1
Programmabegroting 2018
Meerjarenraming 2019-2021
Versie Raad
Bijlage bij Zaaknr. 156825
19 september 2017
2
Inhoudsopgave
Leeswijzer ....................................................................................................................................... 3
Inleiding ......................................................................................................................................... 4
Financieel perspectief 2018-2021 ................................................................................................... 8
Beleidsbegroting ......................................................................................................................... 14
Programmaplan ........................................................................................................................... 15
Programma 1 De sociale agenda .................................................................................................... 16
Programma 2 Mobiliteit ................................................................................................................. 29
Programma 3 Bedrijvigheid ........................................................................................................... 37
Programma 4 Schoon, heel en veilig .............................................................................................. 47
Programma 5 Ruimtelijke Ontwikkeling ......................................................................................... 65
Programma 6 Duurzaamheid ......................................................................................................... 76
Programma 7 Dienstverlening, Wijken en Kernen ........................................................................... 85
Programma 8 Bestuur en Financiën ................................................................................................ 94
Onderdelen Programmaplan ....................................................................................................... 103
Overzicht algemene dekkingsmiddelen .........................................................................................104
Overhead .....................................................................................................................................105
Vennootschapsbelasting ..............................................................................................................107
Onvoorzien ..................................................................................................................................109
Paragrafen ................................................................................................................................ 110
Lokale heffingen ..........................................................................................................................111
Weerstandsvermogen en risicobeheersing ....................................................................................118
Onderhoud kapitaalgoederen .......................................................................................................126
Financiering .................................................................................................................................129
Bedrijfsvoering .............................................................................................................................139
Verbonden partijen ......................................................................................................................141
Grondbeleid .................................................................................................................................153
Financiële begroting .................................................................................................................. 156
Financiële positie en toelichting ...................................................................................................157
Meerjarenraming 2018-2021 .......................................................................................................164
Bijlagen .................................................................................................................................... 165
Overzicht landelijke indicatoren ...................................................................................................166
Kerngegevens ..............................................................................................................................170
Overzicht geraamde baten en lasten per taakveld .........................................................................171
Lijst van afkortingen ....................................................................................................................173
3
Leeswijzer
Format
De begroting 2018 ziet er anders uit dan de begroting van het jaar ervoor. 12 mei 2016 heeft de
Rekenkamercommissie de “Quick Scan programmabegroting 2016-2019” uitgebracht. Het college
onderschreef de aanbevelingen van de rekenkamercommissie en heeft op 8 november 2016 een
‘Bestuursopdracht verbeteren programmabegroting’ vastgesteld (2016/34321). Op basis van die
bestuursopdracht is in nauwe samenwerking tussen (een werkgroep uit) de auditcommissie en een
ambtelijke werkgroep vervolgens onderzocht op welke manier de gewenste verbeteringen in de
begrotingsopzet en –methodiek vorm kunnen worden gegeven. In dit traject is vooral gefocust op het
verbeteren van de indicatoren die de raad kunnen helpen bij het beoordelen van de programma’s.
In verschillende discussiebijeenkomsten met de werkgroep uit de auditcommissie is onderzocht welk
informatieniveau in de Programmabegroting voor de raad noodzakelijk is om zijn kaderstellende en
controlerende rol te kunnen vervullen. Wat heeft de raad nodig om te kunnen sturen en welke
indicatoren moeten beschikbaar zijn om de doelstellingen te concretiseren, de ontwikkeling daarvan te
monitoren en het resultaat te beoordelen?
Soorten indicatoren
Die resultaten bevinden zich op verschillende niveaus. Voor de raad is het in ieder geval belangrijk om
te kunnen beoordelen wat er nu precies in de samenleving zou moeten veranderen. Welk
maatschappelijk effect wordt nagestreefd (outcome). Het college geeft daarbij inzicht in de resultaten
van de daarop gepleegde inspanningen (output), bedoeld om dat gewenste effect te realiseren. En om
de relatie tussen outcome en output te kunnen ‘waarderen’ wordt “Achtergrondinformatie” gegeven,
bijvoorbeeld de omvang van betrokken doelgroepen.
Daarbij werd in de werkgroep al snel duidelijk dat de uitdaging is om terughoudend te zijn met het in
de begroting publiceren van indicatoren. Een Programmabegroting met indicatoren op het ‘verkeerde
niveau’ geeft geen inzicht, maar een programmabegroting overladen met indicatoren is eveneens
ontoegankelijk. Het is dan ook niet zo dat er voor elk maatschappelijk effect én een effectindicator, én
een resultaatindicator én achtergrondinformatie wordt opgevoerd.
Indicatoren en jaarschijven
Indien een indicator “nieuw” wordt opgevoerd dan is het niet altijd mogelijk eerdere jaren in te vullen.
Streefwaarden zijn waar mogelijk aangegeven voor 2018. Als laatst bekende waarde is meestal de
waarde uit Jaarverslag 2016 aangegeven. Gevolg hiervan is dat de jaarschijf 2017 meestal leeg is. Voor
de achtergrondwaarden is de waarde voor 2018 nog niet bekend.
BBV
Bij het “jaarverslag” over 2016 heeft de accountant opgemerkt dat niet overal de wettelijke
terminologie van het BBV (Besluit begroting en verantwoording) werd gevolgd. Er diende sprake te zijn
van jaarstukken, bestaande uit jaarverslag en jaarrekening. Daarom is bij deze begroting 2018
scherper op de terminologie gelet. Dit komt naar voren in de Inhoudsopgave en in de aanduiding
“Begroting 2018 en Meerjarenraming 2019 - 2021” in plaats van “Begroting 2018 - 2021”.
In de begroting 2017 was al een reeks wijzigingen van het BBV verwerkt. Deze wijzigingen, zoals het
opnemen van de Overhead via een “Vaste definitie Overhead” en het onderbrengen van de budgetten
onder “53 vaste taakvelden”, komen in deze begroting uiteraard weer terug.
4
Inleiding
Voor u ligt de Programmabegroting 2018. Dit is van deze bestuursperiode de laatste begroting die het
college op basis van het coalitieakkoord Daadkracht Dichtbij presenteert. Zo’n momentum nodigt uit
tot vooruitzien, inherent aan iedere begroting, maar het college grijpt de gelegenheid graag aan om
ook de balans op te maken van de afgelopen vier jaar. Nu we omzien naar de bereikte resultaten en
effecten, mogen we concluderen dat er zowel lef is getoond als vooruitgang is geboekt. Dat geeft een
goede uitvalsbasis voor de toekomst, zoals deze begroting ook toont. In onze gemeente formuleren we
niet alleen ambities, we verwezenlijken ze ook.
Structureel sluitende begroting
De besluiten, zoals door de gemeenteraad genomen in de op 29 juni vastgestelde Kadernota, zijn
verwerkt. Vermeldingswaardig is dat de Kadernota door de raad unaniem is vastgesteld. Onder de
streep laten wij een solide begroting achter voor een volgend college. De financiën van de gemeente
zijn kerngezond en de begroting is dit jaar wederom meerjarig en structureel sluitend. Aan de start van
deze bestuursperiode kwamen we structureel zes miljoen euro tekort. De afgelopen jaren hebben we
ruimte weten te creëren voor nieuw beleid en nieuwe investeringen. Dit jaar eindigen we met een
overschot van bijna drie miljoen. Daar is het college trots op. Dit biedt ook mooie kansen voor een
nieuwe bestuursperiode.
Voorschot op de toekomst
Door het vooralsnog uitblijven van een nieuw Regeerakkoord 2017-2021 hebben we nog geen zicht op
ontwikkelingen uit Den Haag die van invloed zijn op onze gemeentelijke begroting. Wel neemt het
college in haar Perspectiefbrief (die op 29 juni aan de gemeenteraad is aangeboden en op 21 augustus
met de raad inhoudelijk is besproken) een voorschot op verwachte ontwikkelingen en maatschappelijke
trends. Door de veranderende samenleving komen diverse uitdagingen op het sociale en
maatschappelijke domein op ons af. Hoe blijven we een aantrekkelijke woongemeente, met een
woningbouwstrategie die daarop anticipeert? Alphen aan den Rijn heeft bovendien forse ambities op
het gebied van de verduurzaming van het productielandschap en energie. Hoe spelen wij als gemeente
goed in op die transitie van de economie, zonder de groei uit het oog te verliezen? De Perspectiefbrief
beschrijft ook de financiële ruimte om deze maatschappelijke en economische uitdagingen aan te
gaan.
Ambities en resultaten
In het coalitieakkoord 2014-2018 Daadkracht dichtbij formuleerde het college tien ambities. Zij
fungeerden in de afgelopen jaren als richtlijn voor de toekomst en als leidraad voor onze besluiten.
Samen met maatschappelijke partners, bedrijfsleven, onderwijs en inwoners hebben we veel bereikt.
Daar zijn we trots op. Daadkracht en dichtbij heeft onze gemeente daadwerkelijk verder gebracht, met
zichtbare resultaten en aantoonbare effecten. Die lichten wij hieronder per ambitie toe.
Ambitie 1: Verbindend besturen samen met inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke partners
Het college heeft in de afgelopen vier jaar geluisterd naar geluiden uit de samenleving en stond open
voor nieuwe ideeën en initiatieven van inwoners, instellingen en bedrijven. Onder de noemer Nieuw en
Anders is de gemeente anders gaan samenwerken met maatschappelijke partners. Dat is een
zoekproces, maar succesvolle voorbeelden zoals bijvoorbeeld het zorgconcept ‘Tom in de buurt’, een
prachtig voorbeeld van een werkwijze waarin wordt voorgebouwd op de expertise en creativiteit van
onze partners, tonen aan dat er steeds meer wederzijdse duidelijkheid is over rollen, verwachtingen en
verantwoordelijkheden.
5
Ambitie 2: Goede voorzieningen in wijken en kernen door slimme samenwerking met partners
Door de zeven dorpsoverleggen en buurtoverleggen heeft ieder dorp en iedere buurt zijn eigen
identiteit behouden en versterkt. Een nieuwe bibliotheek/streekarchief aan het Aarplein en een
toekomstbestendig Theater Castellum vormen twee steunpilaren voor gevarieerde culturele
voorzieningen in onze gemeente. De openbare ruimte is goed op orde. We zijn één van de veiligste
100.000+ gemeente door intensief samen te werken met de politie en de inzet van cameratoezicht.
Om ervoor te zorgen dat ook volgende generaties in de gemeente Alphen aan den Rijn kunnen wonen,
wordt gekeken waar nog woningbouw mogelijk is.
Ambitie 3: Sociaal beleid dat eigen kracht stimuleert en een vangnet biedt voor wie het nodig heeft
Onze inwoners komen op één punt bij ons binnen met hun zorgvragen: het Serviceplein. Zo bieden we
gezinnen direct praktische ondersteuning met maatwerkoplossingen. Het Serviceplein leidt tot minder
administratieve lasten, meer ruimte voor de professional en een betere samenwerking tussen
disciplines. Per 1 januari 2016 is gestart met Nieuw en Anders. Daarmee maken we welzijn, cultuur en
sport op een nieuwe manier bereikbaar voor alle inwoners van 0 tot 100 jaar. De professionals van
Tom in de Buurt, BOOST en Alphen Beweegt voeren dit uit. Zij bieden cultuur, welzijn en sport op een
vraaggerichte, laagdrempelige manier aan. Samenwerking met inwoners is daarbij belangrijk. Die
samenwerking leidt er toe dat mensen zelfredzamer worden, dat de sociale cohesie in wijken en kernen
toeneemt en dat minder mensen zich eenzaam voelen. Het college wil dat zoveel mogelijk kinderen
kansrijk en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen in de samenleving.
De nieuwe aanbesteding van jeugdhulp lijkt te gaan slagen. Dit moet leiden tot snellere en betere
jeugdhulp binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten. De gemeente wil daarom bij de
inkoop van de jeugdhulp uitgaan van de lokale situatie en optimaal de verbinding maken met de
uitvoering van andere onderdelen in het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld Wmo en jeugdpreventie.
Vanaf 1 januari 2018 start het Werkbedrijf met als doel om mensen te ontwikkelen in de richting van
werk, opdat de afhankelijkheid van een uitkering afneemt. Right to Challenge zorgt ervoor dat
sportverenigingen naar eigen inzicht meer zelf aanpakken om hun sportaccommodatie open te stellen
voor nieuwe doelgroepen en bestemmingen, in samenwerking met andere partijen.
Ambitie 4: Sterke economie door betere bereikbaarheid, meer werkgelegenheid en een bloeiende
Greenport.
Het college heeft flinke bakens verzet voor een betere bereikbaarheid. De Maximabrug is klaar en zorgt
voor betere verkeersveiligheid en bereikbaarheid van Koudekerk een betere ontsluiting van bedrijven in
de Hoogewaard. De verbreding van de N207 richting Leimuiden is eind 2017 afgerond. Er wordt
gewerkt aan het oplossen van verkeersknelpunten in Boskoop en Hazerswoude en aan een
ongelijkvloerse kruising van de kruising N11/Leidse Schouw. Ook is het fietsnetwerk gerealiseerd. De
intensivering van de relatie tussen onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven heeft geleid tot een stevige
economische vitaliteit van onze Greenport. De lokale economie binnen onze gemeente kreeg een boost
door de oprichting van de Economic Development Board Alphen aan den Rijn. Het Economisch
Actieprogramma stelt geld beschikbaar voor concrete projecten en stimuleert, ondersteunt en
verstevigt de Alphense bedrijvigheid en economie. Het versterkte vestigingsklimaat trok nieuwe
bedrijven naar Alphen aan den Rijn en zorgde voor een groei van de werkgelegenheid. De leegstand
van bedrijfspanden is flink teruggebracht. Nieuwe bedrijven kunnen zich straks ook vestigen aan De
Rijnhaven, een mooi voorbeeld waar de gemeente de gebiedsontwikkeling oppakt vooruitlopend op de
Omgevingswet.
6
Ambitie 5: Doorpakken op de Lage Zijde via een nieuwe publiek-private samenwerking.
Het stadshart aan de Lage Zijde is voor de helft al klaar dankzij een vruchtbare samenwerking tussen
gemeente, ontwikkelaars en de woningcorporatie. Het centrum onderging een echte facelift door de
herinrichting van het Thorbeckeplein, de bouw van de Triangel, een mooie invulling van het
Nutsgebouw en de aanleg van de haven. De vergroening en inrichting van de openbare ruimte maken
het centrum tot een vitale, aangename plek om te winkelen, werken en te recreëren.
Ambitie 6: Alphen Marketing zet gemeente Alphen aan den Rijn op de kaart
Een ambitieus plan van aanpak Alphen Marketing is opgeleverd door de EDBA. Alphen Marketing richt
zich op het ambassadeurschap, het beter vermarkten van wat we al hebben en het uitbouwen van
bestaande samenwerkingsverbanden binnen het Groene Hart en met steden als Gouda en Leiden. Ook
de groenkwaliteit van onze gemeente wordt ingezet om Alphen aan den Rijn beter op de kaart te
zetten, bijvoorbeeld bij het verfraaien van het Stadshart en het aantrekkelijker maken van de stads- en
dorpsentrees.
Ambitie 7: Groene gemeente die investeert in duurzaamheid via Green Deals
Met succes hebben raad en college samen ingezet op duurzaamheid.
Green Deals zijn mogelijk gemaakt en het stimuleringsfonds is met 1 miljoen euro gevuld. Op het dak
van het gemeentehuis liggen zonnepanelen en alle gemeentelijke gebouwen worden duurzaam
gemaakt. Het college stimuleert woningbezitters en corporaties om hetzelfde te doen. Via
duurzaamheidsleningen brengen we de verduurzaming van particuliere woningen beter binnen het
bereik van onze inwoners. De gemeenteraad heeft het initiatiefvoorstel Doorbraakplan voor een
Duurzaam Alphen op weg naar 2050: een groene stad met lef! vastgesteld. Het college is aan de slag
met het oppakken en uitwerken van de voorstellen en plannen.
Ambitie 8: Investeren in onderwijs, kennis en innovatie samen met scholen en bedrijfsleven
De gemeente heeft samen met de schoolbesturen voor Voortgezet Onderwijs gezocht naar een
oplossing om de beoogde nieuwbouw en renovatieplannen te financieren. Door de schoolbesturen
toestemming te geven om zelf goedkope geldleningen bij de Staat aan te trekken, het zogenaamde
Schatkistbankieren, komen voldoende financiële middelen beschikbaar om het Masterplan
Onderwijshuisvesting uit te voeren. Door deze aanpak kunnen toekomstbestendige en eigentijdse
scholen worden gerealiseerd.
Ambitie 9: 100.000+ gemeente die sterk staat in het Groene Hart
Het Groene Hart ligt centraal in de randstad en is als gebied van grote betekenis voor zowel het
functioneren van de Noord – als de Zuidvleugel. Het Groene Hart verdient een stevige strategische
agenda en in deze collegeperiode is de samenwerking tussen Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden
dan ook vastgelegd in een convenant. In dit convenant vertegenwoordigt Alphen aan den Rijn de
Rijnstreekgemeenten. De samenwerking is georganiseerd in drie bestuurlijke tafels rondom de thema’s
circulaire economie (Groene Hart Werkt!), Vrijetijd, Water en Groen en Bodemdaling en Infrastructuur.
Concreet resultaat van deze samenwerking is de ondertekening van het bestuursakkoord ‘Het Groene
Hart als kans’ in 2016 waarin de provincie en de gemeenten het belang van het Groene Hart binnen de
Randstad onderschrijven.
7
Medio 2017 hebben Provinciale Staten bovendien besloten het merendeel van de door het Groene Hart
aangevraagde projectbijdragen te honoreren uit de provinciale middelen voor gebiedsgericht werken.
Dat de Groene Hart-projecten goed gescoord hebben is te danken aan de mate waarin gemeenten,
maar ook bedrijfsleven en onderwijs mee financieren en het feit dat projecten concreet zijn uitgewerkt
of al gestart zijn. Met dit besluit draagt de provincie 1,53 miljoen euro extra bij aan Groene Hart-
projecten in het kader van de drie bestuurlijke tafels.
Groene Hart Werkt is opgericht vanuit de bestuurlijke tafel circulaire economie, met als doel het
versterken van de economie in deze regio. Het bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en
overheid verstevigen de samenwerking, delen hun kennis en netwerk en stimuleren samen kansrijke
(regionale) projecten.
Sinds de zomer van 2017 is er een gezamenlijk platform van promotie- en marketing-instellingen met
ook enkele grote recreatiebedrijven, die vanuit de Stichting Merk en Marketing Groene Hart, het merk
Groene Hart op de kaart willen zetten en lading willen geven.
Ambitie 10: Gezond financieel beleid door een sluitende meerjarenbegroting zonder lastenverzwaring.
De gemeentefinanciën zijn op orde en worden schoon opgeleverd. We schrijven zwarte cijfers dankzij
het stringente begrotingsbeleid. Dit levert ons een sluitende meerjarenbegroting op. Zoals beloofd zijn
de gemeentelijke belastingen voor de burger in de afgelopen vier jaar niet verhoogd. Het college heeft
lokale aanbestedingen gestimuleerd met haar nieuwe inkoopbeleid.
De Programmabegroting 2018 komt onder een gunstig gesternte tot stand: de economie trekt aan,
belangrijke transities zijn in gang gezet en de samenwerking tussen gemeente, inwoners, bedrijven en
maatschappelijke partners neemt nieuwe, stevige vormen aan. Dat betekent niet dat we in de gang
naar de verkiezingen op onze lauweren kunnen rusten. Een gemeente als Alphen aan den Rijn zal zich
steeds voor nieuwe uitdagingen geplaatst zien, die om een passend antwoord vragen. Daadkracht is en
blijft dus geboden, voor dit college, voor uw raad en voor alle inwoners en partijen die deze gemeente
op handen dragen. Dat devies geldt niet alleen nu en voor hen, maar ook voor degenen die na maart
2018 in onze voetsporen treden.
8
Financieel perspectief 2018-2021
Veranderopgave in perspectief
Met deze Programmabegroting 2018-2021 presenteert dit college de laatste begroting van haar
collegeperiode. Met de Kadernota 2018 is al richting gegeven aan deze Programmabegroting 2018-
2021 en is de veranderopgave in perspectief geplaatst. Het college pakt door op de veranderopgave.
Zo zorgt het college ervoor dat de inwoners van Alphen aan den Rijn de voorzieningen waar ze recht
op hebben, ook in de toekomst kunnen blijven gebruiken. Vanuit het standpunt dat de gemeente deze
voorzieningen beschikbaar wil blijven stellen met de middelen die we daarvoor onder meer van de
rijksoverheid krijgen, werd al snel duidelijk dat de uitvoering van deze voorzieningen op een andere
wijze ingericht moest worden, om het ook daadwerkelijk met minder middelen voor de inwoners waar
te kunnen maken. Hiervoor is een strategische heroriëntatie doorgevoerd. Daarmee is ingezet op een
sterkere, initiërende rol van de samenleving en een meer faciliterende en dienstverlenende rol voor de
gemeente.
Financiële positie 2018-2021
Na het vaststellen van de Kadernota 2018 is de Programmabegroting 2018-2021 opgesteld, waarin de
besluiten van de Kadernota 2018 integraal zijn verwerkt. Zoals reeds aangekondigd in de Kadernota
zijn in deze Programmabegroting enkele onderdelen geactualiseerd. Het betreft de gevolgen van de
Meicirculaire 2017, de ramingen van de personeelslasten en het renteresultaat. Ook zijn de
investeringen en afschrijvingen en de mutaties in reserves en voorzieningen geactualiseerd.
De hieruit resulterende ontwikkeling van het structurele begrotingssaldo voor de jaren 2018-2021 is in
de volgende tabel 1 weergegeven. De mutaties in de regels “mutaties meicirculaire 2017” en “mutaties
programmabegroting 2018-2021” worden daarna in tabel 2 nader toegelicht.
Tabel 1: Financieel meerjarenbeeld 2018-2021
De Programmabegroting 2018-2021 sluit met een positief begrotingssaldo van € 2.749.000
structureel in 2018 oplopend tot € 2.886.000 in 2021. Met de mutaties in deze Programmabegroting
2018-2021 behouden we een reëel en structureel sluitende begroting 2018 en meerjarenperspectief
2019-2021.
9
De financiële hoofddoelstelling uit het Coalitieakkoord 2014-2018 van het verkrijgen en behouden van
een reëel sluitende meerjarenbegroting, gelijkblijvende lastendruk en een gezond weerstandsvermogen
wordt hiermee wederom gestand gedaan.
Toelichting mutaties Meicirculaire 2017 en Programmabegroting 2018-2021
De verschillende mutaties die ná de Kadernota 2018 nog in het begrotingssaldo zijn verwerkt, worden
hieronder in tabel 2 weergegeven en toegelicht. Ten opzichte van het begrotingstotaal zijn de mutaties
van technische aard en beperkte omvang. De integrale verwerking van de Kadernota 2018 wordt
hierdoor niet beïnvloed. In de Kadernota 2018 waren de meeste onderwerpen reeds aangekondigd als
“PM”. In onderstaande tabel hebben we daar dan ook naar verwezen (zie S4, A2 en A9, dat zijn de
betreffende onderdelen in de Kadernota).
Tabel 2: Mutaties Programmabegroting 2018-2021
Mutaties Meicirculaire 2017
Het eerste blok mutaties bestaat uit de verwerking van de financiële gevolgen van de Meicirculaire
2017. Deze gevolgen zijn reeds in de raadsvergadering op 29 juni gedeeld.
Deze mutaties kunnen in twee delen gesplitst worden: aan de ene kant de verwerking van het
algemene accres en taakmutaties binnen de Algemene Uitkering en aan de andere kant de verwerking
van de mutaties van de Integratie Uitkering Sociaal domein.
In regel 1 zijn de totale meerinkomsten weergegeven, die we de komende jaren door een hoger accres
en verschillende taakmutaties op basis van de Meicirculaire gaan ontvangen. Regel 1a zet vervolgens
het betreffende deel van de bedragen uit regel 1 in voor de verschillende in de Meicirculaire benoemde
taakmutaties. Regel 1b voegt een deel van de meerinkomsten toe aan de bestaande stelpost “nominale
ontwikkelingen”. Het accres bevat mede de compensatie voor de verwachte loon- en prijsstijgingen in
de komende jaren. Beleidslijn is om op deze stelpost op ieder moment 50% van de actuele loon- en
prijscompensatie binnen de Algemene Uitkering beschikbaar te hebben, mede om te voldoen aan de
begrotingscriteria van onze provinciale toezichthouder. Ervaring laat zien dat toekomstige
accresramingen met een korrel zout genomen moeten worden en veelal nooit zo gunstig uitkomen als
10
dat ze eerder door het Ministerie van Binnenlandse Zaken geschetst werden. Deze accresramingen
hebben hun onderbouwing in inschattingen door het Rijk van de toekomstige economische
ontwikkelingen en de mate waarin de rijksuitgavenkaders hierop meebewegen. In dit kader wordt sinds
2015 binnen de begroting vanuit behoedzaamheids-overwegingen een stelpost aangehouden waarop
een deel van het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken geprognosticeerde accres wordt
aangehouden. De mutatie op deze stelpost is weergegeven in regel 1c.
Op regel 2 zijn de totale meerinkomsten weergegeven, die we de komende jaren voor de Integratie
Uitkering Sociaal domein gaan ontvangen. Regel 2a zet vervolgens deze meerinkomsten om in
taakmutaties voor onder meer armoedebestrijding, beschut werken en WMO. De financiële gevolgen uit
het Sociaal Domein worden hiermee overeenkomstig voorgaande jaren budgettair neutraal in de
begroting verwerkt.
Mutaties Programmabegroting 2018-2021
Vrijval accres jaarschijf 2018 Algemene Uitkering
Uitgangspunt voor onze meerjarenraming van de algemene uitkering en de hierin besloten accressen is
deze te stabiliseren op het niveau van het eerste begrotingsjaar. Daarom is het verwachte accres voor
2018 niet opgenomen als stelpost maar structureel verwerkt in de begroting 2018-2021. De verwachte
accressen in de latere begrotingsjaren (2019 t/m 2021) worden daarentegen vanuit voorzichtigheid als
stelpost aangehouden, de bijstelling daarvan wordt bij de mei- en septembercirculaires beoordeeld.
Actualisatie personeelslasten
De VNG en de vakbonden FNV, CNV en CMHF hebben een principeakkoord gesloten over de nieuwe
Cao Gemeenten. Het akkoord bevat een loonafspraak en afspraken over flexibiliteit, harmonisatie
verlof en bewust belonen. De financiële gevolgen van dit principeakkoord zijn in deze begroting
verwerkt. Het financieel effect kan in 2020 en volgende jaren worden opgevangen door het inzetten
van de stelpost loon- en prijsontwikkeling die gevormd is vanuit de Algemene Uitkering. In 2018 en
2019 was deze stelpost niet voldoende waardoor de actualisatie een nadeel oplevert in deze jaren.
Actualisatie renteresultaat
Het structurele renteresultaat bedraagt € 5 ton nadelig in 2021. Dit resultaat is opgebouwd uit
meerdere onderdelen. Als gevolg van een BBV voorschrift welke in 2017 bekend is geworden, is het
niet meer toegestaan rente te activeren (bij te schrijven) op vastgoedobjecten. Hierdoor ontstaat een
nadeel van € 172.000 structureel. De inzet van de NUON reserve leidt tot hogere financieringslasten.
De Nuon reserve is een reserve waarvan de bespaarde rente aangewend wordt als structureel
dekkingsmiddel voor de algemene dienst. Besluiten tot het inzetten van de NUON reserve voor
(aanvullende bijdragen) combi Bibliotheek-archief, extra parkeerlaag, verbetermaatregelen park
Zegersloot en duurzaamheid leiden tot een afname van de NUON reserve met € 10,4 miljoen wat leidt
tot hogere financieringslasten van € 260.000. Jaarlijkse toevoeging van rente aan reserves leidt tot een
hogere dotatie van € 126.000. Per saldo resteert er een voordelig renteresultaat van € 58.000.
In de jaren 2019 en 2020 is sprake van nadelige financieringsverschillen als gevolg van een groter
volume aan activa (investeringen) en een lager volume aan reserves (eigen middelen). In 2018 is er
sprake van een vermeerdering op activa (investeringen), denk hierbij aan € 5,7 miljoen op
investeringen op het gebied van ICT ea. Het lagere volume aan reserves is met name het gevolg van
onttrekkingen aan de algemene reserve. Dit betreft mutaties als gevolg van o.a. Voorjaarsrapportage
2017 € 2,6 miljoen, saldo-egalisatie transformatieopgaven Sociale Agenda € 4,1 miljoen en saldo-
egalisatie Kadernota-mutaties € 20 miljoen. Een nadere specificatie is opgenomen in tabel 5,
Ontwikkeling Weerstandsvermogen.
11
Incidenteel is er sprake van een fors lager nadeel op het renteresultaat van € 1,1 miljoen in 2021. Als
gevolg van het afwikkelen van grondexploitatie complexen Stadshart Lage Zijde, Parklaan en Nieuwe
Sloot vervalt het al in de begroting opgenomen nadelige incidentele renteresultaat op de
grondexploitatie grotendeels.
Actualisatie kapitaallasten (staat van investeringen)
Eens per jaar actualiseren we de ramingen van de kapitaallasten en reservemutaties op basis van de
geactualiseerde standen in de laatste jaarrekening (nu: Jaarrekening 2016). Door voortschrijdend
inzicht t.a.v. investeringsplanningen en realisatietempo’s van in de verschillende voorgaande
MeerjarenInvesteringsplanningen (MIP’s) opgenomen (vervangings)investeringen verschuiven deze
ramingen in de tijd.
Technische correctie onttrekking reserves
De ramingen met betrekking tot de onttrekkingen en toevoegingen aan de hiermee samenhangende
kapitaallastendekkingsreserves zijn integraal geactualiseerd.
De geraamde kapitaallasten in de primitieve begroting 2017-2020 voor Bovenwijkse Voorzieningen
zijn niet gelijk aan de onttrekking aan de (dekkings)reserve Bovenwijkse Voorzieningen. De onttrekking
aan deze reserve is hoger dan de geraamde kapitaallasten. Dit heeft ten onrechte een positief effect op
het begrotingssaldo 2017-2020. Bij de actualisatie van de investeringen en reservemutaties in het
begrotingsproces 2018-2021 is de onttrekking nu gelijk gemaakt aan de geraamde kapitaallasten. In
de begroting 2017-2020 is sprake van een structureel voordeel, in de begroting 2018-2021 wordt dit
aangepast met een structureel nadeel als gevolg. Overall gezien is er dus sprake van een budgettair
neutraal effect.
Stelposten
Onderstaande tabel geeft het verloop van de diverse stelposten aan. Hierna wordt het verloop van deze
stelposten afzonderlijk toegelicht.
Tabel 3: Stelposten Programmabegroting 2018-2021 Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
Stelpost behoedzaamheid accressen
Accresramingen worden in iedere achtereenvolgende gemeentefondscirculaire door het Rijk
geactualiseerd op basis van het dan geldende inzicht in de ontwikkeling van de rijksbegroting.
Hierdoor fluctueren in de tijd de accresramingen voor een bepaald begrotingsjaar. Een verandering van
meer dan 50% (op- maar ook neerwaarts!) t.o.v. de voorgaande accresraming is geen uitzondering.
Daarom nemen we ten aanzien van de accresramingen in onze eigen meerjarenraming de nodige
voorzichtigheid in acht.
Uitgangspunt voor onze meerjarenraming van de algemene uitkering en de hierin besloten accressen is
deze te stabiliseren op het niveau van het eerste begrotingsjaar. Daarom is het verwachte accres voor
2018 niet opgenomen als stelpost, maar structureel verwerkt in de begroting 2018-2021. De
verwachte accressen in de latere begrotingsjaren (2019 t/m 2021) zijn vanuit voorzichtigheid als
stelpost aangehouden. De bijstelling daarvan wordt bij de mei- en septembercirculaires beoordeeld.
12
Het verloop van deze stelpost behoedzaamheid is na verwerking van de begroting 2018 als volgt:
Tabel 4: Stelpost Behoedzaamheid accressen Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
In de Perspectiefbrief van juni 2017 zijn – nog niet in Euro’s gekwantificeerde – uitdagingen die in de
komende jaren op de gemeente Alphen aan den Rijn afkomen en de mogelijke financiële claims die
kunnen voortvloeien uit beleidsvraagstukken beschreven. Dit schetst een beeld waarin niet alles kan.
Een beeld dat in ieder geval de noodzaak onderstreept om naar de toekomst toe keuzes te maken.
Voorgesteld wordt de stelpost 2019 tot en met 2021 te behouden voor uitdagingen die de komende
jaren op de gemeente afkomen en de mogelijke financiële claims die mogelijkerwijs kunnen
voortvloeien uit de in de Perspectiefbrief 2018-2021 concreet beschreven beleidsvraagstukken.
Stelpost loon- en prijsstijgingen
Loon- en prijsstijgingen worden (deels) gecompenseerd binnen de algemene uitkering uit het
gemeentefonds. De gegevens zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (CPB). Aangezien deze
gegevens gebaseerd zijn op macro-indicatoren, kent toepassing op individueel gemeentelijk niveau de
nodige terughoudendheid. Wel is het gebruikelijk deze mutatie als richtinggevend te zien voor de
jaarlijkse aanname van de nominale ontwikkelingen in de programmabegroting. Deze aanname wordt
in de begroting als een stelpost opgevoerd. Deze stelpost mag in samenhang gezien worden met
bovenstaande stelpost behoedzaamheid.
Stelpost btw compensatiefonds
Het btw compensatiefonds (BCF) is vanaf 2015 gekoppeld aan de accrespercentages volgens de
normerings-methodiek. Tevens worden taakmutaties verrekend. Als het plafond door declaraties van
gemeenten wordt overschreden, leidt dat tot een uitname uit het gemeentefonds, bij onderschrijding
leidt dat tot een toevoeging.
13
Ontwikkeling weerstandsvermogen
Ter egalisatie van het begrotingssaldo wordt in de periode 2017-2021 per saldo € 17 miljoen aan de
Algemene Reserve onttrokken.
De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is als volgt:
Tabel 5: Ontwikkeling weerstandsvermogen
De weerstandsratio ontwikkelt zich naar 2,8 in 2021. De weerstandsratio blijft daarmee ruim boven de
door de raad vastgestelde minimum bandbreedte (1,0 tot 1,4). De daling van de ratio wordt enerzijds
veroorzaakt door de uitnames uit de weerstandscapaciteit in de kadernota 2018-2021. Dit wordt
gedempt door een daling van de omvang van de berekende relevante risico’s (MPG) en de saldo-
egalisatie van de begroting 2018-2021.
De ontwikkeling van de weerstandsratio is als volgt:
Tabel 6: Ontwikkeling weerstandsratio Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
14
Beleidsbegroting
15
Programmaplan
16
Programma 1 De sociale agenda
Participatie Financiële
zelfredzaamheid
Gezond leven Jeugd
Wat willen we bereiken?
Toename
zelfredzaamheid
kwetsbare
inwoners
Afname van het aantal
inwoners dat leeft op de
armoedegrens
Toename aantal
volwassenen en
ouderen met een
gezonde leefstijl
Afname aantal jongeren
met psycho/sociale
problemen
Afname
werkloosheid
Meer kinderen die
opgroeien in armoede
bereiken met
ondersteuning
Toename aantal
kinderen en jongeren
met een gezonde
leefstijl
Afname van het aantal
kinderen dat te maken heeft
met huiselijk geweld
Afname aantal
cliënten
maatschappelijke
zorg
Toename van het
percentage kinderen en
jongeren dat onderwijs
volgt (5-18 jaar)
Toename van het
percentage jongeren met
een diploma (18+)
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabellen resultaatindicatoren/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € - 101.196.000
17
Inleiding
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in een transformatie van het sociale domein. De drie
decentralisaties gaven gemeenten de kans om het sociale domein integraler en dichter bij de
inwoner te organiseren. Kortingen op de bijdragen vanuit de Rijksoverheid maakten het daarnaast
ook noodzakelijk om de ondersteuning op een andere manier te organiseren. Het beleidsplan
“Beter voor Elkaar 2014-2018” is de basis van het beleid op het sociale domein en kent de
volgende doelstellingen:
o We kijken naar wat mensen zelf kunnen en passen daar het aanbod op aan.
o Mensen maken de samenleving en doen op eigen kracht mee.
o Mensen ondersteunen elkaar in hun sociale omgeving.
o De gemeente organiseert ondersteuning voor wie dat nodig heeft en maatwerk waar nodig.
o Ondersteuning is gericht op participatie.
o We organiseren de ondersteuning in samenhang, dichtbij de mensen.
Naast het sociale domein (werk & inkomen, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) is er
ook een transformatie gaande op het maatschappelijk domein (sport, welzijn en cultuur). De
basisvoorzieningen (onderste laag van de piramide) moeten zo zijn ingericht dat deze optimale
mogelijkheden bieden om mee te doen en zo zelfstandig mogelijk te leven. Om dit te bereiken stuurt
de gemeente door middel van opdrachtgeverschap op meer samenwerking tussen de
voorzieningen en meer zelforganisatie bij voorzieningen. In bijvoorbeeld Boost (opgroeien&
ontwikkelen, talentontwikkeling) werken meerdere organisaties samen aan het bereiken van
gezamenlijke doelen. Ook Alphen Beweegt (gezonde leefstijl) werkt voor het bereiken van haar
doelen samen met meerdere andere organisaties. Op het gebied van sportvastgoed zijn al enkele
succesvolle voorbeelden gerealiseerd (Zegersloot Zuid, Alphia, Thermen II) en lopen nog
verschillende andere initiatieven.
Participatie
Binnen het deelprogramma Participatie richten we ons op het bereiken van een optimale deelname van
onze inwoners aan de maatschappij. Dit kan door bijvoorbeeld betaald werk maar ook door
vrijwilligerswerk of dagbesteding. Dit programma omvat het onderdeel Werk van de Participatiewet
(Werkbedrijf). Ook onze dienstverlening vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning valt onder dit
deelprogramma. Het gaat dan zowel om de individuele voorzieningen zoals huishoudelijke
ondersteuning en hulpmiddelen (verstrekking door Participe), als om de begeleiding zoals deze
geboden wordt door Tom in de Buurt.
Inwoners blijven langer zelfstandig wonen of gaan (opnieuw) zelfstandig wonen, omdat de
rijksoverheid de toegang tot de intramurale zorg beperkt heeft. Dat is niet altijd makkelijk en
stelt soms specifieke eisen aan de woonomgeving en de ondersteuning. Met de inzet van het
programma Blijvend Thuis willen we bereiken dat alle inwoners van Alphen aan den Rijn zo
zelfstandig mogelijk kunnen wonen en meedoen in de Alphense samenleving, eventueel met
begeleiding en ondersteuning. Dit programma richt zich gezien het doel nadrukkelijk op mensen
met een beperking, ouderen en de doelgroep maatschappelijke zorg (dak/thuislozen). Het
onderdeel maatschappelijke zorg wordt nader uitgewerkt in het deelprogramma “Gezond leven”.
Het uitvoeringsprogramma Blijvend Thuis zal in het eerste kwartaal 2018 ter vaststelling aan de
Gemeenteraad worden voorgelegd.
Cultureel Alphen zit behoorlijk in de lift. Na een jarenlange discussie over huisvesting van de centrale
bibliotheek in Alphen, is in mei 2017 een besluit genomen tot nieuwbouw en loopt op dit moment het
18
vergunningentraject. Begin 2018 is de start van de bouw. In deze vestiging zal dan ook het sinds 1
januari 2017 opgerichte GemeenteArchief worden gehuisvest.
Castellum heeft de afgelopen jaren financieel gezien zwaar weer gehad. Om de toekomst van
Castellum zeker te stellen heeft de gemeenteraad ingestemd met een toekomstscenario. Hierbij blijft
de theaterfunctie bestaan, aangevuld met activiteiten en huisvesting van andere organisaties.
In 2016 is de Streekmuziekschool na een discussie over frictiekosten opgeheven en de Nieuwe
Muziekschool Alphen opgericht. Het eerste jaar is positief verlopen en in het nieuwe schooljaar zijn er
zelfs meer leerlingen dan voorheen
Financiële zelfredzaamheid
Binnen het deelprogramma Financiële zelfredzaamheid richten we ons op alle dienstverlening (inclusief
preventie) door de gemeente op het gebied van inkomen, schuldhulpverlening en armoedebestrijding.
Er is specifieke aandacht voor het ondersteunen van kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag
inkomen.
De gemeente krijgt vanaf 2017 extra geld voor de versterking van de participatie van kinderen die
opgroeien in gezinnen met een laag inkomen, de zogenaamde Klijnsma/gelden. Dit geld zal worden
gezet op ondersteunende maatregelen en het vinden van en toeleiden van de doelgroep.
Samen met vrijwilligers en professionals die in aanraking komen met kwetsbare inwoners kijken wij
naar versterking van de preventie van (problematische) schulden. Ook de nazorg na een schuldhulp-
verleningstraject is een aandachtspunt voor 2018.
Gezond leven
Binnen het deelprogramma Gezond leven richten we ons op het vergroten van het aantal inwoners dat
gezond leeft. Het gaat dan zowel om fysieke als mentale gezondheid. Dit deelprogramma omvat de
onderdelen volksgezondheid en maatschappelijke zorg. Ook de subsidietender Gezonde Leefstijl
(Alphen Beweegt) valt onder dit deelprogramma.
Het gezondheidsbeleid gaat uit van het concept Positieve Gezondheid1: gezondheid als het vermogen
om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale
uitdagingen in het leven. Het lokaal gezondheidsbeleid richt zich naast gezonde leefstijl, ook op
andere factoren zoals zingeving en ‘hoe kan ik mijn dagelijkse leven op een goede manier leiden’.
Voor de maatschappelijke zorg (maatschappelijke opvang en beschermd wonen) wordt nog een
decentralisatie van Rijk naar gemeenten voorbereid (ingaande 1 januari 2020). Het doel van
maatschappelijke zorg is het voorkomen en verminderen van sociale uitsluiting van mensen met zware,
vaak meervoudige problematiek en het ondersteunen en bevorderen van herstel van (psychisch)
kwetsbare mensen.
Jeugd
Doelstelling van het deelprogramma Jeugd is dat zoveel mogelijk kinderen onderwijs volgen en een
diploma behalen waarmee ze toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Daarnaast willen we dat kinderen
gezond, veilig en gelukkig opgroeien. Voor kinderen, jongeren en ouders voor wie dit (even) niet lukt,
is er jeugdhulp.
In 2017 zijn de voorbereidingen getroffen om de jeugdhulp (met uitzondering van het gedwongen
kader) per 1 januari 2018 te organiseren conform de sturingsfilosofie van Beter voor Elkaar:
Doelstelling is dat vanaf dat moment één jeugdhulpaanbieder is gecontracteerd op basis van één
integrale opdracht.
1 Ontwikkeld door Machteld Huber i.s.m. de Gezondheidsraad en ZonMW
19
Relevante beleidsnota’s
Beleidsplan Beter voor Elkaar 2014-2018
Verordening sociaal domein gemeente Alphen aan den Rijn2
Uitvoeringsplan Herinrichting Maatschappelijk Domein
Tussenevaluatie Beter voor Elkaar 2017
Beleidskader Maatschappelijke Zorg 2017-2025 Holland Rijnland
Nota Lokaal Volksgezondheidsbeleid 2017-2018
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Participatie
E1 Toename zelfredzaamheid kwetsbare inwoners
E2 Afname werkloosheid
Financiële zelfredzaamheid
E3 Afname van het aantal inwoners dat leeft op de armoedegrens
E4 Meer kinderen die opgroeien in armoede bereiken met ondersteuning
Gezond leven
E5 Toename aantal volwassenen en ouderen met een gezonde leefstijl
E6 Toename aantal kinderen en jongeren met een gezonde leefstijl
E7 Afname aantal cliënten maatschappelijke zorg
Jeugd
E8 Afname aantal jongeren met psycho/sociale problemen
E9 Afname van het aantal kinderen dat te maken heeft met huiselijk geweld
E10 Toename van het percentage kinderen en jongeren dat onderwijs volgt (5-18 jaar)
E11 Toename van het percentage jongeren met een diploma (18+)
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Participatie
E1 Toename zelfredzaamheid kwetsbare
inwoners
Deze indicator wordt gemeten door een combinatie van resultaat-
indicatoren, zie hiervoor de tabel resultaatindicatoren code E1.
E2 Afname werkloosheid (CBS) 5,9% 5,5% 5,4% 5,4% 5,3%
Financiële zelfredzaamheid
E3 Afname van het aantal inwoners dat leeft
op de armoedegrens
nb 4,9% 3,7% 3,7% 3,6%
E4 Meer kinderen die opgroeien in armoede
bereiken met ondersteuning
Dit is een nieuwe indicator die gemeten wordt vanaf 2018. Deze
wordt gemeten door een combinatie van indicatoren, zie hiervoor
de tabel resultaatindicatoren code E4.
Gezond leven
E5 Toename aantal volwassenen en
ouderen met een gezonde leefstijl
Deze indicatoren worden gemeten door een combinatie van
indicatoren, zie hiervoor de tabel resultaatindicatoren code E5.
Meting vindt eens per 4 jaar plaats d.m.v.de volwassenenpeiling
van de GGD. Eerstvolgende meting: 2020.
E6 Toename aantal kinderen en jongeren
met een gezonde leefstijl
Deze indicator wordt gemeten door een combinatie van
indicatoren, zie hiervoor de tabel resultaatindicatoren code E6.
Meting vindt eens per 4 jaar plaats d.m.v.de jongerenpeiling van
de GGD. Eerstvolgende meting: 2019.
E7 Afname aantal cliënten maatschappelijke Dit is een nieuwe indicator die gemeten wordt vanaf 2018. Deze
2 In december 2017 zal de meest recente versie van de verordening door de raad worden vastgesteld.
20
zorg wordt gemeten door een combinatie van resultaatindicatoren, zie
hiervoor de tabel resultaatindicatoren met code E7.
Jeugd
E8 Afname aantal jongeren met
psycho/sociale problemen 3
16% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E9 Afname van het aantal kinderen dat te
maken heeft met huiselijk geweld
nb nb 318 300 280
E10 Toename % leerlingen dat onderwijs
volgt (totaal - % absoluut verzuim)
14/15:
99.97%
15/16:
99,98%
16/17: 100% 100%
E11 Toename % leerlingen met een diploma
dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt
14/15:
98,07%
15/16:
98,51%
16/17: 99% 99%
Toelichting
Participatie
De werkloosheid in Alphen aan den Rijn wordt landelijk gemeten door het CBS. Zij definiëren
werkloosheid als het percentage werklozen ten opzichte van de beroepsbevolking. Een lage
werkloosheid is een streven van de gemeente maar tegelijkertijd beperkt te beïnvloeden. Dit gebeurt
door het stimuleren van de werkgelegenheid. Dit valt buiten de scope van programma 1 maar wordt
nader toegelicht in programma 3. De acties waarover we in dit programma rapporteren beperken zich
tot de inspanningen op de doelgroep oude WSW/SWA en het aantal mensen met een uitkering dat
participeert in de maatschappij.
Financiële zelfredzaamheid
De gemeente streeft naar zo min mogelijk inwoners in de bijstand door o.a. toeleiding naar werk of
scholing. Echter is de instroom in de bijstand slechts beperkt beïnvloedbaar door de gemeente en sterk
afhankelijk van externe factoren zoals de staat van de economie. De gemeente is erg actief in het
ondersteunen van kinderen die opgroeien in armoede door regelingen zoals het Jeugddeelnamefonds
(vergoed deelname aan sport en cultuur) en minimaregelingen specifiek bedoeld voor kinderen
(bijvoorbeeld aanschaffen laptop voor school).
Gezond leven
De gemeente heeft een taak in het bevorderen van de gezondheid van haar inwoners. Dit gebeurt
bijvoorbeeld door de RDOG/GGD, die met de jeugdgezondheidszorg en cursussen voor volwassenen
(o.a. stoppen met roken) een gezonde leefstijl stimuleert. Ook Boost en Alphen Beweegt organiseren
activiteiten voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen die een gezonde leefstijl stimuleren. De
maatschappelijke zorg is gericht op het voorkomen en verminderen van sociale uitsluiting van mensen
met zware, vaak meervoudige problematiek en het ondersteunen en bevorderen van herstel van
(psychisch) kwetsbare mensen.
Jeugd
De gemeente is verantwoordelijk voor het handhaven van de leerplicht en het voorkomen van voortijdig
schoolverlaten (zonder arbeidsmarktwaardig4 diploma van school). Hierbij wordt toeleiding naar
ondersteuning dan wel hulpverlening steeds belangrijker. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk
voor het aanbod van Jeugdhulp en financiert zij Veilig Thuis, een onderdeel van de GGD dat zich richt
op het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
3 Vierjaarlijkse jongerenmeting GGD: percentage jongeren met risico op psycho sociale problemen
4 Een MBO 2, HAVO of VWO diploma wordt landelijk gezien als een diploma waarmee je de arbeidsmarkt op kunt.
21
Welke resultaten gaan we realiseren?
Resultaatindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Participatie
E1 Aantal oud wsw-ers dat groeit op de
werkladder
19 25 62 70 75
E1 Aantal inwoners met een uitkering
dat participeert in de maatschappij
(bijv. vrijwilligerswerk)
nb 2 134 140 150
E1 Toename zelfredzaamheid cliënten
Wmo en Participatiewet5
5,1 n.v.t. 5,2 n.v.t. 5,5
E1 % statushouders dat participeert in
de maatschappij (bijv.
vrijwilligerswerk)
nb 0 44 50 55
E1 Taakstelling huisvesting
statushouders + % realisatie
nb 182 =
100%
273=
100%
100% nb
E1 Aantal TOM cliënten (= met
ondersteuningsplan) dat stijgt op de
zelfredzaamheidsmatrix6
gestart in 2015 93% 85% 90% 93%
E1 Aantal TOM cliënten (= met
ondersteuningsplan) dat stijgt op de
participatieladder
gestart in 2015 91,5% 87,4% 89% 92%
E1 Klanttevredenheid Tom in de Buurt gestart in 2015 7,6 8 8,2 8,5
E1 Klanttevredenheid Boost
Talentontwikkeling
gestart in 2016 gestart in
2016
7,1 7,5 8,0
E1 Klanttevredenheid Wmo
voorzieningen (CEO Wmo)7
n.v.t. 77% nb 80% 82%
E1 Klanttevredenheid aanbieders Wmo
hulpmiddelen
Nb Nb 7,7 7,8 7,8
Financiële zelfredzaamheid
E3 Aantal aanvragen voor
adviesgesprekken
Serviceplein/schuldhulpverlening
nb 203 297 300 315
E3 Aantal huishoudens dat binnen een
jaar na uitstroom weer een aanvraag
indient voor een P-wet uitkering
870 878 994 950 900
E4 Aantal bereikte kinderen met de
minimaregelingen
Gemeten per
2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
ntb
E4 Aantal kinderen dat het
Jeugddeelnamefonds8 bereikt
Gemeten per
2017
Gemeten
per 2017
Gemeten
per 2017
ntb ntb
Gezond leven
E5 Toename % volwassenen (V) en
ouderen (O) dat voldoet aan de
beweegnorm van < 30 min per dag
n.v.t. n.v.t. V: 59%
O: 76%
n.v.t. n.v.t.
5 Het Nyfer onderzoek heeft plaatsgevonden in 2014 en 2016. Er zijn dus geen jaarlijkse gegevens. Dit is het cijfer
(0-10) wat mensen gaven als antwoord op de vraag “kunt u uw leven leiden zoals u dat wilt”?
6 i.v.m. een gewijzigde meetmethode is het percentage gedaald. Dit geldt tevens voor de participatieladder.
7 Cijfers over 2016 zijn nog niet bekend.
8 Het Jeugddeelnamefonds is een organisatie die subsidie ontvangt van de gemeente en daarnaast zelf fondsen
werft. Het geld wordt gebruikt om het lidmaatschap van een sportclub of culturele vereniging te betalen voor
kinderen wiens ouders daar door hun financiële situatie niet toe in staat zijn.
22
E5 Toename % volwassenen (V) en
ouderen (O) dat hun gezondheid als
goed ervaart
n.v.t. n.v.t. V: 80%
O: 65%
n.v.t. n.v.t.
E5 Afname % volwassenen (V) en
ouderen (O) met overgewicht9
n.v.t. n.v.t. V: 49%
O: 60%
n.v.t. n.v.t.
E5 Klantevredenheid Alphen Beweegt gestart in 2016 gestart in
2016
82% geeft
voldoende
of hoger
85% 85%
E6 Toename % jongeren dat voldoet aan
de norm gezond bewegen
17% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E6 Afname % jongeren dat hun
gezondheid als niet zo best/slecht
ervaart
1,4% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E6 Afname % jongeren met overgewicht 8% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E6 Afname % jongeren dat ooit alcohol
gedronken heeft
40% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E6 Afname % jongeren dat ooit gerookt
heeft
21% n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
E7 Afname aantal briefadressen
thuislozen10
Gemeten per
2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
ntb
Jeugd
E8 Klanttevredenheid
jeugdhulpaanbieder
Gemeten per
2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
ntb
E8 Klanttevredenheid Boost 0-12 jaar Gestart in 2016 Gestart in
2016
8,6 8,7 8,8
E8 Klanttevredenheid Boost 12-27 jaar Gestart in 2016 Gestart in
2016
8,4 8,5 8,6
E10 Afname aantal thuiszitters binnen
het onderwijs, inclusief het aantal
risicoleerlingen (5-18 jaar)
Nb Nb Nb ntb ntb
E11 Afname aantal voortijdig
schoolverlaters (18-23 jaar)
1,93% 1,49% nb 1,40% 1,35%
Toelichting
Participatie
Onder participatie valt een breed scala aan dienstverlening, zowel uitgevoerd door de gemeente zelf
(Serviceplein, Werkbedrijf) als door contractpartners/subsidierelaties. Naast het bereiken van af- dan
wel toenames in aantallen, is ook klanttevredenheid een belangrijk onderdeel van de resultaten.
Financiële zelfredzaamheid
Het aantal gevoerde adviesgesprekken met behulp van financiële vraagstukken geeft weer hoeveel
inwoners met financiële problemen aankloppen bij de gemeente en geeft zo dus een beeld van de
doelgroep. Maar een klein gedeelte van deze inwoners doet uiteindelijk een beroep op de
schuldhulpverlening. Er zijn vaak andere mogelijkheden om deze inwoners verder te helpen. Door de
landelijke Klijnsmagelden is het mogelijk om extra inzet te plegen op kinderen die opgroeien in
armoede.
9 Conform de CBS definitie heeft een volwassene overgewicht als het BMI hoger is dan 25. 10 Mensen met een briefadres hebben geen vaste verblijfplaats.
23
Gezond leven
Activiteiten met betrekking tot gezonde leefstijl worden uitgevoerd door RDOG/GGD, Alphen Beweegt
(expliciet gericht op de 20% kwetsbare inwoners) en Boost. Met betrekking tot de maatschappelijke
zorg is het streven om inwoners zo veel mogelijk te laten meedoen in de maatschappij. De komende
jaren wordt ingezet op een beweging van beschermd wonen naar begeleid wonen (minder uren
begeleiding, meer zelfstandigheid). Met dien verstande dat er altijd een doelgroep zal blijven die
beschermd wonen nodig heeft.
Jeugd
Met betrekking tot jeugdhulp wordt dit nader ingevuld het 4e kwartaal van 2017, op basis van de
afspraken die volgen uit de aanbesteding.
Boost richt zich op het meedoen van kinderen en jongeren in de maatschappij. Bijvoorbeeld door het
voorkomen/verkleinen van taalachterstanden bij peuters (voor- en vroegschoolse educatie/VVE) en het
aanbieden van jongerenwerk.
Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar, die
valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die
zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht
respectievelijk vrijstelling van geregeld schoolbezoek, wegens het volgen van ander onderwijs.
Daarnaast zijn er ook leerlingen die niet aan bovenstaande definitie voldoen maar die op basis van hun
persoonlijke situatie wel risico lopen op langdurig verzuim. Een voortijdig schoolverlater is een jongere
tussen de 18 en 23 jaar die geen diploma heeft.
24
Achtergrondinformatie
Achtergrondindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Participatie
E1 Aantal cliënten Tom in de Buurt (= met
een ondersteuningsplan)
n.v.t. 904 1066
E1 Aantal cliënten met een PGB begeleiding n.v.t. nb 176
E1 Aantal cliënten huishoudelijke
ondersteuning in natura
nb 1581 1570
E1 Aantal cliënten huishoudelijke
ondersteuning PGB
nb 187 144
E1 Beschikkingen Wmo hulpmiddelen11 1.797 1.638 1.642
E1 Aantal bezoekers Castellum nb 134.659 117.514
E1 Aantal leden Bibliotheek nb 19.489 22.638
E1 Aantal MFA’s in gemeentelijk eigendom nb nb nb 10
E1 Aantal WSW-ers dat begeleid werkt bij
reguliere werkgever
2 1 1
E2 Aantal baanafspraakbanen (sinds 2016) n.v.t. n.v.t. 27
Financiële zelfredzaamheid
E3 Instroom in de bijstandsuitkeringen nb nb 1015
E3 Uitstroom uit de bijstandsuitkeringen nb nb 763
E3 Aantal huishoudens dat werkt met een
aanvulling vanuit de Participatiewet
nb nb 808
E3 Aantal huishoudens > 3 jaar uitkering Gemeten
per 2017
Gemeten
per 2017
Gemeten
per 2017
E3 Aantal jongeren < 27 jaar met uitkering nb 10,3% 11,5%
E3 Aantal 18+ collectieve zorgverzekering n.v.t. 1754 2027
E3 Schuldhulpverleningstrajecten (totaal) nb 558 469
E3 Schuldhulpverleningstrajecten(instroom) nb nb 293
E4 % kinderen tot 18 jaar dat opgroeit in
een gezin met bijstandsuitkering12
3,73% 4,18% nnb
Gezond leven
E7 Aantal inwoners dat beschermd woont
(geplaatst + wachtlijst)
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
E7 Aantal cliënten in de maatschappelijke
opvang
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Gemeten
per 2018
Jeugd
E8 Aantal cliënten jeugdhulp vrijwillig
kader/ Jeugd en Gezinsteams
n.v.t. 876 1042
E8 Aantal cliënten jeugdhulp vrijwillig
kader/ specialistische jeugdhulp
n.v.t. 1354 1397
E8 Aantal cliënten jeugdhulp gedwongen
kader
n.v.t. 263 239
E8 Aantal beschikkingen jeugd PGB13 n.v.t. 178 217
E10 Aantal schoolgebouwen14 nb nb nb 72
11 Dit betreft alleen de beschikkingen die zijn afgegeven in het betreffende jaar. Inwoners maken vaak meerdere
jaren gebruik van hulpmiddelen. Het betreft dus niet het aantal inwoners dat een hulpmiddel heeft. Hier zijn geen
cijfers over beschikbaar.
12 Verwey-Jonker instituut via Kinderen in Tel - rapportages, gegevens bekend t/m 2015.
13 Het gaat hier om het aantal afgegeven beschikkingen. Dit is niet gelijk aan het aantal jeugdigen met een PGB.
14 Het betreft hier het totaal aantal schoolgebouwen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs.
25
Wat mag het kosten?
Sociale agenda Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 135.139 134.432 128.502 128.314 128.729
Baten 32.461 30.126 29.627 29.628 29.629
Saldo van baten en lasten -102.677 -104.306 -98.875 -98.686 -99.099
Mutaties reserves
Toevoegingen 22.761 12.750 9.660 9.660 9.660
Onttrekkingen 27.238 15.860 12.770 12.497 12.870
Mutaties reserves 4.477 3.111 3.111 2.837 3.210
Saldo -98.201 -101.196 -95.764 -95.849 -95.889
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
De vertraging in de transformatieopgaven Sociale Agenda verklaart de hogere lasten in 2017 en 2018.
In de Kadernota 2018 zijn hiervoor incidentele middelen beschikbaar gesteld (2018: € 3.171 miljoen).
De afname in 2019 en volgende jaren wordt verklaard door de beoogde transformatie effecten (Jeugd)
en inzet van beleidsinterventies (Werkbedrijf). Dit betreft de uitwerking van de fasering van de
financiële ambities. Van jaar tot jaar zal worden beoordeeld of en zo ja, hoeveel incidentele middelen
benodigd zijn om de ambities te realiseren.
De reservemutaties binnen dit programma bestaan grotendeels uit reguliere dotaties en onttrekkingen
aan reserves voor onderwijs en onderwijshuisvesting, inclusief multifunctionele accommodaties zoals
de brede scholen in Boskoop. De hogere toevoegingen en onttrekkingen in 2017 en 2018 worden
verklaard door de inzet van de Nuon-reserve ten gunste van bestemmingsreserves voor huisvesting
Bibliotheek / Castellum, MFA Zwammerdam en Kaja Putih. Deze mutaties zijn derhalve budgettair
neutraal.
26
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 134.432 30.126 -104.306 91,3% 65,5%
4.1 Openbaar basisonderwijs 1.109 210 -899 0,8% 0,5%
4.2 Onderwijshuisvesting 8.192 12 -8.180 5,6% 0,0%
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 4.781 1.369 -3.412 3,2% 3,0%
5.1 Sportbeleid en activering 674
-674 0,5% 0,0%
5.2 Sportaccommodaties 5.163 2.229 -2.934 3,5% 4,8%
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 1.848 451 -1.397 1,3% 1,0%
5.4 Musea 480 5 -475 0,3% 0,0%
5.6 Media 1.135 27 -1.108 0,8% 0,1%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 571 167 -404 0,4% 0,4%
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 19.249 287 -18.962 13,1% 0,6%
6.2 Wijkteams 1.238
-1.238 0,8% 0,0%
6.3 Inkomensregelingen 34.508 23.936 -10.572 23,4% 52,1%
6.4 Begeleide participatie 13.719
-13.719 9,3% 0,0%
6.5 Arbeidsparticipatie 2.669
-2.669 1,8% 0,0%
6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO) 2.204
-2.204 1,5% 0,0%
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 10.621 1.400 -9.221 7,2% 3,0%
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 18.216
-18.216 12,4% 0,0%
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 267
-267 0,2% 0,0%
6.82 Geëscaleerde zorg 18- 2.378
-2.378 1,6% 0,0%
7.1 Volksgezondheid 5.411 34 -5.377 3,7% 0,1%
Mutaties reserves 12.750 15.860 3.111 8,7% 34,5%
0.10 Mutaties reserves 12.750 15.860 3.111 8,7% 34,5%
Eindtotaal 147.182 45.986 -101.196 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en lasten
Sociale agenda 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Extra kosten gem. voorzieningen
statushouders
1.000
Transformatieopgaven Soc. agenda
WMO-nachtopvang
200
Transformatieopgaven Soc. agenda
WMO-open venster
135
Transformatieopgaven Soc. agenda
Werkbedrijf
1.136
Transformatieopgaven Soc. agenda BUIG 1.700
Serviceplein DVO 500 500
Mutaties reserves:
Reserve Huisvesting bibliotheek 3.090
Reserve NUON 3.090
Totaal programma 1 7.761 3.590 0 0 0 0 0 0
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
27
Overzicht incidentele en structurele reservemutaties
Reserve Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Incidenteel
I-Incidenteel Reserve huisvesting bibliotheek 3.090
I-Incidenteel Reserve Nuon struct. dekking 3.090
Totaal Incidenteel 3.090 3.090
Structureel
Reserve brede school Snijdelwijk 85 372 85 330 85 325 85 319
Reserve brede school Waterrijk 95 315 95 312 95 308 95 298
Reserve huisvesting bibliotheek 200 200 200
Reserve jeugd en gezin 25 24 24 24
Reserve Kaju Putih en MFA Z'dam 17 77 77 77
Reserve kapitaallasten theater/garage 130 609 130 599 130 590 130 554
Reserve kapitaallasten vve-zalen 2 15 2 15 2 15 2 15
Reserve kapitaallasten wab 50 106 50 104 50 102 50 100
Reserve kunstgrasvelden 94 94 94 94
Reserve masterplan sport 10 4
Reserve mfc De Plataan 80 151 80 149 80 146 80 144
Reserve onderwijs algemeen 6 12 6 12 6 12 6 12
Reserve onderwijshuisvesting 9.212 10.954 9.212 10.746 9.212 10.581 9.212 11.010
Reserve participatie 82 82
Reserve sporthal De Hil 9 22 22 22
Totaal Structureel 9.660 12.770 9.660 12.770 9.660 12.497 9.660 12.870
Totaal Sociale agenda 12.750 15.860 9.660 12.770 9.660 12.497 9.660 12.870
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
28
Risico’s bij dit programma
Algemene Uitkering
Risico ten aanzien van de ontwikkeling van de Algemene Uitkering in de komende jaren, met name
toe- gespitst op de decentralisaties van rijkstaken in het sociaal domein voor de onderwerpen
Maatschappelijke ondersteuning, Jeugd en Werk.
Voor wat betreft de raming van de Algemene Uitkering in de Programmabegroting 2018 is uitgegaan
van de hierover verstrekte informatie in de meicirculaire 2017. Alle mutaties binnen de Algemene
Uitkering zijn in de begroting verwerkt, waaronder de Integratie-uitkering Sociaal Domein.
De ontwikkeling van de Algemene Uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’
hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De
jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode
wordt het accres genoemd. Van belang is te melden dat de meerjarige ontwikkeling van het accres, hoe
verder het in de tijd ligt, onzekerder wordt. De economische ontwikkelingen lijken goed, maar blijven
kwetsbaar. De vorming van een nieuw kabinet en de mogelijke wijzigingen van het rijksbeleid
(bijvoorbeeld verruiming gemeentelijk belastinggebied) worden uitgewerkt in een nieuwe
regeerakkoord. De effecten voor het gemeentefonds worden daarna financieel vertaald.
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat de rijksbijdragen binnen het Sociaal Domein voor Wmo,
Jeugdzorg en Participatie het lokale financiële kader bepalen. Door middel van monitoring wordt zicht
gehouden op de toereikendheid van het beschikbare budget.
Beheermaatregel:
Uitgangspunt is dat uitvoering van de taken voor Wmo, Jeugdzorg en Participatie in principe binnen
programma 1 van de begroting 2018-2021 dient plaats te vinden.
NB: Het Risico “Algemene Uitkering” wordt vanwege de samenhang met Programma 8 ook vermeld
onder Programma 8.
Jeugdhulp
Conform de eerdere rechterlijke uitspraak in het vorige aanbestedingstraject, mag het rijksbudget niet
leidend zijn voor de uitgaven. Er is wettelijk sprake van een open einde regeling. Het
aanbestedingsproces is nog niet afgerond, wat financiële onzekerheid met zich meebrengt.
BUIG-budget
De afgelopen jaren is gebleken dat de rijksgelden die de gemeente ontvangt voor het betalen van de
verschillende uitkeringen, niet toereikend zijn voor de daadwerkelijke uitgaven. Het aantal uitkeringen
wordt sterk beïnvloed door het economisch klimaat en ligt derhalve buiten de directe invloedsfeer van
de gemeente.
29
Programma 2 Mobiliteit
Fietsgebruik
Bereikbaarheid
Openbaar vervoer
Duurzame mobiliteit
Wat willen we bereiken?
Optimaal
fietsgebruik
Goede bereikbaarheid
woon- en
werkomgeving
Optimaal gebruik van
openbaar vervoer
Duurzaam en veilig
weggebruik
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabellen resultaatindicatoren/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -3.182.000
30
Inleiding
Het programma Mobiliteit bestaat uit de vier thema’s: fietsgebruik, bereikbaarheid, openbaar vervoer
en duurzame mobiliteit. Deze vier thema’s dragen tezamen bij aan het verbeteren van de
verkeersveiligheid, bereikbaarheid en de leefbaarheid in onze gemeente. Daarnaast blijven we ook
streven naar de verduurzaming van mobiliteit.
Fietsgebruik
Binnen het thema Fietsgebruik richten we ons op het bereiken van een optimaal fietsgebruik.
Speerpunten voor 2018 zijn het verder optimaliseren van het fietsroutenetwerk en het bepalen van
snelfietsroutes in overleg met de regio en stakeholders. Ook de fietsstimuleringsmaatregelen worden
verder uitgerold, zowel buiten als binnen de organisatie. Het verbeteren van (het gebruik van) de
fietsenstallingen en het parkeren bij stations en bushaltes blijft een terugkerend aandachtspunt. De R-
net routes Alphen-Schiphol en Alphen-Gouda die in 2018 operationeel moeten zijn, zijn het
belangrijkste fundament voor verdere optimalering van de OV/fiets combinatie. Tot slot is het gebruik
van (deel)fietsen in combinatie met de auto (Park&Bike) een interessant concept waarvan de mogelijk-
heden en toepasbaarheid door ons worden verkend.
Recente ontwikkelingen
De toename van de verkoop van (snelle) e-bikes zal doorzetten. Dit is een goede ontwikkeling maar is
tegelijkertijd ook reden voor waakzaamheid. De combinatie van onderlinge snelheidsverschillen, de
diversiteit van voertuigen en de daarmee gepaard gaande onveiligheid op fietspaden is een zorg waar
veel gemeenten mee worstelen. De vraag dient zich aan of snor- en snelle (race)fietsers nog wel
thuishoren op sommige fietspaden. Het ministerie werkt aan wetgeving die het voor wegbeheerders
mogelijk moet maken snorfietsers van fietspaden te weren. Tegelijkertijd krijgen gemeenten de
mogelijkheid vervuilende brom- en snorfietsen uit het straatbeeld te bannen.
Bereikbaarheid
Binnen het thema Bereikbaarheid richten we ons op het in stand houden en waar mogelijk verbeteren
van een goede bereikbaarheid. Bereikbaarheid is essentieel voor economie en maatschappij. Het
faciliteert economische activiteiten en geeft mensen de mogelijkheid om deel te nemen aan de
maatschappij. Het is daarnaast van belang voor de locatiekeuzes van mensen en bedrijven, draagt bij
aan de economische groei en welvaart en is van grote invloed op de leefomgeving.
Speerpunten voor 2018 zijn de verbetermaatregelen voor Hazerswoude Dorp en Boskoop in het kader
van de N207-Zuid corridor. Verder worden er, door verbreding van de Leidse Schouw ter hoogte van de
passage spoortunnel en het aanleggen van een bredere Steekterbrug, stappen gezet om de
toekomstige ringweg te consolideren en daarmee een goede bereikbaarheid te garanderen.
Recente ontwikkelingen
Belangrijk aandachtspunt is de toename van de mobiliteit en de daarmee samenhangende congestie op
de wegen. Hier is met name de interactie tussen vaar- en wegverkeer voor onze gemeente een relevant
gegeven. Door gebruik te maken van ontwikkelingen op het gebied van open data kan de reiziger door
middel van routeinformatiesystemen voorzien worden van actuele informatie over de snelste route. Wij
houden deze ontwikkelingen in de gaten en zullen dit binnen onze systemen waar mogelijk toepassen.
Openbaar vervoer
Binnen het thema Openbaar vervoer richten we ons op het bereiken van een optimaal gebruik van het
openbaar vervoer. De afgelopen jaren is het gebruik van de bus gestegen. De komende jaren wordt
verder gewerkt aan het uitbreiden van de R-net formule. Van het R-net concept zullen er in 2018 twee
31
belangrijke noord-zuid routes rijden: Alphen-Schiphol en Alphen-Gouda. De verwachting is dat dit
meer passagiers naar het OV trekt. De overstap van fiets naar OV is eerder beschreven in het thema
Fiets. Door het hogere comfort en de hogere frequentie van het R-net willen wij verkennen of sommige
haltes een opstaplocatie kunnen zijn voor recreatief medegebruik.
Speerpunten voor 2018 zijn de ingebruikname van de nieuwe R-net halte Snijdelwijk in Boskoop, de
frequentieverhoging spoor Alphen-Gouda en ingebruikname van de R-net busdienst Alphen-Schiphol.
In 2017 en 2018 zal gewerkt worden aan het opstellen van de regionale, gezamenlijke OV-visie die de
input moet leveren voor de bus concessie Zuid-Holland Noord in 2020 of 2022. Het opstellen van de
OV-visie is een samenwerking tussen de gemeenten in de regio’s Midden-Holland en Holland Rijnland.
Duurzame mobiliteit
Binnen het thema Duurzame mobiliteit richten we ons op een duurzame en verantwoorde wijze van
mobiliteit en weginrichting. Geluid, trillingen, vervuiling en verkeersonveiligheid zijn de negatieve
externe effecten van onze vervoerbehoefte. Deze effecten proberen we zowel preventief als curatief in
te perken. Niet alleen in de beleidsontwikkeling maar ook in de uitvoering houden we rekening met
deze aspecten.
Speerpunt voor 2018 is het inspelen op marktontwikkelingen voor duurzame mobiliteit. Het aantal
deelauto’s, deelfietsen en aanvragen voor laadpalen groeit exponentieel. Dit zal ook in Alphen aan den
Rijn de komende jaren een steeds grotere invloed hebben op ons ruimtegebruik, het parkeerbeleid en
de regelgeving. Dat betekent dat we, wellicht sneller dan eerder voorzien, het parkeerbeleid en andere
relevante nota’s moeten actualiseren en afstemmen op deze veranderende omstandigheden.
Recente ontwikkelingen
Relevante ontwikkelingen zijn in het algemeen de doorontwikkeling van de elektrische auto. De
verwachting is dat binnen enkele decennia de energietransitie voor motorvoertuigen voor het grootste
deel van het voertuigpark voltooid zal zijn. De snelheid van deze transitie is afhankelijk van technische
en marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Dit betekent dat energiedistributie van bijvoorbeeld
waterstof en elektriciteit ten behoeve van vervoer, maar ook zaken als energieopslag en -
uitgiftepunten, steeds prominenter op bestuursagenda’s komen. Een voordeel is dat de eerder
genoemde negatieve externe effecten (vervuiling en geluid) als gevolg van deze ontwikkelingen naar
verwachting sterk zullen verminderen en daarmee bijdragen aan het behalen van milieudoelstellingen
en het verbeteren van de leefbaarheid.
Relevante beleidsnota’s
Collegeprogramma
Actieplan Fiets 2016-2020
Meerjareninvesteringsplan infrastructuur 2017-2021
Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2013
Verkeersveiligheidsplan Alphen aan den Rijn
Duurzaamheidsagenda
32
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Fietsgebruik
E1 Optimaal fietsgebruik
Bereikbaarheid
E2 Goede bereikbaarheid woon- en werkomgeving
Openbaar vervoer
E3 Optimaal gebruik van openbaar vervoer
Duurzame mobiliteit
E4 Duurzaam en veilig weggebruik
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Fietsgebruik
E1 Aandeel fietsgebruik in woon-
werkverkeer 22% 24%
Bereikbaarheid
E2 % werkenden die vaak hinder
ondervinden van gebrek aan
doorstroming
13%
12%
Openbaar vervoer
E3 Score tevredenheid openbaar vervoer
woonbuurt
6,3 6,4
Toelichting
Fietsgebruik
Als indicator wordt gebruikt het percentage fietsgebruik in het woonwerkverkeer. De bron is de
belevingspeiling.
Bereikbaarheid
Als indicator wordt gebruikt het percentage werkenden die vaak hinder ondervinden van gebrek aan
doorstroming. De bron is de belevingspeiling.
Openbaar vervoer
De tevredenheid van het openbaar vervoer in de woonbuurt wordt als rapportcijfer gemeten in de
belevingspeiling.
Duurzame mobiliteit
De indicatoren voor afname van verkeersslachtoffers worden getoond in programma 4 bij Fysieke
veiligheid.
33
Welke resultaten gaan we realiseren?
Wat gaan we ervoor doen?
Fietsgebruik
Uitvoering Actieplan Fiets
- Stimuleren fietsgebruik:
o organiseren informatiedagen voor doelgroepen (statushouders, ouderen)
o voortzetten en uitbreiden fietscampagnes zoals de ‘Duim omhoog’ actie
o verkennen mogelijkheden van verduurzamen van de gemeentelijke mobiliteit
- Optimaliseren fietsroutenetwerk op basis van data-analyse fietstelweek en enquêtes
- Aanpassen voorrang rotonde Europaplein
- Verbeteren fietsvoorzieningen: fietsparkeren en -systemen
- Afronden grondverwerving- en bestemmingsplanprocedures fietsbrug Aarkanaal
- Geschikt maken van vier fietspaden voor tweerichtingverkeer (zie MIPI 2017-2021)
- Bepalen tracé’s regionale snelfietsroutes subregio Rijn- en veenstreek
- Verbeteren fietspad Compierekade
- Verkennen van Park&Bike en OV/fiets mogelijkheden binnen de gemeente
- Voorbereiden aanleg fietspad Ziendeweg
- Waar mogelijk verhogen van comfort en verlagen verliestijden bij reconstructies en
vervangingen.
Bereikbaarheid
Verbeteren corridor N207
- Verder uitwerken lokale maatregelen Hazerswoudedorp en Boskoop voortvloeiend uit het te
nemen uitvoeringsbesluit over de N207-Zuid.
- Opstarten bestemmingsplanprocedures Hazerswoude Dorp.
- Meewerken aan provinciale mer- en planprocedures.
Doorstroming en realisatie binnen- en buitenring Alphen aan den Rijn en N11
- Meewerken aan bestemmingsplanprocedure Steekterbrug (door provincie ZH).
- Onderzoek naar koppelen van datasystemen ter verbetering van de doorstroming van zowel
snel- als langzaamverkeer.
- Voorbereiding/uitvoering verkeersmaatregelen genoemd in MIPI 2017-2021.
- Meewerken aan lobby van “N11 naar A11”.
Openbaar vervoer
Verbeteren aantrekkelijkheid openbaar vervoer
- Ingebruikname R-net halte Snijdelwijk in Boskoop en heringerichte stationsomgeving
Snijdelwijk en Boskoop Centrum.
- Ingebruikname buurtbus Boskoop door vrijwilligers.
- Ingebruikname R-net Alphen-Schiphol.
- Meewerken aan opstellen OV visie Holland Rijnland.
- Bestuurlijke en ambtelijke inzet op optimale dienstregeling en aansluitingen in en met de
regio.
- Waar mogelijk koppelen halteomgevingen aan recreatief medegebruik.
- Meewerken aan ontwerp en inrichting station Hazerswoude Rijndijk (provincie en ProRail).
- Het bijwonen van ambtelijke en bestuurlijke stuurgroepen om knelpunten en de gemeentelijke
belangen naar voren te brengen.
34
Verbeteren toegankelijkheid openbaar vervoer
- Bushaltes op hoogte brengen (o.a. voor gemeentehuis).
Verbeteren voor- en natransport
- Lobby voor plaatsen OV fietsen in Boskoop (door NS).
- Verkennen R-net als backbone voor de keten OV/fiets (zie ook thema Fiets).
Duurzame mobiliteit
Verbeteren leefbaarheid
- Initiatieven uitwerken om hinder door zwaar- en landbouwverkeer te reduceren in
samenwerking met de subregio Rijn- en Veenstreek en Bodegraven-Reeuwijk.
- Herinrichting gebied Lage Zijde.
Stimuleren duurzame mobiliteit
- Stimuleren rijden buiten de spits, gebruik van OV of de fiets.
- Stimuleren duurzaam (alternatieve brandstoffen) vervoer over weg en water.
- Participatie in projecten over duurzaam vervoer (o.a. Greenflow).
- Faciliteren bij plaatsing van laadpalen elektrisch vervoer en waterstofvulpunten.
- Monitoren en anticiperen op technologische ontwikkelingen en wetgeving hieromtrent.
Afname verkeersslachtoffers
- Aanpakken knelpunten uit de knelpuntenlijst Verkeersveiligheid:
o Herinrichten Rijndijk-west
o Inrichten schoolzone Vroonhoeveplein
o Verkeersmaatregelen Westzijdeweg
- Aanleg rotonde Achttienkavels bij Aarlanderveen.
- Herinrichten Churchilllaan en Gnephoek 30 km.
35
Wat mag het kosten?
Mobiliteit Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 3.433 5.639 4.635 3.929 3.718
Baten 149 148 148 148 148
Saldo van baten en lasten -3.284 -5.491 -4.488 -3.781 -3.570
Mutaties reserves
Toevoegingen 400 400 400 400 400
Onttrekkingen 879 2.709 1.684 970 773
Mutaties reserves 479 2.309 1.284 570 373
Saldo -2.805 -3.182 -3.204 -3.211 -3.196
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel Analyse op hoofdlijnen
In 2018 en 2019 zijn de lasten hoger dan in de volgende jaarschijven. In 2018 worden de hogere
lasten verklaard door uitgaven ten behoeve van het project Verkeersstructuurvisie. Tegenover deze
lasten staat een onttrekking aan de reserve Verkeersstructuurvisie. Deze mutatie is derhalve per saldo
budgettair neutraal.
In 2019 wordt de toename verklaard door een begrote bijdrage aan het HOV-net (voorheen
Rijngouwelijn). Op 17 mei 2013 is de overeenkomst HOV-net Zuidholland Noord ondertekend. Hierin is
onder andere afgesproken dat de gemeente Boskoop (thans Alphen aan den Rijn) bijdraagt in twee
gelijke termijnen uiterlijk 1 januari 2015 (reeds voldaan) en 1 januari 2020. In 2019 staat dan ook de
tweede termijn begroot. Tegenover deze lasten staat een onttrekking aan de reserve Bovenwijkse
Voorzieningen. Deze mutatie is derhalve per saldo budgettair neutraal.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 5.639 148 -5.491 93,4% 5,2%
2.1 Verkeer en vervoer 4.252 134 -4.118 70,4% 4,7%
2.4 Economische Havens en waterwegen
13 13 0,0% 0,4%
2.5 Openbaar vervoer 327
-327 5,4% 0,0%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 1.060 1 -1.059 17,6% 0,0%
Mutaties reserves 400 2.709 2.309 6,6% 94,8%
0.10 Mutaties reserves 400 2.709 2.309 6,6% 94,8%
Eindtotaal 6.039 2.857 -3.182 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en lasten
Mobiliteit 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Bijdrage HOV-net BoVo 677
Mutaties reserves:
Reserve Bovenwijkse voorzieningen 677
Totaal programma 2 0 0 677 677 0 0 0 0
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
36
Overzicht incidentele en structurele reservemutaties
Reserve Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Incidenteel
I-Incidenteel Reserve bovenwijkse voorzieningen 677
Totaal Incidenteel 677
Structureel
Reserve AMI 359 250 200
Reserve bovenwijkse voorzieningen 320 357 370 373
Reserve projecten 400 2.030 400 400 400 400 400 400
Totaal Structureel 400 2.709 400 1.007 400 970 400 773
Totaal Mobiliteit 400 2.709 400 1.684 400 970 400 773
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
37
Programma 3 Bedrijvigheid
Ondernemers- en
vestgingsklimaat
Onderwijs en
arbeidsmarkt
Circulaire
economie
Vrijetijdseconomie
Wat willen we bereiken?
Aantrekken en behouden
van bedrijvigheid en
werkgelegenheid
Passende
aansluiting en
samenwerking
tussen onderwijs en
bedrijfsleven
Samen met het
bedrijfsleven
meedoen in de
ontwikkeling naar
een groene en
circulaire
economie
Groei toeristisch-
recreatieve sector in het
Groene Hart en Alphen
aan den Rijn
Vitale detailhandel Alphen aan den Rijn op
de kaart zetten via
citymarketing
Toekomstbestendige
Greenport
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabel resultaatindicator/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -2.584.000
38
Inleiding
Ondernemers en vestigingsklimaat
We zetten in op het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat, zodat onze gemeente
aantrekkelijk en concurrerend is en blijft voor bestaande en nieuwe bedrijven. Onder andere vanwege
de goede dienstverlening en de ruimte die we bieden aan bedrijven (letterlijk en figuurlijk) om te
starten, te groeien, te ondernemen en te innoveren. Maar ook door in samenwerking met de EDBA en
het bedrijfsleven projecten te starten en te ondersteunen die de lokale economie versterken. Onze
inzet draagt daarmee bij aan behoud en groei van bestaande bedrijven en het realiseren van nieuwe
werkgelegenheid in onze gemeente.
Onderwijs en arbeidsmarkt
Vanuit het economisch beleid is het versterken van de aansluiting en samenwerking tussen onderwijs
en bedrijfsleven, vanuit de vraag/behoefte van het bedrijfsleven, een belangrijk speerpunt. Daarbij
zetten we actief in op samenwerkingsprojecten tussen onderwijs en bedrijfsleven. In 2018 leggen we
de focus vooral op de tekortsectoren zoals de brede techniek/ICT sector, omdat er nu al tekorten aan
arbeidskrachten zijn en in de toekomst nog grotere tekorten verwacht worden en slimme
technologische oplossingen in rap tempo worden gevraagd door het bedrijfsleven. Deze
technologische ontwikkelingen vragen ook weer meer specifieker technisch/ICT geschoold personeel.
Ook de arbeidsmarkt in de Greenport Boskoop blijft een belangrijk aandachtsgebied, waarbij we samen
met het bedrijfsleven inzetten op het vergroten van de instroom van voldoende gekwalificeerd
personeel.
Op dit thema is er een overlap met de doelstellingen van programma 1. In aanvulling op dit
programma gaat het hier enkel en specifiek om projecten en activiteiten die in nauwe samenwerking
met het bedrijfsleven, EDBA en vanuit het LEF worden geïnitieerd en bijdragen aan de doelstellingen
vanuit het Economisch Actieprogramma.
Circulaire economie
Inzetten op de circulaire economie biedt belangrijke kansen om de economische structuur van de
gemeente te verbreden. Het inzetten op de ontwikkeling naar een circulaire economie, waarbij het
bedrijfsleven steeds meer meedoet in deze ontwikkeling en investeert in duurzame innovaties is dan
ook een belangrijk speerpunt van het “Economisch Actieprogramma”. Voor 2018 ligt de inzet op dit
thema vooral op het verder aantrekken en vestigen van (startende) circulaire bedrijven en bevorderen
van innovatieve onderlinge samenwerkingen. Tevens ligt de focus op het verduurzamen van de
bedrijventerreinen in Alphen aan den Rijn, door in samenwerking met ondernemers
duurzaamheidsprojecten op te starten aan de hand van de DPL’s (Duurzaamheidsprofiel
Bedrijventerrein).
Het onderwerp “circulaire economie” heeft ook overlap met programma 6 Duurzaamheid. In dit
programma gaat het enkel om activiteiten en inzet die aanvullend is op programma 6. Dat wil zeggen
dat het hier gaat om inzet en activiteiten rondom circulaire economie die gekoppeld zijn aan de
doelstellingen vanuit het “Economisch Actieprogramma” en vanuit het regionale economische
programma “Groene Hart werkt”!
39
Vrijetijdseconomie
De groei van de toeristisch-recreatieve sector (vrijetijdseconomie) in onze gemeente is een belangrijk
(economisch) speerpunt. In de periode tot 2021 proberen we op dit onderwerp in regionale
samenwerking met de gemeenten Kaag en Braassem, Nieuwkoop, Waddinxveen, Bodegraven-Reeuwijk,
Gouda en Krimpenerwaard, het bezoekersaantal voor het Groene Hart in Zuid Holland te verdubbelen.
Voor Alphen aan den Rijn betekent dat het optimaliseren van de samenwerking tussen iconen zoals
Archeon en Avifauna en de kleinere ondernemers zoals bijvoorbeeld het Boomkwekerijmuseum
Boskoop, VVV’s, Jeu de Boer, PReT en vele anderen. Speerpunten voor 2018 zijn het bevorderen van
samenwerking tussen de grotere en kleinere ondernemers en het bevorderen van nieuwe initiatieven en
arrangementen. Door een integrale aanpak met Nieuwkoop en Kaag en Braassem streven we ernaar om
nieuwe arrangementen te ontwikkelen, meer promotie en samenwerking tussen ondernemers in de
regio te bevorderen. Het versterken van deze sector vraagt ook om het verbeteren van de fysieke
toegankelijkheid voor varen, fietsen en wandelen. Deze inzet staat beschreven in programma 5,
“Ruimtelijke Ontwikkeling”.
Sinds begin 2017 is citymarketing door het aanstellen van een citymarketeer en het onderbrengen van
citymarketing bij de Economic Development Board Alphen aan den Rijn (EDBA) voortvarend aan de slag.
Onder de naam ‘Alphen Marketing’ gaat in 2018 de uitvoering van het plan van aanpak verder en zal
de inzet bijdragen aan de lange termijn doelstelling van citymarketing, namelijk het vergroten van de
naamsbekendheid en het imago van de gemeente Alphen aan den Rijn in de regio en het versterken
van de waardering van inwoners en ondernemers over Alphen aan den Rijn.
Relevante beleidsnota’s Ondernemers- en vestigingsklimaat
Economisch Actieprogramma 2016-2019
Detailhandelsvisie 2016-2025
Onderwijs en arbeidsmarkt
Economisch Actieprogramma 2016-2019
Circulaire economie
Duurzaamheidsagenda
Economisch Actieprogramma 2016-2019
Vrijetijdseconomie
Plan van Aanpak citymarketing (dit is nog niet definitief)
Flexibel Meerjarenprogramma Rijn- en Veenstreek 2016-2021
40
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Ondernemers- en vestigingsklimaat
E1 Voldoende werkgelegenheid door voor Alphen passende bedrijven en organisaties te behouden en aan te
trekken
E2 Toekomstbestendige detailhandelsstructuur
E3 Toekomstbestendige Greenport
Onderwijs en arbeidsmarkt
E4 Passende aansluiting en samenwerking onderwijs- bedrijfsleven met als uitgangspunt de vraag/behoefte
vanuit het bedrijfsleven
Circulaire economie
E5 Ontwikkeling naar een circulaire economie
E6 Verduurzamen bedrijventerreinen
Vrijetijdseconomie
E7 Groei toeristisch-recreatieve sector in het Groene Hart en Alphen aan den Rijn
E8 Alphen aan den Rijn op de kaart zetten en imago versterken rondom toerisme/recreatie
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Ondernemers- en
vestigingsklimaat
E1 Werkgelegenheidsontwikkeling in
Alphen aan den Rijn
43.550 banen 43.240
banen
(-0,7%)
44.420
banen
(+2,7%)
E2 Leegstandspercentage
detailhandel in Alphen aan den
Rijn t.o.v. landelijk (volgens
Locatus) peildatum 1-1 jaar
8,69% Alphen
8,7% landelijk
5.35% Alphen
9,2%
landelijk
8,34%
Alphen
10,2 %
landelijk
Onderwijs en arbeidsmarkt
E4 Percentage instroom in
arbeidsrelevante opleidingen
zoals techniek
TL:32,9%
VMBO:
13,9%
TL:32,9%
VMBO:
13,9%
Circulaire economie
E5 Aantal pilotprojecten rondom
circulaire economie in
samenwerking met ondernemers
per jaar
2 2
(streefwaarde)
E6 Zie programma 6.
Vrijetijdseconomie
E7 Aantal overnachtingen in Alphen
aan den Rijn stijgt
x 75.042
Toelichting
Ondernemers- en vestigingsklimaat
E1: De relatie tussen gemeentelijke beleidsinzet en het bereiken van bepaalde doelstellingen op het
gebied van werkgelegenheid blijft veelal indirect. De gemeente ‘maakt’ de economie immers niet en
zorgt zelf niet voor werkgelegenheid, dat doen vooral ondernemers, maatschappelijke organisaties,
kennisinstellingen en inwoners met elkaar. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de gemeente
geeft dan ook meer een algemeen beeld/indicatie van de lokale economie en
werkgelegenheidsontwikkeling.
41
E2: Het leegstandspercentage wordt, afhankelijk van de locatie, niet ieder jaar gemeten door Locatus
(bron) en is één van de indicatoren die een beeld geeft van hoe het gaat in de retail in Alphen aan den
Rijn. Belangrijk om hierbij te noemen is, dat er altijd sprake is van een momentopname bij dit soort
cijfers. Indien op het moment van de meting net wisselingen zijn in gebruikers, kan het
leegstandspercentage flink hoog zijn. De context van een leegstandspercentage is daarom minstens zo
belangrijk.
E 3: Rondom de Greenport is nog geen goede indicator gevonden die ook daadwerkelijk meetbaar is.
Werkgelegenheid is bijvoorbeeld geen goede indicator, omdat onder anderen als gevolg van de
noodzakelijke modernisering/digitalisering in het werkveld een deel van de werkgelegenheid verdwijnt.
Onderwijs en arbeidsmarkt
E4: Het meten van het percentage, dat vanuit het VMBO in Holland Rijnland kiest voor een techniek/ICT
opleiding is ten opzichte van het aantal jongeren, is een bruikbare indicator. Dit omdat er verwacht
wordt dat door ontgroening van onze bevolking er minder jongeren zijn. Echter ondanks een lager
aantal jongeren kan wel een hoger percentage kiezen voor een technische/ICT vervolgopleiding. De
indicator kan gevonden worden door de inschrijvingen per 1 september van het schooljaar te bekijken.
Daarnaast is op 1 oktober een formele telling waarop scholen de budgetten voor het schooljaar
ontvangen. Het is een indicator op Holland Rijnland niveau en wordt verkregen via Ons Platform (het
samenwerkingsverband tussen VMBO en MBO, incl. AOC zie www.onsplatform.nl actief in de regio
Holland Rijnland).
Vrijetijdseconomie
E8: Alphen Marketing werkt momenteel aan een monitoringssysteem inclusief nulmeting, om de
effecten van citymarketing (voor zover dit mogelijk is) in beeld te kunnen brengen.
42
Welke resultaten gaan we realiseren?
Wat gaan we ervoor doen?
Ondernemers- en vestigingsklimaat
Voor Alphen aan den Rijn passende bedrijven en organisaties behouden en aantrekken
- Versterken positie accountmanagement en actieve acquisitie onder andere rondom de Werf
- Verbeteren toegankelijkheid online informatie bedrijventerreinen en vestigingsklimaat voor
(potentiële) ondernemers.
- Ophalen en ondersteunen van concrete ideeën en innovatieve projecten vanuit bedrijfsleven
die ondernemersklimaat ten goede komen via EDBA en LEF-regeling.
- (Start) Evaluatie Economisch Actieprogramma 2016-2019.
- Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland.
- Vraagbundeling glasvezel bedrijventerreinen en Greenportbedrijven.
- Verkenning opzetten parkmanagement op bedrijventerrein Hoogewaard.
- Afronding herstructurering Hoogewaard (Vaststellen bestemmingsplan bedrijventerrein
Hoogewaard, afwikkeling verkoop kavels voormalig Agrifirm terrein, start realisatie
ontsluitingsweg Hoogewaard).
Toekomstbestendige detailhandelsstructuur
- Uitvoering geven van het Uitvoeringsprogramma Retail 2018 -2025 voor Alphen aan den Rijn.
- Faciliteren van private initiatieven op gebied van detailhandel en horeca ten behoeve van
vestiging, uitbreiding, verplaatsing en transformatie van MKB bedrijven en winkelgebieden.
- Vaststellen van een uitgebreide evaluatie van de Winkeltijdenverordening 2015 op basis van
onderzoek naar koopstromen en passanten.
- Anticiperen op de herziening van de Drank- en Horecawet in 2018 in relatie tot retail/blurring.
- Uitvoeren afspraken uit het convenant centrummanagement Alphen aan den Rijn 2015-2019.
- Faciliteren bestaande BIZ-initiatieven en nieuwe initiatieven indien van toepassing.
Toekomstbestendige Greenport
- Uitvoeringsprogramma Herstructurering Greenport West uitvoeren.
- Transformatie sierteeltgebieden buiten de contour.
- Transformatiegebieden Sierteelt.
- Modernisering teeltareaal.
- Brug Loeteweg.
- Rotonde Roemer-Hoogeveenseweg.
- Project “Back on track”.
- Herstructurering ITC/PCT terrein.
- Internationaal vermarkten Greenport Technieken rondom modernisering teeltareaal.
- Stimuleren elektrisch vervoer in Greenport.
- Doorontwikkeling Green Flow.
43
Onderwijs en arbeidsmarkt
- Deelname in Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology.
- Uitwerken afspraken Techniekpact met betrekking tot lessen in het Primair onderwijs, alle
basisscholen verzorgen techniek/ICT lessen.
- Het opzetten van een HR kring rondom techniek, in samenwerking met de VOA.
- Deelnemen aan en samenwerking zoeken in regionaal Transportoverleg (onderwijs-overheid–
bedrijfsleven) op gebied van arbeidsmarktvraagstukken in de transport en logistieke sector.
- Mede organiseren jaarlijkse “Week van het werk”, organiseren banenmarkt binnen deze week.
- Projecten gericht op verbinding Greenport met MBO en HBO onderwijs.
- “Kom Binnen bij Bedrijvendag”, voor bedrijven en werkzoekenden.
- Projecten vanuit het LEF/EDBA rondom dit thema.
- Organiseren techniekoverleg waar afstemming plaatsvindt tussen branches, O&O fondsen,
onderwijs en gemeente(n) rondom thema aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.
- Opstarten voorlichting werken in de techniek door bedrijfsleven voor basisschool-
leerlingen/VMBO leerlingen.
Circulaire economie
Ontwikkeling naar een circulaire economie
- Projecten in het kader van verduurzamen bedrijventerreinen en bedrijven.
- Uitvoeren circulaire projecten met ondernemers.
- Onderzoek in samenwerking met Innovation Quarter rondom circulaire kansen Groene Hart,
inclusief Alphen aan den Rijn.
- Acquisitie circulaire/groene ondernemers voor Alphen aan den Rijn.
- Pilots met energie uit oppervlaktewater bedrijven/woningen.
- Verkenning mogelijkheden inkoop circulair/duurzaam.
Zie verder programma 6 (duurzaamheid).
Vrijetijdseconomie
Ontwikkeling toeristisch-recreatieve sector
- Ontwikkelen van thema routes en arrangementen.
- Recreatief toeristische arrangementen qua marketing en boekingsmogelijkheden uitwerken
met PReT/VVV’s en Alphen marketing.
- Monitor recreatie en toerisme Groene Hart van Zuid Holland.
- Bevorderen van initiatieven voor jachthaven en aantrekkelijk waterfront in de Rijnhaven.
Zie verder programma 5 (ruimtelijke ontwikkeling).
Citymarketing
- 0-meting en monitoring voor Alphen Marketing.
- Uitvoering Plan van aanpak Marketing Alphen.
44
Achtergrondinformatie
Achtergrondindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Ondernemers- en vestigingsklimaat
E2 Aantal ha verkocht bedrijventerrein 0 1,25 2,6 14.2
Gemeentelijk profiel 2014 2015 2016 2017 2018
E1 Positie op sociaal economische
index Atlas voor gemeenten G50
(bron: Atlas voor gemeenten)
11 7
45
Wat mag het kosten?
Bedrijvigheid Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 2.781 2.713 2.650 1.731 1.745
Baten 319 319 319 319 319
Saldo van baten en lasten -2.462 -2.394 -2.332 -1.413 -1.426
Mutaties reserves
Toevoegingen 1.298 1.200 950 0 0
Onttrekkingen 1.199 1.010 1.055 129 142
Mutaties reserves -99 -190 105 129 142
Saldo -2.561 -2.584 -2.226 -1.284 -1.285
Bedragen x € 1.000. saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
In de Kadernota 2016 is voor de begrotingsjaren 2016 tot en met 2019 incidenteel € 950.000
beschikbaar gesteld voor het economisch actieprogramma. Dit loopt tot en met 2019 en verklaart de
afname van de programmalasten vanaf 2020.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 2.713 319 -2.394 69,3% 24,0%
3.1 Economische ontwikkeling 1.022
-1.022 26,1% 0,0%
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 964 317 -647 24,6% 23,9%
5.6 Media 68
-68 1,7% 0,0%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 658 1 -657 16,8% 0,1%
Mutaties reserves 1.200 1.010 -190 30,7% 76,0%
0.10 Mutaties reserves 1.200 1.010 -190 30,7% 76,0%
Eindtotaal 3.913 1.329 -2.584 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en lasten
Bedrijvigheid 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Impuls citymarketing 125
Economisch programma 2016-2019 950 950
Mutaties reserves:
Economisch programma 2016-2019 950 950 950 950
Greenport (toevoeging reserve) 250
Totaal programma 3 2.275 950 1.900 950 0 0 0 0
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
46
Overzicht incidentele en structurele reservemutaties
Reserve Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Incidenteel
I-Incidenteel Reserve economie 950 950 950 950
I-Incidenteel Reserve Greenport 250
Totaal Incidenteel 1.200 950 950 950
Structureel
Reserve speeltoestellen 60 105 129 142
Totaal Structureel 60 105 129 142
Totaal Bedrijvigheid 1.200 1.010 950 1.055 129 142
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
47
Programma 4 Schoon, heel en veilig
Schoon en heel
Leefbaar en Veilig
Wat willen we bereiken?
Openbare ruimte heeft juiste niveau beeldkwaliteit Leefbare wijken
Afval wordt duurzaam ingezameld en verwerkt Veilige en leefbare wijken en kernen
Afvalwater wordt duurzaam ingezameld en
afgevoerd. Wateroverlast wordt bestreden
Duurzame fysieke veiligheid
De arealen en de kwaliteit van de
kapitaalgoederen zijn bekend en worden regulier
geüpdatet
Geen verstoring van openbare orde
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabel resultaatindicator/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -34.328.000
48
Inleiding
Schoon en heel
Binnen het thema Schoon en heel richten we ons op het bereiken van een optimaal woonklimaat voor
onze inwoners. Binnen dit thema zijn een aantal vakdisciplines actief, zoals het afvalbeheer en de
onkruidbestrijding en het beheer van de kapitaalgoederen zoals wegen, groen, riolering, kunstwerken
en openbare verlichting.
Riool- en waterbeheer
Binnen het thema Rioolsysteem en Watersysteem richten we ons op de uitvoering van de wettelijke
gemeentelijke watertaken. Deze wettelijke watertaken zijn het inzamelen en transporteren van stedelijk
afvalwater, het verwerken van overtollig neerslagwater en reguleren van grondwater binnen stedelijk
gebied. De hoofddoelen van deze taken zijn het beschermen van de volksgezondheid, het tegengaan
van wateroverlast en het bevorderen van een goede leefomgeving. Voor de uitvoering van deze taken
beschikken we over gemeentelijke rioleringsvoorzieningen, zoals ondergrondse leidingenstelsels,
rioolgemalen, drukriolering, watergangen, grondwaterpeilbuizen, enzovoort.
Dit thema is een kostendekkende exploitatie; de kosten worden voor 100% gedekt door de inkomsten
uit de rioolheffing (zie hiervoor ook blz. 98 voor ontwikkelingen en samenhang tussen de
kostendekkende exploitaties).
Belangrijke ontwikkelingen binnen het thema zijn de gevolgen van de klimaatverandering en de
samenwerking binnen de waterketen. De klimaatverandering heeft onder andere zwaardere buien en
langere perioden van droogte tot gevolg. Dit kan niet opgevangen worden door alleen riolering; er zijn
andere manieren van tijdelijke berging van regenwater nodig. Deze manieren moeten bovengronds
gevonden worden in de openbare en particuliere ruimte. Een voorbeeld in de particuliere ruimte is het
bevorderen van het vergroenen van tuinen door deelname aan Operatie Steenbreek. Bij ruimtelijke
ontwikkelingen en (her-)inrichting van openbare ruimte moet waterberging nadrukkelijk worden
meegenomen in het ontwerp.
De samenwerking in de waterketen is een gevolg van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Binnen het
samenwerkingsverband Groene Hart (hoogheemraadschap, drinkwaterbedrijf en zes gemeenten) wordt
de samenwerking geïntensiveerd om de maatschappelijke kosten te drukken, de kwaliteit te verbeteren
en de kwetsbaarheid binnen de waterketen (drinkwater-riolering-zuivering) te verminderen.
Leefbaar en veilig
Binnen het thema Leefbaar en veilig richten we ons op het bereiken van vitale, leefbare en veilige
wijken en kernen waarin alle generaties inwoners zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid te
bevorderen. Het bereiken van duurzame, sociale en fysieke veiligheid op de terreinen van wonen,
bedrijvigheid en jeugd wordt gerealiseerd door een effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke
partners. Iedereen neemt hierin zijn verantwoordelijkheid en spreekt elkaar hierop aan. Daar waar
nodig stuurt de gemeente bij door middel van handhaving.
Speerpunten voor 2018 zijn het verder realiseren van leefbare en veilige wijken, een fysiek veilige
omgeving en het voorkomen en bestrijden van openbare orde- en veiligheidsverstoringen door
personen en groepen.
49
Recente ontwikkelingen Leefbaar en Veilig
In 2018 staat ons een aantal belangrijke ontwikkelingen te wachten:
Nieuw integraal veiligheids- en handhavingsbeleid:
Met het eind van deze collegeperiode is ook de looptijd van het Integraal Veiligheids- en
Handhavingsbeleid 2015-2018 verstreken. Dat betekent dat we in 2018 inzet plegen op het schrijven
van een nieuw beleidsplan voor de nieuwe collegeperiode.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen:
Met het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen, vindt er een verschuiving van taken plaats van
gemeenten naar private partijen.
Op 11 juli 2017 is de stemming in de Eerste Kamer, op verzoek van de minister, aangehouden. Het is
onzeker wat er verder met dit wetsontwerp gaat gebeuren.
Verbod op asbestdaken:
Het kabinet heeft het voornemen om met ingang van 1 januari 2024 een algeheel verbod in te voeren
op het aanwezig hebben van asbesthoudende daken.
Het college heeft een inventarisatie laten uitvoeren van asbestverdachte daken in de gemeente Alphen
aan den Rijn om inzicht te krijgen in de problematiek. Bij 865 adressen is een asbestverdacht dak
aangetroffen. Bij 150 van deze adressen kan niet tot 2024 gewacht worden met het verwijderen van de
daken en moet vooruitlopend op het verbod gehandhaafd worden.
Omgevingswet:
Op 1 juli 2015 heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer ingestemd met de Omgevingswet.
Begin 2016 stemde ook de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel. De komst van de Omgevingswet
betekent dat er veel gaat veranderen binnen het domein van de fysieke leefomgeving. De wet bundelt
bijvoorbeeld 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en
natuur. De wet zal naar verwachting op z’n vroegst in 2019 in werking treden.
Wet VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving):
In 2016 is de Wet VTH vastgesteld. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft in oktober 2016 een
verordening VTH vastgesteld. Het doel van deze wet is een veilige en gezonde leefomgeving, door het
bevorderen van de kwaliteit en samenwerking bij de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht.
Hiervoor zijn kwaliteitscriteria opgesteld en is het basistakenpakket van de omgevingsdiensten
vastgelegd. Het basistakenpakket omvat niet alleen milieutaken maar ook het toezicht op
bedrijfsmatige asbestsanering (nu nog een taak van team Inspectie, afdeling LEV) zal moeten worden
overgedragen aan de Omgevingsdienst.
Gebiedsgericht werken:
In 2018 willen wij het gedachtegoed van het gebiedsgericht denken, in ambassadeurschap, door het
uitvoeren van projecten en in actuele casuïstiek een vaste plek geven in de gemeentelijke organisatie.
Ondermijning:
Ondermijning is een containerbegrip waar diverse vormen van georganiseerde criminaliteit onder
geschaard worden. Wat zij gemeen hebben is dat er een sterke verwevenheid tussen ‘bovenwereld’ en
‘onderwereld’ bestaat en dat de criminele activiteiten een corrumperend en ondermijnend effect op de
samenleving en haar instituties hebben. Landelijk is er steeds meer aandacht voor het thema en
proberen we als overheidspartners één front te vormen tegen ondermijnende criminaliteit.
50
In 2018 willen we ons vooral richten op een wijkgerichte aanpak van ondermijnende criminaliteit.
Cumulatie van problemen in kwetsbare wijken vormen een voedingsbodem voor criminele activiteiten.
Aanpak daarvan vergt een benadering vanuit gebiedsgericht denken.
Wet woonoverlast:
Op 1 juli 2017 is de Wet woonoverlast in werking getreden. Deze wet geeft gemeenteraden de
mogelijkheid om de burgemeester de bevoegdheid te verlenen om een gedragsaanwijzing op te leggen
aan veroorzakers van woonoverlast. In 2018 zal deze wet in onze gemeente worden geïmplementeerd.
Cameratoezicht:
In 2017 zijn we gestart met cameratoezicht in de Julianastraat en Hooftstraat in Alphen aan den Rijn. In
2018 zijn de eerste resultaten bekend.
Aanpak Snijdelwijk Boskoop
De criminele jeugdgroep die in 2015 de kop op stak in Snijdelwijk Boskoop heeft de afgelopen jaren
veel aandacht gekregen. In 2017 is de repressieve aanpak verder uitgebreid naar preventieactiviteiten
in de wijk en deze werpt voorzichtig zijn vruchten af. Het gaat de goede kant op in Snijdelwijk en ook
in 2018 zal deze integrale aanpak vervolgd worden. Hiertoe is een bestuursopdracht opgesteld die als
basis dient van de aanpak het komende jaar.
Personen met verward gedrag:
Sinds een aantal jaren signaleren diverse organisaties, zoals politie, gemeente, woningbouwcorporatie,
een toename van problematiek van personen met verward gedrag, zowel thuis als op straat. In oktober
2018 moeten alle gemeenten over een sluitende aanpak beschikken voor deze personen.
Daar waar personen met verward gedrag overlast veroorzaken en/of strafbare feiten plegen, is een
persoonsgerichte aanpak binnen het Veiligheidshuis of lokale veiligheidskamer aangewezen. In 2018
wordt stevig ingezet op de verdere verbinding tussen de domeinen zorg en veiligheid.
Naast deze relevante ontwikkelingen vragen de inmiddels meer geïnstitutionaliseerde persoonsgerichte
aanpak, radicalisering en terreur en ontwikkelingen blijvend onze aandacht.
Ditzelfde geldt voor de ontwikkelingen binnen de Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM), waar een
substantieel deel van het veiligheidsbudget naartoe gaat. De Veiligheidsregio heeft de volgende taken:
- bestrijden van rampen en crises;
- het voorbereiden op de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
- het in stand houden van een regionale Gemeenschappelijke Meldkamer;
- het ondersteunen van gemeenten op aspecten van integrale veiligheid.
In het Regionaal Beleidsplan 2016-2019 zijn 3 Beleidsprioriteiten vastgesteld. Deze punten worden in
2018 verder uitgewerkt en opgepakt, te weten:
- Informatiegestuurd werken: het versterken van het informatiemanagement in de warme fase
als de introductie van het actuele informatiebeeld in de lauwe, niet opgeschaalde fase.
- Risicogericht werken: VRHM voorziet gemeenten en haar crisisorganisatie (on)gevraagd van
adviezen en een handelingsperspectief bij risico’s in het verzorgingsgebied, om processen in
tijden van nood goed op elkaar te laten aansluiten en overlopen.
- Omgevingsgericht (net)werken: De VRHM wil aansluiten bij de behoeften in haar omgeving en
de samenleving, de netwerkpartners en de eigen crisisfunctionarissen adequaat kunnen
bedienen met informatie en producten die ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van
rampenbestrijding en crisisbeheersing.
In de raadsvergadering van 18 mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de ontwerpbegroting
2018 en meerjarenraming 2019-2021 van de Veiligheidsregio Hollands Midden.
51
Relevante beleidsnota’s
Schoon en heel
De Alphense Lijn en het beheerkwaliteitsplan (met Visiedocument openbare ruimte)
Grondstoffenbeleid 2015-2025
Het gemeentelijk rioleringsplan 2016-2020
Leefbaar en veilig
Integraal Veiligheids- en handhavingsbeleid 2014-2018
Uitvoeringsprogramma Integrale veiligheid en Handhaving 2017
52
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Schoon en heel
E1 Openbare ruimte heeft juiste niveau beeldkwaliteit
E2 Afval wordt duurzaam ingezameld en verwerkt
E3 Afvalwater wordt duurzaam ingezameld en afgevoerd. Wateroverlast wordt bestreden
E4 De arealen en de kwaliteit van de kapitaalgoederen zijn bekend en worden regulier geüpdatet
Leefbaar en veilig
E6 Leefbare wijken
E7 Veilige en leefbare wijken en kernen
E7 Duurzame fysieke veiligheid
E8 Voorkomen of adequaat bestrijden van openbare orde- en veiligheidsverstoringen door personen en groepen
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Schoon en heel
E1 Beeldkwaliteit per wijk voor verharding,
groen, meubilair en verzorging
conform beheerkwaliteitsplan
Zie aparte Tabel hieronder
E1 Tevredenheid burgers met
schoonhouden openbaar gebied
Zie aparte Tabel hieronder
E1 Waardering kwaliteit groenvoorziening Zie aparte Tabel hieronder E5 Jongeren op gezond gewicht door
uitdagende speeltuinen, die de
kinderen naar buiten toe halen
E5 Natuurspeeltuinen met veel educatie en
uitdaging
Leefbaar en veilig E6 Rapportcijfer veiligheid in de buurt
(Veiligheidsmonitor)
7,3 7,5 7,3 Nog niet
bekend
≥ 7,5
E6 Rapportcijfer leefbaarheid in de buurt
(veiligheidsmonitor)
- - 7,4 Nog niet
bekend
≥ 7,5
E6 Aantal High Impact Crimes (HIC) 864 763 683 318 (t/m juni) ≤ 780 E6 Aantal overlastmeldingen15 2.884 2.855 2.797 1.452 (t/m
juni)
Gelijk of
daling E7 Aantal gebouwbranden 63 57 60 32 (t/m juli) ≤ 55 E7 Aantal verkeersongevallen met letsel 86 94 123 Nog niet
bekend
≤ 45
E7 Aantal verkeersongevallen met
dodelijke afloop
1 3 2 Nog niet
bekend
0
E8 Aantal overlastgevende en criminele
jeugdgroepen (of: splitsen)
0 1 1 1 0
E8 Meldingen jeugdoverlast 786 817 703 306 (t/m juni) 700
15 Bestaande uit: drugsoverlast, conflictbemiddeling en burenruzie, geluidsoverlast, overlast door
jeugd, overlast door personen.
53
Ad E1 Openbare ruimte schoon, heel en veilig
Indicator Eenheid Waarde (jaar) Streefwaarde
Beeldkwaliteit verharding centra (winkelgebied) m2 C A
Beeldkwaliteit verharding woongebied m2 B B
Beeldkwaliteit verharding hoofdstructuur (hoofdwegen) m2 B B
Beeldkwaliteit verharding bedrijventerrein (werkgebied) m2 B B
Beeldkwaliteit verharding groengebied (recreatiegebied) m2 B B
Beeldkwaliteit verharding buitengebied (buitengebied) m2 B C
Beeldkwaliteit groen centra (winkelgebied) m2 B A
Beeldkwaliteit groen woongebied m2 B B
Beeldkwaliteit groen hoofdstructuur (hoofdwegen) m2 B B
Beeldkwaliteit groen bedrijventerrein (werkgebied) m2 B B
Beeldkwaliteit groen groengebied (recreatiegebied) m2 B B
Beeldkwaliteit groen buitengebied (buitengebied) m2 B C
Beeldkwaliteit meubilair centra (winkelgebied) st B A
Beeldkwaliteit meubilair woongebied st B B
Beeldkwaliteit meubilair hoofdstructuur (hoofdwegen) st B B
Beeldkwaliteit meubilair bedrijventerrein (werkgebied) st B B
Beeldkwaliteit meubilair groengebied (recreatiegebied) st B B
Beeldkwaliteit meubilair buitengebied (buitengebied) st C C
Beeldkwaliteit verzorging centra (winkelgebied) m2 C A
Beeldkwaliteit verzorging woongebied m2 B B
Beeldkwaliteit verzorging hoofdstructuur (hoofdwegen) m2 C B
Beeldkwaliteit verzorging bedrijventerrein (werkgebied) m2 B B
Beeldkwaliteit verzorging groengebied (recreatiegebied) m2 C B
Beeldkwaliteit verzorging buitengebied (buitengebied) m2 B C
Bron: Kwaliteitsmeting, najaar 2016 conform CROW publicatie 323.
54
Ad E2 Tevredenheid burgers
55
Toelichting
Schoon en heel
De bovenstaande punten worden gemeten doormiddel van het burgertevredenheidsonderzoek en de
monitoring beeldkwaliteit die opgezet wordt.
Leefbaar en veilig
In het Integraal Veiligheids- en Handhavingsbeleid 2015-2018 is een aantal streefwaarden opgenomen
ten aanzien van de rapportcijfers veiligheid en leefbaarheid in de buurt, het aantal High Impact Crimes
(HIC), aantal gebouwbranden en aantal verkeersongevallen met letsel.
Ten aanzien van het aantal HIC is de streefwaarde in 2015 reeds behaald. Niet alleen lokaal zijn de
aantallen HIC relatief sterk gedaald. Dit is een landelijke trend, waarbij in mei 2016 het laagste niveau
in tien jaar is behaald. Ondanks dat de streefwaarde reeds behaald is, blijven we ons inspannen om de
HIC op dit lage niveau te houden. Bijvoorbeeld door nauwe samenwerking met de politie, het sturen
van besmettingsbrieven en de persoonsgerichte aanpak ten aanzien van notoire inbrekers.
Het verkeersongevallencijfer is sinds 2014 sterk gestegen. Voor een deel is dit veroorzaakt door de
verandering in de manier van registreren die heeft plaatsgevonden bij de politie. Het oorspronkelijke
streefcijfer uit het IVH is daarmee niet langer realistisch. Bij het opstellen van een nieuw IVH zal een
nieuwe analyse worden gedaan en een nieuw streefcijfer worden voorgesteld.
In 2017 is fors geïnvesteerd in de integrale aanpak van het criminele jeugdnetwerk in Boskoop (en
Waddinxveen). In 2018 wordt verder gegaan op de ingeslagen weg, waarbij met name wordt ingezet op
preventie en repressie waar nodig.
56
Welke resultaten gaan we realiseren? Resultaatindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Schoon en heel
E1 MOR-meldingen afgedaan binnen 5 dagen 95% 95% 95% 95%
E2 scheidingspercentage afval 53% 60 % 65 % 70 %
Leefbaar en veilig
E6 Aantal projecten buurtpreventie 13 22 35 37 21
E6 Aantal whats-app groepen - - 20 34 -
E6 Aantal meldingen bij buurtbemiddeling - 100 110 Nog niet
bekend
-
E6 Percentage deelnemers van inwoners aan Burgernet - 7,4% 8,4% 8,7% (juni
2017)
Gelijk of
stijging
E6 Aantal processen-verbaal Toezicht & Handhaving 1350 1437 1514 484 (t/m
31 juli)
-
E6 Aantal waarschuwingen Toezicht & Handhaving 403 361 460 235 (t/m
31 juli)
-
E9 Bezettingsgraad parkeergarages 30% Jan 2018
E9 Betalingsgraad straatparkeren 93,5% okt 2017
Wat gaan we ervoor doen?
Schoon en heel
Openbare ruimte
- uitvoering geven aan onze beheerplannen en bestekken op basis van de afgesproken
kwaliteitsnormen;
- uitvoeren van regelmatige inspecties;
- het continu updaten van onze areaalgegevens;
- het samenstellen van integrale onderhoudsprojecten en reconstructies;
- het intensief toezien op werkzaamheden door derden (veelal K+L bedrijven) in de openbare ruimte.
Afvalbeheer en reiniging
Het Grondstoffenbeleid 2015–2025 is het kader voor de inzameling van huishoudelijk afval. Het doel is
100% afvalscheiding in 2025 met een tussenstap van 75% in 2020.
Voor de inzameling van restafval zijn in 2016 in alle kernen ondergrondse afvalcontainers geplaatst. In
2017 is een representatief onderzoek gedaan naar de klanttevredenheid. Op basis van dit onderzoek is
de afvalcommunicatie geïntensiveerd. In 2017 is de afvalpas geïntroduceerd. De afvalpas voorkomt
afvaltoerisme en zorgt ervoor dat er minder afval hoeft te worden verwerkt.
Ook zijn alle ondergrondse containers voorzien van een vulgraad meetsysteem. Zo zal meer efficiënt
geleegd worden. Dit voorkomt onnodige voertuigkilometers en voorkomt overlast door volle
ondergrondse containers. De eerste resultaten zijn goed. In 2018 wordt het systeem geoptimaliseerd.
De extra aanpak van zwerfafval met bewoners, scholen en sportverenigingen wordt in 2018
voortgezet. Het plaatsen van voornamelijk grof afval bij ondergrondse containers krijgt ook extra
aandacht en waar mogelijk wordt handhavend opgetreden.
Uit het bewonersonderzoek 2017 blijkt dat de voorzieningen voor afvalscheiding en de communicatie
hierover nog beter kunnen. In 2018 volgen daarom een aantal concrete maatregelen in het Beheerplan
Afval 2018–2025 en in het Beheerplan Inzamelmiddelen 2028-2025:
- Introductie GFT inzameling bij Hoogbouw op basis van het pilot onderzoek 2017.
57
- Onderzoek optimaliseren van alle 1297 locaties voor ondergrondse inzameling van afval.
- Efficiënter werken en besparen inzamelkosten door Dynamische Routeplanning op basis van de
vulgraadmetingen in de ondergrondse containers.
De afvalstoffenheffing is de afgelopen jaren structureel verlaagd tot € 253,08 voor meerpersoons-
huishoudens en € 175,50 voor eenpersoonshuishoudens. Voor de Afvalstoffenheffing en de
Rioolheffing geldt dat dit kostendekkende exploitaties zijn. Er wordt gestreefd naar gelijkblijvende
lasten voor beide kostendekkende exploitaties samen. Wel zijn er per exploitatie ontwikkelingen. De
verwachting is dat door een nieuwe overeenkomst met Cyclus en vermindering van de te verwerken
hoeveelheid restafval de lasten voor afval kunnen dalen. Daarentegen zullen de lasten voor riolering
stijgen door noodzakelijke, aan de rioolheffing toe te rekenen, investeringen om de afvoercapaciteit te
vergroten, veroudering tegen te gaan en de kwaliteit te verbeteren. Beide ontwikkelingen zullen in
samenhang bezien worden bij het vaststellen van de tarieven voor woningen.
Groenbeheer
Op het gebied van het groenbeheer speelt een aantal zaken. Inmiddels is het groenonderhoud in de
gehele gemeente overgenomen door de eigen dienst samen met medewerkers van de SWA. Om deze
werkzaamheden verder te stroomlijnen is er behoefte aan een vernieuwd beheerplan. Dit zal in 2018
opgeleverd worden. Daarnaast is in 2017 gebleken dat inmiddels veel van de Alphense Essen,
essentaksterfte hebben. Dit zal zich ongetwijfeld in 2018 doorzetten. Aangezien er geen genezing voor
is en de schattingen op dit moment zijn dat slechts 10% van de Nederlandse essen het overleeft, zal dit
ook voor Alphen aan den Rijn grote gevolgen hebben. Op dit moment kunnen we slechts monitoren en
zal er waar mogelijk 1 op 1 vervangen worden.
Wegbeheer
De ingezette lijn van de toename van het aantal aanvragen (meldingen) van kabelaanleg door derden
zet ook in 2018 door. De inkomsten van de degeneratievergoeding (de schadevergoeding voor het
openbreken van wegverhardingen voor kabelaanleg) nemen daardoor ook toe en komen ten gunste van
het wegbeheer. De weginspecties zijn in 2017 opgestart en lopen door in 2018. Het wegonderhoud
wordt zoveel mogelijk integraal uitgevoerd. Voor relatief kleinschalig onderhoud wordt binnen de
beschikbare middelen direct of op basis van prioriteiten actie ondernomen, zodat er geen wegbeeld
ontstaat waar burgers ontevreden over zijn.
Riool- en waterbeheer
In 2018 gaan we professioneel asset management bij het rioolbeheer verder vormgeven. Dit betekent
het op orde krijgen van beheerdata over vaste eigenschappen, toestandseigenschappen en
functioneren van rioolstelsels en rioolgemalen. Daarmee maken we risico gestuurde
maatregelplanningen voor onderhoud en vervanging, die we vervolgens afstemmen met overige
disciplines in de openbare ruimte (groen, wegen, e.d.). Omdat het inzicht in de riolering in de kern
Boskoop op dit moment nog onvoldoende is, stellen we in 2018 een basisrioleringsplan voor deze kern
op.
In 2018 actualiseren we het kostendekkingsplan behorend bij het “GRP 2016-2020”. Het
kostendekkingsplan is de basis voor het bepalen van de benodigde inkomsten uit de rioolheffing.
Ook zal in 2018 weer een aantal grote rioolvervangingen in combinatie met herinrichtingen en
reconstructies van de openbare ruimte worden uitgevoerd. In het buitengebied (met name omgeving
Boskoop) worden 40 minigemalen gerenoveerd.
58
Openbare verlichting
De ontwikkeling van openbare verlichting gaat snel. De gemeente Alphen aan den Rijn volgt deze
ontwikkelingen en past de meest efficiënte toepassing toe. Mede daarom vervangen wij jaarlijks 5% aan
armaturen van het areaal. In 2018 zal zo’n 9000 armaturen voorzien zijn van LED-verlichting, van de
totaal 21000 armaturen. Voor de lichtmasten houden we volgens het vervangingsprogramma, 2,5% aan
om per jaar te vervangen. De energiebesparing die behaald is door slimmere verlichting, gaan we
opnieuw investeren in verlichting om zo sneller over te gaan op LED.
Openbare verlichtingsprojecten gaan zoveel mogelijk mee in de integrale projecten. De solo
onderhoudsprojecten bestaan uit 5% armaturen en 2,5% lichtmasten per jaar vervangen. Vanaf 2009
passen we in de gemeente Alphen aan den Rijn alleen nog maar LED-verlichting toe.
Kunstwerken
Voor de in het beheerplan Civiele Kunstwerken opgenomen objecten (bruggen/viaducten, tunnels,
steigers en geluidschermen) wordt langzaam toegewerkt naar het onderhoudsniveau zoals dat is
vastgelegd in De Alphense Lijn. Met IRS vindt afstemming plaats voor een goede aansluit op de grote
reconstructies.
Aan de civiele kunstwerken zijn in 2017 de beschoeiingen toegevoegd, die samen met damwanden en
kademuren het deelbeheerplan Oeverbescherming vormen. Ook het dagelijks onderhoud aan de
culturele kunstwerken in de openbare ruimte is ondergebracht bij de civiele kunstwerken.
Voor de 7 grote beweegbare bruggen is voor de bediening en onderhoud in 2015 een
samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de provincie Zuid-Holland. Voor het groot onderhoud is
in 2016 het Beheerplan Beweegbare Bruggen Alphen aan den Rijn opgesteld, dat gelijk oploopt met het
meerjaren vaartrajectenonderhoud van de provincie. Voor de komende periode staan de Ziendebrug
(2018) en de Koudekerkse Brug (2019) gepland, waarna de reserve zal zijn uitgeput en aanvullende
dotatie(s) noodzakelijk worden.
Spelen
De uitvoering van het speelruimteplan vordert gestaag. Tot aan 2020 wordt gewerkt aan de vervanging
van verouderde speelplekken en het vervangen van de rubberen ondergronden. De ondergronden
worden vervangen voor kunstgras.
In het jaar 2017 zijn 22 speelplekken vervangen. Aan de hand van de wensenlijst die de kinderen
hebben aangegeven zijn ontwerpen gemaakt door leveranciers, waaruit de kinderen en ouders hun
nieuwe speelplek hebben mogen kiezen. Bij de vervanging van de speelplekken is zoveel als mogelijk
integraal gewerkt. In het jaar 2018 worden naar verwachting 18 speelplekken vervangen.
Participatie in de speeltuinen komt steeds meer voor. De bewoners van De Ruyterstraat in Alphen aan
den Rijn hebben een grote bijdrage geleverd aan het aanpassen en aanbrengen van nieuwe en
hergebruikte speeltoestellen in de speeltuinen. De bewoners hebben gezamenlijk de oude toestellen,
tegels en groen verwijderd. Om een plus aan te brengen hebben de bewoners zelf de hergebruikte
speeltoestellen schoongemaakt en een picknicktafel gebouwd. Ook verzorgden de initiatiefnemers een
grote opening, waarbij de hele buurt welkom was.
In het Zegerslootgebied is het eerste openbare sportpark gebouwd met de sporten Calisthenics,
Freerunning en Ninja Warrior. Dit is uniek omdat het park is ontwikkeld en aangelegd in samenwerking
met 2 initiatiefnemers en hun achterban. Het sportpark is tevens het eerste park met deze drie sporten
59
gecombineerd in de wereld. De initiatiefnemers hebben ook deelgenomen aan het tv-programma Ninja
Warrior van SBS 6.
Het voetballen wordt steeds populairder in Nederland. Daarom is er voor gekozen om, een top tien
voetbalplekken in de gemeente, van gazon om te vormen naar kunstgras ingeveegd met zand. Door de
omvorming naar kunstgras kan er het hele jaar buiten gevoetbald worden. Er zijn in 2017 zes
voetbalvelden omgevormd. In 2018 worden er naar verwachting nog vier velden omgevormd naar
kunstgras.
In de wijk Ridderveld is een pilot gestart op 4 locaties om de kinderen weer te leren spelen. U moet
hierbij denken aan stoepkrijten, hardlopen van lichtmast tot lichtmast, stoepranden en hutten bouwen.
Waarom deze pilot? Er komen veel vragen binnen vanuit de burgers voor speeltoestellen en
speeltuinen. In de gemeente hebben wij voldoende speelgelegenheden voor het aantal kinderen. Om te
laten zien wat er nog meer mogelijk is ten opzichte van een speeltoestel en de computers van
tegenwoordig zijn deze spelmiddagen gehouden. Voor 2018 gaan we deze pilot verder toepassen in de
gemeente Alphen aan den Rijn.
Speerpunten in 2018 zijn:
- Er worden ongeveer 18 speelplekken vervangen.
- In samenwerking met Wijk en Kernen en Alphen Beweegt gaan we op een aantal locaties de
kinderen weer leren buitenspelen, zoals stoepranden voetballen met jasjes als doel, hardlopen
van lichtmast tot lichtmast.
- Er worden vier voetbalvelden omgevormd naar kunstgrasvoetbalvelden vanwege de hoge
bezettingsgraad.
- In samenwerking met de stichting “Voor elk kind een bal”, wordt in de gemeente een
multifunctioneel sportcourt aangelegd. Vanuit de stichting “Voor elk kind een bal” worden er
op diverse locaties in de gemeente workshops gehouden. Dit zal in samenwerking gaan met
Alphen beweegt.
- Een deel van het budget wordt vrijgehouden voor initiatieven van burgers. Na verwachting
gaan er 2 tot 4 initiatief trajecten starten in 2018.
- Vaststellen Monitoringsplan op basis van de Benchmarksystematiek Beheer Openbare Ruimte
van het kennisplatform CROW. Op basis daarvan gaan we ieder kwartaal de ontwikkeling van
de kwaliteit van de openbare ruimte meten/rapporteren.
- De actuele reconstructieplanning is te vinden via de gemeentelijke website.
Leefbaar en veilig
Het aantal buurtpreventieprojecten is de laatste jaren flink gestegen. De streefwaarde zoals die in het
IVH 2015-2018 is bepaald, is reeds in 2015 behaald. Buurtpreventie is een belangrijke vorm van
burgerparticipatie en draagt bij aan de leefbaarheid en veiligheid in een buurt. Daarom zullen we hier
in 2018 ook op blijven inzetten. Naast de buurtpreventieprojecten worden steeds meer whatsapp-
groepen opgericht waarbij buurtbewoners elkaar snel op de hoogte kunnen houden van belangrijke
zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
Woonoverlast en burenruzies zijn van invloed op het veiligheidsgevoel van inwoners. Buurtbemiddeling
zorgt voor een bemiddeling in geval van onenigheid tussen buren. Het lijkt erop dat onze inwoners en
samenwerkingspartners buurtbemiddeling steeds beter weten te vinden. Zoals reeds in de inleiding
vermeld, zullen we in 2018 de nieuwe Wet woonoverlast implementeren.
Burgernet is een andere vorm van burgerparticipatie die met name de heterdaadkracht vergroot.
Deelnemers worden per sms-bericht of email verzocht om uit te kijken naar een persoon of voertuig in
geval van een incident. Burgernet wordt bijvoorbeeld ingezet bij diefstal, inbraak, doorrijden na een
aanrijding, beroving en vermiste personen. Hoe meer deelnemers Burgernet heeft, hoe effectiever.
60
Daarom blijven we hier in 2018 aandacht voor vragen, bijvoorbeeld bij grote evenementen zoals de
jaarmarkt en in de besmettingsbrieven die na iedere inbraak in de buurt wordt verspreid.
De zaken waarvoor processenverbaal (PV) worden uitgeschreven door onze BOA’s verschilt van
afvaldumping tot gevaarlijk parkeren tot niet houden van een aanlijngebod voor honden. De BOA’s
gaan met onze inwoners in gesprek en zoeken samen naar een goede (duurzame) oplossing. In geval
van herhaaldelijk overtreden van de regels of excessief gedrag wordt bekeurd. Dit is een effectievere
manier van gedragsbeïnvloeding. Daarom is er geen streefwaarde opgenomen voor 2018 voor het
aantal PV’s.
Achtergrondinformatie
Achtergrondindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Schoon en heel
E1 Aantal MOR meldingen 14.785 15.100 17.674 18.600
E1 Schouwen beeldkwaliteit openbaar gebied per
jaar
4x 4x 4x 4x
E2 PMD inzameling per jaar 26
E3 Alle kolken zuigen per jaar 2x 2x 2x 2x
E4 Gemiddelde leeftijd kapitaalgoederen 30 jaar 30 jaar 30 jaar 30 jaar
1/3 totaal bomen areaal gesnoeid en VTA
gecontroleerd per jaar
15.000 16.300 14.800 13.000 15.000
Leefbaar en veilig
E6 Aantal sluitingen drugspanden
(hennepkwekerijen)
0 3 3 4 (t/m
juni)
Stijging
E6 Aantal gebiedsontzeggingen horeca - - 8 7 (t/m
juni)
Stijging
E7 Voldoende invulling crisisorganisatie Ja Ja Ja Ja Ja
E7 Aantal inzetten Officier van Dienst
Bevolkingszorg
15 15 15 5 (t/m
juli)
-
E7 Controles bestaande gebouwenvoorraad - 245 205 84
(t/m
juni)
-
E7 Toezicht bij sloopmeldingen - - 200 90
(t/m
juni)
-
E7 Bouwtoezicht - 675 665 297
(t/m
juni)
-
E7 Aantal klachten en handhavingsverzoeken
bouwtoezicht
- - 175 200
(t/m
juni)
-
E7 Controles B- en C-evenementen B: 51
B+: 19
C: 5
B: 10
B+: 26
C: 4
B: 0
B+: 12
C: 2
B: 1
B+: 12
C: 3
Alle B-
en C-
gecontr
oleerd
E8 Aantal personen op de agenda van de lokale
veiligheidskamer (incl. radicalisering)
145 132 130 49 (t/m
april)
100
61
Toelichting
Leefbaar en veilig
Sinds een aantal jaren maken we actief gebruik van de mogelijkheden die de Opiumwet biedt om
drugspanden te sluiten. Dit zetten we met name in bij de vondst van een hennepkwekerij. Een
hennepkwekerij brengt vaak brandgevaar met zich mee en kan andere vormen van criminaliteit
aantrekken (kwekerijen worden vaak beschermd tegen diefstal met behulp van boobytraps) en zorgen
voor een onveilig gevoel in de buurt. Met de sluiting van een drugspand wordt de leefbaarheid en
veiligheid in de buurt bevorderd.
In 2016 is het instrument van de gebiedsontzeggingen horeca geïntroduceerd. Daarmee kunnen
onruststokers in de horecagebieden tijdelijk geweerd worden uit het gebied. Dit komt de leefbaarheid
en veiligheid in deze gebieden ten goede.
Voldoende invulling van de crisisorganisatie wil zeggen dat alle functies vervuld zijn, medewerkers
opgeleid en getraind zijn en informatiemateriaal voorhanden is voor bijzondere objecten (bijvoorbeeld
de HSL) zodat de crisisorganisatie minimaal 72 uur zelfstandig kan draaien.
De Officier van Dienst Bevolkingszorg is een gemeentelijk functionaris die als taak heeft de
bevolkingszorg te regelen in geval van een calamiteit. Denk hierbij aan opvang van personen, afzetten
van gebied, communicatie, e.d. Met behulp van de inzet van de OvD-Bz worden de gevolgen voor de
omgeving zoveel mogelijk beperkt.
Het aantal gebouwbranden laat een relatief stabiel beeld zien over de afgelopen jaren. Het beïnvloeden
van dit aantal is niet eenvoudig. Met name met behulp van controles van bestaande gebouwen (op
brandveiligheid) proberen we zoveel mogelijk branden te voorkomen en zo een bijdrage te leveren aan
een veilige fysieke omgeving. Ditzelfde geldt voor het bouwtoezicht en de afhandeling van klachten en
handhavingsverzoeken. Het aantal klachten en handhavingsverzoeken lijkt in 2017 substantieel
gestegen maar dit heeft vooral te maken met de betere registratie sinds de introductie van het
zaaksysteem.
Ten aanzien van evenementen richten we ons gezien de veiligheidsrisico’s met name op de grote
evenementen met risicocategorie B, B+ of C. Zo proberen we aan de voorkant de veiligheidsrisico’s
zoveel mogelijk te beperken door een multidisciplinaire voorbereiding. Voor aanvang en tijdens het
evenement vinden controles plaats en wordt een Integraal Operationeel Plan opgesteld met alle
hulpdiensten voor het geval er toch een incident plaatsvindt.
De persoonsgerichte aanpak is een belangrijk speerpunt binnen ons veiligheidsbeleid. Jeugdigen
(individueel of groepen) die dreigen af te glijden richting criminaliteit, of al zijn afgegleden, worden
door alle relevante partners besproken in de lokale veiligheidskamer. Hier wordt vervolgens een
casusregisseur benoemd en een plan van aanpak gemaakt. In geval van zeer complexe gevallen kan
opgeschaald worden naar het Veiligheidshuis Hollands Midden. Ditzelfde geldt voor volwassenen.
http://hoeveiligismijnwijk.nl/
Openbare orde en veiligheid - Waarstaatjegemeente.nl - Alphen aan den Rijn
62
Wat mag het kosten?
Schoon, heel en veilig Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 57.683 52.660 52.937 52.358 52.459
Baten 35.239 28.675 28.512 28.535 28.235
Saldo van baten en lasten -22.444 -23.985 -24.426 -23.823 -24.224
Mutaties reserves
Toevoegingen 12.296 21.766 12.046 12.046 12.046
Onttrekkingen 3.080 11.423 3.663 2.835 3.045
Mutaties reserves -9.215 -10.342 -8.382 -9.210 -9.000
Saldo -31.659 -34.328 -32.808 -33.033 -33.225
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
In de Kadernota 2017 is in begrotingsjaar 2018 incidenteel een extra bijdrage gestort in de reserve
groot onderhoud beweegbare bruggen omdat voor het groot onderhoud van de Koudekerksebrug
€ 1,1 miljoen meer nodig is dan wat beschikbaar is binnen de hiervoor reeds gereserveerde en
voorziene middelen.
In de Kadernota 2017 is vanuit de reserve NUON incidenteel een bedrag van € 6,9 miljoen beschikbaar
gesteld ten behoeve van de reserve IRS ter versterking van de wegen-infrastructuur in Alphen aan den
Rijn. Deze mutatie is in het begrotingsjaar 2018 neutraal verwerkt via de mutaties reserves.
De schommeling in de lasten, baten en reservemutaties tussen 2017 en 2018 wordt hoofdzakelijk
verklaard door de in 2017 begrote uitgaven voor het project Fietsbrug Aarkanaal Oostkanaalweg en de
hiervoor begrote subsidies voor dit project, dat voor het overige gedekt wordt vanuit de reserve
Alphens meerjaren investeringsplan. Per saldo verloopt dit project budgettair neutraal via dit
programma.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 52.660 28.674 -23.985 70,8% 71,5%
0.63 Parkeerbelasting
1.473 1.473 0,0% 3,7%
1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 6.641 300 -6.341 8,9% 0,7%
1.2 Openbare orde en Veiligheid 3.170 80 -3.090 4,3% 0,2%
2.1 Verkeer en vervoer 15.334 588 -14.746 20,6% 1,5%
2.2 Parkeren 2.216 1.686 -529 3,0% 4,2%
3.4 Economische promotie 731 427 -304 1,0% 1,1%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 5.478 30 -5.448 7,4% 0,1%
7.2 Riolering 9.081 10.850 1.769 12,2% 27,1%
7.3 Afval 9.022 11.946 2.923 12,1% 29,8%
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 988 1.295 307 1,3% 3,2%
Mutaties reserves 21.766 11.423 -10.342 29,2% 28,5%
0.10 Mutaties reserves 21.766 11.423 -10.342 29,2% 28,5%
Eindtotaal 74.425 40.098 -34.328 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
63
Overzicht incidentele baten en lasten
Schoon, heel en veilig 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Reserve IRS / beheerplan openbare
ruimte
381
Groot onderhoud beweegbare bruggen 1.125 1.000
Mutaties reserves:
Bereikbaarheid/infrastructuur (toev.
reserve)
6.900
Bereikbaarheid tlv NUON reserve 6.900
Reserve IRS / beheerplan openbare
ruimte
2.940
Groot onderhoud beweegbare bruggen
(toev. reserve)
1.100
Groot onderhoud beweegbare bruggen
(dekking)
1.125 1.000
Aanvullende bijdrage extra parkeerlaag
(toev. reserve)
1.120
Aanvullende bijdrage extra parkeerlaag
tlv NUON reserve
1.120
Totaal programma 4 13.185 9.526 1.000 1.000 0 0 0 0
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele en structurele reservemutaties
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Incidenteel
I-Incidenteel Egalisatiereserve parkeren 1.120
I-Incidenteel Integrale reserve SB 9.840
I-Incidenteel Reserve groot oh beweegbare bruggen 1.100 1.125 1.000
I-Incidenteel Reserve Nuon struct. dekking 8.020
Totaal Inc identeel 12.060 9.145 1.000
Structureel
Integrale reserve stadsbeheer (IRS) 9.549 1.814 11.864 2.162 11.839 2.350 11.814 2.566
Reserve bovenwijkse voorzieningen 303 342 327 322
Reserve locatie Havenstraat 5 16 15 15 15
Reserve locatie Torenpad 29 7 66 7 65 7 64 7 63
Reserve speeltoestellen 100 125 150 175
Reserve vrije tijd water en groen 50 62 50 62 50 62 50 62
Reserve wandelbos 18 18 17 17
Totaal Structureel 9.706 2.278 12.046 2.663 12.046 2.835 12.046 3.045
Totaal Schoon, heel en veilig 21.766 11.423 12.046 3.663 12.046 2.835 12.046 3.045
Reserve
64
Risico’s bij dit Programma
Infrastructuur
Bij een tekort een investeringen zal de infrastructuur meer achterstallig onderhoud gaan oplopen.
Parkeren
Bij invoering van gratis parkeren zal de parkeerexploitatie onder druk komen te staan.
65
Programma 5 Ruimtelijke Ontwikkeling
Hoogwaardig
Centrum-
milieu
Vitale dorpen Wonen Toerisme en
Recreatie
Instrumentarium
Wat willen we bereiken?
Aantrekkelijk
vestigings- en
verblijfsklimaat
Passende
woningbouw
ontwikkeling in
alle kernen
Duurzame
woningvoorraad
Voor recreant
toegankelijk en
bereikbaar
Groene Hart
Optimale inzet van
ons
(publiekrechtelijke)
instrumentarium en
eigendommen
Voorzien in
woningbehoefte
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabellen resultaatindicatoren/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -7.285.000
66
Inleiding
Hoogwaardig centrummilieu
We richten ons op een aantrekkelijk vestigings- en verblijfsklimaat met een brede mix aan stedelijke
voorzieningen en ontmoetingsplekken, die uitnodigen tot vestiging en verblijf. In de stad Alphen aan
den Rijn pakken we door met de projecten Lage Zijde, Rijnhaven en Stationsomgeving. We nemen op
een eigentijdse wijze de gebiedsontwikkeling ter hand. Een voorbeeld hiervan is Rijnhaven waar een
uitnodigende wijze van werken leidt tot publiek-private samenwerking. Derhalve minder plannen en
meer doen!
Vitale dorpen
We richten ons op de leefbaarheid in en vitaliteit van de kernen. Leefbaarheid in de kleine kernen
vraagt actieve en creatieve medewerking van de gemeente aan initiatieven. Voor alle kernen geldt dat
er voldoende mogelijkheden moeten zijn voor woningbouw opdat er sprake kan zijn van een
woningvoorraad met toekomstwaarde. Nieuwbouw draagt bij aan het behouden en versterken van
aantrekkelijke kernen en de draagkracht van het voorzieningenniveau binnen de kernen (zie ook de
dorpsvisies) . Voor een goede woonbeleving is het van belang dat nieuwbouw tevens goed aansluit bij
identiteit en maat en schaal van de kern. Tot slot dienen woningen aan te sluiten bij de behoefte,
bijvoorbeeld van starters en senioren en met levensloopgeschikte woonvormen. Op deze manier is er
voor mensen die willen (blijven) wonen in de dorpen passende woonruimte.
Wonen
We richten ons op een toekomstbestendige woningvoorraad, voorzien in de woningbehoefte door
voldoende beschikbaarheid van passende woningen.
Er is een ruime variatie aan woningen voor verschillende doelgroepen, ook de bijzondere. Dit betekent
variatie qua prijs, eigendom en woningtype. Jong en oud heeft de mogelijkheid om binnen de eigen
wijk (als het gaat om de stad Alphen) of het eigen dorp door te stromen naar een passende woning.
De woningvoorraad is daarnaast energiezuinig en levensloopgeschikt. Door flexibele woningindeling
zijn woningen en utiliteitsgebouwen (scholen, kantoren) eenvoudig aanpasbaar voor verschillende
generaties en (gecombineerde) functies.
Toerisme en recreatie
We richten ons op het verbeteren van de economische sector Recreatie en Toerisme. In de periode tot
2021 proberen we met de rijnstreekgemeenten, de regio Midden Holland en Woerden en omstreken
het bezoekersaantal voor het Groene Hart in Zuid Holland te verdubbelen. Voor Alphen aan den Rijn
betekent dat het optimaliseren van de samenwerking met het platform Recreatie en Toerisme (PRET),
tussen iconen zoals Archeon en Avifauna, en met andere recreatie ondernemers. Speerpunten voor
2018 zijn het bevorderen van samenwerking tussen de grotere en kleinere ondernemers en het
bevorderen van nieuwe initiatieven en arrangementen. Door een integrale aanpak met Nieuwkoop en
Kaag en Braassem streven we ernaar om nieuwe arrangementen te ontwikkelen, meer promotie en
samenwerking tussen ondernemers in de regio te bevorderen.
Instrumentarium
We richten ons op optimale inzet van ons (publiekrechtelijke) instrumentarium en eigendommen. Bij
instrumentarium ligt de focus op de inzet van bestemmingsplannen, vrijstellingen en andere
ruimtelijke procedures. Nieuwe ruimtelijke plannen zijn digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar. Deze
plannen zijn actueel en flexibel om op de snel veranderende ruimtelijke behoeften te kunnen inspelen.
Bij eigendom gaat het om gemeentelijk vastgoed en hectares uitgeefbaar bedrijfsterreinen of andere
gronden in eigendom van de gemeente. We willen op een moderne wijze de gebiedsontwikkeling ter
67
hand nemen naar het voorbeeld van de Rijnhaven waar een uitnodigende wijze van werken leidt tot
publiek-private samenwerking. Derhalve minder plannen en meer doen!
Recente ontwikkelingen
Hoogwaardig centrummilieu
Recente ontwikkelingen van belang voor een hoogwaardig centrummilieu zijn Stadshart Lage Zijde,
Rijnhaven, Stationsomgeving Alphen aan den Rijn en Herontwikkeling Bonifaciusschool.
Vitale dorpen
Recente ontwikkelingen in het kader van de vitale dorpen en het wonen betreffen de door de
dorpsoverleggen opgestelde visies, het woningmarktonderzoek, de verkenning naar uitleglocaties voor
Alphen aan den Rijn na 2020, ondertekende prestatieafspraken 2017-2020 en actualistaie van de
regionale woonvisie Holland Rijnland.
Toerisme en recreatie
In 2017 is de regionale subsidieregeling van kracht gegaan om samenwerking en nieuwe recreatieve
arrangementen tussen ondernemers te bevorderen. Dit past in de algemene trend waarin meer
regionale samenwerking wordt gezocht op het gebied van recreatie en toerisme en promotie
gezamenlijk wordt opgepakt. Samenwerking vindt plaats op meerdere niveaus: Groene Hart breed in
Alphen-Gouda-Woerden, via Merk en Marketing, Pret en in de Rijnstreek regio.
Relevante beleidsnota’s Meerjarenplan bestemmingsplannen 2015-2025.
Afwegingskader voor woningbouwontwikkeling
Woonagenda
Deelprogramma Recreatie Groene Hart van Zuid Holland
68
Wat willen we bereiken?
Maatschappelijke effecten
Hoogwaardig centrummilieu
E1 Aantrekkelijk vestigings- en verblijfsklimaat
Vitale dorpen
E2 Passende woningbouw ontwikkeling in alle kernen
Wonen
E3 Duurzame woningvoorraad
E4 Voorzien in woningbehoefte
Toerisme en recreatie
E5 Voor recreant toegankelijk en bereikbaar Groene Hart
Instrumentarium
E6 Optimale inzet van ons (publiekrechtelijke) instrumentarium en eigendommen
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Vitale dorpen
E2 Slagingskans sociale
huur naar kern (aantal
actief
woningzoekenden
/vrijkomende sociale
huurwoningen per
kern). Norm 20%.
Aarlanderveen 13,7% 10,5%
Alphen aan den Rijn
23,9% 26,4%
Benthuizen 25,4% 12,7%
Boskoop 12,9% 21,9%
Hazerswoude-Dorp
13,5% 14,3%
Hazerswoude-Rijndijk
13,1% 10,3%
Koudekerk aan den Rijn
11,9% 11,1%
Zwammerdam 14,8% 7,4%
Totaal 19,6% 21,5%
20 %
E2 Samenstelling
woningvoorraad
(koop/huur
(corporaties en
particulier))
62% koop,
38% huur
(corporaties:
27%,
particulier
11%)
62% koop, 38% huur.
(corporaties: 27%,
particulier 11%)
62% koop,
38% huur
(corporaties:
27%,
particulier
11%)
62% koop,
38% huur
(corporaties:
27%,
particulier
11%)
62% koop,
38% huur
(corporaties:
27%,
particulier
11%)
Wonen
E3 Labels corporatie-woningen. Norm gemm.
label B of gemm.
energie index van
minimaal 1,25 in 2020
C C C
E4 Slagingskans sociale huur (in de eigen gemeente)
22% 25%
E4 Ontwikkeling woningvoorraad
45753 45968 46723 47493 48311
E4 Gemiddelde inschrijfduur
5,7 6,0 6,3
Toerisme en recreatie
E5 Uitbreiding t.o.v. 2015
van vaar-, fiets- en
wandelroutes
Uitbreiding
Instrumentarium
69
E6 Percentage leegstand
gemeentelijk
vastgoed.
Afname
E6 100% van de
ruimtelijke plannen is
digitaal uitwisselbaar
en raadpleegbaar (via
ruimtelijkeplannen.nl).
60% 80% 88%
E6 Innovatieve ruimtelijke
oplossingen met en uit
de samenleving.
2 Minimaal 2
Toelichting
Hoogwaardig centrummilieu
Een aantrekkelijk vestigings- en verblijfsklimaat door brede mix aan stedelijke voorzieningen en
ontmoetingsplekken, die uitnodigen tot vestiging en verblijf.
Vitale dorpen
In de kernen vindt woningbouw plaats die past bij behoefte, maat, schaal en karakteristiek van de
kern. Passende woningvoorraad voor verschillende doelgroepen, hiermee zorgen we er onder andere
voor dat starters en jonge huishoudens in hun dorp kunnen blijven wonen en oudere huishoudens
kunnen doorstromen naar een (levensloopgeschikte) woning. De slagingskansen voor sociale woningen
blijven in de kernen achter bij Alphen aan den Rijn (stad). Daarom voegen we sociale huurwoningen toe
en krijgen de corporaties meer ruimte om lokaal maatwerk toe te passen. We monitoren de effecten
van dit beleid nauwgezet.
Wonen
Voldoende passende woningen voor verschillende doelgroepen waaronder zorgvragers en
spoedzoekers (starters, statushouders, arbeidsmigranten en zorgvragers); een aantrekkelijke
leefomgeving voor en door onze inwoners; bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen door een betere
energieprestatie, energiebewustzijn inwoners en beperkt fossiel energiegebruik.
Om te voorzien in de woningbehoefte is een evenwichtige opgebouwde woningvoorraad essentieel. De
voorraad sluit aan op de vraag van mensen in verschillende levensfasen. We gebruiken marktonderzoek
en het afwegingskader woningbouw om onderscheid te maken tussen nuttige van onnodige
toevoegingen. De woningvoorraad is ook toekomstbestendig: zowel duurzaam/energiezuinig als
geschikt voor meerdere (bijzondere) doelgroepen. De gemeente draagt deze visie uit in gesprekken
met stakeholders.
We spreken met corporaties af dat zij de energieprestaties van hun bezit verbeteren. Het beleidsdoel is
dat in 2020 het corporatiebezit minstens energielabel B heeft (EI hoogstens 1,4). We maken jaarlijks
afspraken met de corporaties over hun bijdrage aan deze doelstelling. Ook gaan corporaties een
percentage van hun energieverbruik duurzaam opwekken.
Toerisme en recreatie
Vanuit recreatie en toerisme gezien gaat het om aantrekkelijke, beleefbare en toegankelijke kernen in
het Groene Hart en een verbeterde fysieke toegankelijkheid voor varen, fietsen en wandelen.
Instrumentarium
Ten aanzien van het instrumentarium willen we naar een afname leegstand gemeentelijk vastgoed en
niet uitgegeven gronden; het faciliteren van (innovatieve) ruimtelijke vragen met en uit de samenleving
en een actueel, flexibel en digitaal bestemmingsplanbestand.
70
Welke resultaten gaan we realiseren?
Resultaatindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Vitale dorpen
E2 Aantal nieuwe woningen:
- Aarlanderveen 0 0 13
- Benthuizen 10 4 0
- Boskoop 77 171 103
- Hazerswoude-Dorp 80 28 37
- Hazerswoude-Rijndijk 3 0 54
- Koudekerk aan den Rijn 0 0 62
- Zwammerdam 5 1 0
E2 Tot 2022 130 sociale huurwoningen
toevoegen in de kleinere kernen
42 20 ca 30
E2 Tot 40% van de sociale huurwoningen
wordt lokaal toegewezen
PM PM PM
Wonen
E3 Verbeterde score energielabel woningen labels C tot
G neemt af
ten gunste
van de
labels A+,
A en B
E4 Realiseren woningbouw Conform
planning
E4 Realiseren huisvesting voor arbeidsmigranten conform regionale afspraken
244
Wat gaan we ervoor doen?
Hoogwaardig centrummilieu
- Ontwikkeling Lage Zijde tot hoogwaardig duurzaam centrummilieu door in 2018 de volgende
doelen te bereiken en activiteiten te ontplooien: planbegeleiding blok1, 3, 6 en 7b,
planontwikkeling en begeleiding locatie Aargebouw (bibliotheek, parkeren, archief),
planontwikkeling Aarhof, begeleiding van particuliere initiatieven in het plangebied, realisatie
openbaar gebied Thorbeckeplein/Thorbeckestraat, inrichting openbare ruimte, bouw brug de
Vest en bereikbaar en toegankelijk houden centrum Alphen aan den Rijn.
- Ontwikkeling Rijnhaven-Oost door in 2018 de volgende doelen te bereiken en activiteiten te
ontplooien: begeleiding particuliere woningbouwinitiatieven transformatie zone Energieweg,
stimuleren zittende eigenaren tot transformatie van hun bezit, inrichting openbare haven en
planbegeleiding ontwikkeling jachthaven Westerengh, planbegeleiding ontwikkeling Harmonie
fase 1 en 2, planbegeleiding ontwikkeling Baronie fase 2 en 3, planontwikkeling en begeleiding
sociaal ondernemerschap De Werf, planontwikkeling en begeleiding tijdelijke gebruiksfuncties
De Werf, planbegeleiding ontwikkeling voormalige locatie Helm Chemicals en Hyva (deze
locaties behoren weliswaar niet tot Rijnhaven-Oost maar particuliere plannen voor deze twee
locaties komen echter voort uit de transformatie ambitie van Rijnhaven-Oost en de vergroting
van de gebruiksmogelijkheden van de haven).
- Ontwikkeling Stationsomgeving Alphen aan den Rijn door in 2018 de volgende doelen te
bereiken en activiteiten te ontplooien: vaststellen bestemmingsplan Alphen Stad, oplevering
blok 29 en woonrijp maken openbare ruimte blok 29, start bouw blok 30, bouwrijp maken en
start bouw locatie Havenstraat en marktselectie blok 22.
- Herontwikkeling Bonifaciusschool conform planning.
71
Vitale dorpen
- Passende woningbouwontwikkeling in alle kernen die aansluit op de behoeften en
doelstellingen van het afwegingskader woningbouw (waaronder meer differentiatie en kwaliteit
aansluiten op behoefte), waaronder nieuwbouw van sociale huurwoningen en goedkopere
koopwoningen.
- Visie levensloopbestendig wonen gereed.
- Uitvoering geven aan prestatieafspraken, samen met corporaties.
Wonen
- Behoefte bijzondere doelgroepen in kaart gebracht.
- Ontwikkelen visie levensloopgeschikt wonen.
- Oplevering St Joseph, huisvesting spoedzoekers.
- Nieuwe woningen realiseren die voldoen aan doelstellingen afwegingskader woningbouw
- Uitvoering geven aan prestatieafspraken met huurders en corporaties, waaronder: start
renovatie Rode Dorp en Edelstenenbuurt, het realiseren van huisvesting voor bijzondere
doelgroepen en spoedzoekers, ondersteunen van investeringen in duurzaamheid
(Duurzaamheidslening, Stimuleringsregeling, Green deals, onderzoeken mogelijkheden groene
leges, energiecoaches).
- Corporaties verduurzamen hun woningvoorraad. In Rode Dorp start een proeftuin
verduurzaming; Partijen investeren in alternatieven voor gas in nieuwbouw en
herstructurering.
De woningbouwstrategie is het beginpunt voor de invulling van de woningbouwopgave.
De stad Alphen aan den Rijn zal na het benutten van verdichtingskansen en transformatie-
mogelijkheden, over onvoldoende plancapaciteit beschikken om te kunnen voorzien in de vraag naar
stedelijk wonen. Verkend wordt waar eventueel nieuw wonen landschappelijk ingepast kan worden.
Zonder nieuwe woningbouwlocaties zal de woningvraag leiden tot een spanning op de woningmarkt
waardoor de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van het wonen in Alphen aan den Rijn onder druk
komt te staan. De woningmarkten in de kleinere kernen zullen niet onder druk komen te staan
aangezien hier voldoende woningbouwplannen voorzien worden die aansluiten op de behoefte.
Wij pakken dit de komende jaren op met onze stakeholders. Tenslotte hebben wij veel aandacht voor
de huisvesting van bijzondere doelgroepen: spoedzoekers (in de brede zin) en mensen met een
zorgvraag. We ontwikkelen een visie op levensloopgeschikt wonen. In 2018 start de Blijverslening: een
beleidsinstrument om woningaanpassingen ten behoeve van langer thuis wonen te financieren.
Toerisme en recreatie
- Opstellen van een uitvoeringsprogramma van de Visie op Water 2017 en verder.
- Bevorderen van initiatieven voor jachthaven en aantrekkelijk waterfront in de Rijnhaven.
- Opstellen Vaar- en Nautische verordening.
- Aansluiten bij sloepenroute/vaarknooppuntensyteem (Groene Hart-PZH).
- Realisatie kade langs de Oude Rijn en plein bij de kruising Oude Rijn/Kromme Aar (Lage Zijde).
- Haalbaarheidsstudie Rotte Rijn Vliet.
- Aansluiting bij het Hollands Plassenberaad.
- Bewustwording positieve effecten van groen op de leefkwaliteit. Mede door het faciliteren van
natuur- en milieueducatie (door beschikbaar stellen leskisten aan IVN en Avifauna).
- Samen met convenantspartners Gouda en Woerden wordt gewerkt aan het versterken van de
toeristisch recreatieve infrastructuur met name op het gebied van promotie Groene Hart en
bevorderen waterrecreatie.
- Het Flexibel Meerjarenprogramma Rijn- en Veenstreek verder tot realisatie brengen (FMP) Rijn- en
Veenstreek aan de landschapstafels (loopt door tot en met 2021).
72
- Verbeteren routenetwerk stad-land (zie programma 2) en fietsknooppuntennetwerk (2017).
- Oplevering wandelpadennetwerk en wandelknooppuntensysteem (2017).
- Samen met partners (provincie en hoogheemraadschap) werken aan uitbreiding van
vaarwegennetwerk en ligplaatsen.
- Benutten van de oevers en het water van de Oude Rijn en Gouwe.
- Koppeling recreatief toeristische netwerken aan ov-haltes/uitbreiding informatiepunten over
recreatieve mogelijkheden (zie programma 2).
- Ontwikkelen van themaroutes en arrangementen.
- Opzetten van een uniforme toeristische bewegwijzering voor de gehele gemeente.
- Uitbreiding tov 2016 van het beheer gericht op bloemrijke en bij-vriendelijke bermen.
- Recreatief toeristische arrangementen qua Marketing en Boekingsmogelijkheden uitwerken met
PReT/VVV’s en Alphen marketing.
- Monitor recreatie en toerisme Groene Hart.
In 2016 is voor het Flexibel Meerjarenprogramma (FMP) € 300.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag
wordt bereikt door gedurende 6 jaar, vanaf 2016, jaarlijks € 50.000 van het structurele budget voor
recreatie en toerisme over te hevelen naar het budget voor het FMP. Ook Kaag en Braassem en
Nieuwkoop hebben een bedrag van € 300.000 beschikbaar gesteld. De provincie Zuid Holland heeft
€ 1,5 miljoen cofinanciering toegezegd. Het programma zet in op het promoten van de regio, het
behouden en ontwikkelen van een aantrekkelijk landschap, het verbeteren van de bereikbaarheid met
name voor waterrecreanten en het vergroten van de beleefbaarheid (ZIE, BEWONDER, KOM, BELEEF).
Samen met de regio Midden Holland worden in 2018 twee projecten opgepakt uit het Deelprogramma
Recreatie Groene Hart van Zuid Holland; monitor recreatie en toerisme en onderzoek naar koppeling
recreatieve routenetwerken aan ov-haltes.
In 2016 is door de raad voor drie of vier jaar een budget van € 250.000,- per jaar gevoteerd om de
beheerverantwoordelijkheid door de overname van de 5 sluizen van het Hoogheemraadschap van
Rijnland te bekostigen. Tevens wordt dit budget gebruikt om de areaaluitbreiding gemeentelijk (vaar-)
water te kunnen beheren (baggeren/beschoeien). Gebleken is dat dit budget structureel nodig is en bij
BOR gealloceerd moet worden.
In samenwerking met de provincie wordt gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking op het
gebied van waterrecreatie. Deze samenwerking kan worden benut om aan te sluiten bij het
sloepenroutenetwerk van het Groene Hart en het vaarknooppuntennetwerk provincie Zuid Holland.
Instrumentarium
- Faciliteren van initiatieven vastgoedeigenaren tot gebruikswijziging en transformatie
(maatschappelijk) vastgoed.
- Transformeren gemeentelijk (maatschappelijk) vastgoed naar andere functie (o.a. woningbouw).
- Verkoop leegstaand vastgoed aan (maatschappelijke) organisaties.
- Beschikbaar stellen leegstaand vastgoed (bijv. voor dringende –tijdelijke- ruimtebehoefte).
- Conform de planmatige aanpak herziening bestemmingsplannen 2015-2025 wordt in 2018
gewerkt aan: Bestemmingsplan Alphen Stad, Bestemmingsplan Kernen en Bestemmingsplan
Bedrijventerreinen.
- Er wordt capaciteit vrijgemaakt om de Omgevingswet in te kunnen voeren.
- Ervaring opdoen met de Omgevingswet door plannen als Omgevingsplan Rijnhaven Oost,
bestemmingsplan Alphen Stad.
- Deelname aan VNG kernteam “Handvatten voor het omgevingsplan”.
- Ruimtelijke plannen publiceren op de website www.ruimtelijkeplannen.nl en de gemeentelijke
website waardoor deze digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar zijn.
73
Wat mag het kosten?
Ruimtelijke ontwikkeling Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 36.349 24.665 22.950 19.309 14.216
Baten 25.271 18.317 17.027 21.304 11.926
Saldo van baten en lasten -11.077 -6.348 -5.923 1.995 -2.290
Mutaties reserves
Toevoegingen 1.398 1.102 3.405 9.401 2.717
Onttrekkingen 4.578 165 2.047 116 116
Mutaties reserves 3.180 -937 -1.358 -9.285 -2.601
Saldo -7.897 -7.285 -7.281 -7.290 -4.891
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
Binnen dit programma zijn de baten en lasten van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG)
verwerkt. Deze mutaties fluctueren in de diverse jaarschijven sterk maar verlopen per saldo budgettair
neutraal via de reserve Grondexploitatie.
De afname in 2018 en volgende begrotingsjaren ten opzichte van 2017 wordt verklaard doordat in
2017 eenmalig € 294.000 extra wordt gestort in de voorziening onderhoud gebouwen (VJR 2017 MJOP
vastgoed). Via de Kadernota 2017 is daarnaast voor 2017 incidenteel € 300.000 beschikbaar gesteld
voor de voorbereidingen van de implementatie van de Omgevingswet en het opstellen van een
regionale omgevingsvisie.
De afname van het programmasaldo in 2021 komt vanwege lagere rentebijschrijvingen op
verliesvoorzieningen voor grondexploitaties. In 2020 worden naar verwachting enkele omvangrijke
grondexploitaties afgesloten, waardoor vanaf 2021 geen rentebijschrijving meer hoeft plaats te vinden
aan de verliesvoorzieningen die bij enkele van deze complexen horen.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 24.665 18.317 -6.348 95,7% 99,1%
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 6.769 3.922 -2.847 26,3% 21,2%
5.5 Cultureel erfgoed 551 37 -514 2,1% 0,2%
8.1 Ruimtelijke Ordening 1.575 150 -1.425 6,1% 0,8%
8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 10.568 11.036 468 41,0% 59,7%
8.3 Wonen en bouwen 5.202 3.172 -2.030 20,2% 17,2%
Mutaties reserves 1.102 165 -937 4,3% 0,9%
0.10 Mutaties reserves 1.102 165 -937 4,3% 0,9%
Eindtotaal 25.767 18.482 -7.285 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
74
Overzicht incidentele baten en lasten
Ruimtelijke ontwikkeling 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Actualisatie nota Bovenwijkse
voorzieningen
1.882
Treasury: Herrubricering Grexen (rente
verliesvoorz.)
2.370 2.371 2.419 181
Mutaties reserves:
Reserve Bovenwijkse voorzieningen 1.882
Totaal programma 5 2.370 0 4.253 1.882 2.419 0 181 0
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele en structurele reservemutaties
Reserve Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Incidenteel
I-Incidenteel Reserve bovenwijkse voorzieningen 1.882
Totaal Incidenteel 1.882
Structureel
Integrale reserve stadsbeheer (IRS) 1.780
Reserve bovenwijkse voorzieningen 584 21 1.325 21 301 22 650 22
Reserve economie 50 50 50 50
Reserve grondexploitatie 468 250 9.100 2.066
Reserve overname Heijmans/Terra Amvest 38 38 38 38
Reserve wonen plus 56 56 56 56
Totaal Structureel 1.102 165 3.405 165 9.401 116 2.717 116
Totaal Ruimtelijke ontwikkeling 1.102 165 3.405 2.047 9.401 116 2.717 116
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Risico’s bij dit programma Hieronder zijn de risico’s opgenomen die we voorzien met betrekking tot de beleidsuitvoering en de
bedrijfsvoering in 2017 en latere jaren.
Grondexploitaties
Gemeente Alphen aan den Rijn voert op een aantal locaties een actief grondbeleid. Dat wil zeggen dat
zij risicodragend gronden aankoopt, bouwrijp maakt en uitgeeft ten behoeve van nieuwbouw
(bijvoorbeeld woningbouw). De afgelopen jaren zijn er geen grootschalige nieuwe grondexploitaties
vastgesteld. Bij de lopende grondexploitaties (bijvoorbeeld Stadshart Lage Zijde, Kerk en Zanen, en
Steekterpoort) wordt geconstateerd dat de woningmarkt sterk is aangetrokken en dat ook de vraag
naar bedrijventerreinen weer aantrekt. De belangrijkste risico’s van de afgelopen jaren, vertraging van
projecten en afwaarderingen van grondopbrengsten, zijn daardoor op dit moment minder actueel.
Daarnaast neemt het risicoprofiel van de grondexploitaties verder af doordat de projecten verder in de
uitvoering zitten, of kunnen worden afgesloten.
Het risicomanagement voor de grondexploitaties bestaat enerzijds uit het kwalificeren en kwantificeren
van de risico’s (risicoanalyse) en anderzijds uit het beheersen van de risico’s. In de risicoanalyse bij het
Meerjarenperspectief grondexploitaties worden de risico’s op de grondexploitatieprojecten benoemd
en gekwantificeerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de kans dat een risico zich voordoet en de
impact die het risico op het resultaat van de grondexploitatie zal hebben. Per saldo resulteert dit in een
75
gewogen risicoprofiel. Deze weging wordt gehanteerd omdat niet alle risico’s zich gelijktijdig en/of in
de volle omvang zullen voordoen. Als de kans groter is dan 50% dat een risico zich voordoet wordt het
niet meer als risico beschouwd maar als kostenpost in de grondexploitatie opgenomen.
Het risicoprofiel van de grondexploitaties wordt jaarlijks, tegelijk met de grondexploitaties,
geactualiseerd. Indien de winstvoorraad binnen de grondexploitaties ontoereikend is om de risico’s op
te vangen, dient binnen het totale gemeentelijke weerstandsvermogen een buffer aangehouden te
worden voor de risico’s op de grondexploitaties.
Via het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) en de Paragraaf Grondbeleid wordt de raad over
het risicosaldo van de grondexploitaties geïnformeerd.
Beheermaatregelen:
Jaarlijks actualiseren van het risicoprofiel van de grondexploitaties.
De ontwikkelingen binnen de grondexploitaties worden zowel bij de kadernota als de
begrotingsbehandeling betrokken.
Inzet personeel voor projecten
Risico ten aanzien van de mate waarin kredieten en plankosten dekking leveren voor vaste formatie,
die ten behoeven van de uitvoering van projectactiviteiten in brede zin is aangenomen.
Vanaf de fusie in 2014 is op basis van ramingen een normbedrag vastgesteld van door te berekenen
interne personeelskosten aan grondexploitaties, projecten en plannen. Dit normbedrag bedraagt
ongeveer € 2,5 miljoen per jaar.
Als gevolg van het af- en teruglopen van activiteiten binnen de grondexploitaties, projecten en plannen
en het naar verwachting afsluiten daarvan, zien we dat op realisatiebasis de dekkingsmogelijkheden
terug lopen. De situatie zal in 2017 worden beoordeeld om te komen tot een bijgesteld
(geactualiseerd) normbedrag voor de komende jaren.
Beheermaatregel:
Bij de vervulling van vacatures, inhuur en dergelijke zal rekening gehouden moeten worden met het
verminderen van de activiteiten binnen de grondexploitaties en projecten.
Bouw- en woningtoezicht, Risico ten aanzien van bouwleges
De geraamde opbrengst bouwleges in de begroting wordt periodiek getoetst op basis van actuele
ontwikkelingen. De verwachtingen over het aantal gerealiseerde bouwprojecten en de voorgenomen
wijzigingen in de uitvoering van de nieuwe Omgevingswet, kunnen leiden tot een bijstelling van de
huidige ramingen van de bouwleges. Voor de begroting 2018 is het op dit moment te vroeg om op een
zorgvuldige wijze in te kunnen spelen op de gevolgen van deze te verwachten ontwikkelingen.
Beheermaatregel
Periodieke bijstelling op basis van actuele gegevens, waarbij onder meer de tussentijdse rapportages
binnen de P&C cyclus hiertoe een eerste ijkpunt vormen.
76
Programma 6 Duurzaamheid
Gemeentelijke Organisatie Samenleving Milieu
Wat willen we bereiken?
Duurzame organisatie Duurzame samenleving Schoon milieu
Gemeentelijke
nieuwbouwprojecten zijn ten
minste energieneutraal
Verantwoorde omgang met
waardevolle grondstoffen
Voorkomen schade aan milieu
door bedrijvigheid
Verduurzaming
gemeentelijke installaties
Reduceren CO2-uitstoot Geen gezondheidsschade door
bodem, geluid, luchtkwaliteit en
externe veiligheid
Energietransitie
gemeentelijke organisatie
Vergroten aandeel hernieuwbare
energie
Leefkwaliteit omgeving
Verduurzaming
gemeentelijke inkoop
Verbeteren energie-efficiëntie van
gebouwen
Energiebesparing bedrijven door
ODMH
Meetbare verduurzaming
gemeentelijke projecten
Stimuleren lokale
duurzaamheidsinitiatieven
Gemeentelijk vastgoed
energieneutraal
Verduurzaming Greenport Boskoop
Duurzaamheid als leidraad
bij alle gemeentelijke
afdelingen
Vergroten bewustzijn
duurzaamheid in de Alphense
samenleving
Gezamenlijke aanpak
energietransitie op
regioniveau
Transitie naar een duurzame
samenleving
Verduurzaming bedrijven
Klimaatadaptatie leefomgeving
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabel resultaatindicator/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -3.065.000
77
Inleiding
Organisatie
Binnen het thema Organisatie richten we ons op de voorbeeldfunctie die de gemeente ook op het
gebied van duurzaamheid heeft en de actieve rol binnen regionale samenwerkingsverbanden in het
kader van de energietransitie.
Speerpunten voor 2018 zijn het verder verduurzamen van gemeentelijk vastgoed en projecten en het
agenderen van het onderwerp duurzaamheid binnen alle afdelingen van de gemeentelijke organisatie.
Door een integrale aanpak streven we ernaar om duurzaam handelen, denken en organiseren leidend
te laten zijn bij besluiten op elk beleidsterrein.
Recente ontwikkelingen
Sinds de afspraken van het nationaal Energieakkoord en de aanscherping van de mondiale ambities in
Parijs eind 2015 wordt hard gewerkt aan de energietransitie. Uit de Energieagenda van het Rijk is
gebleken dat de uitgevoerde én tot dan toe geplande acties niet afdoende zijn om de ambities waar te
maken. De noodzakelijke opschaling en versnelling zal nog jaren nodig zijn en dient volgens de
Energieagenda vooral op decentraal (regionaal en lokaal) niveau opgepakt te worden.
Met de Omgevingsdienst Midden-Holland wordt daarom sinds eind 2015 gewerkt aan het ontwikkelen
van een Regionale Energie Strategie (RES). De regio is geselecteerd als een van de vijf pilotregio’s
binnen de Green Deal Regionale Energiestrategie van Rijk, VNG, Unie van Waterschappen en
Interprovinciaal Overleg. De pilots zijn bedoeld om de beste manier vast te stellen voor
draagvlakvergroting, opschalen en versnellen van de energietransitie en daarmee tegelijk aan de slag
te zijn. Het doel is een regionale energiestrategie en deze vast te leggen in een breed gedragen
regionaal Klimaatakkoord.
Ook in regio Holland Rijnland werken de gemeenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland, de
Omgevingsdienst West-Holland en de Provincie Zuid-Holland samen aan de energietransitie. Nadat
voor deze regio een onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in het huidige energieverbruik, de
mogelijkheden voor energiebesparing en de gebied specifieke kansen voor duurzame
energieopwekking, is als vervolgstap een regionaal energieakkoord met uitvoeringsprogramma
vastgesteld.
Beide akkoorden dragen bij aan het bereiken van de doelstelling en ambities die in het gemeentelijke
duurzaamheidsbeleid zijn vastgelegd. De energietransitie is een enorme opgave die veelal beter op
regionale schaal uitgevoerd kan worden. Doordat gemeente Alphen aan den Rijn aangesloten is bij
twee regio’s, fungeert onze gemeente als het scharnierpunt en de verbindende schakel tussen beide
regio’s door met beide aan de energietransitie te werken. Vanuit deze rol zal onze inzet dan ook mede
gericht zijn op het afstemming van de beide regionale akkoorden.
Samenleving
Binnen het thema Samenleving richten we ons op het bereiken van een duurzame samenleving door
zoveel mogelijk partijen uit de Alphense gemeenschap te betrekken bij het behalen van onze
duurzaamheidsdoelstellingen.
Speerpunt voor 2018 is het versnellen van ontwikkelingen rondom duurzaamheid.
Door een integrale aanpak streven we ernaar om het belang van duurzaam denken, handelen en
organiseren in elk facet van het dagelijks leven te belichten.
78
Recente ontwikkelingen
Doorbraakplan Raad (Zaak nr. 131523).
Op 21 januari 2017 heeft de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn een duurzaamheidsconferentie
georganiseerd. Deze conferentie is succesvol afgesloten met een green statement waarin de
aanwezigen zich uitspraken actief te werken aan duurzaamheid. De overheid wordt opgeroepen om
deze initiatieven te faciliteren met kennis, ruimtelijke en vergunning technische ondersteuning,
administratieve en communicatieve ondersteuning en waar mogelijk aantrekkelijk financiële
regelingen. Om invulling te kunnen geven aan deze faciliterende rol heeft de raad een aantal kaders
geformuleerd en een werkbudget van € 5.000.000,--. beschikbaar gesteld.
De initiatiefnemers van het Doorbraakplan bouwen met het voorstel verder op het huidige
collegeprogramma maar zien kansen voor versnelling op een aantal centrale thema’s:
• Verduurzaming woningen
• Verduurzaming scholen
• Verduurzaming bedrijfsleven
• Verduurzaming mobiliteit
• Duurzame initiatieven
• Green City.
Een op te richten Duurzaamheidsplatform moet de relatie met belanghebbenden uit de samenleving
versterken. Het heeft tot doel om 1) te verbinden wat loopt, 2) te versnellen wat vastloopt en 3) op te
schalen wat goed loopt om de noodzakelijke transities te realiseren. In het Doorbraakplan wordt
voorgesteld om ter ondersteuning in dit transitieproces de expertise van onderzoeksbureau Drift van
de Erasmus Universiteit Rotterdam in te schakelen.
Milieu
Binnen het thema Milieu richten we ons op het bereiken van een veilige en gezonde leefomgeving.
Sinds januari 2016 zijn de uitvoerende milieutaken ondergebracht bij de Omgevingsdienst Midden-
Holland (ODMH). De taken van de ODMH omvatten vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
van milieuregels en ontwikkeling en uitvoering van duurzaamheidsbeleid. De ODMH adviseert
gemeenten ook over milieuaspecten bij ruimtelijke plannen. Daarnaast voert de omgevingsdienst taken
uit ten aanzien van bodem, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, archeologie, ecologie en
milieueducatie. De dienst houdt ook toezicht op de kwaliteit en veiligheid van officiële
zwemwaterlocaties en badinrichtingen voor het gehele grondgebied van de provincie Zuid-Holland. De
algemene taken van de omgevingsdienst, bestaande uit juridische en beleidsondersteuning,
klachtenbehandeling, milieuvluchten, applicatiebeheer van het inrichtingenbestand, de helpdesk,
gebiedsgerichte controles en beleidsondersteuning worden gebundeld in een regionaal budget en
verdeeld op basis van inwoneraantal.
Recente ontwikkelingen
De ODMH heeft een Uitgangspuntennotitie 2018 opgesteld, waarin zij de ontwikkelingen beschrijven
die vanaf 2018 mogelijk van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de werkzaamheden van de
ODMH. De ontwikkelingen laten zien dat de ODMH van een min of meer traditionele uitvoeringsdienst
voor de VTH en expertisetaken transformeert naar een dienstverlenend kennisinstituut voor de fysieke
leefomgeving. Deze ontwikkeling past dan ook volledig in het gedachtegoed van de toekomstige
Omgevingswet.
Daarnaast wordt verwacht dat vanuit de opdrachtgevers meer behoefte zal zijn aan ondersteuning op
het gebied van de Energietransitie. De noodzakelijke opschaling en versnelling zal nog jaren nodig zijn
79
en daarom tevens de werkzaamheden in 2018 beïnvloeden. De Energieagenda bepaalt namelijk tevens
dat de regie met name op decentraal niveau moet liggen. De bijdrage van de ODMH wordt
meegenomen in het thema Organisatie, maar is zeker ook van invloed op thema Samenleving.
Het kabinet heeft het voornemen om met ingang van 1 januari 2024 een algeheel verbod in te voeren
op het aanwezig hebben van asbesthoudende daken. Vooruitlopend hierop is een inventarisatie in onze
gemeente uitgevoerd. Uit deze inventarisatie is gebleken dat bij ca. 150 adressen, vooruitlopend op
het verbod, een sanering plaats dient te vinden. Deze saneringen zullen in 2018 en 2019 uitgevoerd
moeten worden. De opvolging van deze inventarisatie en saneringen heeft gevolgen voor de
hoeveelheid werkzaamheden die de Omgevingsdienst Midden Holland voor ons uitvoert. Ook heeft
deze wetswijziging grote financiële consequenties voor de eigenaren van een gebouw met een
asbestdak. De ODMH zal gevraagd worden een plan van aanpak op te stellen voor de aanpak van de
asbestdaken waarbij aandacht zal worden gevraagd voor aspecten van duurzaamheid.
Relevante beleidsnota’s Organisatie
Duurzaamheidsbeleid Van A naar D: Alphen aan den Rijn op weg naar duurzaamheid 2014-2020
Uitvoeringsprogramma Duurzaamheidsbeleid
Voortgangsrapportage uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2015-2016
Energieakkoord Holland Rijnland (ZGW 136008)
Rapportage Regionale Energiestrategie Midden Holland )
Samenleving
Duurzaamheidsbeleid Van A naar D: Alphen aan den Rijn op weg naar duurzaamheid 2014-2020
Uitvoeringsprogramma Duurzaamheidsbeleid
Voortgangsrapportage uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2015-2016
Energieakkoord Holland Rijnland
Rapportage Regionale Energiestrategie Midden Holland )
Milieu
Jaarprogramma milieu 2017.pdf (ZGW-136827)
ODMH Programmabegroting 2018 - 2021
80
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Gemeentelijke organisatie
E1 Gemeentelijke nieuwbouwprojecten zijn ten minste energieneutraal
E2 Verduurzaming gemeentelijke installaties
E3 Energietransitie gemeentelijke organisatie
E4 Verduurzaming gemeentelijke inkoop
E5 Gemeentelijk vastgoed energieneutraal
E6 Meetbare verduurzaming gemeentelijke projecten
E7 Duurzaamheid als leidraad binnen de gemeentelijke organisatie
E8 Gezamenlijke aanpak energietransitie op regioniveau
Samenleving
E9 Verantwoorde omgang met waardevolle grondstoffen
E10 Reduceren CO2-uitstoot
E11 Vergroten aandeel hernieuwbare energie
E12 Verbeteren energie efficiëntie van gebouwen
E13 Stimuleren lokale duurzaamheidsinitiatieven
E14 Verduurzaming Greenport Boskoop
E15 Vergroten bewustzijn duurzaamheid in de Alphense samenleving
E16 Transitie naar een duurzame samenleving
E17 Verduurzaming bedrijven
E18 Klimaatadaptatie leefomgeving
Milieu
E19 Voorkomen schade aan milieu door bedrijvigheid
E20 Geen gezondheidsschade door bodem, geluid, luchtkwaliteit en Externe Veiligheid
E21 Leefkwaliteit omgeving
E22 Energiebesparing bedrijven door ODMH
E23 Algemene, juridische en (geografische) data-ondersteuning door ODMH
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Organisatie
E1 In 2018 worden bij gemeentelijke
plannen en projecten alleen nog maar
bouwvergunningen voor
energieneutrale projecten afgegeven
100 %
E2 Percentage besparing in het
energieverbruik van openbare
verlichting en verkeersinstallaties
(doel ìs 20% ten opzichte van 2013 in
2020)
- 10 %
E2 Percentage energiebesparing bij
gemeentelijke aansluitingen (doel is
5% in 2020)
- 2 %
E3 Percentage van het stroomverbruik
van de gemeentelijke organisatie dat
regionaal is vergroend (doel is 100%
in 2020)
100 % 100 % 100 %
E3 Percentage van het gasverbruik van
de gemeentelijke organisatie dat
regionaal is vergroend (doel is 50% in
2020)
4 % vergroend,
96 %
gecompenseerd
25 %
E4 Percentage aanbestedingen waarin 80 %
81
duurzaamheid is meegenomen (doel
is 100% in 2020)
E5 Percentage energiebesparing en
gebruik van hernieuwbare energie in
gemeentelijk vastgoed (doel is 100%
in 2025)
25 %
E7 Percentage van de besluiten waarbij
duurzaamheid onderdeel uitmaakt
van de afweging (doel is 100%)
100 % 100 %
Samenleving
E9 In 2020 is 75% van het huishoudelijk
afval in Alphen aan de Rijn
gescheiden
Zie
programma
4
E10 In de periode 2014-2020 wordt
12.000 ton CO2 bespaard door
binnen de gemeentegrenzen
uitgevoerde projecten
- 5000 - 2000
ton
- 2000
ton
E11 In 2020 bestaat het energieverbruik
voor minimaal 14% uit duurzaam
opgewekte energie
7 % 8 % 10 % 12 %
E12 De sociale huurwoningen hebben in
2020 gemiddeld een energielabel B,
80% van de particuliere
huurwoningen hebben in 2020
minimaal een energielabel C
Zie
programma
5
Milieu
E19 Aantal uur voor
Vergunningverlening, Handhaving en
Toezicht door de ODMH
N.v.t. N.v.t. 15.000 14.000 14.000
E20 Aantal uur aan specialistische
adviezen door ODMH
N.v.t. N.v.t. 7000 7.000 7.000
E21 Aantal uur verstrekte ROM-adviezen
bij ruimtelijke plannen
N.v.t. N.v.t. 3660 3500 4000
E22 Aantal uur energiebesparing bij
bedrijven door ODMH
N.v.t. N.v.t. 500 800 1000
E23 Aantal uur algemene, juridische en
data-ondersteuning door ODMHo
N.v.t. N.v.t. 4225 3750 3750
Toelichting
Organisatie
Daar waar de gemeente direct invloed heeft (bijvoorbeeld op haar eigen vastgoed en beleid) wordt
duurzaamheid een vast onderdeel en geeft de gemeente het goede voorbeeld.
Afgesproken is dat in alle beleidsvelden duurzaamheid onderdeel van het beleid uit zal maken. Denk
hierbij aan de thema’s Gebiedsontwikkeling, Afval, Verkeer en Vervoer, Inrichting Openbare Ruimte en
Groen en Water. In de op te stellen omgevingsvisie zullen de principes van de Triple-P (people, planet,
prosperity) de leidraad vormen.
De meeste aandacht zal de komende periode gericht zijn op het versnellen en opschalen van
maatregelen en projecten ten behoeve van de energietransitie. Zowel met de regio Midden Holland als
met de regio Holland Rijnland, wil Alphen aan den Rijn energieakkoorden tekenen. Hierin wordt het
streven bekrachtigd om gezamenlijk te werken aan een overgang naar hernieuwbare energiebronnen.
Tegelijkertijd zal ook aandacht worden geschonken aan de onderwerpen voedsel en gezondheid ten
82
behoeve van een vitale (en dus duurzame) samenleving. Binnen het economisch programma 2016-
2019 wordt gestreefd naar een ‘groene’ economie waarbij de komende jaren onder andere de focus
ligt op het stimuleren van de ontwikkeling van circulaire en biobased economie.
Samenleving
Binnen het thema Samenleving richten we ons op het bereiken van een duurzame samenleving. Een
duurzame samenleving omvat de Alphense gemeenschap als geheel, dus inwoners, bedrijven,
verenigingen en instellingen, jong en oud. Het uiteindelijke doel is dat duurzaamheid in elke vezel van
de samenleving gaat zitten en duurzaam handelen vanzelfsprekend wordt. Gezamenlijk (ieder in haar
eigen rol) streven wij ernaar onze Alphense duurzaamheidsdoelen te behalen om een leefbare en
gezonde omgeving aan de volgende generaties door te kunnen geven. De rol van de gemeente is het
informeren, prikkelen en activeren van de samenleving, duurzame initiatieven zoveel mogelijk
(financieel) te ondersteunen, ruimte hiervoor te creëren en te faciliteren.
Speerpunt voor 2018 is het versnellen van ontwikkelingen rondom duurzaamheid. Voor een zichtbare
en fundamentele omslag in denken, organiseren en handelen, is een breed gevoelde urgentie nodig.
Om dit te bereiken worden koplopers beloond en positief onder de aandacht gebracht, achterblijvers
gestimuleerd en ondersteund.
In een zogenaamde “transitiearena” formuleren partijen uit de Alphense samenleving een
maatschappelijke agenda voor de komende jaren, prioriteren duurzaamheidsonderwerpen en
identificeren kansrijke maatregelen voor de korte termijn met de bijbehorende sleutelfiguren.
Milieu
De ODMH controleert namens de gemeente of bedrijven zich houden aan de (milieu-)wet- en
regelgeving. Dit doen zij door middel van fysieke controles en administratieve controles. Tijdens de
fysieke controles houden ze toezicht op de impact van de bedrijven op de veiligheid en de
milieubelasting. Bij het administratieve toezicht wordt onderzoek gedaan naar de juistheid en
betrouwbaarheid van door bedrijven beschikbaar gestelde informatie. Bij de constatering van een
overtreding wordt een optimale mix van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten ingezet
om de overtreding ongedaan te maken. Het team vergunningverlening van de ODMH behandelt
aanvragen van milieuvergunningen en neemt zelf initiatief tot ambtshalve actualisering of intrekking
van vergunningen als dat nodig is.
De ODMH voert alle milieutaken uit inclusief in- en externe advisering op het gebied van bodem,
archeologie, geluid, lucht en externe veiligheid. Ook vinden er werkzaamheden plaats, die gericht zijn
op het realiseren van een duurzame leefomgeving in Midden-Holland.
83
Welke resultaten gaan we realiseren?
Toelichting
Samenleving
Voor een volledig overzicht van de duurzaamheidsprojecten wordt verwezen naar de
Voortgangsrapportage Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid (okt. 2016).
Milieu
De ODMH stelt ieder jaar een Productierapportage op waarin per product weergegeven wordt hoeveel
uren er besteed zijn aan de bovengenoemde producten. Aan de hand van deze rapportage kunnen de
resultaten gemonitord worden. Daarom wordt hier verwezen naar de jaarlijkse productierapportage van
de ODMH, waarin de effectindicatoren nader gespecificeerd worden.
Wat gaan we ervoor doen?
Binnen de gemeentelijke organisatie worden volgende resultaten nagestreefd.:
Openbare verlichting wordt gaandeweg vervangen door LED-verlichting. Nieuwe ontwikkelingen op dit
gebied worden op de voet gevolgd en waar mogelijk toegepast. In het gemeentelijke vastgoed wordt
gebruik gemaakt van slimme meters en het verbruik gemonitord. Hieruit komen gegevens voort die
ingezet worden om verdere energiebesparende maatregelen te nemen. Het inkoop- en
aanbestedingsbeleid heeft een duurzaam karakter. Het energieverbruik van het gemeentelijke vastgoed
en diensten is vergroend of wordt gecompenseerd met certificaten van regionale Garanties van
Oorsprong. Duurzaamheid is een belangrijk onderdeel van het moederbestek en vast onderdeel van de
Emvi-criteria bij inkoop, aanbestedingen en bestekken. Het FSC convenant wordt verder voor 100%
uitgevoerd. Duurzaamheid is vast onderdeel in elk besluitvormingsproces. Elk besluitformulier bevat
een paragraaf over de implicaties voor de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Binnen de
regionale samenwerkingsverbanden Holland Rijnland en Midden Holland pakt Alphen aan den Rijn een
actieve rol bij de totstandkoming van regionale energieakkoorden en de uitvoering daarvan. Met het
opstellen van zonneweide beleid schept de gemeente de planologisch-juridische basis voor de aanleg
van zonneweides. Het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed dient enerzijds de
verduurzaming van het eigen energieverbruik als ook als voorbeeldfunctie in de samenleving.
Met de samenleving wordt gestreefd naar resultaten op het gebied van duurzame(re) mobiliteit door
verschillende concrete acties zoals “Band op spanning” of het stimuleren van elektrisch vervoer door
het plaatsen van laadpalen. Om bedrijven en particulieren te ondersteunen in de verduurzaming van
hun bedrijfsvoering of vastgoed worden duurzaamheids- en stimuleringsleningen verstrekt en Green
Deals gesloten. Ook wordt de communicatie over duurzaamheid en de mogelijkheden die er zijn voor
particulieren via de gemeentelijke website, presentaties of het Duurzaam Bouwloket verbeterd. Op het
gebied van energiebesparing worden energiescans bij bedrijven aangeboden en de mogelijkheden voor
het gebruik van aardwarmte en restwarmte verkend.
84
Wat mag het kosten?
Duurzame gemeente Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 4.785 3.065 3.016 3.017 3.019
Baten 0 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten -4.785 -3.065 -3.016 -3.017 -3.019
Mutaties reserves
Toevoegingen 5.000 0 0 0 0
Onttrekkingen 6.780 0 0 0 0
Mutaties reserves 1.780 0 0 0 0
Saldo -3.005 -3.065 -3.016 -3.017 -3.019
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
Het saldo van dit programma is in de diverse begrotingsjaren (nagenoeg) gelijk.
In 2017 zijn wel reservemutaties zichtbaar die niet in de latere jaarschijven staan. Dit komt omdat via
de VJR 2017 € 5 miljoen uit de reserve NUON beschikbaar is gesteld voor het Doorbraakplan Duurzaam
Alphen en Duurzaam, dit is toegevoegd aan de reserve Duurzaamheid. Ook is in de VJR 2017 €
420.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van energiezuinig vastgoed. Voor de sanering van het NAF-
terrein wordt tenslotte € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de reserve Sanering NAF 2e fase. Deze
mutaties zijn per saldo budgettair neutraal.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 3.065 -3.065 100,0% #DEEL/0!
7.4 Milieubeheer 3.065
-3.065 100,0% #DEEL/0!
Eindtotaal 3.065 -3.065 100,0% #DEEL/0!
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en lasten
Duurzame gemeente 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Duurzaamheid 50
Totaal programma 6 50 0 0 0 0 0 0 0
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
85
Programma 7 Dienstverlening, Wijken en Kernen
Dienstverlening Sociaal domein Wijken en Kernen
Wat willen we bereiken?
Toonaangevende
publieksdienstverlening
1. Burger centraal
2. Diensten digitaal
Toegang tot het sociaal
domein
Participatie in wijk- en kerngericht
werken
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabel resultaatindicator/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -1.959.000
86
Inleiding
Publieksdienstverlening
Bij het thema Publieksdienstverlening streven we naar het bieden van hoogwaardige kwaliteit en service
van individuele dienstverlening die nauw aansluit op de behoeften van onze klanten.
We richten onze aandacht in 2018 op het verbreden van de digitale dienstverlening en webcare. We
breiden de mogelijkheden van het meten van klanttevredenheid uit. Het bezorgen van reisdocumenten
is inmiddels een reguliere service geworden. De visie op dienstverlening wordt voor 2018
geactualiseerd en ondersteunt de nieuwe ontwikkeltrajecten.
We ontwikkelen ons verder in de aanpak van adreskwaliteit en identiteitsfraude en onze landelijke en
regionale rol daarin. We sluiten aan bij het landelijke programma Samen Organiseren voor een
gezamenlijke standaard digitale dienstverlening, beginnend bij Burgerzaken.
De nieuwe omgevingswet, waar we ons op voorbereiden, biedt kansen voor optimalisering van
vergunningverlening en klantbeleving.
Recente ontwikkelingen
De samenwerking met Kaag en Braassem betekent dat we ze ondersteunen bij het optimaliseren van de
dienstverlening.
De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is uitgesteld, wat betekent dat de implementatie dichter
komt op de eveneens uitgestelde implementatie van het nieuwe omgevingswet.
Het stopzetten van het landelijke BRP-project heeft als consequentie dat inwoners voorlopig niet de
keuze hebben om in elke gemeente producten af te nemen.
De veranderende wetgeving over de geldigheidsduur van reisdocumenten brengt belangrijke
wijzigingen met zich mee in de bedrijfsvoering van Burgerzaken vanaf 2019.
Sociaal domein
Het Serviceplein realiseert doelstellingen vanuit Programma 1 Sociale agenda en vanuit Programma 7
onderdeel dienstverlening. De betreffende indicatoren van 1 en 7 worden gezamenlijk gepresenteerd
onder Programma 1.
Het Serviceplein is de poort naar het sociaal domein. Inwoners met een hulpvraag worden via de 1e lijn
toegeleid naar de juiste specialist of generalist. Inwoners vertellen zoveel als mogelijk maar 1 keer het
verhaal en worden gedurende het traject waar mogelijk begeleid door 1 persoon. De meeste
hulpvragers hebben inkomensondersteuning nodig. Bij multiproblematiek worden medewerkers van de
integrale toegang ingezet. Medewerkers van de integrale toegang stellen een integraal plan van aanpak
op. Alle medewerkers van het Serviceplein zijn getraind in motiverende gesprekstechnieken.
Er zijn afspraken met ketenpartners om de integrale samenwerking te bevorderen.
Het Serviceplein voert de dienstverlening (grotendeels) ook uit voor Kaag en Braassem en Nieuwkoop.
Wijken en kernen
Binnen het thema wijken en kernen richten we ons op het in stand houden van de leefbaarheid en
sociale samenhang in de wijk of kern. Het primaat ligt bij de inwoners van de wijken en kernen en de
gemeente heeft hierin een faciliterende en ondersteunende (regie)rol.
We richten ons in 2018 op de doorontwikkeling van het gebiedsgericht denken en het starten met het
ontwikkelen van nieuwe wijkplannen (zie verderop).
De participatie van inwoners is een belangrijke doelstelling van de gemeente (zie ook P1). In vele
gevallen moeten de activiteiten die worden genomen om de participatie te stimuleren wijk- en
87
buurtgericht worden ingericht om een optimaal effect te hebben. In 2018 zal gewerkt worden aan een
betere aansluiting tussen het gebiedsgericht denken en alle activiteiten in het sociale domein. De
eerste pilot (aanpak Boskoopse jeugd, p4) draait al.
Relevante beleidsnota’s
Publieksdienstverlening
Visiedocument Dienstverlening 1 juli 2014
Sociaal domein
Visiedocument Dienstverlening 1 juli 2014
Wijken en kernen
Evaluatie gebiedsgericht werken
Wijkplannen 2016-2017:
- Aarlanderveen
- Benthuizen
- Boskoop
- Centrum Alphen aan den Rijn
- Hazerswoude-Dorp
- Hazerswoude-Rijndijk
- Hoorn
- Kerk en Zanen en Rietveld
- Koudekerk aan den Rijn
- Ridderveld
- Zwammerdam
Uitvoeringsplan gebiedsgericht werken 2017-2018
88
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke effecten
Publieksdienstverlening
E1 Burger centraal
Dienstverlening is aangesloten op de behoefte van onze klanten
E2 Diensten digitaal
Digitaal waar het kan, fysiek waar het moet, altijd persoonlijk
Sociaal domein
E3 Toegang tot sociaal domein
Wijken en kernen
E4 Versterken van de leefbaarheid in de wijken en kernen
E5 Versterken van de sociale samenhang in de wijken en kernen
E6 Stimuleren van de participatie in de wijken en kernen
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Publieksdienstverlening
E1 Waardering van klanten voor de geboden
publieksdienstverlening, via het kanaal
balie en e-mail.
n.v.t. Balie
93%
68%
Balie
92%
69%
Balie
92%
72%
Balie
92%
75%
E2 Waardering van klanten voor de geboden
digitale dienstverlening en het
communicatiekanaal internet/digitaal loket.
n.v.t. 87% n.v.t. 88% n.v.t.
Sociaal domein
E3 Klanten sociaal domein zijn in beeld n.v.t. n.v.t. 60% 90%
Streefwaarde
100%
Streefwaarde
E3 Er wordt samengewerkt met ketenpartners UWV,
Participe
UWV,
Participe
UWV,
Participe,
Mee,
Tom in
de buurt,
JGT
UWV,
Participe,
Mee, Tom in
de buurt,
JGT, afdeling
LEV
E3 Dienstverlening binnen de servicenormen:
- Aantal klanten met ondersteuning
van integrale toegang.
n.v.t.
nb
693
Geen
streefwaarde
Geen
streefwaarde
Wijken en kernen
E4 Percentage inwoners dat zich betrokken
voelt bij wijken en dorpen
85% 86%
E4 Waardering van de beleving van de
woonomgeving in de wijken en kernen
7,5 7,6
E4 Waardering van de voorzieningen in de
wijken en kernen
7 7
E5 Waardering van sociale samenhang 6,5 6,5
E6 Bewoners actief in de buurt 30% 40%
Toelichting
E1: Bron 2015 Belevingspeiling (% uitstekend + goed); 2016 Govmetrics (% groene smiley).
2017 en 2018 zijn streefcijfers (Govmetrics).
E1, E2, E4, E5 en E6: Deze cijfers worden eens in de twee jaar gemeten. Eind 2017 zal er een nieuwe
Belevingspeiling plaatsvinden waarvan de cijfers in 2018 worden opgeleverd.
89
Welke resultaten gaan we realiseren?
Resultaatindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Publieksdienstverlening
E1 Uitbreiding van de
klanttevredenheidsmetingen
over kanalen en producten
Mysterie-
guest
Belevings-
peiling
Balie, e-mail
en 3
klantreizen via
Govmetrics,
King klantreis
evenementen
Telefonie
via
Govmetrics
E-
diensten via
Govmetrics
E2 Toename in het gebruik van
digitale dienstverlening via de
e-formulieren van
Publieksdienstverlening
Groei 30% Groei 34% Groei 30% Groei 30%
Sociaal domein
E3 Servicenorm balie behaald nb 80% 86%
E3 Servicenorm telefoon behaald nb 71% 74%
Wijken en kernen
E6 Uitvoering Doe-participatie 2.470 2.550 - 2.700 Groei van
10% van het
aantal
actieve
bewoners
Wat gaan we ervoor doen?
Publieksdienstverlening
Burger centraal: we monitoren het klantgedrag en de klantbehoefte continue en we optimaliseren
daarop onze processen en producten.
Diensten digitaal: we bieden meer en nieuwe digitale diensten voor inwoners en bedrijven. Klanten
kunnen ondersteuning krijgen bij het gebruik van digitale dienstverlening op weg naar Overheid 2020.
Sociaal domein
Het team integrale toegang wordt ingezet wanneer er sprake is van multiproblematiek. Het streven is
dat klanten maar 1 keer hun verhaal hoeven te doen en direct worden geholpen. Deze aanpak is
gestart in 2015.
Het in beeld brengen van het klantenbestand is gestart in 2016. Het streven is om in 2018 100% van de
klanten in beeld te hebben. Dit betekent dat dan alle klanten zijn ingedeeld in een doelgroep
(bemiddelbaar naar werk of niet bemiddelbaar naar werk), dat de belemmeringen in beeld zijn
gebracht en dat zij op een passend traject zijn gestart.
Wijken en kernen
De eind 2016 uitgevoerde evaluatie heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd die zijn uitgewerkt en
worden geïmplementeerd in 2018:
Uitvoeringsplan gebiedsgericht werken met prioriteiten
In het uitvoeringsplan gebiedsgericht werken staan, per gebied, de prioriteiten benoemd die
worden uitgevoerd naast alle andere werkzaamheden. Door de prioritaire opgaven te
benoemen wordt voor alle betrokkenen de urgentie duidelijk en een gedeeld belang. Tevens
worden de grote en kleine resultaten periodiek gedeeld met college, raad, afdelingen en
ketenpartners. Hiermee wordt de impact van de werkwijze voor alle betrokkenen duidelijker.
90
Blijvend versterken en uitbreiden netwerken in de gebieden: samenwerking ketenpartners,
ondernemers en inwoners.
In de afgelopen periode is flink gebouwd aan de opbouw van diverse netwerken van
professionals en inwoners. De samenwerking tussen de ketenpartners zal samen met het
Serviceplein verder worden opgepakt. De bedoeling is dat in 2018 wordt samengewerkt door
Politie, jeugdwerkers, wijkverpleging, Tom in de buurt, Serviceplein en BOA’s.
Doorontwikkeling gebiedsgericht denken in de ambtelijke organisatie.
Het gebiedsgericht denken is een instrument om een effectief antwoord te hebben op de
ontwikkelingen: onder andere de Omgevingswet, participatiesamenleving en vergrijzing
vragen om een aangepaste werkwijze. Dit vraagt om een intensievere samenwerking tussen de
gemeentelijke afdelingen en een integrale aanpak.
Informatie over de gebieden: Ontsluiting data en monitoring
Kwalitatieve en kwantitatieve informatie vormen samen de bron van kennis over een gebied.
Daarnaast kan men zo de effecten en resultaten van de activiteiten monitoren. In 2018 worden
de resultaten van de tweede belevingspeiling bekend. Daarnaast worden meer data ontsloten
via bestaande systemen. Een betere koppeling met sociale informatie zal tot stand gebracht
worden.
Doe-participatie
De doe-participatie in het openbaar gebied (groenonderhoud, buurtpreventie,
speeltuinonderhoud, zwerfvuilacties, eetbaar Alphen, operatie steenbreek, onderhoud
rotondes, etc..) is een belangrijke pijler van het gebiedsgericht denken en werken. Op deze
wijze worden steeds meer inwoners actief in het openbaar gebied en groeit de sociale
samenhang en de betrokkenheid bij de leefomgeving. Het streven is een groei van 5% van het
aantal actieve inwoners.
Naast de bovengenoemde punten is de prioriteit voor 2018 de start van de realisatie nieuwe
wijkplannen. De wijkplannen en het uitvoeringsplan zijn opgesteld voor de periode tot en met zomer
2018. Onmiddellijk na de zomer van 2018 zullen nieuwe wijkplannen voor vier jaar worden
vastgesteld, inclusief een eerste uitvoeringsplan.
De verschillende dorps- en bewonersoverleggen worden verzocht hun prioriteiten voor de dorpen en
wijken aan te leveren. Deze worden zoveel mogelijk verwerkt in de wijkplannen.
91
Achtergrondinformatie
Achtergrondindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Publieksdienstverlening
E1 Gemiddelde tevredenheidsscore Alphen
ten opzichte van score andere
gemeenten in benchmark Klant in
Focus/Govmetrics met kanaal balie en
n.v.t. n.v.t. Balie
9,1-8,8
7,9-7,2
-
-
E2 Percentage digitale volwassenheid
Alphen ten opzichte van score andere
gemeenten in benchmark Monitor
digitale dienstverlening en BZK-Deloitte
56-52% 62-56% 66-61%
-
-
E2 Totaal aantal verleende Burgerzaken
producten die ook aangeboden worden
als digitale dienst:
verhuizen, uittreksel BRP, akte
burgerlijke stand, naamgebruik
Totaal
13.781
19%
digitaal
Totaal
12.745
24%
digitaal
Totaal
11.254
43%
digitaal
-
-
E2 Totaal aantal verleende vergunningen
die ook aangeboden worden als digitale
dienst:
ingebruikname openbaar gebied,
melding klein evenement, toegang
voetgangersgebied.
Totaal
230
18%
digitaal
Totaal 300
51%
digitaal
Totaal
413
38%
digitaal
-
-
sociaal domein
E3 Aantal klantbezoeken nb 7.866 6.978 - -
E3 Aantal inkomende telefoontjes nb 34.000 30.000 - -
E3 Doorlooptijd aanvragen
levensonderhoud binnen 8 weken
nb nb 85% - -
Publieksdienstverlening
Producten die veel worden afgenomen van Burgerzaken, zoals reisdocumenten en rijbewijzen, kunnen
nog niet digitaal aangeboden worden omdat wetgeving bepaalt dat klanten in persoon moeten
verschijnen. Wel start in 2018 in 15 gemeenten een pilot met het digitaal aanvragen van rijbewijzen.
Mogelijk dat na de pilot dit verder wordt uitgerold over alle gemeenten. De Omgevingsvergunning
wordt nagenoeg altijd al digitaal ingediend via het landelijke Omgevingsloket Online (OLO).
Percentages klanten die contact hebben gehad met de gemeente, Klik hier.
Sociaal domein
Het dashboard sociaal domein is te benaderen via Power BI. Hierin staan alle bedrijfsvoeringsgegevens
van het Serviceplein. Dit wordt maandelijks bijgewerkt.
Kopieer het volgende wachtwoord in het login scherm: S0c1@@lD0m31n (let op 0 is nul).
92
Wat mag het kosten?
Dienstverlening, wijken en kernen Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 3.953 3.804 3.812 3.807 3.829
Baten 1.846 1.845 1.844 1.843 1.843
Saldo van baten en lasten -2.107 -1.959 -1.968 -1.964 -1.986
Mutaties reserves
Toevoegingen 0 0 0 0 0
Onttrekkingen 0 0 0 0 0
Mutaties reserves 0 0 0 0 0
Saldo -2.107 -1.959 -1.968 -1.964 -1.986
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen Het saldo van dit programma is in de begrotingsjaren 2018 tot en met 2021 (nagenoeg) gelijk.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 3.804 1.845 -1.959 100,0% 100,0%
0.2 Burgerzaken 3.804 1.845 -1.959 100,0% 100,0%
Eindtotaal 3.804 1.845 -1.959 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
93
Risico’s bij dit Programma
Gevolgen autonome ontwikkelingen voor burgerzakenleges
Autonome ontwikkelingen binnen de burgerzakenprocessen zullen vanaf 2019 aanzienlijke negatieve
gevolgen hebben voor de legesinkomsten van Burgerzaken. Dit is het gevolg van de geldigheidsduur
van reisdocumenten (paspoorten/identiteitskaarten) die voor het merendeel van de inwoners van 18
jaar en ouder is gewijzigd van 5 in 10 jaar. Daarnaast start in 2018 start een pilot met het digitaal
aanvragen van rijbewijzen in 15 gemeenten. Afhankelijk van de uitkomsten van de pilot wordt dit
mogelijk over alle gemeenten uitgerold. De komende jaren zijn er dus veel veranderingen te
verwachten als het om reisdocumenten en rijbewijzen gaat. Dat geldt ook voor de inrichting van de
dienstverlening als gevolg van de digitalisering. Het face-to-face contact neemt af maar de
complexiteit neemt toe. Werkzaamheden verschuiven steeds meer in de richting van het verder
verhogen van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen die door ca. 800 afnemers verplicht wordt
geraadpleegd voor de uitoefening van hun taken. Het specialisme van Burgerzaken gaat meer in de
richting van adreskwaliteit en identiteitsvaststelling. Op dit moment is niet duidelijk of en in welke
mate gemeenten door de rijksoverheid worden gecompenseerd voor de gevolgen van deze
ontwikkelingen.
Beheermaatregel
De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn nog niet inzichtelijk. Zodra er meer duidelijkheid is vanuit
de rijksoverheid op de impact van deze ontwikkelingen, zal een prognose worden gegeven van de
consequenties voor de legesinkomsten (kadernota/begroting).
94
Programma 8 Bestuur en Financiën
Bestuur Financiën Vastgoed
Wat willen we bereiken?
Verbindend besturen Geen lastenverzwaring Ruimte die past, zowel
financieel als kwalitatief
Solide financiële positie
Wat is het resultaat?/Wat gaan we ervoor doen?
Zie tabel resultaatindicator/tekst Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Saldo van het totale programma € -4.568.000
95
Inleiding
Bestuur
Het gemeentebestuur toont daadkracht en wil dicht bij de inwoners staan. We werken samen met onze
inwoners, de maatschappelijke organisaties en de bedrijven naar resultaten toe. In een proces waarin
bestuur en samenleving moeten groeien komt het initiatief steeds meer bij die inwoners, organisaties
en bedrijven te liggen. Die ontwikkeling past bij de decentralisaties die binnen het sociaal domein
hebben plaatsgevonden en bij de voorgenomen invoering van de Omgevingswet. Onze nieuwe manier
van werken is vastgelegd in ons collegeprogramma en uitgewerkt in de nota ‘Nieuw en anders’.
In 2018 zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad. Bij de Kadernota 2018 heeft het college de
Perspectiefbrief aangeboden. Deze Perspectiefbrief is bedoeld om een aantal belangrijke opgaven te
adresseren die in de volgende bestuursperiode gaan spelen. Daarbij heeft het college geen voorkeuren
uitgesproken, maar indicatief de financiële implicaties van onderwerpen voor de politieke agenda
beschreven.
Financiën
Met de vaststelling van de Kadernota 2018 hebben we weer de basis gelegd voor deze nieuwe
meerjarig sluitende begroting. Door voldoende weerstandsvermogen kunnen we risico’s in de
toekomst aan. Daarmee wordt de gemeente “schoon” opgeleverd voor de nieuwe raad en college.
Vastgoed
Een van de bestuurlijke uitgangspunten in de Kadernota Vastgoed is het verbeteren van de
bezettingsgraden. Onze gemeentelijke gebouwen kennen geen leegstand (worden allemaal gebruikt,
maar niet allemaal intensief en elke dag van de week). Door maatschappelijke initiatieven met elkaar in
contact te brengen, door gebruikers van een pand te enthousiasmeren (al dan niet via rigth to
challenge) om deelgebruik te accepteren.
Voordelen: meer mensen kennen elkaar, helpen elkaar, verbinden anderen met elkaar en regelen zaken
voor elkaar. Hier zal de komende periode goed op worden ingezet.
Recente ontwikkelingen
Verder heeft de gemeenteraad het plan op weg naar verduurzaming gemeentelijk vastgoed omarmd.
Dit project is in het voorjaar van 2017 van start gegaan en de eerste Duurzaamheids Object
Exploitaties worden in het derde kwartaal vastgesteld. De 16 overige van de eerste lijst komen in het
eerste kwartaal 2018.
Relevante beleidsnota’s Bestuur
Collegeprogramma
Nieuw en anders
Perspectiefbrief
Financiën
Begroting 2017 – 2020 Deel 1
Begroting 2017 – 2020 Deel 2
Kadernota 2018
Nota Kostendekkende Exploitaties
Nota Treasury
Nota reserves en voorzieningen en rentebeleid 2016
Vastgoed
Kadernota vastgoed (2015)
Op weg naar verduurzaming gemeentelijk vastgoed (2017)
96
Wat willen we bereiken aan maatschappelijke effecten?
Maatschappelijke efecten
Bestuur
Verbindend besturen:
E1 De inwoners staan centraal, het bestuur staat dicht bij de inwoners
E2 Bestuur en organisatie zijn integer en betrouwbaar
E3 Centrumgemeente die sterk staat in het Groene Hart
Financiën
E4 Geen lastenverzwaring
E5 Solide financiële positie
Vastgoed
E6 Ruimte de past, zowel financieel als kwalitatief
Effectindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Bestuur
E1 Waardering voor betrekken inwoners en organisaties
bij beleid en zoeken van samenwerking
4,5% 6
E1 Opkomst verkiezingen (realisatie/2018 raming) GR
40,9%
TK
83,7%
GR 50%
E2 Aantal (vermoedens) van integriteitsschendingen 0 3 * **
Financiën
E4 Lasten op niveau 2014 ja ja ja ja ja
E5 Structureel sluitende meerjarenbegroting ja ja ja ja ja
E5 Uitkomst weerstandsmonitor voldoende ja ja ja ja ja
Vastgoed
E6 Leegstand 0 0 0
Toelichting
Bestuur
E2: voor de vermoedens van integriteitsschendingen geldt dat het vermoedens zijn. Deze worden
onderzocht en blijken vervolgens gegrond of niet gegrond. Er kan een sanctie volgen. Het puur
vermelden van een cijfer aan sancties is niet verstandig daar sancties variëren van waarschuwing tot
zwaarder. Het aantal (vermoedens) van integriteitsschendingen over 2017 (*) is nog niet bekend. Een
streefgetal voor 2018 (**) is moeilijk te geven, het streven is uiteraard: 0. Meer informatie is te vinden
in het Integriteitsverslag 2016 en de Monitor Integriteit en Veiligheid van het ministerie van
Binnenlandse zaken. Het Besluitformulier 2017/744 en verdere informatie vindt u hier.
E3: Gemeente Alphen aan den Rijn wil zich duidelijk profileren als centrumgemeente en wil effectief en
efficiënt regionaal samenwerken. Dit laat zich niet in meetbare getallen uitdrukken. De bereikte
resultaten worden gegeven in het Jaarverslag. De voornemens voor 2018 worden onder ‘Welke
resultaten gaan we realiseren?’ besproken.
Vastgoed
E6: Vastgoed dat wordt ingezet voor het bereiken van verschillende maatschappelijke effecten:
verbinding, sociale cohesie, nieuwe maatschappelijke allianties.
97
Welke resultaten gaan we realiseren?
Resultaatindicatoren 2014 2015 2016 2017 2018
Bestuur
E1 Werkbezoeken raad 5
E1 Kijk-luistercijfers raadsvergadering 6.000 6.500
E1 Abonnees Raadspraak 509 600
Financiën
E4 Lasten op niveau 2014 ja ja ja ja ja
E5 Structureel sluitende
meerjarenbegroting
ja ja ja ja ja
E5 Uitkomst weerstandsmonitor voldoende ja ja ja ja ja
Vastgoed
E6 Besparing op budget vastgoed - € 90.000 € 110.000 € 110.000 € 110.000
Wat gaan we ervoor doen?
Bestuur
E2 Integriteit
Het plan van aanpak Integriteit 2014-2018 voor de verdere verankering van integriteit en
integriteitsbeleid binnen onze organisatie, wordt uitgevoerd.
E3 Alphen aan den Rijn is duidelijke centrumgemeente
Er is een constructieve samenwerking binnen het Groene Hart met Gouda en Woerden. Deze
samenwerking heeft in 2017 geresulteerd in een bestuursovereenkomst tussen de Provincie en de drie
steden. Per brief aan de raad van 10 augustus 2017 (Zaaknr. 150426) heeft het college de raad kunnen
meedelen dat uit de samenwerking voortkomende projecten goed hebben gescoord bij de verdeling
van provinciale middelen voor gebiedsgericht werken: de provincie draagt €1,53 miljoen extra bij aan
het Groene Hart. De samenwerking wordt in 2018 voortgezet.
Binnen Holland Rijnland wordt met alle gemeenten in de regio Holland Rijnland samengewerkt. Ook
deze samenwerking wordt in 2018 voortgezet.
Het Serviceplein van de gemeente Alphen aan den Rijn wordt door gemeenten in de regio als een
voorbeeld gezien. Het op te richten Werkbedrijf zal vanaf 2018 gaan werken voor de gemeenten
Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem.
De samenwerking met Kaag en Braassem op het terrein van I&A en Belastingen is in 2017 versterkt en
wordt in 2018 verder uitgewerkt.
Financiën
E4 Geen lastenverzwaring
Het college heeft op blz. 24 van het Collegeprogramma aangegeven de gemeentelijke belastingen niet
te willen verhogen. Op blz. 25 staat onder de lijst afspraken inzake de Financiële situatie als punt 4
vermeld: “De OZB blijft gelijk en wordt jaarlijks alleen aangepast aan het inflatiepercentage. Verhoging
van de OZB is, als laatste middel, alleen mogelijk als dit noodzakelijk is voor de financiering van
onvoorziene tekorten in het kader van de decentralisaties op het sociale domein. Dit komt pas aan de
orde nadat eerst is gekeken naar de mogelijkheden voor aanvullende dekking in het sociale domein en
vervolgens ook op andere beleidsterreinen geen acceptabele financiering kan worden gevonden.
98
Voor de Afvalstoffenheffing en de Rioolheffing geldt dat dit kostendekkende exploitaties zijn. Er wordt
gestreefd naar gelijkblijvende lasten voor beide kostendekkende exploitaties samen. Wel zijn er per
exploitatie ontwikkelingen. De verwachting is dat door een nieuwe overeenkomst met Cyclus en
vermindering van de te verwerken hoeveelheid restafval de lasten voor afval kunnen dalen.
Daarentegen zullen de lasten voor riolering stijgen door noodzakelijke, aan de rioolheffing toe te
rekenen, investeringen om de afvoercapaciteit te vergroten, veroudering tegen te gaan en de kwaliteit
te verbeteren. Beide ontwikkelingen zullen in samenhang bezien worden bij het vaststellen van de
tarieven voor woningen.
E5 Solide financiële positie
In de strategische heroriëntatie zijn taakstellingen afgesproken voor bijna € 10 miljoen structureel.
Daarmee wordt de financiële positie van de gemeente meerjarig op orde gebracht. In de Jaarstukken
over 2016 is gemeld dat per ultimo 2016 dit voor 77% is gerealiseerd. Met de Begroting 2018 wordt
het resterende deel van de taakstelling ingevuld.
Het stringent begrotingsbeleid wordt voortgezet:
• nieuwe lasten toetsen aan het 3xO-criterium (onvermijdelijk, onvoorzien en onuitstelbaar);
• structurele lasten dekken met structurele middelen;
• bij investeringen de hieruit voortvloeiende onderhouds- en beheerlasten gelijktijdig
volledig verwerken in de begroting;
• onderschrijdingen op (investerings-)kredieten direct terug laten vloeien naar de algemene
middelen of de betreffende bestemmingsreserve;
• tegenvallers in lasten en baten in beginsel binnen het desbetreffende programma opvangen.
Vastgoed
Bedrijfsmatig: vastgoedportefeuille zoveel als mogelijk laten renderen.
Financieel: inzetten op rendement zoveel als mogelijk in de volgende coalitieperiode.
(kosten en baten wegen tegen elkaar op).
Maatschappelijk: zoveel als mogelijk partijen met elkaar in verbinding brengen en verleiden tot het
gezamenlijk gebruik en/of exploitatie van het gebouw.
99
Achtergrondinformatie
Achtergrondindicatoren 2014 2015 2016 2017
Financiën
E6 Aantal aanslagen gemeentelijke belastingen en heffingen 52.354 53.963 56.344 53.776
E6 Waardeontwikkeling WOZ woningen 9.973 9.889 9.933 10.266
E6 Waardeontwikkeling WOZ niet woningen 2.581 2.504 2.412 2.389
E6 Aantal kwijtscheldingen afvalstoffenheffing
Geautomatiseerd
809 905 876 980
E6 Aantal kwijtscheldingen afvalstoffenheffing
handmatig (nieuw, wijziging)
772 783 835 481
E6 Totaal aantal kwijtscheldingen afvalstoffenheffing 1.581 1.688 1.711 1.461
E6 Percentage aanslagen via automatische incasso 55,2% 53,2%
Financiën
Lastendruk in cijfers
De totale lastendruk van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning van € 250.000,- in 2017
is ten opzichte van 2016 voor een inwoner van Alphen aan den Rijn gedaald met 1,1%. Dit is nagenoeg
gelijk aan het voor de OZB gehanteerde inflatiepercentage. Er is rekening gehouden met een
gemiddelde stijging van circa 1,2% van de WOZ waarde. De woonlasten zijn laag gebleven. Zie hiervoor
ook het overzicht met de vergelijking met andere gemeenten.
Tarieven OZB 2015 2016 2017
Eigenaar woning 0,1209 0,1245 0,121
Eigenaar bedrijf 0,1771 0,1827 0,188
Woonlasten ontwikkeling 2015 2016 2017
OZB woning 250.000 302,25 311,25 302.5
Rioolheffing meerpersoonshuishouden 202,80 220,08 220,08
Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden 266,40 253,08 253,08
771,45 784,41 775,66
100
Vergelijking met andere gemeenten
De vergelijking met de ons omliggende gemeenten geeft inzicht in de positie van Alphen aan den Rijn.
Hiervoor baseren wij ons op de, inmiddels breed erkende, gegevens van het COELO (Centrum voor
Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Universiteit van Groningen).
Woonlasten 2017 Woonlasten
eenpersoonshuishouden
Woonlasten
meerpersoonshuishouden
Alphen aan den Rijn 600 736
Waddinxveen 709 768
Gouda 939 1.006
Lansingerland 827 878
Leiden 572 760
Leiderdorp 697 877
Zoeterwoude 765 827
Nieuwkoop 782 861
Kaag en Braassem 773 865
Bodegraven-Reeuwijk 860 1.024
Zoetermeer 672 714
Zuidplas 781 815
Leidschendam-Voorburg 634 696
Gemiddelde regio 736 824
Omdat het COELO rekent met een afwijkende gemiddelde waarde van een woning en afrondingen is er
een kleine afwijking in woonlasten van Alphen aan den Rijn tussen de tabel lokale lastendruk en de
bovenstaande tabel.
De woonlasten van de gemeenten hebben betrekking op: OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Het
COELO rekent met de som van de gemiddelde OZB aanslag.
101
Wat mag het kosten?
Bestuur en financiën Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 5.727 4.481 6.023 7.765 9.880
Baten 76 76 76 76 76
Saldo van baten en lasten -5.651 -4.404 -5.947 -7.689 -9.804
Mutaties reserves
Toevoegingen 3.036 787 732 691 660
Onttrekkingen 726 624 525 525 361
Mutaties reserves -2.310 -163 -207 -166 -299
Saldo -7.961 -4.568 -6.154 -7.854 -10.102
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Analyse op hoofdlijnen
Het saldo van dit programma loopt in 2019, 2020 en 2021 op. Deze toename in de meerjarenschijven
ontstaat vanwege de stelpost voor behoedzaamheid die geraamd is bij de Meicirculaire tezamen met
de stelpost voor loon- en prijsstijging. Deze stelposten zijn centraal geraamd binnen dit programma
en nemen in meerjarenperspectief toe. De eerste jaren geven immers nog een redelijk zeker beeld,
maar de latere jaren geven een grotere mate van onzekerheid. Dit verklaart de hogere stelposten. De
dekking hiervan is te vinden binnen de Algemene dekkingsmiddelen (Algemene Uitkering).
In verband met de fusie is gefaseerd een frictievergoeding ontvangen via de Algemene Uitkering. Deze
vergoeding wordt via dit programma doorgestort in de Algemene reserve. In 2017 is het laatste jaar
dat deze wordt ontvangen. Dit verklaart grotendeels de afname in de mutaties reserves vanaf 2018.
Overzicht taakvelden
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 4.481 76 -4.404 85,1% 10,9%
0.1 Bestuur 4.626 30 -4.596 87,8% 4,3%
0.8 Overige baten en lasten -145
145 -2,8% 0,0%
3.4 Economische promotie
46 46 0,0% 6,6%
Mutaties reserves 787 624 -163 14,9% 89,1%
0.10 Mutaties reserves 787 624 -163 14,9% 89,1%
Eindtotaal 5.268 700 -4.568 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en laten
Bestuur en financien 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Gemeenschappelijke bijdrage HR
(incidentele bijstelling)
90 86 65 65
Totaal programma 8 90 0 86 0 65 0 65 0
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
102
Overzicht incidentele baten en lasten reservemutaties
Reserve Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
Structureel
Algemene reserve -1 -4 -88 -88
Reserve bijstelling ambitieniveau grex 430 430 430 266
Reserve bovenwijkse voorzieningen 390 378 456 456
Reserve btw activa 156 58 58 57
Reserve onderwijshuisvesting 398 358 323 291
Reserve overname Heijmans/Terra Amvest 38 38 38 38
Totaal Structureel 787 624 732 525 691 525 660 361
Totaal Bestuur en financiën 787 624 732 525 691 525 660 361
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Risico’s bij dit programma
Algemene uitkering
Risico ten aanzien van de ontwikkeling van de Algemene Uitkering in de komende jaren, met name
toe- gespitst op de decentralisaties van rijkstaken in het sociaal domein voor de onderwerpen
maatschappelijke ondersteuning, jeugd en werk.
Voor wat betreft de raming van de Algemene Uitkering in de Programmabegroting 2018 is uitgegaan
van de hierover verstrekte informatie in de meicirculaire 2017. Alle mutaties binnen de Algemene
Uitkering zijn in de begroting verwerkt, waaronder de integratie-uitkering sociaal domein.
De ontwikkeling van de Algemene Uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’
hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De
jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode
wordt het accres genoemd. Van belang is te melden dat de meerjarige ontwikkeling van het accres, hoe
verder dit in de tijd ligt, onzekerder wordt. De economische ontwikkelingen lijken goed maar blijven
kwetsbaar. De vorming van een nieuw kabinet en de mogelijke wijzigingen van het rijksbeleid
(bijvoorbeeld verruiming gemeentelijk belastinggebied) worden uitgewerkt in een nieuw
regeerakkoord. De effecten voor het gemeentefonds worden daarna financieel vertaald.
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat de rijksbijdragen binnen het sociaal domein voor Wmo,
Jeugdzorg en Participatie het lokale financiële kader bepalen. Door middel van monitoring wordt zicht
gehouden op de toereikendheid van het beschikbare budget.
Beheersmaatregel:
Uitgangspunt is dat uitvoering van de taken voor Wmo, Jeugdzorg en Participatie in principe binnen
programma 1 van de begroting 2018-2021 dient plaats te vinden.
NB: Het Risico “Algemene Uitkering” wordt vanwege de samenhang met Programma 1 ook vermeld
onder Programma 1.
103
Onderdelen
Programmaplan
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Overhead
Vennootschapsbelasting
Onvoorzien
104
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Algemene dekkingsmiddelen Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 3.472 3.414 2.796 2.504
Baten 180.573 182.878 185.133 186.654
Saldo van baten en lasten 177.102 179.465 182.336 184.149
Mutaties reserves
Toevoegingen 0 0 0 0
Onttrekkingen 0 0 0 0
Mutaties reserves 0 0 0 0
Saldo 177.102 179.465 182.336 184.149
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Algemene dekkingsmiddelen Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Algemene uitkering en overige uitkeringen
Gemeentefonds
146.587 148.997 151.161 153.201
Treasury 7.328 6.962 7.411 6.861
OZB woningen 11.443 11.628 11.788 11.989
OZB niet-woningen 7.410 7.544 7.642 7.765
Belastingen Overig 4.334 4.334 4.334 4.334
Saldo van baten en lasten 177.102 179.465 182.336 184.149
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Overzicht incidentele baten en lasten
Algemene dekkingsmiddelen 2018 2019 2020 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Treasury: Herrubricering Grexen
(rentetoerekening)
1.176 1.771 681 1.560 196 1.378 -21 88
Totaal Algemene dekkingsmiddelen 1.176 1.771 681 1.560 196 1.378 -21 88
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Taakveld Lasten Baten Saldo % Lasten % Baten
Saldo van baten en lasten 3.472 180.573 177.102 100,0% 100,0%
0.5 Treasury 2.268 9.596 7.328 65,3% 5,3%
0.61 OZB woningen 1.026 12.469 11.443 29,5% 6,9%
0.62 OZB niet-woningen 108 7.518 7.410 3,1% 4,2%
0.64 Belastingen Overig 49 4.383 4.334 1,4% 2,4%
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 22 146.608 146.587 0,6% 81,2%
Eindtotaal 3.472 180.573 177.102 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
105
Overhead
Bij de herziening van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is vastgelegd dat kosten zoveel
mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taken/activiteiten. Dit betekent dat alle
bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten in de betreffende taakvelden
moeten worden begroot en verantwoord. Conform deze voorschriften worden de baten en lasten van
overhead echter niet meer onder de afzonderlijke beleidsprogramma’s geregistreerd, als indirecte
lasten, maar centraal onder een afzonderlijk taakveld (taakveld 0.4 Overhead).
Onder overhead wordt verstaan het geheel van functies en activiteiten gericht op sturing en
ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Denk hierbij aan de kosten van:
Leidinggevenden primair proces (inclusief secretariaten, office management);
Financiën;
Personeel & Organisatie;
Inkoop;
Interne en externe communicatie;
Juridische medewerkers;
Bestuurszaken en bestuursondersteuning;
ICT-activiteiten;
Facilitaire zaken en Huisvesting;
DIV (documentaire informatievoorziening).
In onderstaande tabel worden de geraamde baten en lasten van overhead inzichtelijk gemaakt:
Overhead Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 28.592 29.292 29.123 29.055
Baten 503 503 503 503
Saldo van baten en lasten -28.088 -28.788 -28.620 -28.552
Mutaties reserves
Toevoegingen 1.320 1.320 1.320 1.320
Onttrekkingen 2.251 2.612 2.461 2.164
Mutaties reserves 931 1.292 1.141 844
Saldo -27.157 -27.496 -27.478 -27.707
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
106
Categorie Lasten Baten % Lasten % Baten
Baten en lasten 28.592 503 95,6% 18,3%
Salariskosten 19.270 64,4% 0,0%
Overige lasten * 11.349 37,9% 0,0%
Doorbelasting naar grexen en investeringen -2.027 -6,8% 0,0%
Vergoedingen personeel 184 0,0% 6,7%
Overige baten 320 0,0% 11,6%
Mutaties reserves 1.320 2.251 4,4% 81,7%
Mutatie reserves 1.320 2.251 4,4% 81,7%
Eindtotaal 29.912 2.754 100,0% 100,0%
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel * De overige lasten bestaan uit de kosten voor huisvesting (schoonmaak, onderhoud), ICT (telefonie, onderhoud) en kapitaallasten.
De overhead wordt in deze begroting conform BBV afzonderlijk zichtbaar gemaakt. De hogere lasten
hebben betrekking op de stijging van de cao en de sociale lasten.
107
Vennootschapsbelasting
VPB Begroting
2017
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo 0 0 0 0 0
Aanleiding vpb
Op aandringen van de Europese Commissie is op 16 september 2014 een wetsvoorstel ingediend voor
de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (Kamerstukken
34003). Dit voorstel beoogt een gelijk speelveld te creëren tussen concurrerende overheidsactiviteiten
en private ondernemingen. Dit voorstel is uiteindelijk in gewijzigde vorm op 26 mei 2015 door de
Eerste Kamer aangenomen. Deze wetswijziging betekent voor onze gemeente dat wij met ingang van
het jaar 2016 vennootschapsbelasting moeten gaan betalen over de fiscale winst uit alle economische
activiteiten.
Wettelijke kaders (grondslagen)
De begroting en de jaarrekening van de gemeente zijn gebaseerd op regels die zijn opgenomen in het
BBV. Deze regels zijn niet van toepassing op het berekenen van de fiscale winst. De eigenheid van
Gemeenten is door de verschillende partijen zoals de SVLO (samenwerking tussen Belastingdienst,
Ministerie van Financiën, VNG, IPO en de UvW) en de commissie BBV ingezien. De SVLO heeft via
verschillende notities de wetteksten dan ook een praktische uitwerking gegeven. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de optie om nu bij de grondexploitaties verliezen uit het verleden mee te mogen
wegen voor de ondernemingstoets (de zogenaamde quickscan) en dat voor de toets op het
winstoogmerk uit mag worden gegaan van de commerciële (BBV) cijfers en er dus in eerste instantie
geen herrekening hoeft plaats te vinden naar de fiscale cijfers. De SVLO is na vele notities en
verduidelijkingen inmiddels ontbonden.
Consequenties voor de gemeente
Onze inventarisatie op basis van de meerjarenbegrotingscijfers en het meerjaren perspectief
grondexploitaties (MPG) geven geen of een zeer beperkte belastingdruk aan. Er heeft een afstemming
met de Belastingdienst plaatsgevonden over deze inventarisatie en onze, daarbij gehanteerde,
uitgangspunten. De Belastingdienst heeft aangegeven dat wij mogen vertrouwen op de notities van de
SVLO. Aangezien wij dit ook hebben gedaan is het risico op verschillen van inzicht met de
Belastingdienst belangrijk verminderd. Mocht de Belastingdienst toch andere standpunten innemen,
stel bijvoorbeeld er mag geen verliesverrekening oude jaren worden toegepast, zou de belastingdruk
bij het cluster grondexploitaties (verweven activiteiten die gezamenlijk de ondernemingstoets voor de
vpb kunnen doorlopen) circa € 1 miljoen totaal bedragen voor de nu voorliggende MPG. Bij forse
waardestijgingen van de grondexploitaties zou het af te dragen vpb-bedrag ook naar boven bijgesteld
moeten worden. Bij andere clusters dan de grondexploitatie zijn de risico’s veel kleiner, maar ook daar
kan de belastingdienst zich op het standpunt stellen dat een bepaalde clustering van activiteiten niet
mogelijk is. Als een verliesgevende activiteit niet door de ondernemerspoort heen zou komen, is dat
verlies niet meer bruikbaar om andere winsten mee te verrekenen. Deze toetsingen van de
verschillende clusters zullen jaarlijks moeten plaatsvinden en kunnen afhankelijk van de verandering
van het winststreven/de winst jaarlijks een andere uitkomst geven. De daadwerkelijk te betalen vpb
wordt berekend op basis van de realisatie van het desbetreffende boekjaar.
De gemeente participeert ook in publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden waarover de gemeente
(beperkte) zeggenschap heeft. Deze samenwerkingsverbanden moeten een zelfstandig onderzoek
verrichten naar de mogelijke gevolgen van de invoering van de vennootschapsbelasting. Voor zover
daar fiscaal winst zal worden gemaakt zullen er aanpassingen moeten plaatsvinden.
108
De invoering van de vennootschapsbelasting voor de overheid legt een tijdelijke maar ook een
structurele administratieve last op de gemeente waarvoor geen compensatie wordt ontvangen. Denk
hierbij aan het verzamelen van de gegevens op een andere manier dan nu uit de administratie blijkt.
Momenteel wordt hiervoor een fiscaal beheerssysteem ingericht om zoveel mogelijk gebruik te maken
van verdere structurering, standaardisering en automatisering. De gemeente is ook verantwoordelijk
voor het vaststellen en doen van een aangifte waarbij, indien nodig, gebruik zal worden gemaakt van
juridische en fiscale advisering (vanuit het oogpunt de belastingdruk zoveel mogelijk te beperken).
Beheermaatregelen
Jaarlijks wordt door de fiscale afdeling van de gemeente in samenspraak met de desbetreffende
vakafdelingen een quickscan uitgevoerd om zodoende de vpb-plichtige activiteiten te monitoren en te
bepalen in hoeverre de jaarlijkse vpb-druk wijzigt. Wijzigingen worden vastgelegd in een
grondslagendocument. Een extern buro dat gespecialiseerd is in de vpb voor overheidslichamen
ondersteunt de gemeente daar waar nodig bij de fiscale vraagstukken en de uitvoering van de scan.
Voor het uitwisselen van kennis en ervaring hebben wij contacten met diverse 100.000+ gemeenten.
Daarnaast volgt de gemeente nauwkeurig de wet- en regelgeving (nieuw uitgebrachte notities) rondom
de vennootschapsbelasting en neemt hierop actie indien nodig.
109
Onvoorzien
Onvoorzien Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Saldo van baten en lasten
Lasten 100 100 100 100
Baten 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten -100 -100 -100 -100
Mutaties reserves
Toevoegingen 0 0 0 0
Onttrekkingen 0 0 0 0
Mutaties reserves 0 0 0 0
Saldo -100 -100 -100 -100
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
110
Paragrafen
111
Lokale heffingen
Algemeen
De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de
besteding van de opbrengst gebonden is en maximaal kostendekkend mag zijn en heffingen waarvan
de besteding van de opbrengst vrij is.
Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene
dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de
opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffenheffing en de
rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene
dekkingsmiddelen.
De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de
consequenties daarvan voor de inwoners.
Beleidsuitgangspunten
De gemeenteraad stelt jaarlijks uiterlijk in december de belastingverordeningen en tarieven voor het
komende jaar vast. De tarieven voor een groot aantal verordeningen worden gebaseerd op
kostendekkende exploitaties (nota Kosten Dekkende Exploitaties 17 december 2015 VS 2015-47075
(KDE). De nota heeft als uitgangspunt voor de tarieven: integrale kostentoerekening, maximale
kostendekkendheid, minimale uitvoeringskosten en indien nodig gebruik maken van een
egalisatiereserve. De ontwikkelde kostenmodellen vanuit deze nota resulteren uiteindelijk in
exploitatieoverzichten. Voor een aantal verordeningen geldt dat deze wettelijk niet meer dan 100%
kostendekkend mogen zijn.
Uitgangspunten Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Daadkracht Dichtbij’
De uitgangspunten voor de lokale lasten genoemd in het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Daadkracht
Dichtbij’ zijn;
- De OZB blijft gelijk en wordt jaarlijks alleen aangepast aan het inflatiepercentage. Verhoging van de
OZB is, als laatste middel, alleen mogelijk als dit noodzakelijk is voor de financiering van onvoorziene
tekorten in het kader van de decentralisaties op het sociale domein. Dit komt pas aan de orde nadat
eerst is gekeken naar de mogelijkheden voor aanvullende dekking in het sociale domein en vervolgens
ook op andere beleidsterreinen er geen acceptabele financiering kan worden gevonden.
- Voor bijzondere heffingen of belastingen geldt het principe van kostendekkendheid. Deze heffingen
of belastingen zijn direct gerelateerd aan de uitgaven die voor dit doel concreet in beeld zijn en
worden verantwoord.
- Gemeentelijke belastingen die zodanig veel perceptiekosten met zich meebrengen dat deze de
inkomsten naderen of zelfs overschrijden, worden beëindigd.
Woonlasten (lokale lastendruk)
Tot de woonlasten rekenen we de onroerende-zaakbelastingen, riool-heffing en afvalstoffenheffing.
De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee
dus ook grotendeels de lokale lastendruk.
In de kadernota zijn geen nieuwe maatregelen genomen die de lokale lastendruk extra laten toenemen.
Onroerende-zaakbelastingen
De heffingsmaatstaf van de onroerende zaakbelastingen is de WOZ-waarde van de woning/niet-
woning. Er wordt belasting geheven naar een percentage van deze vastgestelde WOZ-waarde. Er dient
volgens de huidige inschatting rekening te worden gehouden met een gemiddelde stijging van ca. 4,2%
112
van de WOZ-waarden van de woningen en een gemiddelde daling van 0,6 % van de WOZ-waarden niet-
woningen per waarde peildatum 1 januari 2017. Om het uitgangspunt van een gelijkblijvende OZB te
realiseren betekent dit dat het tarief met hetzelfde percentage zal worden verlaagd.
In de Kadernota 2018-2021 is opgenomen dat de tarieven OZB conform het Coalitieakkoord
‘Daadkracht Dichtbij’ worden aangepast aan de verwachte inflatie. Het te betalen bedrag aan
onroerende-zaakbelasting zal in 2018 hiermee met 0,9% stijgen ten opzichte van 2017.
Inflatiecorrectie Kadernota
2016 2017 2018 2019 2020 2021
0,8% 0,9% 0,9% 1,1% 1,3% 1,6%
De waarde, die als heffingsmaatstaf dient voor de onroerende-zaakbelastingen, wordt vastgesteld op
basis van de Wet waardering onroerende zaken. De gemeente is aangesloten op de Landelijke
Voorziening WOZ (LV WOZ). Door deze voorziening worden de WOZ-waarden voor burgers openbaar en
eenvoudig in te zien in een WOZ-viewer. De LV WOZ vereenvoudigt voor de gemeente het verstrekken
van gegevens uit de Basisregistratie WOZ. Voor de geautoriseerde afnemers (Belastingdienst,
waterschappen, CBS, notariaat, banken, verzekeraars) heeft het natuurlijk voordelen om uiteindelijk de
WOZ-gegevens van alle gemeenten uit één loket te kunnen verkrijgen.
Afvalstoffenheffing
Bij de vaststelling van het tarief van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekking.
Belastingplichtig is de gebruiker van een woning, waarbij in de heffingsmaatstaf onderscheid wordt
gemaakt tussen éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Het aanvragen van kwijtschelding is
mogelijk. De meeste huishoudens maken in 2018 gebruik van ondergrondse restafvalinzameling met
de afvalpas. Deze pas geeft ook toegang tot het brengstation voor grof afval. De begroting 2018 houdt
rekening met 10% vermindering van de hoeveelheid restafval en 25% verhoging van de efficiëncy van
de afvalinzameling door dynamische routeplanning op basis van de geïnstalleerde vulgraadmeters op
de ondergrondse containers.
Rioolheffing
Bij de vaststelling van het tarief van de rioolheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekking.
Belastingplichtig is de gebruiker van een perceel met tariefdifferentiatie op basis van éénpersoons- en
meerpersoonshuishoudens voor woningen en een percentage van de WOZ-waarde voor niet-
woningen. Door de invoering van een nieuwe heffingsgrondslag en de herziening van het tarief voor
niet-woningen is in 2016 een (additioneel) tekort ontstaan. De raad heeft besloten dit tekort eenmalig
ten laste van de egalisatievoorziening te brengen. Met ingang van de begroting 2017 is het tekort voor
een groot deel gecompenseerd door een lagere toerekening van rente op grond van de nieuwe BBV-
regels (Kadernota 2017-2020).
Ontwikkeling tarief rioolheffing vanaf 2019
In het GRP voor de periode 2016-2025 is opgenomen dat in 2019 een tariefsverhoging van 7,5% is
voorzien om de lasten van de rioolexploitatie te kunnen dekken. De raad heeft in december 2015 zijn
zorg geuit over deze significante stijging en gevraagd hiervoor een andere oplossing te vinden.
Voorgesteld is in 2018 de gewenste verhoging van het tarief opnieuw te berekenen op basis van de
realisatiecijfers over 2016 en 2017, in combinatie met een geactualiseerde raming van de
noodzakelijke vervangingsinvesteringen. De oorspronkelijke berekening van het GRP gaat uit van
gelijkblijvende tarieven in de periode van 2019 tot en met 2022. Een alternatief kan zijn het tarief niet
in één keer fors te laten stijgen, maar jaarlijks te verhogen met kleinere stapjes.
113
Roerende-ruimtebelasting
Roerende-ruimtebelasting (RRB) is een gemeentelijke belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten.
Roerende woon- en bedrijfsruimten zijn ruimten die duurzaam aan een plaats verbonden zijn en
dienen tot permanente bewoning of gebruik. Voorbeelden hiervan zijn woonboten. De inkomsten van
de RRB vallen in de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de gemeenteraad bepaalt
voor welke voorzieningen de opbrengsten worden ingezet. De tarieven zijn gelijk aan de tarieven
onroerende-zaakbelastingen.
Hondenbelasting
De hondenbelasting is een algemene heffing voor de houder van een hond, die in het gehele areaal van
Alphen aan den Rijn wordt geheven.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is geldig voor het gehele grondgebied van de Gemeente Alphen aan den Rijn en
wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting door niet-inwoners.
Bedrijfsinvesteringszones (BIZ)
De huidige verordeningen BIZ zijn gebaseerd op een experimentenwet met een looptijd van maximaal
vijf jaar. Voor het centrumgebied Alphen is in 2016 een nieuwe BIZ-verordening en
uitvoeringsovereenkomst opgesteld. Het betreft een BIZ voor zowel eigenaren als voor gebruikers van
de winkelpanden. De ondernemers gebruiken de opbrengst voor activiteiten in het centrum. Voor het
centrum Boskoop is een BIZ gebruikers. Na een positieve stemming is deze BIZ op 1 januari 2017
gerealiseerd.
Parkeerbelasting
De parkeerbelasting is een algemeen dekkingsmiddel waarbij jaarlijks een exploitatieoverzicht wordt
gemaakt van de parkeergarages en de naheffingsaanslagen. Voor deze laatste geldt maximaal 100%
kostendekkendheid. Voor Alphen aan den Rijn is volgens de Update parkeren (2012) een driejaarlijkse
verhoging van de tarieven vastgesteld. De parkeerbelasting wordt alleen geheven rond de
winkelcentragebieden van de voormalige gemeente Alphen aan den Rijn. Hiervoor is het kenteken
parkeren ingevoerd. Door de raad is een traject vastgesteld om de parkeerexploitatie per 2019
kostendekkend te krijgen. Als onderdeel hiervan wordt momenteel een businesscase parkeren
uitgewerkt. Uitgangspunten zijn hierbij kostendekkende en marktconforme tarieven.
Precariobelasting
Invoering precariobelasting gemeentebreed op kabels en leidingen is structureel meegenomen in de
Kadernota. Vanaf 2016 zijn de inkomsten structureel verhoogd tot € 4 miljoen. De precariobelasting
wordt niet direct van de burger geheven, maar van de netwerkbeheerders met kabels, leidingen en
buizen onder, op of boven de gemeentegrond.
Op 21 maart 2017 heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat voorziet in de afschaffing
van de heffing precariobelasting ter zake van nutsbedrijven die zich bevinden op, boven of onder de
voor de openbare dienst bestemde grond van de gemeente, de provincie of het waterschap. De wet
bevat een overgangsperiode van 5 jaar voor decentrale overheden die op 10 februari 2016 al
precariobelasting hieven. Zij kunnen nog tot 1 januari 2022 blijven heffen. De gemeente Alphen aan
den Rijn valt onder deze overgangsregeling. Gedurende de termijn van de overgangsregeling is het niet
mogelijk om de precariobelasting te verhogen. De nieuwe wetgeving heeft betrekking op onder andere
een wijziging van artikel 22 van de Gemeentewet. De nieuwe wetgeving is op 1 juli 2017 in werking
getreden. Een bestuursopdracht met betrekking tot de nieuwe wetgeving is vastgesteld.
Leges
Wettelijk geldt een maximaal 100% kostendekkend tarief op basis van de totale legesopbrengst. Voor
114
2017 zullen er naar verwachting slechts kleine wijzigingen worden voorgesteld. Naar titelniveau wordt
de kostendekkendheid bepaald bij het opstellen van de nieuwe KDE.
Lijkbezorgingsrechten
De hoogte van de tarieven en de kostendekking van de begraafplaatsexploitatie zijn behandeld in de
startnotitie harmonisatie begrafenisrechten, die speciaal hiervoor na de fusie is opgesteld. De
uitgangspunten zijn met ingang van 2015 verwerkt in de verordening lijkbezorgingsrechten, die in
2018 wordt geëvalueerd. De kostendekking van de begraafplaatsexploitatie wordt gewaarborgd door
vrijval van de voorziening afkoopsommen onderhoud.
Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor alle weekmarkten in de gehele gemeente. Doordat gestreefd wordt
naar harmonisatie van de tarieven voor de verschillende markten zullen de standplaatskosten voor de
markten in Hazerswoude de komende jaren, gefaseerd, op hetzelfde niveau gebracht worden als de
overige markten.
Voor de grootste markt, de zaterdagmarkt in centrum Alphen, worden verhoudingsgewijs de meeste
kosten gemaakt, bijvoorbeeld op het gebied van inzet marktmeester en schoonmaakkosten. Op de
standplaatskosten voor de zaterdagmarkt wordt een toeslag berekend.
Havengelden
Havengelden worden alleen geheven in het gebied van de oude gemeente Alphen aan den Rijn. De
opbrengst is gering en nog lang niet kostendekkend. Het onderhoud van de bruggen ligt bij de
Gemeente Alphen aan den Rijn. De kostendekkendheid ligt momenteel rond de 10%. De
bezettingsgraad van de haven is laag. Zodra de nieuwe Rijnhaven gereed is wordt de KDE opnieuw
bekeken.
Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten
In de onderstaande tabel zijn de verwachte belastingopbrengsten, inclusief eigen gemeentelijke
inkomsten, opgenomen.
Parkeerbelastingen bestaan uit parkeergelden en vergunningen.
Belastingopbrengsten Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Belastingen en heffingen
Onroerende zaakbelastingen 19.883 20.222 20.482 20.806
Afvalstoffenheffing 10.500 10.500 10.500 10.500
Rioolrechten 10.800 10.800 10.800 10.800
Subtotaal 41.183 41.522 41.782 42.106
Overige belastingen
Hondenbelasting 311 311 311 311
Parkeerbelastingen 1.473 1.463 1.463 1.463
Toeristenbelasting 46 46 46 46
Roerende-ruimtebelasting 8 8 8 8
Precariobelastingen 4.064 4.064 4.064 4.064
Subtotaal 5.902 5.892 5.892 5.892
Overige rechten
Leges bouwvergunningen 1.928 1.928 1.928 1.928
Begrafenisrechten 1.275 1.275 1.275 1.275
Marktgelden 114 114 114 114
Leges burgerzaken 1.892 1.892 1.892 1.892
Subtotaal 5.209 5.209 5.209 5.209
Totaal 52.293 52.622 52.882 53.206
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
115
Kwijtschelding
De gemeente verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing. De kwijtscheldingsnorm is 100% van
de bijstandsnorm (=wettelijk maximum). Dit beleid wordt in 2018 gehandhaafd.
Onroerende zaakbelastingen
38,02%
Afvalstoffenheffing 20,08%
Rioolrechten 20,65%
Hondenbelasting 0,59%
Parkeerbelastingen 2,82%
Toeristenbelasting 0,09%
Roerende ruimtebelasting
0,02%
Precariobelastingen 7,77%
Leges bouwvergunningen
3,69% Begrafenisrechten 2,44%
Marktgelden 0,22%
Leges burgerzaken 3,62%
Belastingopbrengsten begroting 2018
116
Kostenonderbouwing op hoofdlijnen voornaamste heffingen
Berekening kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing
Kosten taakveld Afval, inclusief (omslag)rente -9.409.676
Inkomsten taakveld Afval, exclusief heff ingen 1.375.750
Netto kosten taakveld Afval -8.033.926
Toe te rekenen kosten:
Overhead, inclusief (omslag)rente -1.392.333
Compensabele btw -1.073.741
Totale kosten -10.500.000 100%
Opbrengst afvalstoffenheffing 10.500.000
Dekking 100%
Berekening kostendekkendheid van de rioolheffing
Kosten taakveld Riolering, inclusief (omslag)rente -8.985.298
Inkomsten taakveld Riolering, exclusief heff ingen 50.000
Netto kosten taakveld Riolering -8.935.298
Toe te rekenen kosten:
Overhead, inclusief (omslag)rente -589.702
Compensabele btw -1.275.000
Totale kosten -10.800.000 100%
Opbrengst rioolheff ing 10.800.000
Dekking 100%
Berekening kostendekkendheid van de lijkbezorgingsrechten
Kosten taakveld Begraafplaatsen, inclusief (omslag)rente -987.725
Inkomsten taakveld Begraafplaatsen, exclusief heffingen 19.845
Netto kosten taakveld Begraafplaatsen -967.880
Toe te rekenen kosten:
Overhead, inclusief (omslag)rente -307.120
Totale kosten -1.275.000 100%
Opbrengst grafrechten e.d. 1.275.000
Dekking 100%
117
Toelichting onderbouwing voornaamste heffingen
De aan het taakveld toegerekende overhead is bepaald op basis van de aan de taakvelden
toegerekende loonkosten (opslag voor overhead). Deze methodiek is consequent toegepast en sluit
tevens aan op de wijze van kostentoerekening in voorgaande begrotingsjaren.
Voor de onderbouwing van de kostendekkendheid van de overige, niet-wettelijke kostendekkende
exploitaties wordt verwezen naar de nota Kostendekkende exploitaties zoals vastgesteld in de raad van
december 2015.
Berekening kostendekkendheid van de leges
Titel 1 Burgerzaken leges
Lasten taakvelden (incl. omslagrente) -2.194.783
Overhead -742.783
BCF-BTW -33.062
Totaal lasten -2.970.628
Legesopbrengsten 1.842.774
Titel 2 Bouw leges (w abo)
Lasten taakvelden (incl. omslagrente) -2.385.066
Overhead -948.760
BCF-BTW -46.533
Totaal lasten -3.380.359
Baten 1.927.525
Titel 3 Overige leges (evenementen)
Lasten taakvelden (incl. omslagrente) -154.556
Overhead -71.237
BCF-BTW -1.050
Totaal lasten -226.843
Baten 49.339
Totaal lasten -6.577.830
Totaal baten 3.819.638
Kostendekkendheid
Titel 1 62%
Titel 2 57%
Titel 3 22%
118
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
ALGEMEEN
De paragraaf Weerstandsvermogen geeft een beeld van de mate waarin de gemeente in staat is om
financiële tegenvallers ten gevolge van onvoorziene risico’s op te kunnen vangen, zonder dat dit direct
leidt tot de noodzaak om te bezuinigen.
Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen:
de weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet
begrote kosten te dekken;
alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn
voor de financiële positie van de gemeente.
Door de weerstandscapaciteit en de relevante risico’s tegen elkaar af te zetten wordt een ratio
berekend. Voor de waardering van die ratio wordt onderstaande schaalverdeling gehanteerd.
Tabel: schaalverdeling weerstandsratio
Ratio Oordeel
> 2,0 Uitstekend
> 1,4 - < 2,0 Ruim voldoende
> 1,0 - < 1,4 Voldoende
> 0,8 - < 1,0 Matig
> 0,6 - < 0,8 Onvoldoende
< 0,6 Ruim onvoldoende
De raad heeft besloten dat de weerstandsratio zich dient te bevinden tussen de 1,0 en 1,4 (voldoende).
Er is geen maximumniveau vastgesteld waaruit zou volgen dat de reservecapaciteit boven een bepaald
niveau een alternatieve bestemming zou moeten krijgen.
RISICOMANAGEMENT 2018-2021
Kenmerkend voor de hier toegepaste methodiek van risicomanagement is dat bij de bepaling van de
benodigde weerstandscapaciteit rekening wordt gehouden met de beheersmaatregelen die al getroffen
zijn voor veel ‘normale’ risico’s en de keuzemogelijkheden die beschikbaar zijn om de gevolgen van
risico’s op te kunnen vangen. Hiermee voorkomen we een onnodig hoog beslag op reservemiddelen.
Schematisch ziet de methodiek er als volgt uit:
Voor het totaal van de berekende risico’s op de grondexploitaties en de gewogen restrisico’s moet dus
voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar zijn om de weerstandsratio op tenminste 1,0 uit te laten
komen.
Beheersmaatregelen
gewogen restris ico's
weerstandsratio
weerstandscapacitei tBeg
roti
ngso
mva
ng
niet te benoemen ris ico's
Bru
to r
isic
o
Netto ris ico
gering belang accepteren
s igni ficant belang berekende ris ico'ste benoemen ris ico's
119
WEERSTANDSMONITOR 2018
De weerstandsmonitor geeft in één oogopslag weer in welke mate de gemeente in staat is om zich
(financieel) aan te passen aan veranderingen. De beoordeling daarvan vindt plaats langs vier
‘domeinen’.
Stabiliteit: kan de gemeente de financiële positie structureel in evenwicht houden?
Flexibiliteit: kan de gemeente inspelen op veranderende financiële omstandigheden?
Weerbaarheid: kan de gemeente financiële tegenvallers opvangen?
Wettelijke kaders: voldoet de gemeente aan de wettelijke kaders?
De weerstandsmonitor is voor het eerst ontwikkeld voor de begroting 2016-2019. Per ‘domein’ zijn
een aantal indicatoren verzameld. Deze indicatoren zijn voornamelijk gebaseerd op
begrotingsvoorschriften en de binnen de 100.000+ gemeenten gehanteerde normen. Het zijn met
name de veranderingen van de indicatoren in de tijd die helpen om te beoordelen of er maatregelen
genomen moeten worden. Er is dus geen absolute stand die per indicator gehaald moet worden. De
indicator heeft een signaleringsfunctie. De onderliggende berekening van de indicatoren wordt ook
steeds verder verfijnd en aangescherpt.
De vier domeinen geven alle per saldo een positief beeld. De belangrijkste mutaties ten opzichte van
de monitor in 2017 spelen zich af bij de financiering. Tot 2017 gingen we er nog van uit dat de
gemeente zelf het Masterplan Onderwijshuisvesting zou realiseren. In dat geval zou de gemeente extra
financiering moeten aantrekken. Die financiering was verwerkt in de kengetallen als solvabiliteit,
schuldquote en schuld per inwoner. Inmiddels heeft de raad besloten medewerking te verlenen aan de
zogenaamde doordecentralisatie van het voortgezet onderwijs. Het gevolg daarvan is dat de
schoolbesturen zelf de financiering gaan aantrekken. Daardoor verbeteren de daarmee
samenhangende kengetallen bij de gemeente.
De weerstandsmonitor ondersteunt dus het positieve beeld van de financiële huishouding.
Stabiliteit
(groen)
Flexibiliteit
(groen)
Weerbaarheid
(groen)
Wettelijke kaders
(groen)
120
WEERSTANDSCAPACITEIT 2018-2021 De weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de volgende componenten:
Eigen vermogen
De Algemene Reserve wordt tot de weerstandscapaciteit gerekend.
Ruimte op de begroting
In de begroting voor 2018-2021 is € 0,100 mln opgenomen voor onvoorziene uitgaven.
121
Daarnaast onderscheidt het BBV ook nog een aantal andere (vermogens)-componenten, die tot de
weerstandscapaciteit gerekend kunnen worden, maar dat niet zijn om de hieronder aangegeven
redenen:
Bestemmingsreserves
Voor deze reserves is een bestemming vastgelegd. Voor sommige reserves zou in geval van
calamiteiten tot een alternatieve bestemming besloten kunnen worden. Maar de gemeente Alphen aan
den Rijn volgt de door provincie en rijk geadviseerde lijn om bestemmingsreserves geen deel uit te
laten maken van de weerstandscapaciteit.
Het niveau van de reserves en voorzieningen moet toereikend worden geacht voor de risico’s en
bestemmingen waar deze reserves en voorzieningen voor zijn bedoeld. Er liggen dus geen nadere
claims op de beschikbare weerstandscapaciteit vanwege eventuele ontoereikendheid van
bestemmingsreserves. De beschikbare voorzieningen behoren vanwege de aard daarvan altijd op het
niveau te zijn waarmee de daarmee samenhangende verplichting kan worden gedekt.
Met betrekking tot de verschillende beheerplannen moet worden opgemerkt dat de vraag over het
toereikend zijn van de voorzieningen zich ook uitstrekt tot de jaren die buiten de scope van deze
meerjarenbegroting vallen. Met andere woorden, voor de komende vier jaar zijn er geen problemen,
maar voor de langere termijn moeten wellicht nog financiële oplossingen worden gevonden of
beleidskeuzes worden aangepast.
Stille reserves
Van stille reserves is sprake wanneer activa in het economisch verkeer meer waard zijn dan de
waardering op de balans. Bijvoorbeeld de waarde van het gemeentelijk onroerend goed of van
gemeentelijk aandelenbezit. Omdat het niet aannemelijk is dat de gehele onroerend goed portefeuille
op korte termijn liquide gemaakt kan worden, rekenen we deze stille reserve niet tot de
weerstandscapaciteit. Datzelfde geldt voor het aandelenbezit waarvoor in principe geen markt
beschikbaar is omdat het aandelen betreft die in overheidshanden moeten blijven.
Onbenutte belastingcapaciteit
Er is – behoudens normering op macroniveau - geen maximum meer gesteld aan de hoogte van de te
innen OZB. Er kan dus geen berekening meer gemaakt worden van hoeveel de gemeente in geval van
nood aan extra OZB kan realiseren. Naast de OZB heft de gemeente nog een aantal verschillende
bestemmingsheffingen en rechten (leges), waarvoor de raad de tarieven vaststelt. De opbrengsten van
deze bestemmingsheffingen en rechten mogen echter maximaal kostendekkend zijn. Hiermee kunnen
dus geen extra algemene dekkingsmiddelen verkregen worden. Vanwege genoemde redenen nemen
we de onbenutte belastingcapaciteit niet mee bij de berekening van de weerstandscapaciteit.
122
WEERSTANDSRATIO 2018 – 2021
Op basis van de in de Programmabegroting 2018-2021 opgenomen ramingen is de weerstandsratio
voor de komende jaren berekend.
De weerstandscapaciteit is bepaald op:
De risico’s zijn berekend op:
Met die twee variabelen kan vervolgens de weerstandsratio worden berekend:
De weerstandsratio bevindt zich dus op een uitstekend niveau.
RISICO’S PER PROGRAMMA
Programma 1 De sociale agenda
Algemene uitkering
Risico ten aanzien van de ontwikkeling van de Algemene Uitkering in de komende jaren, met name
toe- gespitst op de decentralisaties van rijkstaken in het sociaal domein voor de onderwerpen
Maatschappelijke ondersteuning, Jeugd en Werk.
Voor wat betreft de raming van de Algemene Uitkering in de Programmabegroting 2018 is uitgegaan
van de hierover verstrekte informatie in de meicirculaire 2017. Alle mutaties binnen de Algemene
Uitkering zijn in de begroting verwerkt, waaronder de Integratie-uitkering Sociaal Domein.
De ontwikkeling van de Algemene Uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’
hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De
jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode
wordt het accres genoemd. Van belang is te melden dat de meerjarige ontwikkeling van het accres, hoe
verder het in de tijd ligt, onzekerder wordt. De economische ontwikkelingen lijken goed, maar blijven
kwetsbaar. De vorming van een nieuw kabinet en de mogelijke wijzigingen van het rijksbeleid
(bijvoorbeeld verruiming gemeentelijk belastinggebied) worden uitgewerkt in een nieuwe
regeerakkoord. De effecten voor het gemeentefonds worden daarna financieel vertaald.
2018 2019 2020 2021
algemene reserve 35,6 27,3 26,7 27,9
onvoorzien 0,1 0,1 0,1 0,1
(A) Weerstandscapaciteit: 35,7 27,4 26,8 28,0
2018 2019 2020 2021
Begrotingsomvang geschoond: 70,1 69,1 66,0 67,2
Risico's (12,5% van begrotingsomvang) 8,8 8,6 8,2 8,4
Berekende risico's grexen 3,6 2,9 2,2 1,5
(B) Totaal van de risico's 12,4 11,5 10,4 9,9
2018 2019 2020 2021
reservecapaciteit
risico's
2,6 2,82,9 2,4
123
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat de rijksbijdragen binnen het Sociaal Domein voor Wmo,
Jeugdzorg en Participatie het lokale financiële kader bepalen. Door middel van monitoring wordt zicht
gehouden op de toereikendheid van het beschikbare budget.
Beheermaatregel:
Uitgangspunt is dat uitvoering van de taken voor Wmo, Jeugdzorg en Participatie in principe binnen
programma 1 van de begroting 2018-2021 dient plaats te vinden.
NB: Het Risico “Algemene Uitkering” wordt vanwege de samenhang met Programma 8 ook vermeld
onder Programma 8.
Jeugdhulp
Conform de eerdere rechterlijke uitspraak in het vorige aanbestedingstraject, mag het rijksbudget niet
leidend zijn voor de uitgaven. Er is wettelijk sprake van een open einde regeling. Het
aanbestedingsproces is nog niet afgerond, wat financiële onzekerheid met zich meebrengt.
BUIG budget
De afgelopen jaren is gebleken dat de rijksgelden die de gemeente ontvangt voor het betalen van de
verschillende uitkeringen, niet toereikend zijn voor de daadwerkelijke uitgaven. Het aantal uitkeringen
wordt sterk beïnvloed door het economisch klimaat en ligt derhalve buiten de directe invloedsfeer van
de gemeente.
Programma 4 Schoon, heel en veilig
Infrastructuur
Bij een tekort een investeringen zal de infrastructuur meer achterstallig onderhoud gaan oplopen.
Parkeren
Bij invoering van gratis parkeren zal de parkeerexploitatie onder druk komen te staan.
Programma 5 Ruimtelijke ontwikkeling
Grondexploitaties
Gemeente Alphen aan den Rijn voert op een aantal locaties een actief grondbeleid. Dat wil zeggen dat
zij risicodragend gronden aankoopt, bouwrijp maakt en uitgeeft ten behoeve van nieuwbouw
(bijvoorbeeld woningbouw). De afgelopen jaren zijn er geen grootschalige nieuwe grondexploitaties
vastgesteld. Bij de lopende grondexploitaties (bijvoorbeeld Stadshart Lage Zijde, Kerk en Zanen, en
Steekterpoort) wordt geconstateerd dat de woningmarkt sterk is aangetrokken en dat ook de vraag
naar bedrijventerreinen weer aantrekt. De belangrijkste risico’s van de afgelopen jaren, vertraging van
projecten en afwaarderingen van grondopbrengsten, zijn daardoor op dit moment minder actueel.
Daarnaast neemt het risicoprofiel van de grondexploitaties verder af doordat de projecten verder in de
uitvoering zitten, of kunnen worden afgesloten.
Het risicomanagement voor de grondexploitaties bestaat enerzijds uit het kwalificeren en kwantificeren
van de risico’s (risicoanalyse) en anderzijds uit het beheersen van de risico’s. In de risicoanalyse bij het
Meerjarenperspectief grondexploitaties worden de risico’s op de grondexploitatieprojecten benoemd
en gekwantificeerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de kans dat een risico zich voordoet en de
impact die het risico op het resultaat van de grondexploitatie zal hebben. Per saldo resulteert dit in een
gewogen risicoprofiel. Deze weging wordt gehanteerd omdat niet alle risico’s zich gelijktijdig en/of in
de volle omvang zullen voordoen. Als de kans groter is dan 50% dat een risico zich voordoet wordt het
niet meer als risico beschouwd maar als kostenpost in de grondexploitatie opgenomen.
Het risicoprofiel van de grondexploitaties wordt jaarlijks tegelijk met de grondexploitaties
geactualiseerd. Indien de winstvoorraad binnen de grondexploitaties ontoereikend is om de risico’s op
124
te vangen, dient er binnen het totale gemeentelijke weerstandsvermogen een buffer aangehouden te
worden voor de risico’s op de grondexploitaties.
Via het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) en de Paragraaf Grondbeleid wordt de raad over
het risicosaldo van de grondexploitaties geïnformeerd.
Beheermaatregelen:
Jaarlijks actualiseren van het risicoprofiel van de grondexploitaties.
De ontwikkelingen binnen de grondexploitaties worden zowel bij de kadernota als de
begrotingsbehandeling betrokken.
Inzet personeel voor projecten
Risico t.a.v. de mate waarin kredieten en plankosten dekking leveren voor vaste formatie, die t.b.v. de
uitvoering van projectactiviteiten in brede zin is aangenomen.
Vanaf de fusie in 2014 is op basis van ramingen een normbedrag vastgesteld van door te berekenen
interne personeelskosten aan grondexploitaties, projecten en plannen. Dit normbedrag bedraagt
ongeveer € 2,5 miljoen per jaar.
Als gevolg van het af- en teruglopen van activiteiten binnen de grondexploitaties, projecten en plannen
en het naar verwachting afsluiten daarvan, zien we dat op realisatiebasis de dekkingsmogelijkheden
terug lopen. De situatie zal in 2017 worden beoordeeld om te komen tot een bijgesteld
(geactualiseerd) normbedrag voor de komende jaren.
Beheermaatregel:
Bij de vervulling van vacatures, inhuur en dergelijke zal rekening gehouden moeten worden met het
verminderen van de activiteiten binnen de grondexploitaties en projecten.
Bouw- en woningtoezicht, Risico ten aanzien van bouwleges
De geraamde opbrengst bouwleges in de begroting wordt periodiek getoetst op basis van actuele
ontwikkelingen. De verwachtingen over het aantal gerealiseerde bouwprojecten en de voorgenomen
wijzigingen in de uitvoering van de nieuwe Omgevingswet, kunnen leiden tot een bijstelling van de
huidige ramingen van de bouwleges. Voor de begroting 2018 is het op dit moment te vroeg om op een
zorgvuldige wijze in te kunnen spelen op de gevolgen van deze te verwachten ontwikkelingen.
Beheermaatregel
Periodieke bijstelling op basis van actuele gegevens, waarbij onder meer de tussentijdse rapportages
binnen de P&C cyclus hiertoe een eerste ijkpunt vormen.
Programma 7 Dienstverlening, Wijken en Kernen
Gevolgen autonome ontwikkelingen voor burgerzakenleges
Autonome ontwikkelingen binnen de burgerzakenprocessen zullen vanaf 2019 aanzienlijke negatieve
gevolgen hebben voor de legesinkomsten van burgerzaken. Dit is het gevolg van de geldigheidsduur
van reisdocumenten (paspoorten/identiteitskaarten) die voor het merendeel van de inwoners van 18
jaar en ouder is gewijzigd van 5 in 10 jaar. Daarnaast start in 2018 start een pilot met het digitaal
aanvragen van rijbewijzen in 15 gemeenten. Afhankelijk van de uitkomsten van de pilot wordt dit
mogelijk over alle gemeente uitgerold. De komende jaren zijn er kortom veel veranderingen te
verwachten als het om reisdocumenten en rijbewijzen gaat. Dat geldt ook voor de inrichting van de
dienstverlening als gevolg van de digitalisering. Het face-to-face contact neemt af maar de
complexiteit neemt toe. Werkzaamheden verschuiven steeds meer in de richting van het verder
verhogen van de kwaliteit van de Basisregistratie Personen die door ca. 800 afnemers verplicht wordt
geraadpleegd voor de uitoefening van hun taken. Het specialisme van Burgerzaken gaat meer in de
125
richting van adreskwaliteit en identiteitsvaststelling. Op dit moment is nog niet duidelijk of en in welke
mate gemeenten door de rijksoverheid worden gecompenseerd voor de gevolgen van deze
ontwikkelingen.
Beheermaatregel
De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn nog niet inzichtelijk. Zodra er meer duidelijkheid is vanuit
de rijksoverheid op de impact van deze ontwikkelingen zal een prognose worden gegeven van de
consequenties voor de legesinkomsten (kadernota/begroting).
Programma 8 Bestuur en Financiën
Algemene uitkering
Risico ten aanzien van de ontwikkeling van de Algemene Uitkering in de komende jaren, met name
toe- gespitst op de decentralisaties van rijkstaken in het sociaal domein voor de onderwerpen
Maatschappelijke ondersteuning, Jeugd en Werk.
Voor wat betreft de raming van de Algemene Uitkering in de Programmabegroting 2018 is uitgegaan
van de hierover verstrekte informatie in de meicirculaire 2017. Alle mutaties binnen de Algemene
Uitkering zijn in de begroting verwerkt, waaronder de Integratie-uitkering Sociaal Domein.
De ontwikkeling van de Algemene Uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’
hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De
jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode
wordt het accres genoemd. Van belang is te melden dat de meerjarige ontwikkeling van het accres, hoe
verder het in de tijd ligt, onzekerder wordt. De economische ontwikkelingen lijken goed, maar blijven
kwetsbaar. De vorming van een nieuw kabinet en de mogelijke wijzigingen van het rijksbeleid
(bijvoorbeeld verruiming gemeentelijk belastinggebied) worden uitgewerkt in een nieuwe
regeerakkoord. De effecten voor het gemeentefonds worden daarna financieel vertaald.
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat de rijksbijdragen binnen het Sociaal Domein voor Wmo,
Jeugdzorg en Participatie het lokale financiële kader bepalen. Door middel van monitoring wordt zicht
gehouden op de toereikendheid van het beschikbare budget.
Beheermaatregel:
Uitgangspunt is dat uitvoering van de taken voor Wmo, Jeugdzorg en Participatie in principe binnen
programma 1 van de begroting 2018-2021 dient plaats te vinden.
NB: Het Risico “Algemene Uitkering” wordt vanwege de samenhang met Programma 1 ook vermeld
onder Programma 1.
126
Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd.
Daarvoor geven we de kaders weer voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en het
gemeentelijk vastgoed. Doel van de kaders is om voor de langere termijn de bestaande functionaliteit
van de gemeentelijke kapitaalgoederen in stand te houden en, waar nodig, te verbeteren zodat ze
aansluiten bij de behoefte van de gebruikers en bijdragen aan het woongenot van de burgers. De
gemeenteraad heeft (geharmoniseerde) beleidskaders vastgesteld voor het onderhoud van deze
kapitaalgoederen:
- Voor openbare ruimte is dat de Visie inrichting en beheer openbare ruimte (2015/5986) en het
Gemeentelijk rioleringsplan 2016-2020 (vastgesteld 17 december 2015)
- Voor Vastgoed is dat de Kadernota Vastgoed (2014/60140). Hieruit volgen beheerplannen of
meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s). In de Kadernota vastgoed heeft de raad gekozen voor
het niveau sober en doelmatig.
In de gemeente Alphen aan den Rijn geldt dat de dekking van deze beheerplannen/MJOP’s vanuit
verschillende bronnen komt:
- KDE (kostendekkende exploitatie) voor riolering, begraafplaatsen en afvalinzameling
- Dotaties t.b.v. exploitatie
- Reserves (bv IRS16, reserve onderhoud, reserve welzijnsaccommodaties enzovoort).
Het zijn grote zaken die vaak veel waarde hebben en langjarig meegaan. Deze kapitaalgoederen
bestaan uit de hoofdcategorieën civiele goederen (zoals Wegen, Riolering, Groen, Kunstwerken) en
Vastgoed, die elk bijdragen bij aan het realiseren van de doelstellingen van de volgende programma’s:
- Programma 1: De sociale agenda.
- Programma 4: Schoon, Heel en Veilig.
- Programma 5: Ruimtelijke Ontwikkeling
- Programma 8: bestuur en Financien.
Het onderhoud van de kapitaalgoederen is drieledig:
1- Cyclisch onderhoud: dagelijks of cosmetisch onderhoud op basis van aanwezige
onderhoudsplannen;
2- Curatief onderhoud: de drie O’s, Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar, zijn hierbij van
toepassing;
3- Technisch meerjaarlijks Onderhoud: bijvoorbeeld renoveren en vervangen riool,
asfaltrenovaties, herinrichten, verlichting en verkeersinstallaties.
Het totale bezit van de gemeente omvat een achttal domeinen:
1. Water (baggeren)
2. Openbare verlichting
3. Groen (incl. bomen)
4. Kunstwerken
5. Spelen
6. Wegen
7. Riolering
8. Vastgoed.
16 Integrale reserve Stadsbeheer
127
Civiele Kapitaalgoederen
De kwalitatieve beleidskaders voor het in stand houden van de kapitaalgoederen zijn vastgelegd in het
visiedocument De Alphense Lijn. De beheermaatregelen en kosten zijn vastgelegd in beheerplannen.
Vastgelegd zijn:
de werkzaamheden die in het kader van de instandhouding van het kapitaalgoed gedaan
moeten worden;
het gewenste onderhoudsniveau van het kapitaalgoed;
de grootte van het areaal;
de kosten voor de instandhouding van het kapitaalgoed zoals klein- en groot onderhoud en
vervangingskosten;
de huidige staat van onderhoud zoals een technische beoordeling en schouw van de kwaliteit
van het kapitaalgoed.
Inzicht in de omvang van de te onderhouden domeinarealen maar ook de mutaties in de arealen zijn
van wezenlijk belang. Niet alleen om het onderhoud te garanderen maar vooral ook om jaarlijks het
noodzakelijke budget te kunnen reserveren om goed onderhoud te kunnen plegen. Extra budget is
nodig indien het areaal wordt uitgebreid of een inrichting (bijvoorbeeld bij herinrichting van een deel
van de openbare ruimte) met hogere beheerlasten wordt gekozen.
De doelstelling is steeds de mutaties in de beheerarealen (mede) inzichtelijk te hebben en op basis
hiervan de reservering en aanvraag van de benodigde onderhoudsbudgetten te borgen. Het verwerken
van mutaties in het beheerareaal (wijziging van oppervlakten, lengten, aantallen, etc. van de
beheerobjecten) en de daarbij behorende beheerkosten als gevolg van grote (gemeentelijke)
bouwprojecten, zijn evident, maar zeker ook de interne en externe samenwerking van de partners die
werken in de openbare ruimte en daar veranderingen in aanbrengen. Het bijhouden van de gegevens is
een continue proces waarbij de beheerafdeling streeft naar het ABC (Actueel, Betrouwbaar en
Compleet) krijgen en houden van onze beheerarealen.
De beheerplannen ondersteunen de uitvoeringsplanning en het verkrijgen van inzicht in de kosten.
Door regelmatige inspecties en schouwen van het areaal, vergroten we onze kennis en inzichten en
worden de gegevens steeds betrouwbaarder.
Voor het beheer van de arealen maken wij gebruik van het beheersysteem Gisib. In het systeem vindt
registratie en mutatie plaats van objecten en oppervlakken waarbij informatie wordt gegenereerd over
aantallen, kleur, materiaalsoort, geografische ligging, wettelijke verplichtingen, beheerkosten en
dergelijke. Ook de wettelijke verplichtingen WION (Wet Informatie Ondergrondse Netwerken) en BGT
(Basisregistratie Grootschalige Topografie) worden via het beheersysteem bijgehouden.
Door middel van deze registratie wordt de uitvoeringsplanning bepaald en kan de vervangingswaarde
bijgehouden worden. Afstemming vindt hiermee plaats met het IRS c.q. de integrale projecten.
De objectgegevens die momenteel bijgehouden worden zijn: Wegen, Groen, Ondergrondse Containers,
Speelvoorzieningen, Kabels en leidingen en Civiele kunstwerken. Voor de andere domeinen (bv.
Openbare Verlichting en Speeltuinen) zijn specifieke beheer modules beschikbaar. In 2017 en 2018
wordt verder gewerkt aan de aansluitingen op Gisib en daarmee ook aan het bijhouden van de BGT.
128
Kapitaalgoederen Vastgoed
Sinds de gemeentelijke herindeling is gewerkt om alle gegevens met betrekking tot het onderhoud te
actualiseren. Dit is conform de afspraak in de Kadernota 2018 om in 2018 de bestuursperiode 2014-
2018 op te leveren. Onderdeel hiervan is het maken van een conditiemeting van alle objecten en het
verwerken van deze conditiemeting in een MJOP.
In het MJOP Vastgoed (2017/134183) is beschreven welke onderhoudswerkzaamheden de komende 20
jaar uitgevoerd moeten worden en welk budget daarvoor nodig is.
Vanuit het totale beeld op het huidige in bezit zijnde vastgoed valt een aantal zaken op:
1. De nieuwe gemeente bezit meer gebouwen dan aanvankelijk gedacht.
2. Niet voor ieder gebouw was in het verleden een (volledige) onderhoudsvoorziening
(harmonisatie)17.
3. De wettelijk verplichte duurzaamheidsmaatregelen maakten geen onderdeel uit van het oude MJOP.
4. Naarmate de gebouwen en hun installaties ouder worden, zal het onderhoud toenemen. Inmiddels
zijn ook de eerste vervangingsmomenten (levensduur 20-25jr) opgenomen. Met name de
installaties van het theater en het stadhuis vertegenwoordigen door hun omvang en complexiteit
een groot aandeel in de totaal benodigde onderhoudskosten van dit MJOP (veroudering
vastgoedareaal heeft alles te maken met de jaren waarin het overgrote deel van het gemeentelijk
vastgoed is gebouwd).
5. Er is geen vervangingsbudget voor vervanging en nieuwbouw (gebouwen en sportvelden).
6. Er is geen ruimte voor opplussen van het kwaliteitsniveau.
Het college hanteert vanaf 2017 een driedeling bij vastgoed en de daarvoor benodigde budgetten:
A. Instandhouding Kernvoorzieningen, al het gemeentelijk vastgoed.
B. Nieuwbouw en vervanging van Vastgoed (gebouwen en sportvelden).
C. Maatwerkvoorzieningen (op basis van leefbaarheid, participatie, Right to Challenge, nieuw en
anders, enz.).
Voor categorie A, het in stand houden van het totale gemeentelijk vastgoed, is in de Kadernota 2018
extra budget beschikbaar gesteld om op het niveau sober en doelmatig te kunnen onderhouden. Dit
geldt niet voor de categorieën B en C. Hiervoor bestaan geen structurele budgetten. Deze zullen
incidenteel moeten worden aangevraagd.
Gegevensbeheer Vastgoed
De vastgoeddata worden bijgehouden in het VIS (Vastgoed Informatie Systeem). De contractenmodule
raakt goed gevuld met de juiste gegevens. Dit proces loopt nog door tot het 3e kwartaal 2018. De
volgende stap is ook het systeem te gebruiken als ondersteunend middel voor beheer en onderhoud.
VIS wordt in eerste instantie gebruikt voor het ophalen van alle relevante data van een gebouw, een
stuk grond en een contract en de daarmee gemoeide financiële verplichtingen voor beide partijen.
17 Bijvoorbeeld de trekkenwand van theater Castellum
129
Financiering
De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s en het uitzetten van geldmiddelen
die niet direct nodig zijn. Treasury regelt kortgezegd het tijdig beschikbaar hebben van
financieringsmiddelen voor de financiering van beleid tegen zo gunstig mogelijke prijzen, rekening
houdend met de randvoorwaarden (waaronder de kasgeldlimiet) en de aard van de
financieringsbehoefte (kort versus lang). Daarnaast is de Treasuryfunctie voor decentrale overheden
gericht op het beheersbaar houden van de financiële risico’s, zoals renterisico’s, kredietrisico’s en
liquiditeitsrisico’s, en het optimaliseren van het renteresultaat binnen de gestelde wettelijke kaders en
randvoorwaarden van het gemeentelijk treasurybeleid. De Wet Fido stelt regels voor het
financieringsgedrag van gemeentes. Andere relevante wetgeving voor het taakveld Treasury zijn de
wettelijke kaders vanuit onder andere de Wet Schatkistbankieren en de Wet Houdbare
Overheidsfinanciën (Wet HOF). Op lokaal niveau zijn de kaders en de uitvoering van het treasurybeleid
vastgelegd in de nota Treasury (2015). Deze paragraaf laat zien op welke wijze in 2018 zal worden
bijgedragen aan de realisatie en optimalisatie van de treasuryfunctie en daarbij tevens zal worden
ingespeeld op de marktontwikkelingen. De volgende onderwerpen komen aan de orde: ontwikkelingen,
risicobeheer, financieringsbehoefte, het financierings- en renteresultaat en het EMU saldo.
Ontwikkelingen
De Europese Centrale Bank voert in 2017 een ruim monetair beleid en de vraag is of dit in 2018 wordt
voortgezet. Zij gaat in ieder geval tot en met eind 2017 door met het grootschalig opkopen van
obligaties om de inflatie en groei in de eurozone aan te jagen. In 2017 koopt de ECB maandelijks voor
een bedrag van € 60 mld. aan staatsleningen en andere effecten op. Dit zogenoemde Quantitative
Easing (QE) programma wordt ingezet om de economische groei te stimuleren, mede omdat de rente,
onder een lage inflatie, niet verder kan worden verlaagd. De president van de ECB, de heer
Draghi, heeft in een bijeenkomst in het voorjaar van 2017 aangegeven dat de centrale bank in najaar
2017 zal beslissen over de voortzetting van de effectenaankopen. Tevens is de verwachting dat er dan
ook een tijdsschema voor de reductie van de aankopen bekend zal worden gemaakt.
Rentevisie
De ECB zal, vanwege de gematigde inflatieverwachtingen, een ruim monetair beleid blijven voeren.
De officiële tarieven zullen in 2017 naar verwachting ongewijzigd blijven. De lange rentetarieven
zullen mede onder invloed van een aantrekkende inflatie naar verwachting wat gaan oplopen.
In het licht van de aanhoudende ”negatieve” rente zal de gemeente Alphen aan den Rijn ook in het
komende begrotingsjaar binnen de wettelijke grenzen, maximaal gebruik gaan maken van kortlopende
financiering. De verwachting is echter dat de financieringsbehoefte van de gemeente, bij ongewijzigd
beleid, in de komende jaren gaat afnemen. Een aantal omvangrijke projecten uit de grondexploitaties
wordt afgesloten. De inkomsten zullen worden gerealiseerd vanuit complexen waarvoor in eerdere
jaren al kosten zijn gemaakt (de kost gaat voor de baat uit). Mocht de doordecentralisatie
onderwijshuisvesting doorgang vinden, dan zal niet de gemeente lenen voor de bekostiging van
onderwijshuisvesting maar de schoolbesturen zelf. Dit impliceert dan dat de hoogte van de aan te
trekken leningen lager uit gaat vallen ten opzichte van eerdere begrotingen.
ultimo 2017
Prognose
3 maands interbancair -0,30%
10 jaars staat 1,05%
bron: BNG 21 augustus 2017
130
Risicobeheer
In deze paragraaf wordt ingegaan op het risicobeheer van de gemeente Alphen aan den Rijn op de
onderdelen renterisico’s, kredietrisico's, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
a) Renterisico’s
Renterisico’s worden onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld en het renterisico van de
vaste schuld. Deze worden hieronder toegelicht.
Renterisico vlottende schuld (kasgeldlimiet)
De externe financieringsbehoefte wordt ingevuld met kortlopende en langlopende leningen. Bij het
aantrekken van kortlopende geldleningen met een looptijd tot 1 jaar, dient rekening gehouden te
worden met de kasgeldlimiet, gemaximeerd in de Wet Fido. De kasgeldlimiet is gelijk aan een bepaald
percentage (8,5%) van het begrotingstotaal en bedraagt in 2018 € 25 mln. De kortlopende schuld mag
structureel niet hoger zijn dan de kasgeldlimiet. Hiermee wordt het risico op grote fluctuaties in de
korte rente beperkt en wordt voorkomen dat het begrotingsevenwicht in gevaar komt.
Renterisico vaste schuld (rente risiconorm)
Bij het aantrekken van langlopende geldleningen met een looptijd langer dan 1 jaar, dient rekening
gehouden te worden met de renterisiconorm. De wet Fido maximeert met de renterisiconorm de
jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen van de bestaande leningportefeuille. De norm heeft als doel
om het toekomstig renterisico op de lange financiering te beperken door spreiding in de aflossingen
en renteherzieningen af te dwingen en kijkt daarom een aantal jaren vooruit. Voorkomen moet worden
dat, in enig jaar, een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen. Deze
norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal en bedraagt voor Alphen aan den Rijn in 2018 € 60 mln.
Beleidsuitgangspunten (her)financiering leningen:
Er wordt zo lang mogelijk gebruik gemaakt kasgeldleningen. Dit wordt ingegeven door de lage
rentestand. Op het moment dat wordt verwacht dat de kasgeldlimiet langer dan 2 kwartalen
wordt overschreden, wordt overgegaan tot het aantrekken van langlopende leningen.
Het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen wordt gebaseerd op de verwachte
liquiditeitsontwikkeling. Bij de keuze voor de looptijd van de aan te trekken nieuwe lening
wordt een actuele rentevisie betrokken. Tevens wordt rekening gehouden met de (ruimte in de)
ontwikkeling van de renterisiconorm.
Het gebruik van derivaten is niet toegestaan. Dit is expliciet opgenomen in de Nota Treasury
welke is vastgesteld door de gemeenteraad.
x € 1 miljoen
Kasgeldlim iet 2018 2019 2020 2021
Begrotingstotaal 303 286 286 276
Percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Kasgeldlimiet 25 24 24 23
x € 1 miljoen
Renter is iconorm 2018 2019 2020 2021
Begrotingstotaal 303 286 286 276
Percentage 20,0% 20,0% 20,0% 20,0%
Renterisiconorm 60 57 57 55
131
Prognose ontwikkeling huidige leningenportefeuille (opgenomen leningen, langlopend) 2018:
In 2018 wordt voor ruim € 51 miljoen afgelost. Hiermee blijft de gemeente Alphen aan den Rijn met de
opgenomen leningen binnen de renterisiconorm.
Financieringsbehoefte
Voor de periode 2018-2021 is een financieringsbehoefte opgesteld, gebaseerd op de balansposities
en de verwachte investeringen conform het MIP, de verwachte uitgaven en inkomsten van de
grondexploitaties conform het vastgestelde MPG en het verloop van de reserves en voorzieningen. Op
basis van deze actualisatie, zal in 2018 € 61 mln. aan extra langlopende leningen nodig zijn.
In deze financieringsbehoefte is € 15 miljoen aan onderwijsinvesteringen ten behoeve van het
voortgezet onderwijs (VO) niet opgenomen. Aan de andere kant is wel rekening gehouden met een
ontvangst vanwege overname boekwaarde schoolgebouwen (€ 25 miljoen) en terug te ontvangen
voorschotten ( € 4) miljoen. Als de doordecentralisatie aan het VO daadwerkelijk geëffectueerd wordt,
worden de investeringen gedaan door de onderwijsinstellingen, waarbij de gemeente Alphen aan den
Rijn garant zal staan voor de bijbehorende leningen. Hierdoor zal het bedrag aan extra leningen bij de
gemeente Alphen aan den Rijn aanzienlijk lager zijn (€ 92 miljoen).
Onderstaande tabel laat zien dat er voor de komende jaren sprake is van ruimte binnen de
renterisiconorm. Er wordt de komende jaren voldaan aan de renterisiconorm.
Bedragen x € 1.000
Begin jaar Soor t Restbedrag Loop- Rente Rente Afloss ing Restbedrag Laatste jaar
lening 31-12-2017 tijd % bedrag 2018 31-12-2018 afloss ing
2008 Fixe 10.000 10 4,508% 14 10.000 0 2018
2017 Fixe 25.000 1 -0,325% -17 25.000 2018
2017 Fixe 15.000 1 -0,300% -7 15.000 2018
2004 Ann 33 15 7,760% 3 10 23 2020
1995 Lineair 254 25 6,760% 15 64 190 2021
2004 Ann 62 19 4,970% 3 9 53 2023
2008 Fixe 3.500 15 4,610% 161 0 3.500 2023
2014 Fixe 25.000 10 1,543% 386 0 25.000 2024
2005 Lineair 2.800 20 3,385% 89 350 2.450 2025
2006 Lineair 4.500 20 4,170% 176 500 4.000 2026
1998 Lineair 4.149 30 4,980% 200 377 3.772 2028
2005 Fixe 20.000 25 4,310% 862 0 20.000 2030
2014 Fixe 25.000 20 2,250% 563 0 25.000 2034
Totaal 135.298 2.448 51.310 83.988
132
b) Kredietrisico’s
Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er het risico dat direct wordt
gelopen uit hoofde van door de gemeente uitgezette leningen. Het gaat hierbij om het risico dat de
partij waaraan een lening is verstrekt de verplichtingen niet kan nakomen waardoor de gemeente niet
wordt afgelost en geen rentebetalingen ontvangt.
Ten tweede is een kredietrisico aan de orde ten aanzien van verstrekte gemeentegaranties (ook wel
borgstellingen genoemd). Dit laatste kan worden omschreven als een indirect kredietrisico. Dit betreft
het risico dat de gemeente de rente- en aflossingsverplichtingen van derden moet overnemen.
Kredietrisico op uitgezette leningen
Ten aanzien van de door de gemeente verstrekte leningen kan onderscheid gemaakt worden in de
status van kredietwaardigheid van de betreffende tegenpartijen. De boekwaarde bedraagt begin 2017
€ 26,1 miljoen. Deze kan als volgt worden gespecificeerd:
De overige uitzettingen betreft een lening aan Woningcorporatie Pré Wonen Haarlem voor € 20 miljoen.
De gemeente voert, overeenkomstig de bepalingen in het Treasurystatuut, een zeer terughoudend
beleid als het gaat om het verstrekken van nieuwe leningen. De risico’s op reeds uitgezette leningen
zullen ook in 2018 strak worden gemonitord. Jaarlijks beoordelen we, aan de hand van kengetallen uit
aangeleverde jaarstukken, de liquiditeit van de partijen en zal, indien mogelijk, tijdig worden
ingegrepen bij (dreiging van) verminderde kredietwaardigheid.
Kredietrisico’s ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)
De gemeente Alphen aan den Rijn staat borg voor betaling van rente en aflossing op langlopende
geldleningen welke door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangetrokken, die activiteiten
verzorgen die in het verlengde liggen van de gemeentelijke publieke taak. Deze borgstellingen
beperken zich hoofdzakelijk tot de volgende zes categorieën:
bedragen x € 1.000
Ris icogroep
Leningen aan woningbouwcorporaties 375 208
leningen aan deelnemingen 103 9
overige uitzettingen 32.014 25.883
Totaal 32.493 26.100
Boekwaarde per
31-12-2015
Boekwaarde per
31-12-2016
133
Conform het Treasurystatuut worden nieuwe borgstellingen slechts afgegeven onder de voorwaarden
dat ook het Waarborgfonds voor 50% van het leningbedrag garant staat. Daarmee wordt het risico voor
de gemeente aanzienlijk verkleind. Daarnaast worden jaarlijks, voor de reeds afgegeven garanties, aan
de hand van kengetallen uit aangeleverde jaarstukken de liquiditeit van de partijen beoordeeld en zal,
indien mogelijk, tijdig worden ingegrepen bij (dreiging van) verminderde kredietwaardigheid.
Ten aanzien van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (W.S.W.) is de kans dat het fonds de
achtervangers als borg aan zal spreken erg klein. De primaire zekerheid wordt gevormd door het eigen
vermogen van de betreffende woningcorporatie, daarna door het vermogen van de W.S.W. zelf en pas
als tertiaire zekerheid de gemeente samen met het Rijk; ieder voor 50%.
Ook bij de garantstelling in kader van Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is het risico voor de
gemeente zeer gering te noemen. De gemeente heeft een achtervangpositie (samen met het rijk) voor
hypothecaire geldleningen van particulieren met een Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De
achtervang bedraagt € 345,0 mln. (zie tabel). De stichting Waarborgfonds Eigen Woningen verwacht
dat, op basis van hun liquiditeitsprognose 2017-2022, geen aanspraken op de achtervangfunctie
worden gedaan (bron: NHG Liquiditeitsprognose 2017-2022). Per 1-1-2011 is de regeling gewijzigd.
Het rijk staat vanaf 2011 voor 100% garant voor de nieuwe garantstellingen.
c) Liquiditeitsrisico
De gemeente beheerst het liquiditeitsrisico door het periodiek opstellen van een meerjaren
liquiditeitsprognose en het dagelijks bewaken van de liquiditeitspositie. Essentieel hierbij is, en blijft
ook de komende jaren, een (interne) tijdige informatievoorziening betreffende kasstromen van met
name substantiële investeringen en grondexploitatie-projecten. Er wordt gewerkt aan het verbeteren
van de kwaliteit van (met name) deze ramingen om zo tijdig op de financieringsbehoefte in te spelen.
Daarnaast is vanuit Treasury een ontwikkeling ingezet naar het ontwerp van een treasurysysteem
waarmee real time overzichten kunnen worden gegenereerd met daarin de realisatie van de relevante
kasstromen. Uiteindelijk doel is te bereiken om op ieder willekeurig moment direct inzicht te hebben in
de actuele liquiditeitspositie. Naar verwachting zal dit systeem voor treasury in 2018 volledig zijn
geïmplementeerd.
d) Koersrisico
De gemeente bezit € 7,5 miljoen aan aandelen in niet-speculatieve deelnemingen (effectenbezit). Het
aandelenbezit komt voort uit het (gedeeltelijke) eigendom dat in het verleden bij de oprichting van de
betreffende partijen is verkregen. Voor deze aandelen bestaat geen markt. Bij alle deelnemingen is
statutair bepaald dat eigendom is voorbehouden aan (specifieke) overheidslichamen. Deze aandelen
kunnen alleen onderhands aan andere overheidslichamen verkocht worden.
Vanwege het niet-speculatieve karakter loopt de gemeente hierover nauwelijks koersrisico. De
gemeente waardeert de aandelen tegen de historische aanschafprijs. In geval van een verkoop wordt
gewaardeerd tegen de marktwaarde.
bedragen x € 1.000
Ris icogroep Oorspronkelijke Boekwaarde Boekwaarde borg borg
hoofdsom per 31-12-2015 per 31-12-2016 % bedrag
50% St. W.S.W. 413.562 349.129 383.749 50% 191.874
Cultuur & diverse 3.667 2.536 2.424 100% 2.424
Sport 7.248 3.951 3.731 div. 3.544
Zorg 20.162 10.057 9.079 div. 9.003
Hypothecaire geldleningen 9.673 9.673 100% 9.673
Woningbouw NHG 751.000 690.000 50% 345.000
Totaal 1.126.346 1.098.655 561.518
134
e) Valutarisico
Het valutarisico is bij de gemeente Alphen aan den Rijn niet van toepassing.
Schatkistbankieren
De Wet Fido inzake schatkistbankieren, verplicht gemeenten om hun overtollige financiën boven een
jaarlijks vastgesteld drempelbedrag onder te brengen bij het Rijk. Doel bij de invoering van het
schatkistbankieren in 2013 was dat, doordat de decentrale overheden hun tegoeden onderbrengen bij
het Rijk, de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten om uitgaven mee te
financieren, waardoor de bruto overheidsschuld daalt. Op dit moment levert schatkistbankieren de
gemeente geen rente op, terwijl het uitzetten van geld elders geld kost. Het uitzetten van geld bij de
schatkist is dus voor de gemeente niet ongunstig, zij het onder de voorwaarde dat we in de afweging
bij het aantrekken van financieringen er naar streven niet onnodig langlopend te lenen. Langlopend
lenen kost geld; het lenen van kort geld levert op dit moment geld op (negatieve rente).
Het drempelbedrag is een minimumbedrag dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden
en is afhankelijk van de begrotingsomvang van de gemeente. Voor de gemeente Alphen aan den Rijn
zal dit drempelbedrag in 2018 € 2,27 mln. (0,75% van € 303 mln.) bedragen.
Financierings- en renteresultaat en wijzigingen BBV taakveld Treasury
In juli 2016 is een belangrijk wijzigingsbesluit in werking getreden op het BBV uit 2004, dat veel
vernieuwingen heeft gebracht voor het onderdeel Treasury.
De bepalingen en richtlijnen van de BBV Notitie Rente 2016 treden in werking met ingang van het
begrotingsjaar 2018. Eerdere toepassing bij de begroting 2017 is niet verplicht maar werd
aanbevolen. In de begroting 2017-2020 van de Gemeente Alphen aan den Rijn werden de wijzigingen
al conform aanbeveling doorgevoerd.
Door de gewijzigde rentespelregels (Notitie rente 2016, commissie BBV 31-3-2016) is het rente-
omslagpercentage met ingang van 2017 voor de gemeente Alphen aan den Rijn verlaagd van 4,0 naar
2,5%. Voor de Grondexploitaties wordt vanaf 2016 gerekend met een rente-toevoeging van 1,07% en
een discontovoet (gekoppeld aan het ECB-normpercentage voor inflatie) van 2%.
Een tweede belangrijke wijziging betreft het toerekenen van rente aan de taakvelden via een nieuw
taakveld Treasury. In feite fungeert het taakveld Treasury als een kostenplaats. Alle externe rentelasten
over de korte en lange financiering en de rente over het eigen vermogen worden op het taakveld
Treasury als last verantwoord. De externe rentebaten worden op het taakveld Treasury als baat
verantwoord.
x € 1.000
Effectenbezit Aantal Boekwaarde
31-12-2016
BNG 256.854 616
Oasen 100 688
Dunea N.V. 10.622 0
Alliander 2.698.008 5.410
Cyclus N.V. 112.637 774
Castellum B.V. 180 0
7.488
135
In de ramingen is rekening gehouden met structureel 2,5% rente voor nieuw aan te trekken leningen.
De marktrente is lager (stand zomer 2017). Hierdoor kan het zijn dat er op korte termijn tussentijds
voordelige renteresultaten worden gerealiseerd. Naar de toekomst toe is het verstandig om vast te
houden aan een rente van 2,5% om zodoende eventuele rentestijgingen het hoofd te kunnen bieden en
aan te sluiten op het rente-omslagpercentage.
136
Renteschema 2018
Op advies van de commissie BBV is het renteschema in de paragraaf financiering van de begroting
2018 onderstaand opgenomen. Daarmee wordt inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering,
het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
In bovenstaand overzicht is geen rekening gehouden met effecten Doordecentralisatie Onderwijshuis-
vesting voortgezet onderwijs.
Taakveld Treasury
Het taakveld treasury is de komende jaren als volgt opgebouwd.
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Onderstaand is de onderbouwing opgenomen van dit taakveld.
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Taakveld Treasury Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
lasten 2.268 2.189 1.571 1.278
baten 9.596 9.151 8.982 8.139
Voordelig saldo van baten en lasten 7.328 6.962 7.411 6.861
Taakveld Treasury Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Renteresultaat (BBV schema) -1.248 -1.486 -1.222 -35
Opbrengst bespaarde rente 4.909 4.797 4.951 5.403
Subtotaal 3.661 3.311 3.729 5.368
Diverse kosten -383 -400 -417 -368
Opbrengst dividend 1.680 1.680 1.680 1.680
Rente verliesvoorziening (Pr 5 RO) 2.370 2.371 2.419 181
Verantwoord taakveld treasury 7.328 6.962 7.411 6.861
137
Emu saldo
Het begrip EMU-saldo heeft betrekking op het gezamenlijke begrotingssaldo van het Rijk, lokale
overheden en sociale fondsen, zoals gehanteerd door de Europese Unie, om te beoordelen of landen
aan de 3% norm van het verdrag van Maastricht voldoen. In de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet
Hof, 2013) zijn deze Europese normen verankerd voor de hoogte van de overheidsschuld. Die normen
raken ook gemeenten, omdat de gemeenteschulden en financieringstekorten van gemeenten meetellen
in de overheidsschuld van Nederland. Alle gemeenten samen krijgen een plafond voor het totale EMU-
tekort van gemeenten in een jaar. Met het plafond wordt de groei van de netto schuld (volgens de
definitie voor het EMU-saldo) van de gezamenlijke gemeenten beperkt. In 2016 is afgesproken om de
EMU-tekortruimte niet nader te verdelen over de gemeenten, provincies en waterschappen, met als
gevolg dat er voor 2017 en 2018 geen individuele referentiewaarden zijn.
Feitelijk is het EMU-saldo het verschil tussen inkomsten en uitgaven in een jaar. Indien een gemeente
bijvoorbeeld veel investeert, ontstaat al snel een EMU-tekort zonder dat dit ook een begrotingstekort
betekent. Een investering is namelijk wel een uitgave maar geen last en afschrijvingen zijn geen
uitgaven maar wel lasten.
In onderstaande tabel tonen wij het EMU-saldo van de gemeente Alphen aan den Rijn.
In 2018 is sprake van € 23,6 miljoen aan begrote investeringen. Dit bedrag bestaat uit € 15 miljoen
investeringen in openbaar gebied (IRS), € 5,7 miljoen ICT en facilitaire investeringen en € 2,1 miljoen
voor overige investeringen. Voor de verkopen van bouwgrond wordt in 2018 € 32,3 miljoen aan
inkomsten verwacht.
138
Meerjarenbalans 2018-2021
Met het oog op betere beheersing van het EMU saldo is in de BBV voorgeschreven dat in de begroting
een geprognotiseerde meerjarenbalans moet worden opgenomen. Hiermee wordt de inzichtelijkheid op
de ontwikkeling van investeringen, reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte vergroot en
kan de ontwikkeling van het EMU saldo worden afgeleid. De gemeenten en de provincie krijgen zo
meer inzicht in de ontwikkeling van het EMU saldo en daarmee de mogelijkheid om hierop te sturen.
In bovenstaand overzicht is rekening gehouden met effecten Doordecentralisatie Onderwijshuis-
vesting voortgezet onderwijs.
x € 1 miljoen
BALANS
activa 01-01-2018 01-01-2019 01-01-2020 01-01-2021
begroot begroot begroot begroot
vaste activa, incl. Nieggs 295 306 305 304
financiele activa, geen renteomslag 27 27 22 21
Gereed product en handelsgoederen 7 7 7 7
voorraden bouw grondexpl. 166 146 129 8
overlopende activa -3 -3 -3 -3
liquide middelen 0 0 0 0
Totaal 491 482 459 338
x € 1 miljoen
BALANS
passiva 01-01-2018 01-01-2019 01-01-2020 01-01-2021
begroot begroot begroot begroot
reserves 161 155 156 169
voorzieningen 35 37 42 47
verlies voorziening vastgoedobjecten 1 1 1 1
verlies voorzieningen grex 119 119 121 9
langlopende geldleningen, lopend 135 84 83 81
langlopende geldleningen, nieuw 15 62 32 7
kortlopende financiering 25 24 24 23
crediteuren pm pm pm pm
overlopende passiva pm pm pm pm
Totaal 491 482 459 338
139
Bedrijfsvoering
Visie op onze organisatie van de toekomst
De organisatie van de gemeente Alphen aan den Rijn is de resultante van een succesvolle fusie.
Ondertussen zijn we vier jaar verder en gaan de ontwikkelingen in de samenleving en de eigen
organisatie door. Denk hierbij aan de Omgevingswet, decentralisaties in het sociale domein en een
sterke inzet op de participatiesamenleving. Denk daarnaast ook aan de snelle digitalisering,
individualisering en vergrijzing als bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Kern is dat de
complexiteit van onze omgeving en de dynamiek in veranderingen steeds groter is. Na de succesvolle
fusie van 4 jaar geleden is de gemeentelijke organisatie nu toe aan een volgende ontwikkelfase.
Wendbaar
De gemeente Alphen aan den Rijn doet het goed intern en extern. Toch vragen de genoemde
ontwikkelingen in de samenleving, een gemeente die zich in nauwe samenhang met haar omgeving
door blijft ontwikkelen. We moeten voorbereid zijn op dingen die we nog niet kennen en misschien niet
eens voor kunnen stellen. Alphen wil een organisatie zijn die nu en in de toekomst toonaangevende
dienstverlening biedt vanuit een wendbare organisatie waar het leuk werken is. Dit vraagt dat we qua
competenties en organisatie zo zijn ingesteld dat we goed luisteren, samenwerken met burgers en
organisaties en snel kunnen handelen als er een nieuwe vraag binnenkomt. Daarvoor dient de
gemeente als netwerkorganisatie te werken. Niet de afdeling of het team staat daarbij centraal maar de
vraag van de klant of opgave uit de samenleving. Vanuit eigen vakmanschap werken we in ketens rond
opgaven waarbij technologie en goed werkgeverschap ons faciliteert.
De moderne arbeidsorganisatie en Strategisch ontwikkelmanagement
Om dit doel te bereiken wordt in 2018 met de gehele organisatie samen gewerkt aan de Organisatie
van de toekomst. Het resultaat hiervan is een geactualiseerde visie op de moderne arbeidsorganisatie
inclusief concrete verbetervoorstellen om hier invulling aan te geven. Daarnaast levert iedere afdeling
vanuit Strategisch ontwikkelmanagement een plan op waarin beschreven staat hoe de afdeling inspeelt
op alle ontwikkelingen die op ons afkomen en welk effect dit heeft op competentie- en
formatieontwikkeling.
De geactualiseerde visie op de moderne arbeidsorganisatie is gebaseerd op de in 2016 met de raad
vastgestelde strategische lijnen “Het gemeentehuis uit; Samen voor resultaat; Klaar voor verandering”
en op de bij de fusie vastgestelde uitgangspunten van de besturingsfilosofie.
Waar werken we nog meer aan
Om een wendbare organisatie te worden investeren we in mensen en in systemen/digitalisering.
Wendbaarheid vraagt sterk leiderschap, gezamenlijke doelen, resultaatsturing en focus op mobiliteit en
competenties. We zetten in op leiderschapsontwikkeling, op instroom van jongeren en vitaal aan het
werk blijven van oudere medewerkers (generatiepact). Persoonlijke ontwikkeling en interne
doorstroming wordt gestimuleerd.
Doorontwikkeling op onze 3 kerncompetenties, klantgerichtheid, samenwerking en
resultaatgerichtheid, is belangrijk. Het Lean kernteam helpt de organisatie bij het werken via
klantgerichte processen en bij het lerend vermogen via de plan-do-check-act cyclus. Daarnaast is de
competentie onafhankelijk integraal adviseren van ons bestuur van belang. En vanzelfsprekend blijft de
basis competentie voor iedere medewerker bij Alphen integriteit. Op al deze competenties zal
ontwikkeling plaatsvinden.
Voor mensen, door mensen. Mensen die in hun kracht aan het werk zijn leveren beter werk. We blijven
een fundament bieden van ontwikkeling en vitaliteit en monitoren de tevredenheid van medewerkers in
2018 weer met een medewerkerstevredenheidsonderzoek.
140
Digitalisering
Wendbaarheid is ook noodzakelijk om als gemeentelijke overheid mee te kunnen gaan in de
verdergaande digitalisering van de samenleving. Op alle fronten gaan deze ontwikkelingen in een
sneltreinvaart: bij onze burgers en bedrijven, op landelijk gebied en binnen de eigen interne
organisatie. De afgelopen twee jaar is fors geïnvesteerd in zaakgericht werken ten behoeve van de
verbetering van de (digitale) dienstverlening. Hierdoor wordt onze dienstverlening transparanter, zowel
extern als intern. We sluiten hierbij zoveel als mogelijk aan bij de landelijke standaarden en
ontwikkelingen. Eind 2017 is alle dienstverlening die we als gemeente aanbieden (ook) digitaal aan te
vragen. In 2018 zullen we deze lijn voortzetten en ons met name richten op het verder verbeteren van
de geautomatiseerde processen. Voor investeringen in ICT zal gewerkt worden met vooraf vast te
stellen business cases waarin duidelijk wordt hoe deze investeringen worden terugverdiend en/of
leiden tot een kwaliteitsimpuls waarvoor extra geld kan worden vrijgemaakt.
Verder zal 2018 vanuit IT in het teken staan van:
de aanbesteding van de infrastructuur die aan vervanging toe is;
het verzorgen van de IT-dienstverlening aan onze buurgemeente Kaag en Braassem;
de voorbereiding op de Omgevingswet: alle data op orde en makkelijk beschikbaar;
integraal beschikbaar stellen van management- en stuurinformatie.
Inkoop en aanbestedingen
De doorontwikkeling van onze organisatie geldt ook voor de inkoopfunctie binnen de gemeente.
Verdere professionalisering van deze functie vraagt ook om verdere digitalisering. Een wendbare
organisatie vraagt enerzijds intern centraal inzicht en overzicht in contracten, up-to-date spend,
strategische aanpak aanbestedingsprocedures en sturingsinformatie. Anderzijds richten we ons ook
extern, op de relaties en contacten met ondernemers. Om professioneler, uniform en nog
transparanter en gemakkelijker het aanbestedingsproces uit te voeren, wordt een (digitaal)
inkoopplatform geïntroduceerd. Daarmee wordt het inkoopproces voor de interne organisatie en
extern voor ondernemers gefaciliteerd.
141
Verbonden partijen
Algemeen
Een verbonden partij is volgens het BBV een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een
financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld
bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat of wanneer aansprakelijkheid
bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap,
hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur hetzij door stemrecht.
Voor een aantal gemeentelijke taken is deelname aan een verbonden partij wettelijk verplicht. Dat geldt
bijvoorbeeld voor de Veiligheidsregio en de RDOG. Voor andere taken is het een vrije keuze. Deelname
in een verbonden partij is gericht op het realiseren van gemeentelijke doelstellingen. Voor een goed
inzicht van de raad in de financiële positie van de gemeente moet er dus ook inzicht zijn in welke
partijen de gemeente deelneemt, de omvang van het belang in die partijen en in hun financiële positie.
In Artikel 15 van het BBV wordt bepaald welke informatie de paragraaf verbonden partijen dient te
bevatten en welke informatie over de verbonden partijen opgenomen moet worden.
Beleid
In november 2016 heeft het college nieuwe uitgangspunten geformuleerd voor het deelnemen in
Verbonden Partijen (2016/24449). Besloten is dat het deelnemen in flexibele, tijdelijke netwerken of
samenwerkingsverbanden de voorkeur geniet boven deelnemen in Verbonden Partijen. De wijze
waarop wordt deelgenomen zal situationeel vanuit de inhoud en de maatschappelijke werkelijkheid
moeten worden gemotiveerd. De bestaande deelname aan Verbonden Partijen wordt kritisch tegen het
licht gehouden en, waar redelijkerwijs mogelijk, beëindigd. De raad is van deze uitgangspunten in
kennis gesteld.
Financieel kader
Jaarlijks worden de financiële uitgangspunten voor de gemeenschappelijke regelingen in de regio
Hollands Midden voorbereid door een bestuurlijke klankbordgroep onder leiding van – sinds 2014 -
wethouder Financiën van de gemeente Alphen aan den Rijn, Michel du Chatinier. In dit kader worden
afspraken vastgelegd over de indexering van de bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen en over
de financiële taakstelling die de gemeenschappelijke regelingen krijgen opgelegd.
In de vergadering van 15 juni 2017 zijn de ontwerpbegrotingen 2018 van de gemeenschappelijke
regelingen waarin de gemeente deelneemt aangeboden aan de raad.
Informatie per Verbonden Partij
A. Gemeenschappelijke regelingen
Een gemeenschappelijke regeling is een publiekrechtelijk samenwerkingsverband tussen
bestuursorganen van twee of meer openbare lichamen. De instelling en werking van een
gemeenschappelijke regeling wordt geregeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De
deelnemers in een gemeenschappelijke regeling zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
De gemeente neemt deel in:
1. Veiligheidsregio en Brandweer Hollands Midden (vestigingsplaats Leiden)
2. Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG)
3. Holland Rijnland
4. Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH)
5. Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA)
6. Promen
7. Oude Rijnzone
142
A1 Veiligheidsregio Hollands Midden en Brandweer Hollands Midden (vestigingsplaats Leiden)
Bijdrage 2018 € 6.047.063.
De prestaties van Brandweer zijn opgenomen in deelprogramma 4.
Doelstelling/taak
De Veiligheidsregio bestaat naast het onderdeel brandweer uit de onderdelen: Gemeenschappelijke
Meldkamer (GMK), Veiligheidsbureau en Oranje (de gemeentelijke) Kolom. De Veiligheidsregio Hollands
Midden (VRHM) is een samenwerkingsverband van 25 gemeenten, politie en de brandweer. De VRHM
strekt zich uit van de Duin- en Bollenstreek in het noorden via het Groene Hart naar de
Krimpenerwaard in het zuiden. De Veiligheidsregio heeft de volgende taken:
- bestrijden van rampen en crises;
- het voorbereiden op de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
- het in stand houden van een regionale Gemeenschappelijke Meldkamer;
- het ondersteunen van gemeenten op aspecten van integrale veiligheid.
In het Regionaal Beleidsplan 2016-2019 zijn 3 beleidsprioriteiten vastgesteld. Deze punten worden in
2018 verder uitgewerkt en opgepakt, te weten;
- Informatiegestuurd werken
Het versterken van het informatiemanagement in de warme fase.
- Risicogericht werken
VRHM voorziet gemeenten en haar crisisorganisatie (on)gevraagd van adviezen en een
handelingsperspectief bij risico’s in het verzorgingsgebied, om processen in tijden van nood goed
op elkaar te laten aansluiten en verlopen.
- Omgevingsgericht (net)werken
De VRHM wil aansluiten bij de behoeften in haar omgeving en de samenleving, de netwerkpartners
en de eigen crisisfunctionarissen adequaat kunnen bedienen met informatie en producten die
ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Financieel
Het rekeningresultaat 2016 (vóór resultaatbestemming) bedraagt een positief saldo van € 840.631.
Er zal een storting plaatsvinden in de reserve GMK, groot € 149.884, ter dekking van het verschil in
facturering voor het beheer van de rode meldkamer door de Politie ten opzichte van de
inwonerbijdrage zoals begroot in de programmabegroting(en) GMK voor de periode tot 2021.
Het uiteindelijke surplus van € 690.747 dat ontstaat na resultaatbestemming wordt uitgekeerd aan de
deelnemende gemeenten. Voor gemeente Alphen aan den Rijn betekent dit een incidenteel voordeel
van € 96.086.
De programmabegroting 2018 en de meerjarenramingen 2019-2021 zijn vastgesteld door het
Algemeen Bestuur van de VRHM, na bespreking in alle gemeenteraden. Het financieel kader voor 2018:
1. De indexering van de gemeentelijke bijdragen is conform de Financiële kaderstelling
gemeenschappelijke regelingen begrotingen 2019-2021 toegepast. De indexering voor 2018 komt
daarmee uit op 1,3%.
2. Er is geen nadere taakstelling voor 2018.
3. Op dit moment worden CAO-onderhandelingen gevoerd. In de risicoparagraaf wordt expliciet
melding gemaakt van deze onderhandelingen. Financiële effecten voor de begroting 2018 zijn nu
nog niet in te schatten.
143
Risico
De VRHM is financieel solide en wordt gefinancierd vanuit gemeenten. Het financieel risico wordt op dit
moment gering geacht.
Veiligheidsregio Hollands Midden
Jaarresultaat 2016 € 840.631
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 3.770 € -1.627 € 2.143
Bestemmingsreserves € 6.158 € -722 € 5.436
Totaal Generaal eigen vermogen € 9.928 € -2.349 € 7.579
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 78 € 11
€ 89
Totaal generaal voorzieningen € 78 € 11 € 89
3. Lang vreemd vermogen
Totaal vreemd vermogen € 12.761 € 5.963 € 18.724
A2 Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG vestigingsplaats Leiden)
Bijdrage 2018 € 3.759.000 (inclusief € 268.000 voor de GHOR-taken, geneeskundige hulp bij
ongevallen en rampen). Dit is de gemeentelijke bijdrage voor de diensten die door alle gemeenten in
de regio Hollands Midden worden afgenomen en waarvoor gerekend wordt met een bijdrage per
inwoner. Daarnaast ontvangt de RDOG ook (subsidie)budget voor aanvullende diensten op het gebied
van de publieke zorg voor de jeugd en voor Veilig Thuis. Het precieze bedrag hiervoor is nog niet
bekend omdat het subsidieverleningstraject nog moet worden afgerond.
Doelstelling/taak
Bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de inwoners in reguliere en crisis-
omstandigheden.
De RDOG is een gemeenschappelijke regeling van de (per 1 januari 2016) 19 gemeenten in de regio
Hollands Midden. De RDOG voert wettelijke taken uit voor wat betreft de openbare gezondheidszorg
(OGZ), de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) en de ambulancezorg
(regionaal ambulance vervoer/RAV). De taken die vallen onder de openbare gezondheidszorg betreffen
onder meer de bestrijding van infectieziekten, de jeugdgezondheidszorg voor kinderen en jongeren
van 0 tot 19 jaar en taken op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg (Meldpunt Zorg
en Overlast). De RDOG voert ook taken uit op het gebied van de bestrijding van huiselijk geweld en
kindermishandeling (Veilig Thuis). Deze taken worden niet bekostigd vanuit de bovengenoemde
gemeentelijke bijdrage maar vanuit Centrumgemeentegelden en jeugdhulpgelden. Op 5 juli 2017 is in
het AB het besluit genomen om het plan van aanpak zoals voorgelegd uit te voeren. Dit betekent dat
de RDOG ten behoeve van Veilig Thuis structureel voor 2018 en volgende jaren vanuit 19 gemeenten
€ 2,5 miljoen extra financiële middelen heeft aangevraagd.
Het programma Geneeskundige hulpverlening (de GHOR) valt beleidsmatig onder verantwoordelijkheid
van het bestuur van de Veiligheidsregio. Het programma Ambulancezorg wordt betaald door de
zorgverzekeraars. Voor het programma Openbare Gezondheidszorg (sector GGD) wordt een
144
gemeentelijke bijdrage per inwoner (BPI) in rekening gebracht. Daarnaast kunnen gemeenten
aanvullende diensten afnemen bij de RDOG Hollands Midden.
Financieel
Het jaar 2016 heeft de RDOG afgesloten met een nadelig onverdeeld resultaat van € 436.000. De
RDOG is een van de Gemeenschappelijke Regelingen waarvoor binnen de regio Hollands Midden sinds
2012 door de gezamenlijke gemeenten een financieel kader is afgesproken. Voor 2018 hanteert de
RDOG voor de GGD-sector de indexering van 1,3% zoals deze is opgenomen in dit financieel kader. Er
is voor 2018 geen bezuinigingstaakstelling opgelegd. Najaar 2014 is een onafhankelijk onderzoek
gestart met onder andere de vraag op welke wijze nadere invulling kan worden gegeven aan “good
governance” en op welke wijze verdere bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd. De aanbevelingen
vanuit dit onderzoek zijn in januari 2016 tijdens een conferentie gepresenteerd en besproken. Op
basis hiervan is een vervolgtraject ingezet om te komen tot prestatieafspraken op basis van te bereiken
maatschappelijke effecten in plaats van productafspraken. Ook worden er vervolggesprekken gevoerd
over de inrichting en het proces van de governance structuur.
De GGD speelt een belangrijke rol in het systeem van de gezondheidszorg. Er zal een balans gevonden
moeten worden tussen voldoende kwaliteit en kostenbeheersing.
Risico
Het risico wordt op dit moment gering geacht.
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg
Jaarresultaat 2016 € -/-436.000
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 4.206 € -2.739 € 1.467
Bestemmingsreserves € 1.317 € - 271 € 1.046
Totaal Generaal eigen vermogen € 5.523 € -3.010 € 2.513
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen
€ 1.717 € -724
€ 993
Totaal generaal voorzieningen € 1.717 € -724 € 993
3. Lang vreemd vermogen
€ 9.516 € -468
€ 9.048
Totaal vreemd vermogen € 9.516 € -468 € 9.048
A3 Holland Rijnland (vestigingsplaats Leiden)
Bijdrage 2018: € 1.353.439 (inclusief frictiekosten en opdrachtgeverschap Jeugd).
De prestaties zijn opgenomen in verschillende programma’s, de samenwerking valt onder programma
8.
Doelstelling/taak
Holland Rijnland is een vrijwillige maar niet vrijblijvende samenwerking van en voor veertien
deelnemende gemeenten in het hart van de Randstad. Binnen Holland Rijnland wordt samengewerkt
om de kwaliteit van wonen, werken, leren en leven van inwoners, bedrijven en instellingen te
verbeteren. De afgelopen jaren heeft Holland Rijnland zich ontwikkeld tot flexibele netwerkorganisatie.
Er is een Inhoudelijke Agenda opgesteld voor de 2016-2020 waarin de gezamenlijke ambitie van de
deelnemende gemeenten staat beschreven.
145
Om de Inhoudelijke Agenda te realiseren, heeft Holland Rijnland vijf rollen:
- Platform voor ontmoeten en netwerken, kennis en ervaringen delen.
- Afstemming en coördinatie van beleidskader en uitgangspunten.
- Lobby en belangenbehartiging.
- Signaleren nieuwe ontwikkelingen.
- Uitvoering programma’s, taken en opdrachten zoals Woonruimteverdeling, TWO Jeugdhulp en het
Regionaal Bureau Leerplicht.
Het ontwikkelen van beleid wordt vooral door de gemeenten opgepakt. Dit vraagt een actieve inzet van
de betrokken gemeenten om de gewenste ambities te realiseren. De thema’s Energie en Jeugd krijgen
extra aandacht vanwege de actualiteit, de landelijke en provinciale ontwikkelingen en de kansen die
zich aandienen.
Financieel
Door de gewijzigde programmastructuur en het onderbrengen van de kosten voor overhead in een
apart programma, is er geen directe aansluiting meer met de begroting 2017 en de jaarrekening 2016.
Een vergelijking is moeilijk te maken. De begroting 2018 sluit aan op eerder gestelde financiële kaders.
De jaarrekening 2016 sloot, zoals verwacht, met een negatief resultaat na bestemming van € 63.205
en het nadelig rekeningresultaat op het gedeelte van de TWO van € 46.927 voor alle deelnemende
gemeenten. Voor Alphen aan den Rijn betekende dit een nabetaling van € 32.175. De dekking wordt
verwerkt in de Najaarsrapportage 2017.
De programmabegroting 2018 is op 21 juni 2017 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De
indexering van de gemeentelijke bijdrage is conform de Financiële Kaderstelling gemeenschappelijke
regelingen begrotingen toegepast.
Risico
Het risico wordt gering geacht.
Holland Rijnland (vestigingsplaats Leiden)
Jaarresultaat 2016 € - 223.024
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 1.286 € - 937 € 349
Bestemmingsreserves € - € - € -
Totaal Generaal eigen vermogen € 1.286 € - 937 € 349
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 1.314 € - 669
€ 645
Totaal generaal voorzieningen € 1.314 € - 669 € 645
3. Lang vreemd vermogen € - € - € -
Totaal vreemd vermogen € - € - € -
146
A4 Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH vestigingsplaats Gouda)
Bijdrage 2018 € 2.693.002,--
De prestaties van de ODMH zijn opgenomen in programma 6.
Doelstelling/taak:
De ODMH voert de uitvoerende milieutaken voor de gemeente Alphen aan den Rijn uit. Dit zijn
allereerst de wettelijke taken op het gebied van (milieu)vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Daarnaast adviseert de ODMH de gemeente ook over milieuaspecten bij ruimtelijke plannen en voert de
ODMH taken uit ten aanzien van bodem, energie, externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit,
archeologie, ecologie, en milieueducatie.
Financieel:
De financiële band met de Omgevingsdienst blijft beperkt tot een verrekening van de afgenomen uren
voor uitvoering van de milieutaken. Na afloop van het jaar wordt afgerekend op basis van de werkelijk
voor onze gemeente gemaakte uren.
De indexering bedraagt 1,3 %. Dit valt binnen het in de financiële kaderstelling gemeenschappelijke
regelingen Hollands-Midden begroting 2018 opgenomen toegestane/maximale indexeringspercentage
van 1,3 %. Het gemeentelijk milieubudget wordt dit jaar met € 31.143,- verhoogd en gedekt middels
het hiervoor bestemde budget uit de Algemene Uitkering. Dit is een verhoging van de bijdrage met
1,17 % (en niet 1,3 %) omdat minder EED-uren worden afgenomen dan in 2017.
Risico:
De invoering van de Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (en het aanverwante Besluit
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) heeft effect op de uitvoering van taken op het gebied
van asbesttoezicht. Door de invoering van het basistakenpakket van omgevingsdiensten moet
asbesttoezicht verplicht worden overgedragen, daar waar deze taken tot nu toe worden uitgevoerd
door de bouwinspecteurs van Leefbaarheid en Veiligheid. Het aantal afgenomen uren voor uitvoering
van taken zal hierdoor toenemen. Details van deze overdracht zijn op dit moment nog niet bekend.
Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH vestigingsplaats Gouda)
Jaarresultaat 2016 € 735.000
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 1.098 € 425 € 1.523
Bestemmingsreserves € 1.784 € - 563 € 1.221
Resultaat € - € 735 € 735
Totaal Generaal eigen vermogen € 2.882 € 597 € 3.479
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 1.013 € - 199
€ 814
Totaal generaal voorzieningen € 1.013 € - 199 € 814
3. Lang vreemd vermogen € - € - € -
Totaal vreemd vermogen € - € - € -
147
A5 Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA vestigingsplaats Alphen aan den Rijn)
Bijdrage 2018: € 0,00
Met ingang van 1 januari 2018 lopen de geldstromen via het Werkbedrijf en de nog in te richten
‘Productie BV’.
Doelstelling/taak
Tot en met 31 december 2017 biedt SWA werk aan inwoners met een Wsw-indicatie en inwoners die
vallen onder nieuw beschut werk. Daarnaast verzorgt SWA leerwerkplekken voor andere inwoners die
onder de Participatiewet vallen. De gemeente financiert dit via een rijksbijdrage en extra gemeentelijke
bijdragen en voor de geleverde dienstverlening aan de regiogemeenten via
dienstverleningsovereenkomsten. De instroom in de Wsw is door het beëindigen van de verplichte
taakstelling vanuit het Rijk gestopt waardoor deze doelgroep door natuurlijk verloop jaarlijks afneemt.
De huidige Wsw-doelgroep behoudt wel dezelfde rechten en plichten waardoor de financiële druk door
het afnemende budget toeneemt. De instroom van inwoners met een indicatie nieuw beschut is lager
dan in de Wsw het geval was, conform het nieuwe rijksbeleid.
Op 1 januari 2018 start het nieuwe Werkbedrijf. De GR wordt per 1 januari 2019 opgeheven.
SWA
Te verwachten jaarresultaat 2016 € - 1.027.000
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 211 € - 210 € 1
Bestemingsreserves € - € - € -
Totaal Generaal eigen vermogen € 211 € - 210 € 1
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 909 € 488 € 1.397
Totaal generaal voorzieningen € 909 € 488 € 1.397
3. Lang vreemd vermogen € 21.625 € - 10.473 € 11.152
Totaal vreemd vermogen € 21.625 € - 10.473 € 11.152
A6 Promen (vestigingsplaats Gouda)
Bijdrage 2018: € 37.000
De prestaties van Promen zijn opgenomen in programma 1.
Doelstelling/taak
Promen voert voor de aangesloten gemeenten de Wet Sociale Werkvoorziening via een
Gemeenschappelijke Regeling uit. Promen richt zich naast de traditionele Wsw-doelgroep maar ook op
mensen die anderszins een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt hebben en vallen onder de doelgroep
van de Participatiewet.
Voor de lange termijn, 2017-2020, hebben de deelnemende gemeenten medio 2017 voor Promen een
toekomstvisie geformuleerd. Promen heeft de geformuleerde uitgangspunten vervolgens vertaald om
te komen tot een bedrijfsplan. Alphen aan den Rijn staat hierbij op het standpunt dat Promen zorgt
voor de SW-medewerkers (oud Boskoop) die een dienstbetrekking hebben bij Promen. 2018 is voor
Promen, als het gaat om de dienstverlening aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en die
148
vallen onder de doelgroep van de Participatiewet, een overgangsjaar waarin Alphen aan den Rijn gelijk
aan alle deelnemende gemeenten gebruik zal maken van de dienstverlening van Promen voor deze
doelgroep. Deze bijdrage is zeer beperkt.
Financieel
De meerjarenbegroting van Promen heeft een indicatief karakter. Na 2018 zal Alphen aan den Rijn
alleen bijdragen voor de uitvoering van de WSW voor de SW-medewerkers (oud Boskoop) die dan nog
in dienst zijn. Het gaat om ongeveer 30-35 personen. De financiering is opgenomen in de
meerjarenbegroting en valt onder de gemeenschappelijke regeling.
Promen
Jaarresultaat 2015 € 520.000
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2014 2015 31-12-2015
1. Eigen vermogen
Algemene reserve € 1.041 € - 97 € 1.138
Bestemmingsreserves € 367 € 266 € 101
Totaal Generaal eigen vermogen € 1.408 € 169 € 1.239
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 823 € 124 € 699
Totaal generaal voorzieningen € 823 € 124 € 699
3. Lang vreemd vermogen € 2.771 € 88 € 2.683
Totaal vreemd vermogen € 2.771 € 88 € 2.683
A7 Oude Rijnzone (vestigingsplaats Alphen aan den Rijn)
Bijdrage 2018 € 31.574
De prestaties van de regeling Oude Rijnzone zijn opgenomen in programma 8.
Doelstelling/taak
De gemeenschappelijk regeling Oude Rijnzone heeft tot doel het in gezamenlijkheid revitaliseren van
de Oude Rijnzone via uitvoering van de Transformatievisie 2020 en de samenwerkingsovereenkomst
Oude Rijnzone. In deze stukken zijn afspraken gemaakt over programmering, planning, kwaliteit en
het ter beschikking stellen van financiële middelen ten behoeve van de realisatie. Het bestuur van GR
wordt gevormd door leden van de colleges van de overgebleven deelnemers (Leiderdorp, Alphen aan
den Rijn en Bodegraven-Reeuwijk).
De begroting van deze gemeenschappelijke regeling is gebaseerd op het doel en de taken van de
bedrijfsvoeringsorganisatie welke, na de uittreding van de provincie Zuid-Holland en de gemeente
Zoeterwoude, is gevormd. Er is voor 2018 wederom rekening gehouden met een verminderde
personele inspanning als gevolg van het uitsluitend begeleiden van de uitvoering van de verschillende
projecten door de deelnemers. De bijdrage vanuit de gemeente Alphen aan den Rijn is met ongeveer €
8.000 verlaagd naar € 31.574 voor boekjaar 2018. Er is nog wel een (meerjaren)begroting opgesteld
voor de jaren 2018 tot en met 2020 omdat de uitvoering van de projecten tot deze periode zal lopen.
Financieel
De financiële administratie wordt door de gemeente Alphen aan den Rijn gevoerd. Er wordt personeel
vanuit de deelnemende partners, tegen een standaardvergoeding ingezet voor de GR.
149
In 2017 zal, na goedkeuring van het bestuur en afhankelijk van voortgang van de goedgekeurde
projecten, opnieuw uitbetaling plaatsvinden. De GR Oude Rijnzone heeft geen vermogen.
De jaarrekening 2016 sluit met een negatief saldo van € 45.942. De begroting ging nog uit van een
nadelig saldo van € 65.847. Er zijn veel minder personeelskosten gemaakt en er is minder uitgegeven
aan externe adviezen dan waarop werd gerekend. Het negatief saldo wordt volledig veroorzaakt
doordat er geen rentevergoeding wordt verkregen vanuit het verplichte schatkistbankieren over de
niet uitgekeerde middelen uit het Regionaal InvesteringsFonds (RIF).
Op basis van de overeengekomen verdeling tussen de deelnemende partijen komt het nadelig saldo
over 2016 voor de gemeente Alphen aan den Rijn op € 28.571,-.
Risico
Het voornaamste risico bestaat uit het niet kunnen uitvoeren van de, binnen de Oude Rijnzone,
voorgenomen projecten. De daadwerkelijke doorgang is vaak afhankelijk van de medewerking van
derden en het niet doorvoeren van bezuinigingen op die projecten door de deelnemende partijen.
B. Deelnemingen
Een deelneming is een vennootschap (NV of BV) waarin de gemeente participeert via aandelen.
De gemeente heeft aandelen in:
1. Cyclus N.V.
2. Theater Castellum B.V.
3. Productie BV
4. N.V. BNG
5. Oasen N.V.
6. Dunea N.V.
7. Alliander N.V.
B1 N.V. Cyclus (vestigingsplaats Moordrecht)
Aantal aandelen: 112.637 boekwaarde: € 774.000
Alphen aan den Rijn heeft een aandelenbezit van 24,66% in Cyclus
Bijdrage 2018 € 3.620.000
De prestaties van Cyclus zijn opgenomen in programma 4.
Doelstelling/taak
De doelstelling van Cyclus is het op een verantwoorde wijze verwerken van het ingezamelde
huishoudelijk afval tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Cyclus NV heeft sinds 1 januari 2017 een nieuwe directeur. De RvC werkt met de directeur en de
aandeelhoudende gemeenten uit hoe Cyclus in de toekomst te werk gaat. Dit heeft in 2016 geleid tot
meer transparantie in de verwerkingskosten van restafval en GFT en in 2017 tot verlaging van de
kosten door efficiënter te werken.
Financieel
De financiële bijdrage van de gemeente Alphen aan den Rijn is afhankelijk van de ter verwerking
aangeboden hoeveelheden huishoudelijk afval en GFT. Cyclus hanteert daarnaast een opslag voor
algemene kosten. Binnen de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van Cyclus worden de kosten
transparant gemaakt en wordt ingezet op reductie van kosten.
Risico
Het risico voor de gemeente Alphen aan den Rijn wordt op dit moment matig geacht. De
aandeelhouders hebben een ambitieuze koers uitgezet met de nadruk op transparantie en
150
kostenverlaging. Dit leidt tot grote veranderingen in de organisatie van Cyclus, waardoor de risico’s ten
opzichte van voorgaande jaren zijn toegenomen.
Cyclus
Jaarresultaat 2016 € 3.107.000
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Aandelen kapitaal € 4.011 € - € 4.011
Overige reserves € 3.787 € 3.107 € 6.894
Totaal Generaal eigen vermogen € 7.798 € 3.107 € 10.905
2. Vreemd vermogen
Voorzieningen € 7.065 € - 1.397
€ 5.668
Totaal generaal voorzieningen € 7.065 € - 1.397 € 5.668
3. Kortlopende schulden € 5.379 € 1.839 € 7.218
Totaal kort vreemd vermogen € 5.379 € 1.839 € 7.218
Totaal generaal € 20.242 € 3.549 € 23.791
B2 Theater Castellum B.V. (vestigingsplaats Alphen aan den Rijn)
Aantal aandelen: 180 (100% van het totaal aan uitgegeven aandelen)
Boekwaarde: € 0.
De vennootschap is opgericht om de multifunctionele voorziening, het Castellum Theater, te
exploiteren. Het gebouw is in eigendom van de gemeente. De gemeente subsidieert in 2017 de
exploitatie van het theater met € 317.500. Voor de prestatie uit de subsidietenders O&O2 ontvangt
Castellum in 2017 een subsidie van € 200.000 en voor de prestatie uit de tender Talentontwikkeling €
350.000.
De prestaties van het theater zijn opgenomen in programma 1.
Doelstelling/taak
Het theater verzorgt een brede programmering van muziek, theater en dans.
Vanaf 2017 valt een deel van de programmering onder de subsidietenders, waarin Castellum een van
de partners is. Daarnaast ontvangt het theater een exploitatiesubsidie voor de exploitatie van het
theater.
Eind 2017 zal de raad een besluit nemen over de toekomstige functie van Castellum, waarbij de
theatervoorstellingen wel uitgangspunt zijn. Maar er wordt gekeken naar een breder gebruik van het
gebouw door meerdere partijen.
Financieel
Net als in 2015, is 2016 afgesloten met een verlies van € 249.276. Dit verlies is veroorzaakt door:
- tegenvallende bezoekersaantallen;
- achterblijvende commerciële evenementen;
151
- personele bestand op het gebied van marketing niet op orde;
- inhuur van een interim directeur;
- stopzetten van de samenwerking met Stadtheater Zoetermeer;
- afbouw subsidie Kadernota 2014-2018.
Met dit verlies is wederom een negatief eigen vermogen ontstaan van € 249.276.
Ook dit is in 2017 geneutraliseerd door een informele kapitaalstorting van de aandeelhouder in de BV.
Toekomst Castellum
In juni 2017 heeft de gemeenteraad een richting bepaald voor de toekomst van Castellum. Deze
richting gaat uit van behoud van het theater met bioscoop, aangevuld met diverse activiteiten van
culturele en maatschappelijke organisaties.
Hiermee wordt Castellum een soort multifunctionele accommodatie waar meer plaats vindt dan alleen
theater. Dit scenario wordt verder uitgewerkt en zal in december 2017 opnieuw in de raad besproken
worden.
Risico
Castellum BV heeft voor 2017 een niet sluitende begroting ingediend. Deze begroting sluit met een
verwacht tekort van € 650.000. Het theater heeft de opdracht meegekregen om dit tekort zoveel
mogelijk te beperken.
De gemeentelijke discussie rondom de toekomst en de financiering van het theater was, ten tijde van
het opstellen van de begroting, nog niet afgerond. Deze discussie wordt naar verwachting eind 2017
gevoerd.
Castellum
Jaarresultaat 2016 € - 249.276
Stand per Mutaties Stand per
bedragen x € 1.000,- 31-12- 2015 2016 31-12-2016
1. Eigen vermogen
Algemene reserve
Informele kapitaalstorting
Resultaat 2016
€ - 696
€ 696
€ - 249
€ - 249
Totaal Generaal eigen vermogen € - 696 € 447 € - 249
2. Vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen € 13 € 11 € 24
Kort vreemd vermogen € 1.429 € - 186 € 1.243
Totaal generaal voorzieningen € 1.442 € - 175 € 1.267
3. Totaal vermogen
Totaal vermogen € 746 € 272 € 1.018
B3 Productie BV (vestigingsplaats Alphen aan den Rijn)
Aantal aandelen: Nog niet bekend (100% van het totaal aan uitgegeven aandelen)
Boekwaarde: Nog niet bekend.
De vennootschap zal worden opgericht om de productiewerkzaamheden van de te liquideren
Gemeenschappelijk Regeling SWA in onder te brengen en de bedoeling is om deze op 1 januari 2018 in
werking te laten treden. Ten tijde van het opstellen van deze begroting is de constructie nog niet
volledig duidelijk.
152
Financieel
Omdat de realisatie van deze BV op het moment van opstellen van deze begroting nog niet heeft
plaatsgevonden kan hier alleen in algemene zin een uitspraak over de financiën worden gedaan. De
geldstroom naar deze BV zal globaal omvatten de doorbetaling van de met de WSW-taak
samenhangende algemene uitkering en de door de gemeente te verstrekken bijdrage ter afdekking van
het tekort. Daarnaast zullen onder andere ook medewerkers met een WiW-contract en Nieuw Beschut
Werk in de vennootschap worden ondergebracht.
Risico
Het risico is om dezelfde redenen op dit moment nog niet goed te duiden.
Overige deelnemingen:
Daarnaast bezit de gemeente Alphen aan den Rijn aandelen in:
4. N.V. BNG
5. Oasen N.V.
6. Dunea N.V.
7. Alliander N.V.
De omvang van het Alphense aandeel in deze vier ondernemingen is relatief gering en daarmee ook
het risico en de formele invloed op het beleid van de ondernemingen. De omvang en waarde van dit
effectenbezit wordt vermeld in de paragraaf financiering.
C. Stichting
Er zijn geen Stichtingen waarin de gemeente deelneemt die volgens de definitie van het BBV als
Verbonden Partij moeten worden beschouwd.
153
Grondbeleid
Inleiding
De paragraaf grondbeleid is een toelichting op het grondbeleid dat de gemeente voert om de
doelstellingen uit de programma’s te verwezenlijken. Er zijn twee vormen van grondbeleid, actief en
faciliterend. Bij actief grondbeleid handelt de gemeente risicodragend op de grondmarkt. Bij
faciliterend grondbeleid beperkt de gemeente zich tot haar regiefunctie en stuurt zij op basis van haar
publiekrechtelijk instrumentarium. In de praktijk zijn er allerlei mengvormen waarbij de gemeente in
meer of mindere mate risicodragend bij de ontwikkeling van gronden (grondexploitatie) betrokken is.
Vennootschapsbelasting (Vpb)
In het kader van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen wordt jaarlijks getoetst of
het cluster van grondexploitaties Vpb-plichtig is. Ook dit jaar zijn de grondexploitaties niet Vpb-
plichtig.
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Op 5 maart 2016 is de wijziging van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) vastgesteld. De
wijzigingen hebben consequenties voor de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom het
grondbeleid. De richtlijnen van het BBV maken een duidelijker onderscheid tussen actief grondbeleid
(gemeentelijke grondexploitatie) en faciliterend grondbeleid (kostenverhaal).
De belangrijkste wijziging betreft de rentetoerekening en de waardering van de niet in exploitatie
genomen gronden (NIEGG’s). De aan grondexploitaties toe te rekenen rente wordt niet meer gebaseerd
op de gemeentelijke omslagrente maar op de werkelijke rentevoet.
De categorie ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ is afgeschaft; zolang gronden nog niet
gekwalificeerd zijn als bouwgrond in exploitaties, vallen deze onder de MVA (materiële vaste
activa)categorie ‘strategische gronden’. Het toerekenen van rente en andere kosten aan deze gronden
is niet langer toegestaan. Een te hoge boekwaarde (boekwaarde>marktwaarde) van de MVA’s moet in 4
jaar teruggebracht worden tot de marktwaarde.
In de Kadernota 2018-2021 zijn de gewijzigde richtlijnen met betrekking tot de rentetoerekening aan
grondexploitaties en de te hanteren discontovoet verwerkt. De overige wijzigingen van het BBV zijn
verwerkt in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2017 en verantwoord in het
Programmaverslag 2016.
Uitgangspunten grondbeleid
Gemeente Alphen aan den Rijn kiest voor een situationeel grondbeleid. Dat houdt maatwerk in, actief
waar nodig en facilitair waar kan. Op deze manier kan beter ingespeeld worden op de markt en de
uitvoering van de structuurvisie. Voor het bepalen van de grondprijzen wordt gebruik gemaakt van de
residuele grondwaardemethode.
In de Nota Bovenwijkse Voorzieningen is vastgelegd hoeveel bouwplannen bij moeten dragen aan de
bovenwijkse voorzieningen die binnen de gemeente worden gerealiseerd. De nota vormt het kader voor
het kostenverhaal van de bovenwijkse voorzieningen. De uitvoeringsparagraaf van de Nota Bovenwijkse
Voorzieningen wordt jaarlijks geactualiseerd.
154
Meerjarenperspectief grondexploitaties (MPG)
Grondexploitaties zijn projecten waarin bouwgrond wordt geproduceerd voor bijvoorbeeld woningen,
winkels, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen. Hierin kan de gemeente zowel een actieve als
een faciliterende rol kiezen. Het MPG geeft een integraal beeld van de omvang van de gemeentelijke
investeringen, het moment van investeren, het verwachte resultaat, het risico op deze investeringen en
de wijze waarop de gemeente deze risico’s beheerst.
Het is de ambitie om alle ontwikkelingen op te vangen binnen het totaal van tekorten en overschotten
binnen de grondexploitatie(s). Het doel is de verliesvoorziening(en) te laten afnemen en geen beroep te
doen op de vrije algemene middelen. Indien deze ambitie onverhoopt niet gerealiseerd kan worden, zal
bijstelling van de verliesvoorziening voorgelegd worden aan de raad met als dekking de vrije algemene
middelen.
De programmabegroting is opgesteld op basis van de laatst vastgestelde actualisatie van de
grondexploitaties (MPG 2017 Kadernota 2018-2021). Het MPG 2017 is doorgerekend op basis van
onderstaande parameters op prijspeildatum 1-1-2017. Tussentijdse wijzigingen in de uitgangspunten
voor de grondexploitaties lopende het jaar worden via projectvoorstellen aan de raad voorgelegd en
verwerkt in het eerstvolgende MPG. Bij het doorrekenen van het MPG 2017 (Kadernota 2018-2021) zijn
de volgende parameters gehanteerd:
In afwijking van het vorige MPG wordt nu onderscheid gemaakt in:
A. Actieve grondexploitaties
B. Kostenverhaal (faciliterende grondexploitaties)
Grondexploitaties in voorbereiding en toekomstige grondexploitaties (waaronder ook de niet in
exploitatie genomen gronden) komen niet meer voor in het MPG.
A: Actieve grondexploitaties
Actieve grondexploitaties zijn projecten waarvan door de gemeenteraad tot uitvoering is besloten. De
planinhoud en de grondexploitatie zijn vastgesteld (uitvoeringskrediet). Deze projecten zijn
onomkeerbaar. Het financieel resultaat van deze projecten is taakstellend. Voor zover het projecten
met een negatief saldo betreft is voor het tekort een voorziening gevormd.
B: Kostenverhaal (faciliterende grondexploitaties)
Tot deze categorie behoren de projecten waar de gemeente geen grond in eigendom heeft. Om de
investeringen die de gemeente doet te verhalen (kostenverhaal) sluit ze een (anterieure) overeenkomst.
Het gaat dan in principe om faciliterende grondexploitaties. Indien sprake is van een tekort dan staat
er een verliesvoorziening tegenover.
2017 -2021 2022 e.v. 2016 2019 e.v.
Rente 1,07% 1,07% 1,07% 1,07%
Discontovoet 2,0% 2,0% 4,0% 4,0%
Prijsontwikkeling kosten 1,7% 2,0% 2,0% 2,0%
Prijsontwikkeling opbrengsten Wonen 1,0% 2,0% 0,5% 1,0%
Overige functies 1,0% 2,0% 1,0% 2,0%
Bij lopende overeenkomsten Mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken
MPG 2016MPG 2017
155
Resultaten
Het MPG (Meerjarenperspectief Grondexploitaties) is het financiële totaaloverzicht van alle
grondexploitaties. Onderstaande tabel geeft inzicht in het saldo van het MPG. Er is onderscheid
gemaakt in actieve grondexploitaties en faciliterende grondexploitaties (kostenverhaal). In de tabel is
het saldo van het MPG 2017 (Kadernota 2018-2021) opgenomen op netto contante waarde datum 1-
1-2017 en 1-1-2018. Het saldo per 1-1-2018 is gebaseerd op het uitgangspunt dat in 2017 alle
grondexploitaties conform begroting worden uitgevoerd. In de praktijk zullen er bij de uitvoering van
de grondexploitaties afwijkingen ontstaan ten opzichte van de begroting. Deze afwijkingen worden
verwerkt in het MPG 2018.
Bedragen X 1 mln.
*Tabel exclusief herziening 2018.
Risicobeheersing
Zie paragraaf weerstandsvermogen.
Reserves en voorzieningen
Het MPG bestaat uit winstgevende en verlieslatende grondexploitaties. Winstgevende grondexploitaties
worden na afloop van het project ten gunste gebracht van de Reserve grondexploitatie. Indien de
boekwaarde van een project positief (meer gerealiseerde opbrengsten dan kosten) is en het
risicoprofiel van de nog te maken kosten en de nog te realiseren opbrengsten aanvaardbaar, dan kan
overwogen worden tussentijds winst te nemen.
Voor verlieslatende (vastgestelde) grondexploitaties is een verliesvoorziening gevormd (op netto-
contante waarde per 1-1-2017) voor totaal € 133,51 miljoen. Mutaties op de verliesvoorzieningen
worden onttrokken aan (of komen ten gunste van) de Reserve grondexploitatie.
Programmabegroting
2017-2020
MPG 2017 Programmabegroting
2018-2021
NCW 01-01-2017 NCW 01-01-2017 NCW 01-01-2018
Projecten met positief resultaat 36,33€ 39,05€ 39,83€
Projecten met negatief resultaat -141,97€ -133,51€ -136,18€
Totaal saldo MPG -105,65€ -94,46€ -96,34€
Grondexploitatie projecten met positief resultaat 25,21€ 27,91€ 28,46€
Grondexploitatie projecten met negatief resultaat -139,60€ -131,31€ -133,93€
Kostenverhaal projecten met positief resultaat 11,12€ 11,15€ 11,37€
Kostenverhaal projecten met negatief resultaat -2,37€ -2,20€ -2,24€
Totaal saldo MPG -105,65€ -94,46€ -96,34€
156
Financiële begroting
157
Financiële positie en toelichting
Nadere uitwerking financiële positie 2018-2021
Inleiding
In de financiële begroting wordt de financiële positie van de gemeente Alphen aan den Rijn in de
periode 2018-2021 nader beschreven. Tevens worden naast de beleidsthema’s en maatschappelijke
effecten op het niveau van raad en college, ook diverse financiële overzichten verstrekt. Deze financiële
overzichten geven duidelijkheid over de financiële situatie van gemeente Alphen aan den Rijn.
De betreffende overzichten geven onder andere inzicht in:
(incidentele) baten en lasten
de algemene uitkering
lokale lastendruk
weerstandsvermogen/monitor
investeringen
reserves.
Overzicht van baten en lasten
Onder dit kopje wordt de financiële positie toegelicht conform de artikelen 17 t/m 19 van het Besluit
Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hieronder is het volledige overzicht van
baten en lasten gepresenteerd, inclusief onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. De kolom 2018
betreft de eigenlijke financiële begroting en wordt conform het BBV vastgesteld. De kolommen 2019-
2021 betreffen de meerjarenraming die gezien de toekomstgerichtheid niet worden vastgesteld.
Programmaplan Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
1 Sociale agenda 134.432 30.126 128.502 29.627 128.314 29.628 128.729 29.629
2 Mobiliteit 5.639 148 4.635 148 3.929 148 3.718 148
3 Bedrijvigheid 2.713 319 2.650 319 1.731 319 1.745 319
4 Schoon, heel en veilig 52.660 28.675 52.937 28.512 52.358 28.535 52.459 28.235
5 Ruimtelijke ontwikkeling 24.665 18.317 22.950 17.027 19.309 21.304 14.216 11.926
6 Duurzame gemeente 3.065 0 3.016 0 3.017 0 3.019 0
7 Dienstverlening, wijken en kernen 3.804 1.845 3.812 1.844 3.807 1.843 3.829 1.843
8 Bestuur en financiën 4.481 76 6.023 76 7.765 76 9.880 76
Algemene dekkingsmiddelen 3.472 180.573 3.414 182.878 2.796 185.133 2.504 186.654
Overhead 28.592 503 29.292 503 29.123 503 29.055 503
VPB 0 0 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 100 0 100 0 100 0 100 0
Totaal baten en lasten 263.622 260.583 257.331 260.935 252.251 267.490 249.253 259.334
Toevoeging/onttrekking reserves 39.324 34.043 28.513 24.357 33.517 19.533 26.802 19.471
Totaal baten en lasten incl reserves 302.946 294.625 285.844 285.292 285.768 287.023 276.055 278.805
Saldo begroting -8.321 -552 1.255 2.750
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
158
Programmaplan Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Incidenteel 26.907 15.837 8.596 6.068 2.680 1.378 225 88
Structureel 276.039 278.788 277.247 279.224 283.088 285.645 275.830 278.717
Totaal 302.946 294.625 285.844 285.292 285.768 287.023 276.055 278.805
Saldo begroting -8.321 -552 1.255 2.750
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Algemene Uitkering
De totale uitkering van het gemeentefonds voor Alphen aan den Rijn bedraagt € 146,6 miljoen. In
onderstaande tabel is het aandeel van Alphen aan den Rijn in de Algemene Uitkering van het
gemeentefonds voor het jaar 2018 opgenomen.
De Algemene Uitkering uit het gemeentefonds vormt één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor
de gemeente. In deze meicirculaire zijn de accressen hoger dan gemeld in de septembercirculaire
2016. Dit is vooral het effect van hogere loon- en prijsontwikkelingen. Met deze ontwikkelingen wordt
rekening gehouden binnen de stelpost nominale ontwikkelingen.
De voorgenomen overheveling per 2018 van de integratie uitkering sociaal domein naar de Algemene
Uitkering is uitgesteld. De overheveling kan op zijn vroegst in 2019 plaatsvinden. Verondersteld wordt
echter dat het niet eerder dan in 2020 kan plaatsvinden en het zal ook niet verbazen, als de
overheveling helemaal niet door gaat maar dat de integratie-uitkering de vorm van een decentralisatie
uitkering zal aannemen.
De macrobudgetten zijn ten opzichte van de septembercirculaire 2016 gewijzigd. De belangrijkste
wijzigingen in de omvang van de integratie uitkering sociaal domein betreffen enerzijds structurele
toevoegingen zoals de toekenning van de loon- en prijsbijstelling 2017, de volumegroei 2018, een
correctie op de uitname herinstromers Wet langdurige zorg, de tranche extramuralisering 2018 en de
vrijval van het niet uitgekeerde budget voor de bonus beschut werken; anderzijds vindt er een uitname
plaats voor intensieve zorg aan kinderen met een somatische aandoening.
Uitgangspunt is dat uitvoering van taken voor Wmo, jeugdzorg en Participatie binnen de
bestaande/nieuwe budgetten dient plaats te vinden. Dit betekent voor programma 1 een flinke
uitdaging.
Op basis van de meicirculaire 2017 zijn alle mutaties met betrekking tot de Algemene Uitkering uit het
gemeentefonds in de programmabegroting verwerkt.
Ten aanzien van de taakmutaties wordt aangegeven dat de voornaamste mutaties betrekking hebben
op een bijdrage in de armoedebestrijding kinderen en een wijziging in de financiering van betalingen
aan onder meer de VNG.
Tabel: Verdeling uitkeringen Gemeentefonds in 2018 (x € 1.000)
Verdeling uitkering o.b.v. meicirculaire 2018
x € 1.000
1. Gemeentefonds 100.269
- Algemene uitkering 91.899
- Integratie- en decentralisatie uitkeringen 8.370
2. IU Sociaal Domein 46.337
- Wmo 12.426
- Jeugdzorg 21.631
- Participatie 12.280
Omvang gemeentefonds in 2018 146.606
159
Gemeentefonds – Algemene uitkering
In onderstaande tabel zijn de financiële mutaties uit de meicirculaire 2017 afgezet tegen de stand van
het meerjarenbeeld in de Begroting 2018 en Meerjarenraming 2019-2021. Uitgangspunt voor de
beoordeling van de verschillen vormt de (bijgestelde) raming van de Algemene Uitkering na de
Kadernota.
Lokale lastendruk
Tot de woonlasten rekenen we de onroerende zaakbelastingen (OZB), rioolheffing en afval-
stoffenheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke
heffingen en daarmee de lokale lastendruk. Bij de berekening van de woonlasten wordt uitgegaan van
een eigen woning die wordt bewoond door een gezin.
Onroerende-zaakbelastingen
Het uitgangspunt voor de lokale lasten genoemd in het collegeprogramma 2014-2018 “Daadkracht
Dichtbij” luidt: “De OZB blijft gelijk en wordt jaarlijks alleen aangepast aan het inflatiepercentage”.
Er dient volgens de huidige inschatting rekening te worden gehouden met een gemiddelde stijging van
ca. 4,2% van de WOZ-waarden van de woningen en een gemiddelde daling van -0,6% van de WOZ-
waarden niet-woningen per waarde peildatum 1 januari 2017. Om het uitgangspunt van een
gelijkblijvende OZB te realiseren betekent dit dat het tarief met hetzelfde percentage zal worden
verhoogd. Daar waar de waarde stijgt, kan het OZB-tarief worden verlaagd.
In de Kadernota 2018-2021 is opgenomen dat de tarieven OZB conform het Coalitieakkoord
‘Daadkracht Dichtbij’ worden aangepast aan de verwachte inflatie. Het te betalen bedrag aan
onroerendezaakbelasting zal in 2018 hiermee met 0,9% stijgen ten opzichte van 2017.
Afvalstoffenheffing
Bij de vaststelling van het tarief voor afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100% kosten-
dekkendheid. De heffingsmaatstaf van deze belasting is gebaseerd op de grootte van het huishouden,
waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen een eenpersoonshuishouden en een
meerpersoonshuishouden. Huishoudens ontvangen hiervoor een basisset containers, één voor restafval
en één voor groenafval, of maken gebruik van ondergrondse inzameling.
Tabel: Mutat ies mei circulaire 2017 in meerjarenbeeld (x € 1.000)
(+ = voordeel/-/- = nadeel) 2018 2019 2020 2021
Algemene uitkering:
Primitieve begroting 95.839 97.949 100.163 100.163
Meicirculaire 2017 100.269 103.347 105.885 107.893
Verschil 4.430 5.398 5.722 7.730
Taakmutaties (voorstel) -1.024 -1.023 -1.028 -1.037
Stelposten (voorstel) -3.406 -4.375 -4.694 -6.693
Ruimte/tekort algemene uitkering (incl. taakmutaties) 0 0 0 0
Sociaal Domein:
Primitieve begroting 44.780 44.096 43.511 43.511
Meicirculaire 2017 46.337 45.671 45.298 45.316
Verschil 1.557 1.575 1.787 1.805
Taakmutaties (voorstel) binnen Programma 1 -1.557 -1.575 -1.787 -1.805
Ruimte/tekort algemene uitkering Sociaal Domein 0 0 0 0
160
Rioolheffing
Bij de vaststelling van het tarief voor rioolheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid. De
heffing is van de gebruiker. Voor huishoudens een vast tarief naar grootte van het huishouden, voor
bedrijven naar WOZ-waardeklassen.
Voor overige heffingen en rechten wordt verwezen naar de paragraaf Lokale Heffingen.
Arbeidskosten
In de volgende tabel zijn de begrote salarislasten en de personele formatie in meerjarig perspectief
weergegeven:
De stijging in de loonsom wordt veroorzaakt door de nieuwe cao-afspraken van 1 mei 2017 en de
doorloop daarvan tot 2019.
De VNG en de vakbonden hebben een akkoord gesloten over de nieuwe Cao Gemeenten. Het akkoord
bevat een loonafspraak en afspraken over flexibiliteit, harmonisatie verlof en bewust belonen. De cao
heeft een looptijd van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. Gedurende de looptijd worden gestaffeld de
loonkosten verhoogd conform onderstaand schema:
• Per 1 augustus 2017 stijgen de salarissen met 1,0%.
• Het Individueel Keuzebudget stijgt per 1 december 2017 met 0,5 procentpunt.
• Per 1 januari 2018 stijgen de salarissen met 1,5%.
• Het Individueel Keuzebudget stijgt per 1 juli 2018 met 0,25 procentpunt.
Tabel bestuurlijke formatie in de periode 2018-2021
Arbeidskosten 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
ABR
formatie
voor
herindeling
Formatie in FTE 827 724 735 759 769 789 778 773 773
Salariskosten 47.006 49.264 50.938 52.443 57.078 56.613 56.605 56.605
Formatie 2017 2018 2019 2020 2021
46 46 46 46 46Bestuurlijke formatie (College en Raad)
161
Overzicht incidentele baten en lasten
Materieel evenwicht van de begroting houdt in dat structurele lasten met structurele baten zijn gedekt.
Het overzicht incidentele baten en lasten is dan ook een verplicht overzicht dat door de provinciale
toezichthouder gebruikt wordt bij de bepaling van het toezichtregime. Het is de bedoeling dat er
tegenover incidentele baten slechts incidentele lasten staan en andersom.
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Zoals uit het overzicht blijkt zijn de incidentele lasten in 2018 hoger dan de incidentele baten, hetgeen
betekent dat de begroting in het jaar 2018 materieel in evenwicht is. Dit betekent andersom dat de
structurele lasten lager zijn dan de structurele baten. Een materieel sluitende begroting in het basisjaar
is een primair criterium van de provinciale toezichthouder om goedkeuring aan de begroting te kunnen
verlenen. Ook in de jaren na 2018 is sprake van een materieel sluitende begroting.
Op basis van het volgende overzicht wordt aangetoond dat de begroting 2018 en meerjarenraming
2019-2021, conform de uitgangspunten in het BBV, structureel in evenwicht zijn. Dit houdt in dat de
structurele lasten kunnen worden gedekt met structurele baten. Indien dit niet het geval zou zijn, zou
de kans groot zijn dat er op termijn een begrotingstekort ontstaat. De huidige ramingen tonen aan dat
dit risico op dit moment niet aan de orde is.
De incidentele baten en lasten worden bij de betreffende programma’s nader gespecificeerd.
Programmaplan
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
begroting
2021
Begroting
2018
Begroting
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
1 Sociale agenda 500 0 0 0 4.671 0 0 0
2 Mobiliteit 0 0 0 0 0 677 0 0
3 Bedrijvigheid 0 0 0 0 1.075 950 0 0
4 Schoon, heel en veilig 381 0 0 0 1.125 1.000 0 0
5 Ruimtelijke ontwikkeling 0 0 0 0 2.370 4.253 2.419 181
6 Duurzame gemeente 0 0 0 0 50 0 0 0
7 Dienstverlening, wijken en kernen 0 0 0 0 0 0 0 0
8 Bestuur en financiën 0 0 0 0 90 86 65 65
Algemene dekkingsmiddelen 1.771 1.560 1.378 88 1.176 681 196 -21
Overhead 0 0 0 0 0 0 0 0
VPB 0 0 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal baten en lasten 2.652 1.560 1.378 88 10.557 7.646 2.680 225
Toevoeging/onttrekking reserves
1 Sociale agenda 3.090 0 0 0 3.090 0 0 0
2 Mobiliteit 0 677 0 0 0 0 0 0
3 Bedrijvigheid 950 950 0 0 1.200 950 0 0
4 Schoon, heel en veilig 9.145 1.000 0 0 12.060 0 0 0
5 Ruimtelijke ontwikkeling 0 1.882 0 0 0 0 0 0
6 Duurzame gemeente 0 0 0 0 0 0 0 0
7 Dienstverlening, wijken en kernen 0 0 0 0 0 0 0 0
8 Bestuur en financiën 0 0 0 0 0 0 0 0
Algemene dekkingsmiddelen 0 0 0 0 0 0 0 0
Overhead 180 0 0 0 0 0 0 0
VPB 0 0 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal reserves 13.185 4.508 0 0 16.350 950 0 0
Totaal inc l. reserves 15.837 6.068 1.378 88 26.907 8.596 2.680 225
Incidenteel saldo begroting -11.070 -2.528 -1.302 -137
Incidentele baten Inc identele lasten
162
Overzicht structurele exploitatieruimte
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Financiering
Voor de periode 2018-2021 is een financieringsbehoefte opgesteld, gebaseerd op de balansposities
uit de vastgestelde jaarrekeningen 2016 en de verwachte investeringen conform het MIP, de verwachte
uitgaven en inkomsten van de grondexploitaties conform het vastgestelde MPG en het verloop van de
reserves en voorzieningen. Op basis van deze actualisatie, rekening houdend met de kasgeldlimiet
(maximaal € 25 mln. kort vreemd vermogen) en de renterisiconorm (aflossingen en renteherzieningen
maximaal € 60 mln.), is de langlopende financieringsbehoefte en looptijd bepaald. Voor verdere
informatie wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
Reserves
In onderstaand overzicht is het verwachte verloop van de reserves in 2018 – 2021 opgenomen.
Bedragen x € 1.000. Saldo: + = voordeel; - = nadeel
Programmaplan
Lasten Totaal Incidenteel Structureel Totaal Incidenteel Structureel Totaal Incidenteel Structureel Totaal Incidenteel Structureel
1 Sociale agenda 134.432 4.671 129.761 128.502 0 128.502 128.314 0 128.314 128.729 0 128.729
2 Mobiliteit 5.639 0 5.639 4.635 677 3.959 3.929 0 3.929 3.718 0 3.718
3 Bedrijvigheid 2.713 1.075 1.638 2.650 950 1.700 1.731 0 1.731 1.745 0 1.745
4 Schoon, heel en veilig 52.660 1.125 51.535 52.937 1.000 51.937 52.358 0 52.358 52.459 0 52.459
5 Ruimtelijke ontwikkeling 24.665 2.370 22.295 22.950 4.253 18.698 19.309 2.419 16.890 14.216 181 14.035
6 Duurzame gemeente 3.065 50 3.015 3.016 0 3.016 3.017 0 3.017 3.019 0 3.019
7 Dienstverlening, wijken en kernen 3.804 0 3.804 3.812 0 3.812 3.807 0 3.807 3.829 0 3.829
8 Bestuur en financiën 4.481 90 4.391 6.023 86 5.937 7.765 65 7.700 9.880 65 9.815
Algemene dekkingsmiddelen 3.472 1.176 2.296 3.414 681 2.733 2.796 196 2.600 2.504 -21 2.525
Overhead 28.592 0 28.592 29.292 0 29.292 29.123 0 29.123 29.055 0 29.055
VPB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 100 0 100 100 0 100 100 0 100 100 0 100
Totaal lasten 263.622 10.557 253.065 257.331 7.646 249.685 252.251 2.680 249.571 249.253 225 249.028
Baten
1 Sociale agenda 30.126 500 29.626 29.627 0 29.627 29.628 0 29.628 29.629 0 29.629
2 Mobiliteit 148 0 148 148 0 148 148 0 148 148 0 148
3 Bedrijvigheid 319 0 319 319 0 319 319 0 319 319 0 319
4 Schoon, heel en veilig 28.675 381 28.294 28.512 0 28.512 28.535 0 28.535 28.235 0 28.235
5 Ruimtelijke ontwikkeling 18.317 0 18.317 17.027 0 17.027 21.304 0 21.304 11.926 0 11.926
6 Duurzame gemeente 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7 Dienstverlening, wijken en kernen 1.845 0 1.845 1.844 0 1.844 1.843 0 1.843 1.843 0 1.843
8 Bestuur en financiën 76 0 76 76 0 76 76 0 76 76 0 76
Algemene dekkingsmiddelen 180.573 1.771 178.803 182.878 1.560 181.318 185.133 1.378 183.755 186.654 88 186.566
Overhead 503 0 503 503 0 503 503 0 503 503 0 503
VPB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 260.583 2.652 257.931 260.935 1.560 259.375 267.490 1.378 266.112 259.334 88 259.246
Totaal saldo van baten en lasten -3.039 -7.905 4.866 3.604 -6.086 9.690 15.239 -1.302 16.541 10.081 -137 10.218
Toevoegingen reserves 39.324 16.350 22.975 28.513 950 27.563 33.517 0 33.517 26.802 0 26.802
Onttrekkingen reserves 34.043 13.185 20.858 24.357 4.508 19.849 19.533 0 19.533 19.471 0 19.471
Totaal reserves -5.282 -3.165 -2.117 -4.155 3.558 -7.714 -13.984 0 -13.984 -7.331 0 -7.331
Saldo Algemene Reserve
Structureel evenwicht -8.321 -11.070 2.749 -552 -2.528 1.976 1.255 -1.302 2.557 2.750 -137 2.887
Begroting 2021Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020
Indeling Beginsaldo Rente Toevoeging Onttrekking Eindsaldo Saldo Saldo Saldo
2018 2018 2019 2020 2021
Algemene reserves 38.073 0 2.748 11.500 29.321 28.335 29.072 31.468
Reserve Nuon 24.854 0 0 11.110 13.744 13.744 13.744 13.744
Bestemmingsreserves onderw ijs 13.770 398 9.220 10.981 12.407 11.212 10.146 8.621
Overige bestemmingsreserves 91.063 0 28.587 11.522 108.129 113.914 129.482 138.692
Egalisatiereserve parkeren 4.689 0 1.120 0 5.809 5.809 5.809 5.809
Totaal 172.449 398 41.675 45.113 169.410 173.014 188.253 198.333
163
Emu saldo Het begrip EMU-saldo heeft betrekking op het gezamenlijke begrotingssaldo van het Rijk, lokale
overheden en sociale fondsen, zoals gehanteerd door de Europese Unie, om te beoordelen of landen
aan de 3% norm van het verdrag van Maastricht voldoen. In de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet
Hof, 2013) zijn deze Europese normen verankerd voor de hoogte van de overheidsschuld. Die normen
raken ook gemeenten omdat de gemeenteschulden en financieringstekorten van gemeenten meetellen
in de overheidsschuld van Nederland. Alle gemeenten samen krijgen een plafond voor het totale EMU-
tekort van gemeenten in een jaar. Met het plafond wordt de groei van de netto schuld (volgens de
definitie voor het EMU-saldo) van de gezamenlijke gemeenten beperkt. In 2016 is afgesproken om de
EMU-tekortruimte niet nader te verdelen over de gemeenten, provincies en waterschappen, met als
gevolg dat er voor 2017 en 2018 geen individuele referentiewaarden zijn.
Feitelijk is het EMU-saldo het verschil tussen inkomsten en uitgaven in een jaar. Indien een gemeente
bijvoorbeeld veel investeert, ontstaat al snel een EMU-tekort zonder dat dit ook een begrotingstekort
betekent. Een investering is namelijk wel een uitgave maar geen last en afschrijvingen zijn geen
uitgaven maar wel lasten.
In onderstaande tabel tonen wij het EMU-saldo van de gemeente Alphen aan den Rijn.
In 2018 is sprake van € 23,6 miljoen aan begrote investeringen. Dit bedrag bestaat uit € 15 miljoen
investeringen in openbaar gebied (IRS), € 5,7 miljoen ICT en facilitaire investeringen en € 2,1 miljoen
voor overige investeringen. Voor de verkopen van bouwgrond wordt in 2018 € 32,3 miljoen aan
inkomsten verwacht.
164
Meerjareninvesteringsprogramma 2018-2021
In onderstaande tabel staan de voorgenomen investeringen. Door middel van vaststelling van deze
begroting autoriseert de raad het vrijgeven van de voor deze investeringen benodigde kredieten.
Tabel Meerjareninvesteringsprogramma (MIP 2018-2021) (bedragen x € 1.000) Investering Omschrijving van het te verwerven activum
Vervanging of Nieuw
Econ. of Maatsch
. nut
Investering 2018
Investering 2019
Investering 2020
Investering 2021
Tractie
Vervanging zoutstrooiers / sneeuwploegen V E 95 32 18 71
Multifunctionele voertuigen V E 1.450
Huisvuilauto's V E 200 657 165
Personenauto's V E 599
Bestelauto's V E 189 111 55 290
Kolkenzuiger V E 200
Kentekenloze voertuigen veegmachines V E 170
Kentekenloze aanhangwagens V E 6
Kentekenloze voertuigen grafdelfmachine (boki) V E 70
Kentekenloze voertuigen vorkheftruckshovel V E
Overige kentekenloze voertuigen V E 97 22
Tractoren V E 28
Informatisering & Automatisering
Vervanging apparatuur landmeters V E 50
Netwerkcomponenten, plotters, printers, scanners V E 60
Impuls/ICT strategie V E 1.500
Mobiele telefonie, tablets V E 325 325
Servers/storage/werkplekken/office 2017 V E 3.000
Telefooncentrale 2018 V E 350
Facilitaire Dienst
Vervanging meubilair stadhuis V E 441
Vervanging beeld en geluid stadhuis V E 47
Beheer Openbare Ruimte
Infrastructurele projecten (voorheen IRS) V M 12.953 12.953 12.953 12.953
Vervanging ondergrondse containers V E 605 605 605 605
Vervanging mini-containers afvalinzameling V E 131 131 131 131
VRI's K31, K32, K33 Oranje Nassausingel V E 330
Groenvoorziening Zwarte Pad module 3 V M 450
Groenvoorziening Zwarte pad restant V M 367 367 367 367
Investeringen infrastructuur V M 2.075 220 3.617
Vervanging speeltoestellen conform beheerplan V M 676 352 190 225
Totaal 23.573 15.301 15.501 20.605
Omdat de investeringen in deze programmabegroting zijn opgenomen, is geen afzonderlijk
raadsbesluit in het investeringsjaar meer nodig om de investeringen in de betreffende jaarschijf
rechtmatig te kunnen uitvoeren (BBV). Separate raadsbesluiten volgen in beginsel slechts als het
investeringsbudget niet toereikend is. Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven van welke
nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het
investeringskrediet wil ontvangen.
165
Bijlagen
166
Overzicht landelijke indicatoren
Nr Pr Indicator Eenheid Waarde (Jaar) Bron Streefwaarde
1 8 Formatie FTE per 1.000
inwoners
7,18 (2018)18
7,06 (2017)
Eigen
gegevens
Gemeente
7,06
2 8 Bezetting FTE per 1.000
inwoners
6,73 (2018)19
6,63 (2017)
Eigen
gegevens
Gemeente
7
3 8 Apparaatskosten Kosten per inwoner 655,91 (2018)20
627,23 (2017)
Eigen
begroting
Op gelijk niveau
4 8 Externe inhuur Kosten als % van
totale loonsom +
totale kosten
inhuur externen
4,64% (2018)
4,46% (2017)
Eigen
begroting
Op gelijk niveau
5 8 Overhead % van totale lasten 10,85% (2018)
10,56% (2017)
Eigen
begroting
Op gelijk niveau
Het overzicht Landelijke Indicatoren is voor het eerst in de Begroting 2017 opgenomen. Het Overzicht
hoort eigenlijk thuis in het jaarverslag. Het onderstaande gedeelte van het overzicht wordt hier
herhaald zoals dat in de Begroting 2017 was opgevoerd. Bij het Jaarverslag over 2017 zal het worden
bijgewerkt naar de stand van eind 2017.
Nr Pr Indicator Eenheid Waarde (Jaar) Bron Streefwaarde
6 4 Verwijzingen HALT Aantal per 10.000
inwoners
16,39 in
categorie
12-17 jaar.
(2015)
Bureau
Halt
16
7 4 Harde kern jongeren Aantal per 10.000
inwoners
0,8
(2014)
KLPD 0,7
8 4 Winkeldiefstallen Aantal per 1.000
inwoners
1,3 (2015)
(landelijk 2,4
met 3,6 in
gemeen-ten >
100.000)
CBS 1,3
9 4 Geweldsmisdrijven Aantal per 1.000
inwoners
4,3 (2015)
(landelijk 5,4
met 6,6 in ge-
meenten >
100.000)
CBS 4
10 4 Diefstal uit woning Aantal per 1.000
inwoners
3,2 (2015)
(landelijk 3,9
met 4,2 in ge-
meenten >
100.000)
CBS 3
18 Gebaseerd op aantal inwoners per 1 januari 2018. De benchmark is hier de Personeelsmonitor 2016 van de VNG.
Uit die monitor blijkt dat de formatie van de gemeente Alphen aan den Rijn lager ligt dan die van de gemiddelde
100.000+ gemeente. Het gemiddelde cijfer daarvoor is 7,6. Het cijfer voor “alle gemeenten” is 8,1.
19 Gebaseerd op aantal inwoners per 1 januari 2018.
20 Gebaseerd op aantal inwoners per 1 januari 2018.
167
11 4 Vernielingen en
beschadigingen in de
openbare ruimte
Aantal per 1.000
inwoners
4,7 2015)
(landelijk 6,1
met 7,0 in ge-
meenten >
100.000)
CBS 4,5
12 4 Ziekenhuisopname na
verkeersongeval met een
motorvoertuig
Percentage 6% Veiligheid
NL
6%
13 4 Overige
vervoersongevallen met
een gewonde fietser tot
gevolg
Percentage 13% Veiligheid
NL
12%
14 3 Functiemenging21 % 44%
(2015)
LISA Vraagt om
vaststelling; wil
de gemeente een
woon-, werk-, of
woon- en
werkgemeente in
balans (50) zijn
15 3 Bruto Gemeentelijk
Product22
Verhouding tussen
verwacht en
gemeten product
132,8 (meer
verwacht dan
gemeten)
Atlas voor
Gemeente
n
100
16 3 Vestigingen (van
bedrijven)
Aantal per 1.000
inwoners in de
leeftijd van 15 t/m
64 jaar
70
(2015)
LISA 71
17 1 Absoluut verzuim Aantal per 1.000
leerlingen
15/16: 0 DUO 0
18 1 Relatief verzuim aantal per 1.000
leerlingen
15/16:82 DUO Afname
19 1 Voortijdig schoolverlaters % van het totale
aantal VO en MBO
leerlingen
15/16: n.n.b. DUO/
jaarversla
g RMC
Afname
20 1 Percentage niet sporters
(inactieven)
% 2016:
< 27: 4%
> 27: 18%
Rapportag
e Alphen
Beweegt/
RIVM
Afname
21 1 Banen Aantal per 1000
inwoners in de
leeftijd van 15-64
jaar
2015: 540,8 LISA Toename. De
gemeente heeft
vooral invloed
door het
vestigingsbeleid
voor bedrijven.
22 1 Jongeren wegens een
delict voor de rechter
Aantal verdachten
12-17 per 1.000
inwoners
Aantal verdachten
2015: 9,5
2015: 20,4
Kinderen in
Tel
Afname
21 De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0
(alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
22 Het Bruto Gemeentelijk Product, uitgedrukt in een score van 0-70. Het BGP is het aantal banen per inwoner
vermenigvuldigd met de toegevoegde waarde van die banen. De verhouding tussen verwacht (modelmatig o.b.v.
variabelen als arbeidsmarkt/agglomeratiekracht/nabijheid mainports etc.) en gemeten (werkelijk) is een indicatie
voor de mate waarin onverklaarde variabelen (bijv. ondernemingsklimaat) van invloed kunnen zijn.
168
18-24 jaar per
1000 inwoners
23 1 Kinderen in een uit-
keringsgezin
% kinderen tot 18
jaar
2015: 3,16% Kinderen in
Tel
Afname. De
instroom is
afhankelijk van
externe factoren
zoals het aantal
statushouders
24 1 Netto arbeidsparticipatie % van de werkzame
beroepsbevolking
t.o.v. de totale
beroepsbevolking
2015: 94,5%,
landelijk gem:
93%
CBS Hoger dan het
landelijk
gemiddelde
25 1 Achterstandsleerlingen % 4 t/m 12 jarigen 2015: 9,21% Kinderen in
Tel
Afname,
gemeente heeft
slechts invloed
op het
voorschoolse
gedeelte (2,5-4
jaar)
26 1 Werkloze jongeren % 16-22 jarigen 2015: 0,91% Kinderen in
Tel
Afname. Deze
leeftijdsindeling
sluit niet aan bij
de
Participatiewet:
18-27 jaar
27 1 Personen met een
bijstandsuitkering
Aantal per 10.000
inwoners
2015: 245,9 CBS Afname. De
instroom in de
bijstand is
afhankelijk van
externe factoren
28 1 Lopende re-integratie-
voorzieningen
Aantal per 10.000
inwoners van 15-
64 jaar
2015: 64,3 CBS Dit heeft pas
betekenis als het
wordt afgezet
tegen het aantal
werklozen en
uitkeringen
29 1 Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren
tot 18 jaar
2015: 12,7% CBS Afname
30 1 Jongeren met jeugd-
bescherming
% van alle jongeren
tot 18 jaar
2015: 1,2% CBS Afname
31 1 Jongeren met jeugd-
reclassering
% van alle jongeren
tot 18 jaar
2015: 0,4% CBS Afname
32 1 Aantal per 10.000
inwoners
2015: nb afname GMSD
33 4 Omvang huishoudelijk
restafval
Kg/inwoner CBS
34 6 Hernieuwbare energie Percentage 8 % in 2014 Energie-
inbeeld.nl
RWS
14%
hernieuwbare
energie in 2020
35 8 Gemiddelde WOZ-
waarde
€ 1.000 € 218.865
(2016)
CBS/
Gemeente
Niet van
toepassing
36 5 Nieuw gebouwde
woningen
Aantal per 1.000
woningen
24,9 Basisregistr
a-tie
adressen
en
gebouwen
25
169
37 5 Demografische druk Verhouding
productieve/niet
productieve
leeftijdsgroepen
69 Basisregistr
a-tie
personen
69
38 8 Gemiddelde woonlasten
eenpersoons-
huishouden
In euro’s Afvalstoffenheffi
ng € 175,56
Riool-heffing €
160,80
COELO/
Gemeente
Op gelijk niveau
39 8 Gemiddelde woonlasten
meerpersoons-
huishouden
In euro’s Afvalstoffenheffi
ng € 253,08
Rioolheffing €
220,08
COELO/
Gemeente
Op gelijk niveau
170
Kerngegevens
Omschrijving
Gegevens
per
1-1-2018
A. Sociale structuur
Aantal inwoners
109.873
- 0 t/m 19 jaar
25.610
- 20 t/m 64 jaar
64.991
- 65 jaar en ouder
19.272
B. Fysieke structuur
Oppervlakte gemeente in ha.
12.653
waarvan binnenwater
596
Aantal verblijfsobjecten met woonfunctie
47.115
Lengte van de wegen in km
484
C. Uitgangspunten begroting 2018-2021
Inflatie
0%
Cao stijging
3,25%
Rekenrente
2,5%
Aantal productieve uren
1.400
Totaal in In € per
D. Financiële structuur € 1.000 (afger.) inwoner
Lokale heffingen, waarvan:
- belastingen en heffingen 41.000 373
- overige belastingen 6.000 55
- overige rechten 5.200 47
Algemene uitkering (inclusief deelfonds sociaal domein) 147.000 1.338
Boekwaarde vaste schuld 242.000 2.203
Rente langlopende geldleningen 5.100 46
Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven (investeringen) 418.000 3.804
Boekwaarde eigen reserves en voorzieningen 196.000 1.784
171
Overzicht geraamde baten en lasten per taakveld
Taakveld Programmaplan Lasten Baten Saldo
2018 2018 2018
0.1 Bestuur Bestuur en financiën 4.626 30 -4.596
0.10 Mutaties reserves Bedrijvigheid 1.200 1.010 -190
0.10 Mutaties reserves Bestuur en financiën 787 624 -163
0.10 Mutaties reserves Ruimtelijke ontwikkeling 1.102 165 -937
0.10 Mutaties reserves Mobiliteit 400 2.709 2.309
0.10 Mutaties reserves Overhead 1.320 2.251 931
0.10 Mutaties reserves Schoon, heel en veilig 21.766 11.423 -10.342
0.10 Mutaties reserves Sociale agenda 12.750 15.860 3.111
0.2 Burgerzaken Dienstverlening, wijken en kernen 3.804 1.845 -1.959
0.4 Overhead Overhead 28.592 503 -28.088
0.5 Treasury Algemene dekkingsmiddelen 2.268 9.596 7.328
0.61 OZB woningen Algemene dekkingsmiddelen 1.026 12.469 11.443
0.62 OZB niet-woningen Algemene dekkingsmiddelen 108 7.518 7.410
0.63 Parkeerbelasting Schoon, heel en veilig
1.473 1.473
0.64 Belastingen Overig Algemene dekkingsmiddelen 49 4.383 4.334
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds Algemene dekkingsmiddelen 22 146.608 146.587
0.8 Overige baten en lasten Bestuur en financiën -145
145
0.8 Overige baten en lasten Onvoorzien 100
-100
1.1 Crisisbeheersing en Brandweer Schoon, heel en veilig 6.641 300 -6.341
1.2 Openbare orde en Veiligheid Schoon, heel en veilig 3.170 80 -3.090
2.1 Verkeer en vervoer Mobiliteit 4.252 134 -4.118
2.1 Verkeer en vervoer Schoon, heel en veilig 15.334 588 -14.746
2.2 Parkeren Schoon, heel en veilig 2.216 1.686 -529
2.4 Economische Havens en waterwegen Mobiliteit
13 13
2.5 Openbaar vervoer Mobiliteit 327
-327
3.1 Economische ontwikkeling Bedrijvigheid 1.022
-1.022
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur Ruimtelijke ontwikkeling 6.769 3.922 -2.847
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen Bedrijvigheid 964 317 -647
3.4 Economische promotie Bestuur en financiën
46 46
3.4 Economische promotie Schoon, heel en veilig 731 427 -304
4.1 Openbaar basisonderwijs Sociale agenda 1.109 210 -899
4.2 Onderwijshuisvesting Sociale agenda 8.192 12 -8.180
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken Sociale agenda 4.781 1.369 -3.412
5.1 Sportbeleid en activering Sociale agenda 674
-674
5.2 Sportaccommodaties Sociale agenda 5.163 2.229 -2.934
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie Sociale agenda 1.848 451 -1.397
5.4 Musea Sociale agenda 480 5 -475
5.5 Cultureel erfgoed Ruimtelijke ontwikkeling 551 37 -514
5.6 Media Bedrijvigheid 68
-68
5.6 Media Sociale agenda 1.135 27 -1.108
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Bedrijvigheid 658 1 -657
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Mobiliteit 1.060 1 -1.059
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Schoon, heel en veilig 5.478 30 -5.448
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Sociale agenda 571 167 -404
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Sociale agenda 19.249 287 -18.962
6.2 Wijkteams Sociale agenda 1.238
-1.238
6.3 Inkomensregelingen Sociale agenda 34.508 23.936 -10.572
6.4 Begeleide participatie Sociale agenda 13.719
-13.719
6.5 Arbeidsparticipatie Sociale agenda 2.669
-2.669
6.6 Maatwerk-voorzieningen (WMO) Sociale agenda 2.204
-2.204
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ Sociale agenda 10.621 1.400 -9.221
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- Sociale agenda 18.216
-18.216
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ Sociale agenda 267
-267
172
6.82 Geëscaleerde zorg 18- Sociale agenda 2.378
-2.378
7.1 Volksgezondheid Sociale agenda 5.411 34 -5.377
7.2 Riolering Schoon, heel en veilig 9.081 10.850 1.769
7.3 Afval Schoon, heel en veilig 9.022 11.946 2.923
7.4 Milieubeheer Duurzame gemeente 3.065
-3.065
7.5 Begraafplaatsen en crematoria Schoon, heel en veilig 988 1.295 307
8.1 Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ontwikkeling 1.575 150 -1.425
8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) Ruimtelijke ontwikkeling 10.568 11.036 468
8.3 Wonen en bouwen Ruimtelijke ontwikkeling 5.202 3.172 -2.030
Totaal 302.946 294.625 -8.321
173
Lijst van afkortingen
AB Algemeen Bestuur
AMI Alphens Meerjaren Investeringsplan
BBV Besluit Begroten en Verantwoorden
BCF BTW Compensatie Fonds
BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie
BIZ Bedrijfs Investerings Zone
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
BOA Buitengewoon Opsporings Ambtenaar
BoVo Bovenwijkse Voorzieningen
BPI Bijdrage Per Inwoner
BTW Belasting Toegevoegde Waarde
BUIG Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten
BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
CAO Collectieve Arbeids Overeenkomst
CIV Centrum voor Innovatief Vakmanschap
COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
CROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de
Verkeerstechniek
DB Dagelijks Bestuur
DivA De inspiratie van Alphen
DPL Duurzaamheidsprofiel van een Locatie
DVO Dienst Verlenings Overeenkomst
EV Externe Veiligheid
GBA Gemeentelijke Basisregistratie van persoonsgegevens
GEO Geografische
GFT Groente-, Fruit- en Tuinafval
GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
GGZ Geestelijke GezondheidsZorg
GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GMK Gemeenschappelijke Meldkamer
GO Gemeenschappelijk Orgaan
(v)GRP (verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan
GR Gemeenschappelijke Regeling
GS Gedeputeerde Staten
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
Hof Wet Houdbare overheidsfinanciën
HOV Hoogwaardig Openbaar Vervoer
HSL Hoge SnelheidsLijn
I&A Informatisering en Automatisering
ICT Informatie en Communicatie Technologie
IPO Interprovinciaal Overleg
IRS Integrale Reserve Stadsbeheer
IVN Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid
JGT Jeugd Gezins Teams
KCC Klant Contact Centrum
KDE Kostendekkende exploitatie
MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs
MER Milieu Effecten Rapportage
174
MIP Meerjaren Investerings Plan
MJOP Meerjaren Onderhoudsplan
MOR Melding Openbare Ruimte
MPG MeerjarenPerspectief Grondexploitaties
MTO Medewerkers Tevredenheids Onderzoek
NAF Nederlandsche Asphaltfabriek
NHG Nationale Hypotheek Garantie
NIEGG Niet in exploitatie genomen gronden
ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland
OTA Overslag Terminal Alphen aan den Rijn
OV Openbaar Vervoer
OZB Onroerende Zaakbelasting
P&C Planning en Controle
PCT Potgrond en Container Teelt
PGB Persoons Gebonden Budget
PMD Plastic, Metalen en Drinkpakken
PReT Platform Recreatie & Toerisme
RAV Regionale Ambulance Vervoer
RDOG Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg
RGA Resultaat Gerichte Afspraken
RIF Regionaal Investerings Fonds
ROM Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu
RvC Raad van Commissarissen
SOPORA Stichting Openbaar Primair Onderwijs Regio Alphen aan den Rijn
SVLO Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden
SWA Sociale Werkplaats (Alphen aan den Rijn)
UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VRHM Veiligheidsregio Hollands Midden
VIS Vastgoed Informatie Systeem
VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten
VOA Vereniging Ondernemers Alphen aan den Rijn
VPB Vennootschapsbelasting
VTH Veiligheid, Toezicht en Handhaving
VVE Vroeg en Voorschoolse Educatie
WGR Wet Gemeenschappelijke Regelingen
WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WNT Wet Normering Topinkomens
WSW Wet Sociale Werkvoorziening
WOZ Wet Waardering Onroerende Zaken
Top Related