Verder met rekenen
22 en 24 mei 2013Monica Wijers, Vincent Jonker
Freudenthal Instituut
ConferentieHandreiking bij de standaarden en eindtermen ve
Verder met rekenen
1. 13:15 – 13:252. 13:25 – 13:353. 13:35 – 14:004. 14:00 – 14:355. 14:35 – 14:45
KennismakingOpbouw handreikingVoorbeeldenVoortgangTot slot
KENNISMAKINGdeel 1
Ontwikkelgroep
• Peter Griffioen, ROC Midden Nederland• Frank Haacke, Summa College• Annelies Jacobs, Boek voor taal• Vincent Jonker, FI• Irma Romme, Cinop• Rinske Stelwagen, Cinop• Monica Wijers, FI
Kennismaking
Korte ronde:• Naam, instelling, functie• Wat doe je met rekenen?• Wat is je motivatie (voor rekenen) !?
OPBOUW HANDREIKINGdeel 2
Handreiking – indeling
• Standaarden en eindtermen (p. 1 - 85)• Handreiking taal (p. 86 – 394)• Handreiking rekenen (p. 395 – 422)
Welk gebied? (pagina 2)
Opbouw rekenen• Domeinen = geen ‘losse’ vaardigheden (wel bij
taal)
• Rekenen functioneel gebruiken in situaties – vaak meer dan 1 domein– domein Getallen ondersteunend (vgl taalverzorging)
• Rekenen opbouw leerlijnen (vakinhoud en – didactiek)
Context en zelfstandigheid
Domein Getallen• Basiskennis volwassenen anders dan bij kinderen• Niet (opnieuw) aanleren vanaf basis• Begrip ipv specifieke technieken• Rekenen leren gebruiken en toepassen• Getallen is ondersteunend aan functioneel
rekenen in de domeinen: • Verhoudingen; • Meten en Meetkunde; • Verbanden
handreiking
1. Verh. problemen herkennen, aanpakken en oplossen
2. Procentproblemen oplossen3. Meetinstrumenten gebruiken4. Metriek stelsel en tijd5. Meetkunde: begrippen en ruimt. orientatie6. Meetkunde: rekenen (schaal, opp., inh.)7. Grafieken, diagrammen, tabell. en formules
VOORBEELDENdeel 3
Kenmerken niveaus opgaven
• Complexiteit van getallen• Complexiteit van bewerkingen• Aantal uit te voeren bewerkingen• Mate van abstractie van het probleem• Mate van bekendheid met de situatie• Aantal gegevens• Wijze van presentatie van gegevens• Relevantie van gegevens• Taalgebruik• Helderheid van het probleem
Voorbeeld
• Voorbeeld ‘Rekenen in de meetkunde’ (6)
Hoe lang is het bed ongeveer?
Hoe groot is de oppervlakte van beide kamers ongeveer?
Voor het installeren van de verwarming in kamer 1 moet je weten wat de inhoud is.
De kamer is 2,4 meter hoog.
Bereken de inhoud.
Verhoudingen in recepten
• AKA• Recept voor 4 personen -> hoe ga je dan naar
6 personen• Let op de taal bij deze recepten (kan het
compliceren)• Pannenkoekmix (van zoveel gram). Hoeveel
pannenkoeken haal je uit 1 pak. Er komen 9 mensen e.d.
Voorbeelden
• Houten speeltoestellen maken (trion)• Daar komt rekenen bij kijken (zagen, afmeten,
e.d.)• Maak er foto’s van
• Gordijnen maken
Opdracht
• Bedenk een context• Bedenk een opdracht• Beschrijf deze en ‘plaats’ deze op de lijn I-1F-
2F
VOORTGANGdeel 4
handreiking
1. Verh. problemen herkennen, aanpakken en oplossen
2. Procentproblemen oplossen3. Meetinstrumenten gebruiken4. Metriek stelsel en tijd5. Meetkunde: begrippen en ruimt. orientatie6. Meetkunde: rekenen (schaal, opp., inh.)7. Grafieken, diagrammen, tabell. en formules
Verzamelkaart
verhoudingsproblemen
procentenproblemen
metriek stelsel en geld
meetinstrumenten
meetkundige begrippen
rekenen in de meetkunde
tabellen en grafieken en vuistregels
Instroom 1F 2F
Opdracht
• Kies een onderwerp (een plastic mapje) per groep
• Bespreek 1 van je deelnemers (korte schets), liefst op niveau ‘instroom’.
• En bedenk hoe je deze deelnemer kunt begeleiden.
Opdracht
• Is deze verzamelkaart direct bruikbaar?
TOT SLOTdeel 5
Verwijzingen
• http://www.steunpuntve.nl• http://www.fisme.science.uu.nl/mbo
dank voor jullie bijdrage
• monica wijers, [email protected]• vincent jonker, [email protected]
Top Related