van de socialewetenschappen
een inleiding
van de socialewetenschappen
een inleiding
Henk Roose & Bart Meuleman
methodologie
Methodologie.indb 3 11-01-17 10:41
Academia Press
Prudens Van Duyseplein 8
9000 Gent
Tel. 09 233 80 88
www.academiapress.be
Vormgeving & cover: Twin Media
Beeldmateriaal: www.belgaimage.be, met uitzondering van:
4, 7, 10 (onderaan), 11, 13, 17, 24 (links, midden), 32, 34, 58, 60 (onder), 66, 69, 71, 73, 74, 85, 86,
99, 104, 108, 128, 140, 143, 158, 162, 171 (rechts, onder), 191, 196 (links), 214, 217, 223, 224, 233,
238, 244, 247, 248, 251, 252, 262, 266 (links), 267, 271, 278, 279, 280, 281, 282, 284, 290
(bovenaan), 295 (bovenaan), 297 (links), 307, 308, 317, 321, 322, 327, 334 (boven), 352, 358
(links), 362 (rechts) (eigen collectie)
Henk Roose & Bart Meuleman
Methodologie van de sociale wetenschappen. Een inleiding
Gent, Academia Press, 2017, XII + 392 pp. (derde, herwerkte druk)
(Eerste druk 2014, tweede druk 2015)
ISBN 978 94 014 4344 9
D/2017/45/182
NUR 756
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van
druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toe-
stemming van de uitgeverij.
Methodologie.indb 4 11-01-17 10:41
V
Inhoudsopgave
Voorwoord XI
Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1
H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek? 3
1.1. Inleiding 4
1.2. Enkele voorbeelden 6
1.2.1. De opwarming van de aarde: An Inconvenient Truth versus
The Great Global Warming Swindle 6
1.2.2. De War against Crime in New York: werkt het? 8
1.2.3. Botsende beschavingen 12
1.2.4. Polls bij verkiezingen: verteken(en)d? 14
1.2.5. De wetenschapper als bokser? 17
1.2.6. Verband tussen gamen en agressie 19
1.3. De wetenschappelijke aanpak 23
1.3.1. Wetenschap: een specifieke benadering 23
1.3.2. Alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid? 25
1.4. Wat te verwachten van methodologie? 29
H2 Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek 31
2.1. Inleiding 32
2.2. Bouwstenen van sociaal wetenschappelijk onderzoek 34
2.2.1. Theorie en empirie 34
2.2.2. Inductie en deductie 40
2.2.3. De empirische cyclus van wetenschappelijk onderzoek 41
2.3. Evaluatiecriteria voor wetenschappelijke kennis 45
2.3.1. Betrouwbaarheid 47
2.3.2. Geldigheid 48
2.3.3. Vakmanschap als kwaliteit 53
2.4. Soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek 53
2.4.1. Toepassingsgebied: theoriegericht versus praktijkgericht onderzoek 54
2.4.2. Onderzoeksmethodologie: kwantitatief versus kwalitatief onderzoek 57
Inhoudsopgave
Methodologie.indb 5 11-01-17 10:41
VI
Inhoudsopgave
H3 Filososche achtergrond: epistemologische beginselen 59
3.1. Inleiding 61
3.2. De ontwikkeling van de epistemologie van de wetenschappen 62
3.2.1. Empirische natuurwetenschap: naturalisme en empirisme 62
3.2.2. David Humes scepticisme 66
3.2.3. Wiener Kreis: logisch-positivisme en verificationisme 68
3.2.4. Karl Popper: principe van falsificatie 70
3.2.5. Thomas Kuhns paradigmas 73
3.2.6. Imre Lakatos: theorie met meerinhoud 76
3.3. Wat met de sociale wetenschappen? 77
3.3.1. Onderzoeksobject: naturalisme versus constructivisme 77
3.3.2. Naturalisme binnen de sociale wetenschappen 78
3.3.3. Constructivisme binnen de sociale wetenschappen 81
H4 Ethiek in sociaalwetenschappelijk onderzoek 89
4.1. Inleiding 90
4.2. Hoe omgaan met deelnemers aan onderzoek? 93
4.2.1. Vermijden schade als basisprincipe 93
4.2.2. Vrijwillige toestemming of informed consent 94
4.2.3. Privacy, vertrouwelijkheid, anonimiteit 96
4.3. Professionele standaarden en deontologie? 97
4.4. Samenleving en wetenschap? 100
Deel 2 Planning en voorbereiding van empirisch onderzoek 105
H5 Onderzoek ontwerpen: strategie en doelstellingen 107
5.1. Inleiding 108
5.2. Het onderzoeksplan 109
5.3. Probleemformulering of probleemstelling 111
5.3.1. Algemene vraagstelling en onderzoeks doelstelling:
fundamenteel versus praktijkgericht? 111
5.3.2. Literatuurstudie: status quaestionis 115
5.3.3. Vraagstelling en onderzoeksvragen 118
5.4. Onderzoeksopzet of (onderzoeks)technisch ontwerp 121
5.4.1. Plaats en situatie van waarneming: waar? 122
5.4.2. Tijdstip en periode van waarneming: wanneer en hoe lang? 125
5.4.3. Onderzoekseenheden en kenmerken: wie? 126
5.4.4. Methode van waarneming: hoe? 127
5.4.5. Tijdsplanning en financieel overzicht 128
Methodologie.indb 6 11-01-17 10:41
VII
Inhoudsopgave
H6 Kwantitatieve en kwalitatieve meting 129
6.1. Inleiding 130
6.2. Meten: enkele basisbegrippen 132
6.2.1. Het meetproces 132
6.2.2. Soorten concepten 134
6.2.3. Meten: kwantitatieve versus kwalitatieve benaderingen 136
6.3. Kwantitatief meten 137
6.3.1. Uitgangspunt: klassieke testtheorie 137
6.3.2. Enkele kenmerken van kwantitatieve variabelen 138
6.3.3. Schaaltechnieken 140
6.3.4. Operationaliseren van relaties tussen variabelen 144
6.3.5. Betrouwbaarheid nagaan? 148
6.3.6. Meetgeldigheid nagaan? 152
6.4. Kwalitatieve meting 156
6.4.1. Het open karakter van kwalitatieve benaderingen 156
6.4.2. Enkele illustraties van kwalitatieve benaderingen 158
6.4.3. De kwaliteit van kwalitatieve metingen 160
H7 Selectie van onderzoekseenheden: steekproeven 163
7.1. Inleiding 165
7.1.1. Onderzoekseenheden, populatie en steekproef 166
7.1.2. Steekproeven: twee logicas van selectie 168
7.2. Toevalsteekproeven 170
7.2.1. Stappen bij het trekken van toevalsteekproeven 170
7.2.2. Types toevalsteekproeven 173
7.2.3. Foutenbronnen bij steekproeftrekking 179
7.2.4. Steekproefgrootte 186
7.2.5. Kwantitatieve niet-toevalsteekproeven 189
7.3. Theoretische steekproeven 192
7.3.1. De eigenheid van theoretische steekproeftrekking 192
7.3.2. Strategien in theoretische steekproeftrekking 194
Deel 3 Kwantitatieve methodes 199
H8 Experimentele ontwerpen 201
8.1. Inleiding 203
8.2. Onderdelen van het klassieke experimentele ontwerp 207
8.2.1. Basisschema van een klassiek experiment 207
8.2.2. Randomiseren en matchen 208
Methodologie.indb 7 11-01-17 10:41
VIII
Inhoudsopgave
8.2.3. Eect van de stimulus 211
8.2.4. Voormeting 212
8.3. Bedreigingen van de interne geldigheid 216
8.3.1. Buitenexperimentele gebeurtenissen 216
8.3.2. Maturatie of spontane veranderingen 217
8.3.3. Testeect 217
8.3.4. Instrumentatie 218
8.3.5. Statistische regressie 218
8.3.6. Selectie 218
8.3.7. Uitval 219
8.3.8. Verwachtingen van de onderzoeker 219
8.4. Bedreigingen van de externe geldigheid 220
8.4.1. Populatiegeldigheid 221
8.4.2. Naturalistische geldigheid 222
8.5. Alternatieven op de klassieke experimentele ontwerpen 224
8.5.1. Quasi-experimentele ontwerpen 225
8.5.2. Pre-experimentele ontwerpen 230
8.6. Ethische bekommernissen 233
H9 Surveyonderzoek 235
9.1. Inleiding 237
9.2. Stappenplan en foutenbronnen 239
9.3. Over vragen en antwoorden 241
9.4. Het ontwerp van vragenlijsten 243
9.4.1. Een model van het vraag-antwoord proces 243
9.4.2. Responsfouten en -stijlen 247
9.4.3. Aanbevelingen voor het opstellen van vragenlijsten 253
9.5. De keuze voor een surveymodus 258
9.5.1. Face-to-face surveys 259
9.5.2. Postenqutes en websurveys 261
9.5.3. Mixed-mode surveys 264
H10 Niet-reactief onderzoek en secundaire data-analyse 265
10.1. Inleiding 267
10.2. Soorten niet-reactieve gegevens 271
10.2.1. Fysieke sporen 271
10.2.2. Tekst: inhoudsanalyse 272
10.2.3. Administratieve data en ocile statistieken 275
10.2.4. Big Data 279
10.3. Secundaire analyse van onderzoeksdata 282
10.4. Voor- en nadelen van niet-reactieve en secundaire data 285
Methodologie.indb 8 11-01-17 10:41
IX
Inhoudsopgave
Deel 4 Kwalitatieve methodes 287
H11 Veldonderzoek en participerende observatie 289
11.1. Inleiding 291
11.2. Types veldonderzoek 294
11.2.1. De rol van de onderzoeker: participeren versus observeren 296
11.2.2. De mate van openheid: verborgen versus open onderzoek 298
11.2.3. Het gehanteerde paradigma: coperatief versus investigatief onderzoek 299
11.3. Het verloop van veldonderzoek 301
11.3.1. Planning van veldwerk 301
11.3.2. Toegang verkrijgen tot het veld 302
11.3.3. Verblijf in het veld 303
11.3.4. Uittrede uit het veld 305
11.4. Veldwerknotities 308
11.5. Voor- en nadelen van veldonderzoek 311
H12 Diepte-interviews en focusgroepen 313
12.1. Inleiding 315
12.2. Epistemologische achtergrond van diepte-interviews 318
12.2.1. Nadruk op begrijpen en interpretatie 318
12.2.2. Nadruk op theorievorming en -ontwikkeling 321
12.3. De interviewsituatie 325
12.3.1. Structuur van een interview 325
12.3.2. Soorten vragen? 326
12.3.3. Mogelijke valstrikken 329
12.4. Focusgroepen 330
12.4.1. Wat zijn focusgroepen? 330
12.4.2. Samenstelling van een focusgroep 330
12.5. Van gesproken woord naar geschreven tekst 331
12.6. An
Top Related