TIJDSGHRIFT VO O R D E VOTKSHUISVESTING
&ffiffiYffiffiffiffiä}ruffi
ALTERNATI EF VOON BEHOU D
SOCIALE WO N I N GVOORRAAD?
Woningcorporaties in Nederlandse krimp- en anticipeerregio's reageren veelal op de vraaguitval in dorpen
met het slopen of verkopen van huurwoningen. Dorpsbelangenorganisaties betreuren deze keuzen vaak,
omdat zij diversiteit in de woningvoorraad willen behouden. Daarom komen initiatiefgroepen zelf met
oplossingen om de sociale huunruoningen voor het dorp te behouden, bijvoorbeeld door middel van een
wooncoöperatie. Hoe denken woningcorporaties over de opkomst van deze coöperaties? Zijn
wooncoöperaties inderdaad een reöel alternatief voor het behoud van de sociale voorraad in kleine
kernen?
NUMMER 3 SEPTEMBER 2015
ffiffi#ffi DOOR JANNIE ROZEMA, SABINE MEIER EN KIM VAN DAM,
: ):::::::::::::::):)::)
en voorbeeld van een net opgestarte coöperatie is Mienskip
Wüns die als verhuurorganisatie de corporatiewoningen inhet Friese dorp Wons wil overnemen. Wons telt ongeveer
3oo inwoners en rzo woningen, waaronder zes sociale huur-
woningen die nu nog van woningcorporatie Elkien zijn. De
opgerichte coöperatie heeft twee kerntaken: het opzetten van een ver-
huurorganisatie voor de huurwoningen in het dorp erl zewil twee
nieuwe huurwoningen bouwen. De coöperatie ziet in de toekomst ook
kansen voor: het beheer van de openbare ruimte of het organiseren van
de thuiszorg2. Maar hoe reageren de woningcorporaties op deze initia-tieven? Zien zij wooncoöperaties als een nieuwe optie in hun voor-
raadbeleid en zijn zt1 daardoor mogelijk ook bereid om de oprichting
en bedrijfsvoering ervan te ondersteunen? Hiervoor is een verkennend
onderzoek uitgevoerd bü vijf Friese woningcorporaties.
wdffi ffi äffi ffi ffi #ffi pffifferäffi ffi ru wffi ffi ruffi ffi #pffi ffi&Täffi
Naast overheidsHaatregelen verminderden een afnemende waag en
een veranderende woonbehoefte de investeringsruimte van haast alle
plattelandswoningcorporaties. Demografische veranderingen treffen
de corporaties in krimp- en anticipeerregio's extra zwaar. De wonirg-corporaties in Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland huisvesten
in vergelijking met de corporaties elders in het land relatief meer huis-
houdens met een laag inkomens. Ook deWOZ-waarde van corporatie-
woningen in de drie noordelijke provincies valt gemiddeld lager uitdan de gemiddelde WOZ-waarde voor geheel Nederland+. Sommige
woningcorporaties in de noordelijke krimp- en anticipeergebieden
reageren op waagverminde ringmet eerl zo geheten kernenbeleid.
Daarbij wordt een prognose opgesteld in welke kernen oP meer ofminder rendabelevijzekan worden geinvesteerd. Daarbij leggen de
kleine kernen het af tegen de relatief grotere kernen in de regio. Voor
het verminderen van het aantal woningen in de Heine kernen worden
voornamelijk twee strategieön gehanteerd: het slopen of het verkopen
van huurwoningen. Bij verkoop krijgt eerst de zittende huurder het
aanbod om te kopen. Als hij daar geen belangstelling voor heeft, dan
moet de corporatie op een verhaizing wlchten om de woning alsnog
aan een andere particulier te kunnen verk-open. Vooral in de kleine ker-
nen in een krimpgebied is de waag naar koopwoningen echter laag ofzehfsnihil. Bovendien is het kopen van een sociale huurwoning vaak
niet aantrekkelijk, omdat het naoorlogse woning en ziinmet een
bouwtechnische lage kwaliteit. Als verkoop niet lukt, lijkt sloop het
enige alternatief. Doorgaans waarderen de bewoners van Heine kernen
deze sociale huurwoningen en willerl ze deze in veel gevallen graag
voor hun dorp behoudens. Het oprichten van een wooncoöperatie is
een mogelijkheid om dit te realiseren.
f;B * f !"Wffimr?ü#ffi ffiffi rffitüffi ffi {w*wt m #**{ ffiffi*ffiY{iffi-ffiffi{ffi*fuffir"
:
ffiffidr#wffiä'l wffi r**m ffiffi mamd;wr rffiNr,äXfuffiXled;*m\xmm*
Vffiffifu*w*mffi{ffi"
Als rechtsvorm is de coöperatie een vereniging waarin de leden geza-
menlijk zeggerlschap hebben in het voeren van een bedrijtr. Het
b edrij fsmatig realis eren van gemeens chappelij ke belangen in coöp era-
tief verband bestaat allang, maar het duikt recentelijk op in het woon-
domein. Adri Duivesteün was als pleitb ezorger van de wooncoöperatie
zo slJccesvol, dat de minister van Wonen en Rijksdienst de wooncoö-
peratie heeft verankerd nieuwe Woningwetz. Platform3l schat dat er inNederland zo'nhonderd initiatieven van wooncoöperatie s zijn en met
het oog hierop startte Platform3l een experimentenprogramma voor
coöperaties in het woondomeins. In de zogeheten 'koplopergroep'
b evinde n zichve ertien initiatiefgro ep en die als c o öp eratie willen
komen tot sociale collectieve verhuur, zelfbeheer en zeLfbestuur. Bij
negen initiatieven is een woningcorporatie betrokken die een deel van
het woningbezit mogelijk gaat overdragen aan de coöperatie. Omdat
woningcorp oraties do or demo grafi s che veranderingen hun b ezit wil-len verminderen, ligt het voor de hand te veronderstellen dat woning-
corpora ties zijn geinteresseerd in het overdoen van hun bezit aan
wooncoöperaties. Deze interesse is bij vijf Friese woningcorporaties
onderuocht. Allere erst is het strate gis che vo orraa db eleid geanalys e erd,
vervolgens zij n er semigestructureerd interviews met vertegenwoordi-
gers van de woningcorporaties afgenomen. De wooncoöperatie is hier
gedefinieerd als 'een coöperatie die woningen collectief in eigendom
bezit en verhuurt'e.
Fffi [ffiSH Wffi ffi äruffi üffi MFffi ffi&Y§ffiS
Het werkgebied van de Friese wonin gcorporaties Elkien, Wonen
Zuidwe.st Friesland, Accolade, Wonen Noordwest Friesland en Thris
Wonen bestrijken het grootste gedeelte van de provincie Friesland. Oe
werkgebieden van Wonen Noordwest Friesland en Thris Wonen zijninhun geheel anticipeergebieden. Inmiddels heeft het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrij ksrelaties (BZK) het voorstel ontvan-
gen om zuidoost-Friesland en noordoost-Friesland officieel als krimp-
TIJDSCHRIFT VO OR D E VOTKSHUISVESTING
&ffiffi#Yffiffiffiffiffiruffi
Tahel I Ove rzi c ht wonin g c o rporati es, werkg e bied en wonin gvoo rra a d bel eid
Woning-corporaties
Soort gebied
Werkgebied
Aantal ver-huureenhe-den
Gewenstaantal ver-huureenhe-den in de
toekomst
Woning-voorraad-beleid
Beleid kleinekernen(< 1000
inwoners)
Woning-bezit lichtverminderen
Gebaseerd op: Portefeuilleplan SVB Accolade 2014, Strategisch Voorraadbeleid 2010
Elkien, Thüs Wonen foar De Takomst 2011, Strategisch Voorraadbeleidsplan 2010-2020
Wonen Noordwest Friesland, Corporatieplan 2012-2018 Wonen Zuidwest Friesland.
regio te selecterenlo. Wonen Zuidwest Friesland, Wonen Noordwest
Friesland en Thris Wonen tnreren zichzeLf als plattelandscorporaties,
terwijl Elkien en Accolade zowelin stedelijk gebied als op het platte-
land actief zijn.In hun woningvoorraadbeleid geven Elkien en Thris
Wonen aan dat zijhttnwoningb ezitwillen verminderen door middel
van sloop en verkoop van huurwoningen in de Heinere dorpskernen".
Daarmee willen zij financiöle ruimte maken voor investeringen in ste-
delijk gebied en in grotere dorpen'2. Accolade geeft aan vooral te wor-
den geleid door het wegvallen van de waag, waardoor in kleine dorpen
niet meer actief wordt geinvesteerd. Daarom zovde incidentele sloop
of verkoop niet moeten worden gezienals zich bewust terugtrekken
uit kleine dorpen'3. Wonen Noordwest Friesland wil daarentegen haar
woningvoorraad wel verminderen, maar spreidt de vermindering uitover alle dorpen met minder dan r8oo irnaroners en trekt zichniet
terug uit de kleine dorpen met minder dan looo inwoners'4. Wonen
Zt;jdwest Friesland wiI als enige de omvang van haar huidige woning-
voorraad handhaven. Dat kan omdat zij al.in voorgaande jaren de
woningvoorraad met ro%" door sloop en verkoop heeft teruggebracht's
(tabel r).
${ffimruffift§ffiffitffiüffi
Om de vooffaadvermindering te bepalen, brachten Elkien en Thris
Wonen allereerst de demografische veranderingen in kaart en verbon-
den die met het voo ruieningenniveau van de woonkern. De zogeheten
A-B-C-kernen zqnkernen met veel voorzieningen (A), weinig voorzie-
ningen (n) en nauwelijks of geen voorzieningen (C). De uitkomst was
NUMMER 3 SEPTEMBER 2015
Elkien
Anticipeer
i Steoelijt<iplatteland
Platteland
Woning-i, VOOrfaad
verminderen
i door sloopen verkoop.lnvesterenin werkge-bied in huis-vesting voorkleine huis-houdens
(in 2025)
ii Woning-voorraad
,t verminderendoor slopen
I
en verkopen n
in niet-prio- I
ritaire ker- nnen. I
I nvesterenen herstruc-tureren inprioritaire
kernen
Woning-bezit afbou-wen in 41
kleine ker-
nen
TIJDSCHRIFT VO OR D E VOLKSHUISVESTINC NUMMER 3 SEPTEMBER 2015
&ffiffiYffiffiffiffiffiruffi}
om in kleine kernen met weinig tot geen voorzieningen (C), met een
slechte bereikbaarheid en een verwachte krimp in het aantal huishou-
dens, geen investeringen meer te doen. Dit leverde voor Elkien een lijstop van 4t zogeheten niet-prioritaire kernen, waarvan in de kleine ker-
nen met vier tot tien huurwoningen niet meer"in nieuwbouw wordt
geinvesteerd. Door Thüs Wonen zijner op dezevnjze za (kleine)
C-kernen geidentificeerd binnen de 37 kernen waar zijbezit hebben
(fig. r). Ook Accolade heeft besloten om in ten minste zeventien klei-
nere kernen bezitte verkopen of te slopen, vervnjzend naar een slecht
marktp erspectief en een kleine volkshuisvestelijke verantwoordelijk-
heid. De optie om bij voorraadvermindering de woningen te verkopen
aan een andere verhuurorganisatie, zoals een wooncoöperatie, wordt
in de beleidsplannen niet aangeduid.
Figuur I Kernenbeleid Thüs Wonen
Bron: Strategisch Voorraadbeleid Thüs Wonen foar De Takomst 2011, bewerking Roelof
Kuik
&rTffi ffi ru&Tä ffi r w& ffi ffi ffi §r-§ ffi ä$ ffi sffi §ä&L§ v# #ffi ffi&&§x?
De interesse om het te verkopen bezit aan een wooncoöperatie over te
dragen is onderzocht door middel van face to face interviews met een
adviseur Strategie en Beleid, een hoofd Woondiensten, twee projectlei-
ders en een coördinator Leefbaarheid van de eerder genoemde
woning corporaties. Alle geinterviewden geve4 aan dat een wooncoö-
peratie een interessant fenomeen is dat past in de huidige politieke
trend, waarbij particulieren meer verantwoordelijkh eid zouden moe-
ten nemen voor publiek e voorzieningen. De geinterviewde professio-
nals van Accolade, Elkien en Thr.is Wonen staan welwillend tegenover
het idee om hun woningen aan woolrcoöperaties te verkopen, omdat
het een haalbare strategie is om de woningen sneller te verkopen.
Vormen waarin de wooncoöperatie niet eigenaar maar alleen beheer-
der wor dt, zijnvoor deze woningco{poraties minder aantrekkelijk. Oe
geinterviewde van Wonen Noordwest Friesland vindt dat er in zijnwerkgebied geen behoefte aan een wooncoöperatie hoeft te zijn,
omdat de corporatie daar aanwezig blijft. Ook Wonen Zuidwest
Friesland, die als enige corporatie de woningvoorraad de komende
jaren niet verkleint, ziethelemaal geen aanleiding voor de wooncoöpe-
ratie als alternatief voor een duarzaam behoud van sociale huurwo-ningen. Naast de interesse in wooncoöperaties valt op dat alle geinter-
viewden veel wagen hebben over de praktische haalbaarheid ervan. De
twijfels betreffen voornamelijk de financiering van het aan te kopen
woningb ezit. De geinterviewden van Elkien en Accolade geven aan dat
de'corporatie vooralsnog gebonden is aan de wettelijke verplichtingeen woning voor ten minste go% van de taxatiewaarde te verkopen.
Voor het investeringskapitaal hoeven de wooncoöperaties dus niet te
rekenen op medefinanciering of garantiestelling van de woningcorpo-
raties, aangezien dat wettelijk verboden is. Het is dan ook de waag ofen welke investeerders überhaup t zijngeinteresseerd in wooncoöpera-
ties. Alle geinterviewde professionals vinden dat de wooncoöperatie
door ondernemerschap gedreven moet worden en minder vanuit het
idealisme van bewoners. De geinterviewden van Elkien geloven wel ineen verdienmodel van de wooncoöperatie als ze dewerkzaamheden
rondom verhuur zelf doet. Ook voorzierlzepositieve economische
effecten, doordat lokale ondernemingen voor onderhoudswe rkzaam-
heden ingeschakeld worden. Bij het faciliteren van een wooncoöpera-
tie denken de geinterviewden vooral aan ondersteuning bij het opstel-
len van een woonvisie en het delen van expertise hoe woningen te ver-
huren en te e4ploiteren. De geinterviewde van Wonen Zuidwest
Friesland sluit ook samenwerking niet uit als een wooncoöperatie een
invulling voor overgebleven lege kavels zolthebben. Elkien en Thüs
Wonen hebben ten tijde van het ond erzoekal ervaring hoe ze een
wooncoöperatie in oprichting kunnen ondersteunen. Zij steLden daar-
bij als voorwaarde dat de wens voor een wooncoöperatie vanuit het
dorp zeLf komt en breed gedragen wordt.
Al met al blijkt uit de gehouden interviews dat drie van de vier
woningcorporaties die hun woningvoorraad willen verminderen, vin-
den dat een wooncoöperatie in principe een mogelijke partij kan zinom woningen over te nemen. Omdat de condities waaronder de
woningen verkocht moeten worden wettelijk vastgelegd zijn, wordt
een wooncoöperatie ("og) niet als duurzame strategie voor de voor-
raadvermindering gezien. Wel heeft provincie Fryslän inmiddels inhet kader van het Aanvalsplan Woningmarkt een regeling geintrodu-
ceerd om investeerders een lening te verstrekken voor So% van de tota-
le subsidiabele activiteiten. De Friese corporaties zijnbereid om z;yo
van het overnamebedrag als financiering ter beschikking te stellen'6.
Alle corporaties lijken bereid om in de oprichtingsfase van een woon-
coöperatie hun expertise te delen, ook al twijfelen twee woningcorpo-
raties aan de noodzaak van een wooncoöperatie, omdat de volkshuis-
vestelijke taak bij hen zeLf al goed is geborgd.
ffi§§sffis§äH
Bij de resultaten uit de interviews zijnaanvullende opmerkingen te
plaatsen. Voor de woningcorporaties die woningbezit willen vermin-
deren, geldt - ons inziens - dat zij zichop een verantwoorde tnlzemoeten terugtrekken uit het werkgebied. Ten eerste behoort daarbij
het onderzoeken van de mogelijkheden tot woninguitruil tussen colle-
ga-corporaties die het werkgebied delen. Dat dit nog weinig gebeurt,
heeft waarschü"lrjk te maken met de kwaliteit van de woningen.
Woningen die voor sloop of verkoop in aanmerking komen, zijnvaak
naoorlogse woningen met een laag energielabel, die door regulier
onderhoud in een redelijke bewoonbare staat worden gehouden. Als
een collega- corporatie dergelijke woningen zolJ overnemen, verhuist
het probleem van renovatie en de bekostiging daarvan mee.
Woningcorporaties zitten daar vaak niet op te wachten. Ten tweede
betekent verantwoord terugtrekken dat de woningcorporaties zich
rekenschrp moeten geven van de leefomstandigheden van de huidige
huurders: mensen met een laag inkomen die baat hebben bij een lage
huur. Dit betekent dat de woningcorporaties hen een redelijk woonal-
ternatief moeten bieden. In dat kader is het opmerkelijk dat twee pro-
fessionals in de interviews hebben aangegeven dat de doelgroep voor
sociale huur op termijn beter kan wonen in grotere woonplaatsen van-
wege de geringere vervoerskosten naar school, werk of ande re voorzie-
ningen. Bovendiertztillen de energiekosten van woningen in de grote-
re plaatsen ook Lager zijn, omdat daar wel duurzaamin is geinves-
teerd. Het klinkt goed als zo de woonlasten worden verminderd, maar
het is onduidelijk wat huurders met een lager inkomen ervan vinden
dat hun vestigingswijheid in deze redenering wordt beperkt.
ffi ffiwffiY'HruSryffi ä" $ä&ru ffi ffi Lffi ru
Uit het bovenstaande blijkt dat een wooncoöperatie het risico loopt de
slechtere woningen van de woningcorporatie over te nemen. Vooral de
geinterviewde van Elkien vindt dat de verkoop van woningen aan een
wooncoöperatie gewetensvol moet gebeuren: "Als je als corporatie je
slechte bezitverkooptinzo'ndorp, dan geefje dus een erfenis mee.
Dat vinden wij in termen van maatschappelijk ondernemen niet
terecht." Maar onafhankelijk daarvan moet een wooncoöperatie zeLf
een afwegingskader hebben. Alle wooncoöperatie s zijnstraks wettelijk
verplicht om een coöperatieplan op te stellen waarin de verwachte
exploitatiekosten van groot onderhoud en verduurzaming van de
woningen berekend zijn. Het is niet meer dan logisch dat de wonlng-
corporatie een wooncoöperatie helpt bij het realistisch doorberekenen
van de e4ploitatie. Stef Blok, de minister van Wonen en Rijksdienst,
heeft wettelijk vastgelegd dat de woningcorporaties voor deze deskun-
dige en onafhankelijke ondersteuning e iooo beschikbaar stellen'2.
Het is op dit moment nog onduidelijk waar de waarborgen liggen voor
de wooncoöperaties die niet succesv oI zijn.In vergelijking met de ver-
nieuwd e toezichtsbepalingen voor de woningcorporaties is daarover
voor de wooncoöperaties niets vastgelegd, behalve dat het bestuur van
een wooncoöperatie als vereniging verplicht is jaarlijks verantwoor-
ding af te leggen aan haar leden. De waag is of dat voldoende garantie
biedt aan de huurders op een stabiele verhuurorganisatie. Nieuw
onderzoek rnoet uitvnjzen hoe succesvol de bedrijfsvoering van woon-
coöperaties is.tt4
z*'r: dm":W *er} ffi##§ i* Cus ffiffiffi mrfmr:is rx}#ffi. ffimä
'axrzdx*{\ wä3 äm K*rmffim wffiffi ffiffiffiXffi*hmpffiffi ,,rylr..
ffiti**rffi #ry.l#ffi r: i *ä ä#r#thä"
Naast het financiöle risico dat mogelijk wordt overgedragen aan de
woorrcoöperaties, blijft het probleem van dreigende leegstand in een
krimp- of anticipeergebied bestaan. Initiatiefnemers van wooncoöpe-
raties beschouwen het aanbieden van goedkope huurwoningen om de
sociaaleconomische diversiteit in een dorp zo veel.mogelijk in stand te
houden vaak als hun kerndoel. Oat is een goed streven , maar zalhet de
wooncoöperaties lukken om structureel (nieuwe) huurders te vinden?
Een van de geinterviewden gaf aan te geloven dat wooncoöperaties
door het regionale sociale netwerk in staat zijnom leegstand te voor-
komen. Of belangstellenden uit het sociale netwerk van een wooncoö-
peratie 'sociale'huurders worden is evenwel niet gegarandeerd, gezien
de wettelijke bepaling dat ook het inkomen van huurders van een
wooncoöperatie begrensd is. Natuurlijk zou die grens wat opgerekt
kunnen worden, maar dat zortin feite betekenen dat de sociale huur-
voorraad in kleine kernen alsnog wordt verkleind.
ffi STM Eru SNiMTMTH§ff ilruffi §äIA§
Kortom, het is te betwijfelen of in al die dorpen waar de woningcorpo-
raties zichwillen terugtrekken, daadwerkelij k wo onco öp eraties oP ge-
TIJDSCHRIFT VO O R D E VOLKSHUISVESTING
&ffiffiYffiffiffiffiffiffiffi
richt (kunnen) worden. De minister'8 heeft in de wagenronde voor de
Her zienin g swet to e g elaten instelling en volkshuisve stin g a ang e g even
dat een wooncoöperatie die meer dan tien woningen collectief ineigendom heeft en verhuurt, gehouden kan worden aan de verhuur-
dersheffing. Daardoor is het oprichten van een wooncoöperatie niet
alleen in financiöle zinritdagend. Ook is er veel tüd, volharding en
kennis nodig. Of het initiatief wordt genomen, hangt af van lokale net-
werken en aanwe zige competenties. Alle geinterviewden gaven aan dat
de dorpscoöperatie Mienskip Wüns door andere dorpen niet zomraat
gekopieerd kan worden, omdat dorpen van elkaar verschillen. Dit
neemt niet weg dat initiatieven van andere dorpen inspiratie aan
Mienskip Wüns kunnen ontlenen. Immers, die wooncoöperatie is
bereid om volkshuisvestelijke taken wijwillig over te nemen. Dat
getuigt van moed en ondernemin gszin, want het succes is niet vetze'
kerd.
Ww€wm
1 mft nrt\k*tr ix we*** ry**mr,**rr| *B dmtm *iw WXvain wmrt d*r Li*** Et*wkzt*rxmm*E*
w**r xäjn *m*h*E*r-**ripti**rsrJ,*rz**k". ** mwtwuar* *n*?,*st ?a*r* us**r ziim **xm-
m*ntnmr *n fuii*rmrä* eem *it mrtäk*$.
2 *ffiffi, W., wffi{tr, wn #*mt^r*r ?&., {*dw.}, }rex7armti*fu**NqWm*s*n un Wrirnp. ffirwnänrS*ra,
W,*mnäm**ntrwrr.a T,&**rü*rffnuiwrfu* r ffimmx*E**g*x*fu**E #r*rürtg*rz Z#1*. '*,fia***kip'
wr*rwsäj*t mlmt^*rm ffi&ffit rJw'krm*ktvffiffi ffiffiffi #ry{r§**mw*kap' #m'#ffiffi*traw*r*r"img' ,
h1tp:ft'wa,*au*a"nai*mwkipv**m*"m\l{}ryamammta*f Wr***tnw*rm*w*8, g*rmm*pt*wgtX lX
m*v*ewfu*r &ffitr&.
# ffi*?*mmr, ,J., ts&m *w, *rrWEErlt, ffr.r d*, ffir**i *n Wrimp i* fumttzi**r**m, {}y:gmw*n
*n arrm*Nm# vffiffi wa*mi*rS\srlLlw*{3{Wwrmtsw* an d* dri* m**r**Eiik"* pr*vin*i*. ru#*
ffi***nr*fu *r* &*vtä*w, {&w*t*r*ffirffi, X#X#.
& tp,tw,trw.m****.mlf**ntwrat/twitw*-*m-*fitwrm!**rWr*rmha**t*EswEfr*gi*-m**r*lr*gi*-
m**r*"xm\, q*rmm*p\r**g* Z# t*fur**mrä 2#1%.
ffi Ytfa*iwr, ffi,, Wurk, ffi., *ffi ZmmEr, ffi,, t4u*rd*rw in fu**lü. ffi** *rwmr*m **w*{i*{# wffiri
Itl*än* k*rm*n fuwm w*rüffiü #{x zw*#ffi*{{1#*wang Em fuAr**r****tWrg*ä#aru? .
W* nnix * * ratr s*w, W * * r * * rffiwimt*, ffi anx*fu m g* s * h * * E ffi r * nim g* n .
# &{1. %#"n , ffitsrg*rliik\N*tfu**b".}."
? *a*aw**tw\jm, f4., ffi* w**n***pwrmti*: *p ww# axffiffit ffi*ra'xa*Yzz"*ät *rq*nax*r*n**
*mm*m]*ttänE, N*mr h\wa* *r* m*üwN,'ä*1'ä.
& wtttww.p§mffir*rrm#ft "n\lr,iw*tps*fk*p§*p*{fr#{*#W-W{##{ffi{T:{tzffi-w*ffiffi***p*rmtZ*"vffi**
*tmrt, g*rma*pä**q* ffi **vwm**r 2#1&.
W Lirrd*, ff", ts&trt **,W,{**n***p*rmti*m: Eqmn* \dt}*t wa*rainq**rp*rmta*x?, w*raptz*
Ysa*?t*E*r*p1*adimgWm*tgrs*d *m ffffiak*\mardiy W*nnäs**ntrwm {\i**r**rffiwin#*,
ffi m*z*h * g* * *fu * *l # r rsnäm g* n, 7ffi1 & "
1{i T*mr* {U{§E*t*rm ffu*wa*zrs ffi*w**§<äng***ä,i*g, ffir**x*m **ra d* ?"rärrcp,T***pitxirag
Hnt*rfu***,*wr\ilk &*t**pXmn ffi*w*lWirrgmdmlEmg {fr**r}xmk*lälk.?&i*lext*ri* \tffiffi
ffiinm*mtrmmd*w Zmk*m *m W*rei-gkrutrkxr*Emtiw*, ffi*m Wmmg, ?#1&"
1 X #tr mt*rSz* *fu 'd * *r r mm d**V*E* #lkt*rt, *|,k"iwn, ?4 *wr *mw * *ra, Z#X* "
i? T*{as \#d *raw* t*mr * * Tmk*rn*t", T?t*x W rsm** , * *\q?"uw , 2#1X .
13 3*rtwtm*s;\§wplan ffiWffi fu***Emrlw, &***\md*, *4**rwrrc**rt, ä#1#*
1& W*ra*n fu***rdva**t ffrt*xlmnd-, #trmt*gar,*k'd**rrmmrlb*1*i**p1m* Z#1ffi*XffiX*" ffiint^-
&,mnapmr**?ai*, X#3*.
1 % * * r p * r mtl * pä m * 2*i X*X*n &, W * n *m Z*i *,a,t * xt" ff rE * *E nn tX, ffi ml\", Z#1 X "
iffi urswvwa.fr|x§m*,tr\fn*ffiZft1ma**i*rirarsxr*q*1i,*,g-w**im\*'k*Li{-#*r#*r*Ei*r*g*hmgf,
E*rmm*pl,**gd 1# ****nafu*r 2#i&"
37 WiSeiging,smm d* ffimrzi*reireg*w*t trt*g*]rat*ra tnxt*irling** v*l?,*btui*w*x\i*E"
ffi*wa§zig* w**rr;t*l w,§*Tr,r" ###ffi*" &rtak*N 1*m W*rza*gw*tfu**an**1t" *w ww*63*ffi-
*p*rmti*w. &,mngwn*ffi*trl rmwt r;lrS*m*nw n\mmw,*n im Tw**dm Wmtrrwr, d"*" X1
****nb*r 2*X&.
1ffi ffi§*k, ffi.§\., N*Ea ffiffiffir *aml*sdirt# wffim h*t rrm**r w*rxlmg fuat d* Wiizigi*rS vm* **
W*rxä**inq*v,t*tt**g*'eat*m imst*§äirag*m w*1kx**ixv**ti*# #3 **#3,w{ffiffiü 21 *rt
m mfut * * r d * m mr * p . wurruw .rfi'r"s*'a * rfu *i *.m*, X& *|tqt*fu * r 2*1 e'
NUMMER 3 SEPTEMBER 2015
Top Related