Download - Typische claims

Transcript
Page 1: Typische claims

1

Typische claims

• Chronische lage rugklachten brengen hoge indirecte kosten (werkverzuim) met zich mee

– Proefschrift Maurits van Tulder (1996) Diagnostics and treatment of chronic low back pain in primary care

• Deze kosten van therapie worden terugverdiend door het effect op werkverzuim

– Dure behandeling zou geen probleem zijn

• Een goede richtlijn optimaliseert het terugverdienen

– Economisch model behandeling lage rugklachten

Page 2: Typische claims

2

Methode

• Maak een economisch model– Beschrijf behandel pad

– Zoek de volumes en kostprijzen

– Zoek effecten

• Data– Databestanden

» Zouden in ruime mate aanwezig zijn

– Klinisch onderzoek (RCT’s)

» Er leeft een overtuiging dat therapie werkt

– Reviews

Page 3: Typische claims

3

Kosten-effectiviteit bij aspecifieke lage rugklachten

• Medewerkers– iMTA: Jan van Busschbach, Nicole van der Roer; Clazien

Bouwmans-Frijters; Joseph McDonnell

– Bart Koes, Maurits van Tulder

• Correspondentie – Dr. J.J. van Busschbach

Erasmus Universiteit Rotterdaminstitute for Medical Technology Assessment (iMTA)Postbus 17383000 DR Rotterdam010-4088555 (secretariaat)[email protected]

Page 4: Typische claims

4

Aanmelding Verwijzing/ Behandeling

xx % Fysiotherapie xx %

3 % Huisarts Fysiotherapie xx % Specialist

xx% xx % Overig

Geen

40% Fysiotherapie

57 % xx% 25 % Huisarts Huisarts

2 % Specialist 1 % Overig

Acuut

xx % Fysiotherapie

xx % xx % Huisarts

Specialist xx % xx % Specialist

xx % xx % Overig Geen medische Geen consumptie

xx % xx % Fysiotherapie

Overig xx % xx % Huisarts

xx % Specialist

xx % Overig

Model 1: te gedetailleerd voor data verzameling

Page 5: Typische claims

5

RECIDIEF UIT MODEL 60% 40%

KLACHTENVRIJ < 3 maanden

95%ACUTE KLACHTEN

nieuwe klachten + recidieven

31% FT

74% 2%26% MT

GEEN MED. 2%HA SP CHRONISCHE KLACHTEN

CONSUMTPIE 64% > 3 maandenHA

1% 61%O 5% FT

19% 21% 79% MT RUGSCHOOL

36%GEEN MED. HA SP

19%CONSUMPTIE HA PIJNKLINIEK

24%HA = huisarts OFT = fysiotherapieMT = manuele therapieSP = specialistO = overig

Model 2: nog geen werkverzuim en volume chronische

werkverzuim

Page 6: Typische claims

6

Model 3: volume van, en effect op werkverzuim en zorg ontbreken

65 % 35 %

95 %

5 %

HA = huisartsFT = fysiotherapieMT = manuele therapieSP = specialistO = overig

74 %

GEENMEDISCHE

CONSUMPTIE

ACUTE KLACHTENnieuwe klachten + recidieven

31% FT

2 %26 % MT

2 %HA SP

64% HA

1% O

RECIDIEF

65%KLACHTENVRIJ

< 3 MAANDEN

CHRONISCHE KLACHTEN

> 3 MAANDEN

21 %

GEENMEDISCHE

CONSUMPTIE

RUGSCHOOL

79%

HA

PIJNKLINIEK

geen directe kosten geen indirecte kosten

directe kosten geen indirecte kosten

geen directe kosten indirecte kosten

directe kosten indirecte kosten

1e LIJN

FT/MT 80 % HA 19 % O 24 %

2e LIJN

SP 36 %

NORMAAL FUNCTIONEREN

NORMAAL FUNCTIONEREN +DIRECTE KOSTEN

GEEN NORMAAL FUNCTIONEREN +GEEN DIRECTE KOSTEN

GEEN NORMAAL FUNCTIONEREN +DIRECTE KOSTEN

Page 7: Typische claims

7

Zoek volume en effect op werkverzuim en zorg

• Maak gebruik van bestaande databestanden en uitgevoerde studies

• Moeten voldoen aan– Bevat onderzoekspopulatie met “aspecifieke lage rugpijn”

» (dus niet alleen “bewegingsapparaat”)

– Aantal sessies per interventie (volumina)

– Bevat stadium van klachten

» acuut / chronisch

– Bevat duur van het verzuim

• CBO consensus groep hielp met zoeken

Page 8: Typische claims

8

Bronnen zorgconsumptie

– Diagnostics and treatment of chronic low back pain in primary care. Proefschrift 1996. MW van Tulder.

– A-specifieke lage rugpijnklachten in de huisartspraktijk. LiNH (Nijmegen) 1998. J. Braspenning (projectleider)

– Verrichtingen in de huisartspraktijk (Basisrapport). NIVEL 1992. PP Groeneweegen et al.

– Prevalenties en consequenties van lage rugklachten in het MORGEN-project. (RIVM-rapport) HSJ Picavet et al.

– ROME-studie. TNO-rapport

– Care-seeking among individuals with chronic low back pain. Spine 1995. TS Carey et al.

Page 9: Typische claims

9

Bronnen zorgconsumptie (vervolg)

– Medication use for low back pain in primary care. Spine 1995. DC Cherkin et al.

– Physician office visitis for low back pain. Spine 1995. G Hart et al.

– Management en costs of care flow low back pain in primary settings in France. Rev Rhum. 1998. A Lafuma et al.

– Lage-rugpijn en benzodiazepine: een relatie vol spanning. Huisarts Wet 1998. EH van Lisdonk & IA Huisman

Page 10: Typische claims

10

Bronnen zorgconsumptie (vervolg)

– Health care utilization of low back pain in Belgium. Spine 1995. M Szpalski et al.

– A retrospectiev study of low-back pain in 38- to 64-year old women. Spine 1998. H Svensson et al.

– Determinanten van de omvang van de behandeling in de extramural fysiotherapie. TSG 1995. W Zuijderduin et al.

– De beperkende maatregel fysiotherapie, oefentherapie-Cesar en oefentherapie-Mensendieck: resultaten van het evaluatie-onderzoek. NIVEL 1998. A Pijnenborg et al.

Page 11: Typische claims

11

Bronnen werkverzuim

• Bestanden veranderde met veranderende wetgeving

– Er wordt minder centraal bijgehouden

• CTSV (College van Toezicht Sociale Verzekeringen)

– Werkhervatting na rugklachten. 1996; Deelrapport 2. AM van der Giezen et al.

– Werkhervatting na rugklachten. Landurige zieke werknemers twee jaar gevolgd. 1999;B Cuelenaere et al.

– In distant mirrors. Work incapacity and return to work. 1999; B Cuelenaere et al

Page 12: Typische claims

12

Bronnen werkverzuim (vervolg)

• Diagnose-statistiek bedrijfsverenigingen 1990. CBS 1993.

• Kosten van ziekten in Nederland 1994. JJ Polder et al. iMGZ 1997.

– Ziekte-verzuim (vervolg)

• Databestand: Study on Musculoskeletal disorders, Absenteeism, Stress and Health (SMASH). TNO Arbeid, Leiden. PM Bongers.

Page 13: Typische claims

13

Bronnen werkverzuim (vervolg)

• Telefonische contacten:– CBS

– LISV (Landelijk inst.Sociale Verzekeringen)

– diverse UVI’s uitvoeringsinst. sociale verzekeringen (GAK; Cadans; GUO; SFB; USZO)

– TNO-arbeid

– RIVM

Page 14: Typische claims

14

werkverzuim (vervolg)

• Literatuur/data:– Low back disability among self-employed dentists,

veterinarians, physicians and physical therapists in the Netherlands. Acta Orthop Scand 1995.TJW van Doorn.

– Prognostic factors for musculoskeletal sickness absence and return to work among welders and metal workers. Occup Environ Med 1998. A Burdorf et al.

– Resultaten van onderzoek bij medewerkers van Spreeuwenberg Steigerbouw. Deel2: Achtergronden van het ziekteverzuim in 1998. L Burdorf & L Elders.

– Data betreffende ziekteverzuim t.g.v. rugklachten onder personeel in verpleeg- en verzorghuizen (afk. iMGZ) L. Burdorf

– Chronicity of back problems during working life. Spine 1998. HS Miedema et al.

Page 15: Typische claims

15

werkverzuim (vervolg)

• Literatuur/data:– Work incapacity from low back pain in the general population.

Spine 1998. KB Hagen & O Thune

– Prevalenties en consequenties van lage rugklachten in het MORGEN-project. (RIVM-rapport) HSJ Picavet et al.

– Klachten van het bewegingsapparaat in de Nederlandse bevolking.(RIVM-rapport) HSJ Picavet et al.

– Diagnostics and treatment of chronic low back pain in primary care. Proefschrift 1996. MW van Tulder.

– Prognostic factors for chronic disability form acute low-back pain in occupational health care. Scand J Work Environ Health 1999. WE van der Weide et al.

– Acute, subacute and chronic low back pain: clinical symptoms, absenteisme and working environment. Scand J Rehabil Med Suppl. 1985. B Vallfors.

Page 16: Typische claims

16

Conclusie data volume zorg en werkverzuim

• Nauwelijks bruikbare data– Geen van de onderzochte databestanden en onderzoeken

bevatten alle noodzakelijke informatie

• Welicht model maken op alleen werkzaamheid

Page 17: Typische claims

17

Effect van interventies op werkverzuim

• 1966 - 1995 Van der Weide et al (1997)– 40 studies (acute en chronische LRP)

– Bij chronische LRP onvoldoende bewijs voor aanbeveling interventie voor terugdringen werkverzuim

• Update tot 2000 Roer et al.– 20 Studies (alleen chronische LRP)

– Activeren helpt

– Verder blijkt er geen eenduidige conclusies getrokken te kunnen worden welke interventie het meest effectief is in het terugdringen van het werkverzuim.

Page 18: Typische claims

18

Conclusie effect van interventies op werkverzuim

• Er is maar weinig bewijs– Raar ten opzichte van het algemeen geaccepteerd idee dat

therapie help bij terugkeer naar werk...

• Het bewijs dat er is wijst niet in de richting van grote effecten

– (Wijst op kleine effecten…)

Page 19: Typische claims

19

Claim “dure interventie verdient zichzelf terug” niet bewezen

• Witte plekken in model– Duur werkverzuim

– Relatie therapie / werkverzuim

– Medische (directe) kosten verschillende interventies

» Volume

• Het lukt niet om het model draaiende te krijgen op basis van empirische data

Page 20: Typische claims

20

Conclusies

• Geen duidelijk bewijs dat één therapie beter is dan een ander betreffende de werkverzuim

• Er is geen bewijs voor de claim dat (dure) therapieën zichzelf terugverdienen

• Aanbeveling: kies de goedkoopste therapie