activiteitenbesluit
OctrooiwetgevingRegelingen en
subsidiesWabo en
OmgevingswetImplementatie IED
& Activiteitenbesluit
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
33 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
OctrooiwetgevingDe VNCI heeft zich in 2012 gemengd in de discussie over planten-
veredeling. Die discussie was aangezwengeld door plantenkwekers
die gratis gebruik wilden maken van (geoctrooieerde) planten die
door de chemische industrie zijn ontwikkeld.
De VNCI staat op het standpunt dat die vrijstelling het octrooirecht
uitholt, waardoor de animo om te investeren in onderzoek en
ontwikkeling afneemt. De VNCI acht het redelijk dat het ontwik-
kelende bedrijf een vergoeding ontvangt wanneer een veredelde
plant commercieel wordt ingezet. Een bindende uitspraak hierover
is in de loop van 2013 te verwachten, wanneer het parlement zich
uitspreekt over een rapport dat dit onderwerp behandelt.
Regelingen en subsidiesFiscale regelingen zoals VAMIL/MIA en EIA zijn bedoeld om bedrijven
te stimuleren de keuze te maken voor een milieu- of energie-
vriendelijker alternatief dan de wet voorschrijft. Of om, zoals geldt
voor de WBSO, onderzoek en ontwikkeling te stimuleren. Het bleek
dat de chemische industrie relatief weinig gebruikmaakt van die
mogelijkheden. De VNCI onderzocht in 2012 de mogelijke oorzaken.
Zowel de (on)bekendheid van de regelingen als de mogelijke
drempels om er gebruik van te maken, probeert de VNCI in
overleg met de desbetreffende instanties aan te pakken.
VOLGENDE »« VORIGE33 | VNCI Jaarverslag 2012
OctrooiwetgevingRegelingen en
subsidiesWabo en
OmgevingswetImplementatie IED
& Activiteitenbesluit
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
34 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Wabo en OmgevingswetDe VNCI pleit al jaren voor stroomlijning van de bestaande wet- en
regelgeving, zodat bedrijven beter inzicht hebben in welke wetten
en regels voor hen van toepassing zijn. Bovendien is het van belang
dat wet- en regelgeving beter leesbaar wordt. In het verslagjaar
presenteerde minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en
Milieu) de contouren van een nieuwe Omgevingswet. Doel is dat er
een nieuw samenhangend en vereenvoudigd wettelijk stelsel voor
de leefomgeving komt. De VNCI nam deel aan de internetconsultatie
en volgt, samen met VNO-NCW, de ontwikkelingen op de voet.
Chemie Magazine Internet Jaarvergadering Stichting C3Algemeen
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
35 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Communicatie
In 2012 is de nadruk nog veel meer dan in voorgaande jaren gelegd op externe communicatie
over de onderwerpen en issues die van belang zijn voor de chemische industrie. In het
begin van het jaar is de Visie 2030-2050 van de VNCI met een drukbezocht symposium
gelanceerd. In persberichten, lezingen en presentaties voor pers en andere stakeholders is
voortdurend gewezen op het belang van de chemische industrie in Nederland en Noord-
west-Europa, voor nu en in de toekomst. Daarnaast verleende de VNCI assistentie aan
lidbedrijven die de toekomstvisie intern wilden presenteren en implementeren.
Chemie Magazine Internet Jaarvergadering Stichting C3Algemeen
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
36 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Algemeen Communicatie heeft een prominente rol gespeeld in de verwezenlijking
van het VNCI-Jaarplan 2012, bij de presentatie van de Routekaart
Chemie, het actieplan Veiligheid Voorop en bij jaarlijks terugkerende
bijeenkomsten zoals de Jaarvergadering, de Stoffendag en de
Veiligheidsdag. Daarnaast speelde communicatie een rol bij:
• DeactieverebenaderingvandemediadoordeVNCI.
Dit leidde tot toegenomen aandacht voor de sector en
voor de VNCI in dagbladen en tijdschriften, en op radio,
televisie en internet. Vooral de communicatie rond het
thema veiligheid is effectief gebleken.
• DevernieuwdebrochureCrisiscommunicatiediein
2012 samen met leden en stakeholders is ontwikkeld.
Deze brochure kan lidbedrijven behulpzaam zijn in de
communicatie rond incidenten.
• Degoedbezochteengewaardeerdebijeenkomstenin
Den Haag en Brussel voor vertegenwoordigers van de
industrie, Tweede Kamerleden en Europarlementariërs.
• Devoorbereidingendiein2012werdengetroffenvooreen
herlancering van de campagne ‘Chemie is overal’ in 2013.
• DeintroductievandeTopsectorChemiebeursvoortalentrijke
chemiestudenten. Dit genereerde veel publiciteit.
• DepositioneringvanGerardvanHarten(Dow)alsnieuwe
voorzitter van de Regiegroep Chemie en van de
Topsector Chemie.
• Deontwikkelingvaneenwebtool omgevingsonderzoek,
een instrument voor bedrijven om inzicht te krijgen in hun
reputatie in de omgeving.
Chemie Magazine Internet Jaarvergadering Stichting C3Algemeen
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
37 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Chemie Magazine, het maandblad van de
VNCI, werd ook in 2012 succesvol ingezet
om de belangen van de chemische industrie
onder de aandacht te brengen van alle
stakeholders. Het blad verscheen elf keer,
met een gemiddelde omvang van 56 pagina’s.
Naast nieuws bevatte elke editie veel
achtergronden en analyses bij de actuele
ontwikkelingen in de chemische industrie.
Belangrijke thema’s waren: veiligheid,
innovatie, onderwijs, biobased economy,
energie, klimaat, milieu en economie.
Chemie Magazine hield de vinger aan de
pols waar het ging om (onder andere) de
energie-efficiency en CO2-uitstoot (Route-
kaart Chemie 2030), de discussie rond
schaliegas, de opkomst van de BRIC-landen,
de noodzaak van een solide veiligheidscultuur
(Veiligheid Voorop), duurzaamheid, het
ondernemingsklimaat en de visie op de
toekomst (Visie 2030-2050).
Uitgebreide interviews waren er met
staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur
en Milieu), chemieboegbeeld Gerard van
Harten, voorzitter van het Nationaal
Platform Rio+20 Louise Fresco, DSM-
directeur Atzo Nicolaï, veiligheidsdeskundige
Chris Pietersen, oud-minister Ben Bot,
SER-voorzitter Wiebe Draijer en directeur
Natuur & Milieu Tjerk Wagenaar.
Daarnaast mochten in elke editie Young
Professionals hun visie geven op een ac-
tueel thema. Gedurende 2012 is de toe-
gankelijkheid van Chemie Magazine verder
verbeterd door een frissere vormgeving,
bondigere teksten met meer beeld, en
meer variatie in inhoud. Met een Twitter-
en LinkedIn-pagina werd de link gelegd
naar online. Om de visie van de VNCI nog
beter onder de aandacht van stakeholders
te brengen, is in het verslagjaar de drempel
van het betaald abonnement afgeschaft.
Die keuze heeft geresulteerd in een stijging
van het aantal lezers. Voor een nog grotere
verspreiding werd eind 2012 de tablet-
versie van het magazine gelanceerd.
Chemie Magazine
Chemie Magazine Internet Jaarvergadering Stichting C3Algemeen
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
38 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
InternetOnline was 2012 weer een uitstekend jaar
voor de VNCI. Het aantal bezoekers van
www.vnci.nl steeg, de laatste plooien van het
ledennet werden gladgestreken, en er was
een sterke uitbreiding van de activiteiten
met social media te zien. Zo waren eind
2012 bijna 2500 mensen lid van de LinkedIn-
groep en had de VNCI bijna 2000 volgers
op Twitter. Ook de online interactie neemt
toe. Steeds meer mensen retweeten VNCI-
berichten op Twitter, reageren op tweets,
starten discussies op LinkedIn of discus-
siëren mee in de vaak levendige discussies.
Ook zoeken mensen werk via het online
overzicht van vacatures in de LinkedIn-
groep. Bovendien volgen steeds meer
mensen de VNCI ook op Facebook, via de
like-button op de website.
De VNCI was daarnaast wederom actief als
aanjager van het gebruik van social media
bij haar leden. Via workshops, presentaties
en interviews zorgde de vereniging ervoor
dat ook chemiebedrijven meer profijt halen
uit deze vormen van communicatie. De
VNCI werd ook gevraagd om in de jury te
zitten voor de IndustrialSocial Media Award
(in de lente 2013 voor het eerst uitgereikt).
Naast aan de eigen website werkte de
VNCI hard aan andere online projecten.
Zo werd de website van de Routekaart Chemie
(www.routekaartchemie.nl) gelanceerd,
met daarin alles over energiebesparingen
in de chemie.
De website www.heeftdechemietoekomst.nl
kreeg een nieuwe jas. Bovendien werd er
hard gewerkt aan nieuwe websites die in
2013 het levenslicht zien, waaronder die
over het Periodiek Systeem, een nieuwe
website van ‘Chemie is overal’ en een
website die laat zien waar de chemie
zich in Nederland bevindt.
Het belangrijkste doel voor 2013 is de
lancering van een nieuwe VNCI-website.
Hierop laat de vereniging op aantrekkelijke
wijze zien wat de VNCI en de sector doen en
waar zij voor staan. Deze website integreert
het ledendeel en de publieke website,
zodat bezoekende leden alle informatie
die zij nodig hebben op één plek kunnen
vinden.
JaarvergaderingOp 20 juni 2012 hield de VNCI haar
jaarvergadering in de Nieuwe Kerk in Den
Haag. De bijeenkomst stond in het teken
van ‘innoveren, investeren en anticiperen’.
Sprekers, onder wie prof. dr. Sweder van
Wijnbergen (hoogleraar economie aan de
Universiteit van Amsterdam), lieten hun
licht schijnen over de invloed van de
financieel-economische context op het
verwachte rendement van investeringen,
het aantrekken van financiering, de risico’s
en kansen voor bedrijven bij het investeren,
en de vraag of er genoeg kennis is in de
financiële wereld over de (innovatieve)
kansen in de chemie. Vertegenwoordigers
van de VNCI-groep Young Professionals
gaven hun kijk op de Visie 2030-2050.
Volgens traditie werd de jaarlijkse
Responsible Care-prijs uitgereikt.
Chemie Magazine Internet Jaarvergadering Stichting C3Algemeen
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
39 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Stichting C3Stichting C3 promoot chemie onder jongeren
en dat doet zij voornamelijk via het primair
en voortgezet onderwijs. In het jaar 2012
was C3 wederom productief voor docenten
en scholieren. Maar ook chemici konden
bij de stichting terecht voor materialen,
activiteiten en advies. De VNCI is een van de
founding fathers en financiers van C3.
Meer dan 5000 vmbo-scholieren bezochten
procestechnologische bedrijven tijdens de
Week van de Procestechniek. Ruim 21.000
basisschoolkinderen maakten in de 51
kinderlabs spelenderwijs kennis met chemie.
Meer dan 240.000 jongeren bekeken de
beroepenvideo’s van jonge professionals
in de chemie. Van de eerste bundel Bèta4U
vonden 75.000 exemplaren hun weg naar
de brugklassers. De kersverse lessenserie
Research4U werd met open armen
ontvangen door vwo-docenten.
Ook het nieuwe initiatief Lab Experience
Days was een groot succes. In totaal gingen
470 middelbare scholieren en ouders bij vijf
labbedrijven in house aan de slag. De 60.000
verspreide proevenwaaiers stimuleerden veel
kinderen om de chemie thuis verder te ont-
dekken. Net als ‘Dr. Zeepaard’ uit de kinder-
wetenschapskatern De Kleine Wetenschap
van het NRC Handelsblad. Elke maand
werd een C3-proefje in de Proefjesfabriek
opgenomen.
Docenten en leerkrachten maakten gretig
gebruik van bestaand en nieuw ontwikkeld
materiaal voor het onderwijs. Het leer-
krachtenpakket werd aangevuld met de
Chemiesurvivalgids voor het basisonderwijs
en honderden docenten en leerkrachten
staken in 2012 hun handen uit de mouwen
tijdens C3-werkgroepen op conferenties,
workshops op pabo’s en congressen.
Eind 2012 werd de gebruiksvriendelijke site
http://onderwijsmiddelen.C3.nl gelanceerd.
Deze site biedt een overzicht van de ruim
250 materialen en activiteiten van C3, zoals
proefjes, lesideeën, pr-materiaal, websites
en games, met de mogelijkheid deze direct
te downloaden of aan te vragen.
In de projecten wordt intensief samengewerkt
met het onderwijs en het bedrijfsleven.
De vaste partnerorganisaties VNCI, OVP,
DAS, KNCV en NWO CW/ACTS boden zowel
inhoudelijke als financiële ondersteuning.
Ook onderhield C3 in 2012 contacten met
veel regionale initiatieven en maakte zij
deel uit van alle relevante netwerken op
het gebied van de vakvernieuwing op het
voortgezet onderwijs en de promotie van
de chemiesector, zoals Jet-Net, Techniek-
talent.nu, Topsector Chemie / Human Capital
Chemie, PPN-netwerk en het Platform
Innovatie Scheikunde Onderwijs (PISO).
In 2012 kreeg C3 een nieuwe directeur.
Chemisch technoloog, scheikundedocent
en tevens gepromoveerd chemiedidacticus
Marijn Meijer nam begin augustus het
stokje over van Arne Mast. Samen met het
C3-team geeft hij de promotie van chemie
onder jongeren verder gestalte.
Visie RC-prijsStakeholder -
dialoogResponsible Care
Global Charter
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
40 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Responsible Care
De chemische industrie hecht veel waarde aan verbetering van haar prestaties op het
gebied van veiligheid, gezondheid en milieu, en de communicatie daarover. Alle leden
van de VNCI nemen deel aan het wereldwijde programma Responsible Care (RC).
Ieder jaar rapporteert de VNCI in het RC-rapport over de prestaties van de sector op
de gebieden veiligheid, gezondheid en milieu. De komende jaren gaat de VNCI aan
de slag met het veiliger, transparanter en duurzamer maken van de industrie.
Duurzaamheid en transparantie worden daarom een vast onderdeel van het
RC-programma.
Visie RC-prijsStakeholder -
dialoogResponsible Care
Global Charter
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
41 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Responsible Care Global CharterHet RC-programma is in de tweede helft van de jaren tachtig
ontstaan in Canada. Inmiddels wordt het programma in 53 landen
uitgevoerd. Waaronder in Nederland, waar het programma in 1992
is gestart. In 2006 kwam de wereldwijde organisatie van de chemische
industrie (ICCA) met een update: de Responsible Care Global
Charter. Het doel van deze update is te zorgen voor nog meer
interactie met de belanghebbenden, betere afstemming tussen de
programma’s van de diverse landen, meer aandacht voor duurzaam
ondernemen en vooral voor meer transparantie. De VNCI helpt
haar leden bij het invullen van de RC-doelen in de Global Charter.
VisieDe komende jaren zal de Visie 2030-2050 voor een belangrijk deel
richting geven aan de activiteiten van de VNCI. Dat betekent dat de
visie ook richting geeft aan zowel de Responsible Care als aan de
duurzaamheidsactiviteiten.
In het verslagjaar verbeterde de VNCI de inwinning en analyse van
de door bedrijven geleverde informatie. Bovendien werd besloten
het moment van publicatie van de ingewonnen gegevens via
internet te vervroegen.
Visie RC-prijsStakeholder-
dialoogResponsible Care
Global Charter
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
42 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
RC-prijsDe Responsible Care-prijs is dé prijs voor projecten in de chemische
industrie die de prestaties voor veiligheid, gezondheid, milieu,
duurzame ontwikkeling en ketenbeheer steeds verder verbeteren.
Initiatiefnemer VNCI reikt de prijs uit aan het meest inspirerende
en aansprekende project. In 2012 werden drie projecten geno-
mineerd. Voor het eerst in het bestaan van de prijs werden twee
inzendingen tot winnaar uitgeroepen: AkzoNobel met het
project ‘Duurzaam ontvetten en ontwateren van dierenhuiden’
en Teijin Aramid met een ‘Proactief recyclingprogramma’. Er was
een eervolle vermelding voor Sabic, dat in het project Matchback
zorgde voor efficiënt vervoer van chemicaliën. AkzoNobel won later
in het jaar ook de Europese Responsible Care-award 2012.
StakeholderdialoogTijdens de stakeholderdialoog Responsible Care discussieerde
de VNCI met een brede groep stakeholders over het actieplan
Veiligheid Voorop, over de Visie 2030-2050 en de doorgroei van
Responsible Care naar duurzaamheid. De komende periode pakt
de VNCI de aanbevelingen uit de dialoog verder op.
De winnaars van de RC-prijs 2012
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
43 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
VNCI-bestuurHet algemeen bestuur bestond in 2012 uit 23 personen. De leden
Fuhrmann, Van der Slikke, Benschop en Olijve werden herkozen.
Van de heer Noordegraaf is afscheid genomen. Nieuw gekozen lid
in het algemeen bestuur is de heer Van Oostenrijk.
Dagelijks BestuurW. Fuhrmann (voorzitter) AkzoNobel N.V
ir. G.A.F. van Harten (vicevoorzitter) Dow Benelux B.V.
drs. D.A. Benschop Shell Nederland B.V
ir. H.G.M. Egberink Sabic B.V.
N.H. Gerardu Koninklijke DSM
ir. P.L.A. Hamm Bio MCN B.V.
dr. ir. B.J. Lommerts Latexfalt B.V.
Algemeen Bestuur W. Fuhrmann (voorzitter) AkzoNobel N.V
ir. G.A.F. van Harten (vicevoorzitter) Dow Benelux B.V.
drs. D.A. Benschop Shell Nederland B.V
J.F. Berting Eastman Chemical
Company B.V.
T. Demann ExxonMobil Chemical
Holland B.V.
dr. M.A. Dutrée Nefarma Vereniging
Innovatieve Geneesmiddelen
Nederland
ir. H.G.M. Egberink Sabic B.V.
N.H. Gerardu Koninklijke DSM
ir. P.L.A. Hamm Bio MCN B.V.
F.J.C.M. Kempenaars Styron Netherlands B.V.
dr. R.S. Koene Neville Chemical Europe B.V.
dr. ir. B.J. Lommerts Latexfalt B.V.
G.A.D. van der Lubbe BASF Nederland B.V.
J.H.M. van Noorden (IFF) Vereniging van Geur- en
Smaakstoffenfabrikanten (NEA)
M.D. Olijve LyondellBasell Industries
Holdings B.V.
drs. C. van Oostenrijk Nederlandse Rubber- en
kunststofindustrie (NRK)
mr. P.B.J. Ottenbros (Air Products) Vereniging van Fabrikanten
van Industriële gassen (VFIG)
H.W. de Rooij Purac biochem B.V.
W.A. Pfeifer Nederlandse Vereniging van
Zeepfabrikanten (NVZ)
mr. P.C.J. van der Slikke Verbond van Handelaren in
Chemische Producten (VHCP)
drs. M.L. van Wijhe (Van Wijhe Verf) Vereniging van Verf- en
drukinktfabrikanten (VVVF)
VNCI-bureauMaak kennis met de medewerkers van het VNCI-bureau.
Leden en donateursHier vindt u de lijst met leden en donateurs.
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
44 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
FinanciënDe conceptbegroting voor het jaar 2012
werd vastgesteld door het bestuur in febru-
ari 2011 en aangenomen op de algemene
ledenvergadering van 15 juni 2011. Aan de
hand van de verwachtingen over het jaar
2011 heeft het bestuur in november 2011
de definitieve begroting vastgesteld, die
op de algemene ledenvergadering van 20
juni 2012 werd goedgekeurd. Het financiële
jaarverslag VNCI 2012 is gecontroleerd
door Ernst & Young Accountants. De jaar-
cijfers opgenomen in het jaarverslag van
de vereniging vormen een verkorte versie
van het financiële jaarverslag. Het complete
financiële jaarverslag VNCI 2012 ligt voor
de leden ter inzage op het secretariaat.
ResultaatDe rekening van baten en lasten over het
jaar 2012 sluit met een overschot van
€ 300.627. Ten opzichte van het begrote
overschot van € 16.000 betekent dit een
verbetering met € 284.627.
De totale baten kwamen uit op € 5.581.363.
Begroot was een bedrag van € 5.334.000.
Een hogere opbrengst derhalve van
€ 247.363.
De totale kosten kwamen uit op
€ 5.280.736. Begroot was een bedrag van
€ 5.318.000, zodat de lasten € 37.264 lager
zijn uitgekomen dan begroot.
Algemene reserveVoorgesteld wordt het positieve resultaat
ad € 300.627 over het boekjaar 2012,
als volgt te bestemmen:
• Tenbedragevan€308.354ten
gunste van de algemene reserve.
• Tenbedragevan€57.727tenlaste
van de bestemmingsreserve
Imagotraject.
• Tenbedragevan€50.000ten
gunste van de bestemmingsreserve
Imagotraject.
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
45 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn
voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven.’
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde
minus lineaire afschrijvingen. De gehanteerde afschrijvingspercen-
tages zijn afhankelijk van de te verwachten economische levensduur.
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder
aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid.
De effecten betreffen obligaties welke tegen nominale waarde
zijn gewaardeerd: verschillen in aan- en verkoop worden direct
verwerkt in de resultatenrekening. De intentie is de obligaties tot
einde looptijd aan te houden.
De overige posten zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop zij
betrekking hebben.
De huurlasten bedragen per ingangsdatum van het contract,
zijnde 1 juli 2007, € 28.707 per maand. De huurovereenkomst
wordt voorafgegaan door een huurvrije periode van effectief acht
maanden. De huurvrije periode wordt verdeeld over de looptijd
van het contract inclusief de effectieve huurvrije periode en
verlaagt de maandelijkse huurtermijn met € 1.794.
De pensioenlasten hebben betrekking op gedurende het jaar
gefactureerde premies en koopsommen. Indien op balansdatum
een juridische of feitelijke verplichting bestaat, wordt hiervoor
ten laste van het resultaat een voorziening gevormd.
Verbonden partijenDe stichting Synchem Plus kent een gelijke bestuur, waardoor
conform RJ 640 deze stichting dient te worden geconsolideerd.
Vanwege de beperkte omvang van deze stichting in relatie tot de
VNCI is ertoe besloten deze stichting echter niet te consolideren
in de jaarrekening van de VNCI.
Toelichting op de balansGrondslagen van waardering en resultaatbepaling
Passiva Baten en lastenActiva
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
46 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Activa
31/12/2012 31/12/2011
€ €
Vaste activa
Materiële vaste activa 178.026 232.893
Vlottende activa
Vorderingen 425.499 498.480
Effecten 750.000 750.000
Liquide middelen 2.385.621 1.821.851
3.561.120 3.070.331
3.739.146 3.303.224
BalansBalans per 31 december 2012 (na voorstel resultaatbestemming)
Passiva Baten en lastenActiva
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
47 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Passiva
31/12/2012 31/12/2011
€ €
Eigen vermogen
Algemene reserve 2.647.975 2.339.621
Bestemmingsreserve Imagotraject 132.009 139.736
2.779.984 2.479.357
Kortlopende schulden en
Overlopende passiva 959.162 823.867
3.739.146 3.303.224
Passiva Baten en lastenActiva
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
48 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
Begroting Realisatie 2012 2012 2011 € € €BatenContributies 4.778.000 4.912.497 4460.204Rente 85.000 75.138 80.918Overige baten 471.000 593.728 523.066 5.334.000 5.581.363 5.064.188LastenPersoneelskosten 3.359.000 3.485.881 3.239.833Huisvestingskosten 268.000 234.123 215.602Catering 31.000 27.507 29.029Inventariskosten 42.000 37.991 45.765Afschrijvingskosten 73.000 67.684 83.776Kantoorkosten 80.000 83.109 71.943Reis- en vergaderkosten 128.000 130.738 127.049Bijdrage Stichting C3 155.000 155.000 155.000Voorlichtingskosten 223.000 161.254 422.302Adviseurs 42.000 36.426 43.709Algemene kosten 77.000 73.381 82.614Speerpuntenbeleid 150.000 107.379 233.843Contributies en bijdragen 690.000 680.263 688.562 5.318.000 5.280.736 5.439.027
Resultaat 16.000 300.627 -374.839 Voorstel bestemming resultaat Toevoeging reserve Imagotraject 0 50.000 100.000Onttrekking reserve Imagotraject 0 -57.727 -256.858Toevoeging/onttrekking algemene reserve 16.000 308.354 -217.981 16.000 300.627 -374.839
BalansStaat van baten en lasten over het jaar 2012
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
49 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
ControleverklaringAan: Het bestuur van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie te Den Haag
Bijgesloten, op pagina 44 t/m 48 van het jaarverslag weergegeven,
samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans
per 31 december 2012 en de samengevatte staat van baten en lasten
met bijbehorende toelichtingen, zijn ontleend aan de gecontroleerde
jaarrekening van Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
per 31 december 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt
bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 3 april 2013.
Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten
geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden
sinds de datum van onze controleverklaring van 3 april 2013.
De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die
zijn vereist op basis van de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640
‘Organisaties zonder winststreven’. Het kennisnemen van de
samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden
van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie.
Verantwoordelijkheid van het bestuurHet bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een
samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeen-
stemming met de grondslagen zoals beschreven in de
toelichting van de samengevatte jaarrekening.
Verantwoordelijkheid van de accountantOnze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de
samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden,
uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder
de Nederlandse Standaard 810, ‘Opdrachten om te rapporteren
betreffende samengevatte financiële overzichten’.
OordeelNaar ons oordeel is de in het jaarverslag op pagina 44 t/m 48
weergegeven samengevatte jaarrekening in alle van materieel
belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaar-
rekening van Vereniging van de Nederlandse Chemische
Industrie per 2012 en in overeenstemming met de grondslagen zoals
beschreven in de toelichting van de samengevatte jaarrekening.
Den Haag, 17 mei 2013
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. R.L.A. Eveleens RA
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
50 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE
ColofonVereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)Postbus 443
2260 AK Leidschendam
Telefoon: +3170 337 87 87
E-mail: [email protected]
www.vnci.nl
mei 2013
Vormgeving: Picard - merkmeesters
Teksten: VNCI, Jos de Gruiter
Eindredactie: Marloes Hooimeijer Teksten
Foto’s: C3, Casper Rila, Curve, Robert Heezen,
RGBStock, Shutterstock
Hoewel bij deze publicatie uiterste zorg is nagestreefd, kan voor
eventuele fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en
aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen
aansprakelijkheid, noch voor schade, van welke aard ook, die het
directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die
(mede) gebaseerd zijn op de informatie uit deze uitgave.
© Copyright 2013, VNCI, Leidschendam
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-
bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige
andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever: VNCI, Postbus 443, 2260 AK Leidschendam.
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
51 | VNCI Jaarverslag 2012 VOLGENDE »« VORIGE VOLGENDE »« VORIGE
Voorwoord Colette Alma
Energie en Klimaat
Onderwijs en Innovatie
Voorwoord Werner Fuhrmann
Veiligheid, Gezondheid en Security
Milieu
Communicatie
Toelichting op de balans
Stoffen
Responsible Care
Balans
Wet- en regelgeving
VNCI-bestuur / VNCI-bureau / Leden en donateurs
Financiën
Controleverklaring
Colofon
Jaarverslag 2012
VNCIBezoekadres Castellum (ingang C), Loire 150, 2491 AK Den Haag
Postadres Postbus 443, 2260 AK Leidschendam
T 070 337 87 87 F 070 320 39 03 E [email protected] I www.vnci.nl