Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013
Uitgave van de Management Autoriteit van Kansen voor West
en medegefinancierd door de EU.
www.kansenvoorwest.nl
Tekst: Robert Nolet, Mélanie Struik
Eindredactie: Mieke Cornet
Vormgeving: www.ph-ontwerp.nl, Rotterdam
Drukwerk: drukkerij Best
Foto’s: Merijn van der Vliet, Shutterstock, Hans Langstraat
© copyright, februari 2008
Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
“Grijp de kansen voor West. Dit Europese programma kan echt verschil maken voor de
Randstad. Het komt er nu op aan dat partijen zorgen dat het
resultaat meer is dan de som der delen.”
Mw.G. ter HorstMinister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
Een hoefijzervormige stedenring in de delta van
de rivieren Rijn en Maas. Met vier grote steden
die elk hun eigen profiel goed bewaard hebben:
Amsterdam, Den Haag Rotterdam en Utrecht. In
feite gaat het hier om een bijzondere, policentri-
sche metropool aan zee met een landelijk hart.
Met volop lucht en ruimte en een verscheiden-
heid aan monumentale, dynamische (binnen)ste-
den, de nabijheid van aantrekkelijke landschap-
pen, lucht- zee, en rivierhavens en een rijkdom
aan activiteiten en voorzieningen. Met dit alles
biedt de Randstad met de landelijke gebieden
aan de buitenranden vele miljoenen mensen een
aantrekkelijk woon- en werkmilieu.
Economische motorDit westelijk deel van Nederland is de motor
van de nationale economie. Dat blijkt ook uit
de cijfers: ruim de helft van het Bruto Binnen-
lands Product (BBP) van Nederland wordt hier
verdiend. In totaal gaat het om 236 miljard euro
per jaar.
En toch hapert de motor. In de jaarlijkse Rand-
stadmonitor worden twintig Europese topregio’s
met elkaar vergeleken. Uit die monitor blijkt dat
de ontwikkeling van dit deel van Nederland de
laatste jaren is achtergebleven bij andere regio’s.
Daarmee dreigt de Randstad zijn internationale
toppositie kwijt te raken.
Impulsen aan het ondernemingsklimaat Was er een barometer voor het ondernemings-
klimaat, dan stond deze in 2007 in de Randstad
op ‘onbestendig.’ Relatief laag scoren de groei
van het Bruto Regionaal Product (BRP), de ar-
beidsproductiviteit en de werkgelegenheid.
Zo wordt er door het bedrijfsleven weinig geïn-
vesteerd in research en development. Er is ook
maar weinig emplooi in de hightech sectoren. Er
is een tekort aan hoogwaardige kantoren, terwijl
de leegstand van vooral de oudere locaties een
probleem vormt.
OpleidingEen derde van de beroepsbevolking is hoog
opgeleid. In de grote steden dreigt er een twee-
deling: hier is een grote groep laagopgeleiden
waarvoor geen passend werk te vinden is. Ook
hier is werk aan de winkel: vraag en aanbod
moeten beter op elkaar gaan aansluiten.
Gunstige indicatorenNiet alle indicatoren staan in de min. De Rand-
stad scoort positief waar het gaat om de hoge
arbeidsparticipatie en de relatief lage werkloos-
heid. Ook de leeftijdsopbouw is gunstig als
gevolg van de migratie naar de grote steden
en de jonge bevolking van Flevoland. Er zijn in
dit landsdeel veel kleine bedrijven. Er is relatief
veel werk in de dienstverlening, bij internationale
bedrijven en instellingen en in kennisintensieve
sectoren.
Wat dit laatste betreft: het grootste deel van de
Nederlandse kennis-, onderzoeks- en onderwijs-
instellingen bevindt zich hier. De kwaliteit van
deze instituten is internationaal toonaangevend.
De grote opgave wordt om het bedrijfsleven
meer gebruik te laten maken van deze kwalita-
tief hoogwaardige kennis.
Verbetering van het vestigingsklimaatHet unieke karakter van het gebied biedt volop
mogelijkheden om de aantrekkingskracht op
wonen, werken en recreëren te vergroten en de
vestiging van bedrijven te bevorderen. Het is
een uitdaging om bij eventuele aanhoudende
verstedelijking te zorgen voor behoud van de
kwaliteit en een goede toegankelijkheid van het
buitengebied.
Kansen voor West is speciaal bedoeld als een
uitnodiging aan overheden, kennisinstituten
en bedrijfsleven om hun krachten te bundelen,
synergie te scheppen en waar nodig te komen tot
een effectieve rolverdeling van economische ac-
tiviteiten. Ter stimulering hiervan is in de periode
2007 tot 2013 een bedrag van 770 miljoen euro
beschikbaar. Zestig procent daarvan wordt opge-
bracht door rijk, provincies, gemeenten en betrok-
ken publieke en private partijen. Veertig procent
komt uit het Europees Fonds voor de Regionale
Ontwikkeling (EFRO).
Hoewel het programma het hele westelijke deel
van Nederland (Flevoland, Noord-Holland, Utrecht
en Zuid-Holland) beslaat, wordt de prioriteit
gelegd bij de economische kern van dit gebied:
de Randstad. Het programma sluit qua thema-
tiek aan op andere programma’s ter versterking
van de Randstad. Zo kunnen de verschillende
programma’s elkaar gaan versterken.
Deze brochure heeft tot doel (potentiële) subsidie-
aanvragers in vogelvlucht te informeren over het
doel en de inhoud van Kansen voor West.
“De Randstad moet binnen enkele jaren weer tot de economische top vijf van
Europa’s grootstedelijke regio’s behoren.” Dat is de ambitie van de steden
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, en de provincies Flevoland,
Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. Om dit te realiseren hebben deze
acht partners Kansen voor West opgesteld, gebaseerd op het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2007-2013.
1. Terug naar de top 2. Een unieke metropool
2 3
Om de steden aantrekkelijker te maken (prioriteit
3) is een derde van de middelen beschikbaar. Dit
wordt onder andere besteed aan herstructure-
ring van bedrijfsterreinen en kantoorlocaties. En
betere ontsluiting van de binnensteden. Daar-
naast krijgt het leefklimaat extra aandacht. Dat
wil zeggen, meer openbaar groen, een veilig en
schoon milieu en sociaal -culturele voorzienin-
gen die de cohesie in de wijken bevorderen.
Werving De vier grote steden en de vier provincies
stimuleren dat het bedrijfsleven, onderzoeksin-
stellingen en gemeenten projectvoorstellen in-
dienen in het kader van Kansen voor West. Ook
van andere publieke en private partijen wordt
verwacht dat zij zich actief inzetten om kansrijke
projectvoorstellen op te sporen en in te dienen.
Om dit alles in goede banen te leiden zijn er
stedelijke en provinciale steunpunten ingericht.
Belangstellenden kunnen bij die steunpunten
alle belangrijke informatie verkrijgen. Ook de
website van het programma www.kansenvoor-
west.nl speelt een belangrijke rol.
SelectieBij de selectie van de projectvoorstellen wordt
erop gelet of ze passen binnen de vastgestelde
prioriteiten en doelstellingen en voldoen aan
de criteria in het Toetsingskader. Gezien het
grote belang dat wordt gehecht aan gezamenlijk
optrekken, zijn vooral samenwerkingsprojecten
kansrijk. Subsidieaanvragen gericht op één
individuele onderneming zullen niet in behande-
ling worden genomen. Aanvragen van branche-
organisaties of bepaalde groepen van bedrijven
kunnen uiteraard wél subsidie aanvragen.
Belangrijke voorwaarde is cofinanciering. Het
totale budget van 770 miljoen euro is gebaseerd
op 40 procent financiering uit Europese midde-
len en 60 procent cofinanciering uit publieke en
private middelen. Van private partijen wordt een
bijdrage verwacht van minimaal 10 tot
20 procent van de totale cofinanciering.
Organisatie De Management Autoriteit (MA) is verantwoor-
delijk voor de uitvoering van het programma. De
MA is ondergebracht bij de Gemeente Rotter-
dam en wordt voor het regionaal programma-
deel ondersteund door een programmabureau
bij de provincie Flevoland.
Bij de selectie van projecten en de toekenning
van subsidies voor het regionaal programma-
deel wordt de MA bijgestaan door een stuur-
groep, waarvan een gedeputeerde voorzitter
is. De vier grote steden voeren binnen Kansen
voor West een eigen programma uit met elk een
eigen stuurgroep.
Het Comité van Toezicht staat op enige afstand
en is verantwoordelijk voor de strategie en
houdt toezicht op de controle, het beheer en de
uitvoering van Kansen voor West. De minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
zit het Comité voor.
Het Comité van Toezicht vervult ook een ambas-
sadeursrol voor het programma.
“Kansen voor West biedt uitstekende mogelijkheden voor
initiatieven vanuit het bedrijfsleven voor versterking van kennis, in-
novatie en ondernemerschap en het vergroten van de attractiviteit
van de regio’s en de steden in de Randstad.”
H.S.H. Mooren,Directeur VNO-NCW West
De juiste verdeling van aandachtEen economisch sterke Randstad vraagt primair
om een betere kennisuitwisseling en –toepas-
sing en om meer ruimte en mogelijkheden voor
(innovatief) ondernemerschap. Daarom is ervoor
gekozen om bijna 50 procent van de middelen
in te zetten op kennis, innovatie en ondernemer-
schap (prioriteit 1). Het programma is daarmee in
belangrijke mate gericht op investeren in innova-
tie, research & development, kennisuitwisseling en
duurzame energie.
Voor het vergroten van de attractiviteit van de
regio’s (prioriteit 2) is bijna 20 procent van de
middelen beschikbaar. Het gaat er om de econo-
mische vitaliteit van deze gebieden te versterken
met behoud van het milieu en de landschappelijke
waarden. Dit gebeurt door water en groen rond
de stad in te zetten voor recreatie en toerisme in
combinatie met natuurbeheer en andere functi-
onaliteiten, zoals de zorg voor de waterhuishou-
ding.
Daarnaast wordt de ruimte voor bedrijven buiten
de steden duurzaam en milieuvriendelijk ontwik-
keld.
De ambitie van de acht partners is duidelijk: De concurrentiekracht van de
regio moet worden versterkt. In 2015 moet de Randstad weer in de economi-
sche top 5 van Europese stedelijke regio’s staan.
Kansen voor West is daartoe een belangrijk instrument. De introductie van dit
programma draagt op zichzelf al bij aan een collectief bewustzijn. Het inspi-
reert alle partijen om gezamenlijk de schouders te zetten onder deze belang-
rijke uitdaging, die uiteen valt in drie prioriteiten:
1. meer kennis, innovatie en ondernemerschap
2. vergroten van de attractiviteit van de regio’s
3. vergroten van de attractiviteit van de steden
3. Het programma Terug naar de top!
Samenwerken
is een sleutelwoord bij
Kansen voor West.
Dat geldt des te meer
voor projecten in de
veelbelovende sectoren:
• Transport,logistiekenhandel
• Food&flowers
• Zakelijkedienstverlening
• Creatieveindustrie(w.o.ICT en nieuwe media)
• Lifescience,medischetechnologie, bioscience en milieutechnologie
• Petrochemischeindustrie
• Maritieme-endeltatechnologie
• Juridischezaken
• Composieten
• Geomatica
4 5
“Op Europees niveau zichtbaar succesvol zijn, daar ligt de lat
voor Kansen voor West.”
S.J.Noorda,Voorzitter van de Vereniging
Samenwerkende UniversiteitenInNederland
Voor toekennen van EFRO subsidie en Rijks-
cofinanciering zijn criteria opgesteld. Om u
alvast een indruk te geven volgen er hier enkele.
Een volledig overzicht vindt u op
www.kansenvoorwest.nl
• Hetprojectpastinéénofmeervandepriori-
teiten:
- kennis, innovatie en ondernemerschap
- attractieve regio’s
- attractieve steden
• Hetprojectvoldoetintermenvan
‘value for money’
• Hetprojectsluitaanbijnationale,regionale
en lokale beleidskaders.
• Hetprojectheeftmeerwaarde.
• Hetprojectkomttengoedeaaneen
specifiek gebied in de Randstad, of aan
de Randstad als geheel.
• Hetprojectvoldoetaanhorizontaleprioritei-
ten, o.a. van duurzaamheid
• Decofinancieringisrond.
• DegevraagdeentoetekennenEFRO
bijdrage aan een project bedraagt ten
minste 200.000 euro voor projecten in de
prioriteiten 1 en 2 en 100.000 euro voor
projecten in prioriteit 3.
1. Informeer allereerst bij uw steunpunt in uw stad of provincie, of uw project past binnen Kansen voor
West. Voor een overzicht van de steunpunten zie www.kansenvoorwest.nl/partners.
2. Kijk op www.kansenvoorwest.nl Hierin staat alle informatie en de formulieren die u nodig
heeft.
3. Vul de voorlopige aanvraag of het subsidieaanvraagformulier in, eventueel met hulp van uw steunpunt.
4. Stuur uw aanvraag op naar het adres dat op uw formulier staat.
5. Uw aanvraag wordt pas in behandeling genomen als de subsidieaanvraag volledig is.
6. Gedurende de uitvoering van het project houdt u een projectadministratie bij, volgens de specificaties
die te vinden zijn op www.kansenvoorwest.nl
7. Bij de uitvoering van het project houdt u zich aan de subsidievoorwaarden.
8. U levert twee maal per jaar een voortgangsrapportage in en geeft medewerking aan controles.
9. Aan het eind van de projectperiode dient u een eindverslag in voorzien van een accountantsverklaring.
4. Subsidieaanvragen 5. Toetsingscriteria
6 7
Top Related